• No results found

3. RESULTATEN

3.1 Samenstelling van de visgemeenschap

3.1.1 Globale samenstelling

Tijdens de staalnameperiode van november 2000 t.e.m. oktober 2001 werden op de 10 staalnameplaatsen (F1 t.e.m. F10, zie figuur 2.5) 17945 vissen gevangen. In totaal werden 24 vissoorten en 1 rondbeksoort (rivierprik) gevangen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat niet elke soort op iedere staalnameplaats werd gevangen. De 10 staalnameplaatsen werden onderverdeeld in 4 verschillende locaties (A – D). Dit zijn 4 verschillende plaatsen gesitueerd rond het sluis-stuwcomplex die tevens 4 verschillende biotopen vertegenwoordigen:

- Locatie A (staalnameplaats F1 en F2) is stroomopwaarts van het sluis-stuwcomplex gesitueerd, net voor het kruispunt tussen de Ringvaart en het kanaal Gent-Oostende. Staalnameplaatsen F1 en F2 zijn ongeveer 15 meter van de oever verwijderd en in open water gelegen. Gezien het kanaal breder is t.h.v. locatie A, is de golfslag ter hoogte van staalnameplaatsen F1 en F2 reeds meer uitgedeind en is er bijgevolg een sliblaag aanwezig. Er is een beperkte stroomsnelheid in de richting van het sluis-stuwcomplex (= stroomafwaarts).

id. De stuwgeul is vrij van scheepvaart.

e gevangen soorten per staalnameplaats en per locatie worden weergegeven in tabel 3.2. In tabel 3.1 en figuur 3.1 wordt het gevangen aantal soorten en cumulatief aantal soorten weergegeven voor de maandelijkse vangstcampagnes. 5 soorten (blankvoorn, brasem, giebel, kolblei en rietvoorn) werden gedurende de ganse bemonsteringsperiode (november 2000 – oktober 2001) gevangen. 4 soorten (baars, paling, pos en snoekbaars) werden slechts tijdens 1 maandelijkse vangstcampagne niet gevangen. 2 soorten (drie- en tiendoornige stekelbaars) werden enkel in augustus en september niet gevangen. 6 soorten werden slechts in 1 maandelijkse vangstcampagne gevangen. Het betreft rivierprik (januari), spiering (maart), alver, bermpje (april), regenboogforel en zeeforel (mei). Van deze soorten werd telkens 1 exemplaar gevangen, met uitzondering van spiering (2 exemplaren). Tijdens een proefvangst in oktober 2000 werd 1 snoek gevangen, een soort die tijdens de maandelijkse

.1 Samenstelling van de visgeme

3

- Locatie B (staalnameplaatsen F3, F4, F5 en F10) is in de stuwgeul gelegen. De stuwgeul wordt gekenmerkt door een sterke en constante stroomsnelhe

- Locatie C (staalnameplaats F6) is achter de kaaimuur in de doodlopende zijarm stroomafwaarts van het sluis-stuwcomplex van de Ringvaart gelegen. Deze locatie is vrij van stroming en scheepvaart. Het is er vrij ondiep door aanslibbing en er is overhangende oevervegetatie.

- Locatie D (staalnameplaats F7, F8 en F9) is in het kanaal (Noordervak van de Ringvaart) gesitueerd. De staalnameplaatsen bevinden zich vrij dicht tegen de oever. Het kanaal wordt gekenmerkt door een beperkte stroomsnelheid in de richting van het kanaal Gent-Terneuzen.

D

vangstcampagnes niet werd gevangen. Bij de eerste maandelijkse vangstcampagne (november) werden 12 vissoorten gevangen. In de volgende maandelijkse vangstcampagnes

erden 11 bijkomende vissoor w

vergelijking m

ten en 1 rondbeksoort (rivierprik) gevangen. In april werden in

et voorgaan ,

bittervoorn en winde).

de maanden 4 bijkomende soorten gevangen (alver, bermpje

Tabel 3.1: Het

staalnameplaa

aantal soort u lat a al soort per be ings riode vo a tsen samen op de te oog va et s s-st co ex t em.

ST LN ME R E

en en c mu ief a nt en monster pe or lle Ringvaart r h te n h lui uw mpl e Everg

AA A PE IOD SOORT e ja fe m apr i n l ug ep okt nov d c n b aa me ju ju a s alver - - - - - + - - - - - - baars + + - + + + + + + + + + bermpje - - - - - + - - - - - - bittervoorn - - - - - + - - - + - - blankvoorn + + + + + + + + + + + + blauwbandgrondel - - - + + + + + - - + -brasem + + + + + + + + + + + + driedoornige stekelbaars + + + + + + + + - - + + giebel + + + + + + + + + + + + karper + + - - - + + + + + + + kolblei + + + + + + + + + + + + paling + + - + + + + + + + + + pos + + + + + + + + - + + + regenboogforel - - - - - - + - - - - - rietvoorn + + + + + + + + + + + + riviergrondel* - - + - - - - + - - + + rivierprik - - + - - - - - - snoek** - - - - - - - - - snoekbaars + + + + + - + + + + + + spiering*** - - - - + - - - tiendoornige stekelbaars + + + + + + + + + - - + vetje - - - + + + + - - + + - winde - - - - - + - - + + - + zeeforel**** - - - + - - - zeelt - - - + - + - + - + + - AANTAL 12 12 11 14 14 18 16 15 12 14 13 15 CUMULATIEF AANTAL 12 12 14 17 18 22 24 24 24 24 24 24 - = afwezig + = aanwezig

* = ook gevangen in concentratiefuik voor de sluis van Evergem (januari 2001) ** = gevangen tijdens proefvangst op staalnameplaats 7 (oktober 2000) *** = gevangen in concentratiefuik 3 en 10 in de stuwgeul

**** = gevangen tijdens proefvangst t.h.v. RWZI Evergem (stroomafwaarts van staalnameplaats 9)

Op figuur 3.1 is duidelijk te merken dat er vanaf mei een plateaufase in de curve van het cumulatief aantal soorten optreedt en dat er geen bijkomende vissoorten werden aangetroffen. De meeste vissoorten werden gevangen tijdens de maand april (18), terwijl er in januari slechts 11 soorten werden aangetroffen.

0 5 30 10 15 20 25 n

nov dec jan feb maa apr mei jun jul aug sep okt

maand a a n ta l s o o rt e

aantal soorten cummulatief aantal soorten

Figuur 3.1: en cumulatief aantal gevangen vissoorten per maandelijkse vangstcampagne voor alle staal plaa in de Ringvaart ter hoogte van het sluis-stuwcomplex te Evergem.

lnameplaats F4 de meeste vissoorten werden aangetroffen met name 18, e olgd door staalnameplaats F5 met 17 vissoorten. Op staalnameplaats F4 en F5 werden ook amen: bermpje (F4), alver en regenboogforel Aantal

name tsen samen

Bij de onderverdeling van het aantal gevangen vissoorten op 10 staalnameplaatsen (tabel 3.2) ziet men dat op staa

g v

soorten aangetroffen die nergens anders voorkw

(F5). In de concentratiefuiken ter hoogte van staalnameplaatsen F3 en F10 werd telkens 1 spiering gevangen. Op staalnameplaats F6 werd het minst aantal vissoorten gevangen. Hier werden slechts 13 soorten aangetroffen maar het was de enige vindplaats van de rivierprik. Andere soorten die slechts op één staalnameplaats werden waargenomen zijn: riviergrondel (F1), snoek (F7) en zeeforel (F9).

Tabel 3.2: Het voorkomen van de vissoorten op de 10 staalnameplaatsen van de Ringvaart rond de sluis van

Evergem tijdens de volledige vangstcampagne (november 2000 - oktober 2001). De staalnameplaatsen werden onderverdeeld in 4 locaties (A – D).

STAALNAMEPLAATSEN (F1 t.e.m. F10) & LOCATIES (A t.e.m. D) SOORT F1 F2 A F3 F10 F4 F5 B F6 C F7 F8 F9 D alver - - - x x - - - baars x x x - - x x x x x x x x x bermpje - - - x - x - - - bittervoorn - x x - - x - x - - - blankvoorn x x x x x x x x x x x x x x blauwbandgrondel x x x x x - - x x x x - x x brasem x x x x x x x x x x x x x x driedoornige stekelbaars x x x x x x x x x x x x x x giebel x x x x x x x x x x x x x x karper x x x - x x x x x x x x x x olblei x x x x x x x x x x x x x x k paling x x x x x x x x x x x x x x pos x x x x x x x x x x x x - x regenboogforel - - - x x - - - rietvoorn x x x x x x x x x x x x x x riviergrondel x - x x x x x x - - - rivierprik - - - x x - - - - snoek* - - - x - - x snoekbaars x x x x x x x x x x x x x x spiering - - - x x - - x - - - tiendoornige stekelbaars x x x x x x x x - - x x x x vetje x x x x x x x x - - x x x x winde x - x - - x - x - - - - x x zeeforel** - - - x x zeelt - - - x x x x x - - x x x x TOTAAL 16 15 17 15 16 18 17 22 13 13 16 14 16 18

* gevangen tijdens proefvangst op staalnameplaats 7 (oktober 2000)

** gevangen tijdens proefvangst t.h.v. RWZI Evergem (stroomafwaarts staalnameplaats 9)

de stuwgeul (locatie B) was de soortendiversiteit met 22 soorten het hoogst, terwijl in de oodlopende arm stroomafwaarts de sluis (locatie C) slechts 13 soorten werden aangetroffen. de stuwgeul (locatie B) vingen we 4 soorten die nergens anders werden gevangen (spiering, ermpje, alver en regenboogforel). Stroomafwaarts van het sluis-stuwcomplex in de oodlopende arm van het kanaal (locatie C) werd 1 rivierprik gevangen. In het kanaal (locatie

) werden 2 bijkomstige soorten gevangen met name snoek en zeeforel. Bittervoorn werd h.v. staalnameplaats F2 (locatie A) en F4 (locatie B) gevangen en winde t.h.v. F1 (locatie In d In b d D t.

A), F4 (locatie B) en F9 (locatie D).