• No results found

Gezondheid en zorg

In document dverleden Zwolle (pagina 130-144)

Beleidsverantwoording

Algemeen

Binnen het begrotingsprogramma Gezondheid en Zorg lag in 2014 zeer sterk het accent op de decentralisatie in de Wmo.

Vanaf 1-1-2015 is de Wmo qua verantwoordelijkheden sterk uitgebreid met individuele begeleiding, dagbesteding en beschermd wonen alsmede het AMHK en het mantelzorgcompliment. Deze decentralisaties zijn gepaard gegaan met rijksbezuinigingen op de nieuwe maar ook op bestaande taken (huishoudelijke hulp). In 2014 hebben we gewerkt aan de transitie van deze nieuwe taken naar de gemeente in samenhang met bestaande taken binnen de financiële mogelijkheden. Resultaat daarvan is dat we zorg gedragen hebben voor de continuïteit en kwaliteit van maatschappelijke ondersteuning door het bieden van een breed palet aan voorzieningen waarmee keuzevrijheid gewaarborgd is.

De toegang daartoe is vanaf 1-1-2015 laagdrempelig en nabij georganiseerd via met name vijf sociale wijkteams. Een netwerk van professionals en informele zorg draagt daarmee bij aan het snel en efficiënt kunnen inspelen op ondersteuningsvragen. De aanpak gaat uit van één regisseur en één plan voor een huishouden. Voor regionale voorzieningen als beschermd wonen en

maatschappelijke opvang is de toegang georganiseerd via de regionale GGD-en.

Met deze basis kan in de komende jaren worden gewerkt aan verdere transformatie in samenwerking met maatschappelijke partners en inwoners.

De beweging naar een meer wijkgerichte geïntegreerde toegang is in 2014 samen op gegaan met een groeiende regionale samenwerking, binnen de centrumgemeenteregio (als het gaat om beschermd wonen), maar ook op de Wmo als geheel (als het gaat om de samenwerkingsagenda Wmo-hervorming langdurige zorg).

Relevante kaderstellende nota's Gezondheidsbevordering

 Samen maken we de stad gezond: lokaal gezondheidsbeleid 2012-2015 (raadsbesluit: 21 januari 2013) Maatschappelijke ondersteuning

 Wmo beleidskader 2010-2013 (januari 2010)

 Beleidsplan Wmo (raadsbesluit 8 december 2014)

 Visie betrekken van burgers bij Wmo-beleid (maart 2011)

 Ouderenagenda (raadsbesluit: 13 februari 2012)

 Verordening Individuele voorzieningen gemeente Zwolle 2011 (oktober 2010)

 Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 (raadsbesluit 8 december 2014)

 Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zwolle 2011 (collegebesluit februari 2011)

 Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Zwolle (collegebesluit 16 december 2014)

 Kadernota Dagbesteding ‘Ondersteuning van kwetsbare inwoners met dagbesteding en bijzonder werk’ (raadsbesluit 14 oktober 2013)

 Uitvoeringsprogramma dagbesteding 'Verbonden met de samenleving' (raadsbesluit 30 juni 2014)

 Kadernota Diensten in en aan huis "Langer zelfstandig leven en opgroeien" (raadsbesluit 14 oktober 2013)

 UItvoeringsprogramma Diensten in en aan huis, Huishoudelijke hulp en Individuele begeleiding (raadsbesluit 30 juni 2014)

 Kadernotitie transitie beschermd wonen GGZ (raadsbesluit 30 juni 2014)

 Stedelijk Kompas Zwolle (raadsbesluit 26 maart 2007)

 Stand van zaken Stedelijk Kompas Zwolle 2010 (raadsbesluit, 27 september 2011)

 Maatschappelijke Opvang – nachtopvang (raadsbesluit, 16 september 2013)

 Opvang asielzoekers (raadsbesluit, 22 november 2010)

 Regionale aanpak kindermishandeling (RAAK) (raadsbesluit 25 mei 2009)

 Regiovisie Huiselijk Geweld IJsselland (raadsbesluit mei 2014)

 Kaders en uitgangspunten AMHK IJsselland (raadsbesluit maart 2014)

Wat willen we bereiken en wat gaan we doen

Gezondheidsbevordering

In het kader van gezondheidsbevordering wordt onder meer uitvoering gegeven aan de wettelijke taak om de gezondheid van de Zwolse inwoners te bevorderen en te beschermen tegen ziekten en calamiteiten door onder meer deel te nemen aan de gemeenschappelijke regeling GGD. Daarnaast wordt ingezet op de volgende doelstellingen.

Doelstellingen/maatschappelijke effecten

Het bevorderen van een gezonde leefstijl van onze inwoners en het bestrijden van risicovol gedrag t.a.v. gezondheid.

Streefdoel/indicator

1. In 2015 daalt het percentage inwoners met overmatig alcoholgebruik naar 10% of lager;

2. In 2015 daalt het percentage inwoners dat rookt (of blijft gelijk);

3. In 2015 stijgt het percentage inwoners met een gezond voedingspatroon.

Nulsituatie Norm voor 2014 Wat is in 2014 gerealiseerd

In 2009 geldt voor 19-65 jarigen:

1. Het percentage inwoners met overmatig alcoholgebruik is 11%.

2. 22% van de inwoners van Zwolle rookt.

3. c. 21% van de Zwollenaren ontbijt niet iedere dag, 30% eet twee maal per week vis, 39% eet iedere dag groente en 34% eet iedere dag fruit.

In 2015 wordt door de GGD weer gemeten op de betreffende doelstellingen. Voor 2014 is het dus niet mogelijk een toetsbare norm te formuleren.

Zoals aangegeven nu geen meetgegevens beschikbaar.

Streefdoel/indicator

Preventief ouderengezondheidsbeleid

1. In 2015 is het percentage ouderen van 80 jaar en ouder die psychisch ongezond zijn gedaald of in ieder geval niet gestegen.

2. In 2015 voldoet minimaal 62% van de ouderen aan de beweegnorm.

Nulsituatie Norm voor 2014 Wat is in 2014 gerealiseerd

1. 14 % van de ouderen van 80 jaar en ouder is psychisch ongezond (ouderenmonitor GGD 2011) 2. Inactiviteit neemt sterk toe met de

leeftijd. 60 % van de ouderen voldoet aan de beweegnorm. (ouderenmonitor GGD 2011)

In 2015 wordt door de GGD weer gemeten op de betreffende doelstellingen. Voor 2014 is het dus niet mogelijk een toetsbare norm te formuleren.

Zoals aangegeven nu geen meetgegevens beschikbaar.

Streefdoel/indicator

Bevorderen van gezond gewicht bij jongeren van 0-19 jaar. De ontwikkeling van het percentage kinderen en jongeren met een gezond gewicht blijft in Zwolle gunstiger verlopen dan de ontwikkeling van het landelijk gemiddelde percentage.

Nulsituatie Norm voor 2014 Wat is in 2014 gerealiseerd

Jongeren met een gezond gewicht 4 t/m 13 jaar is 79% (bron: ChecKid 2009) en 12 t/m 23 jaar 75% (bron: Jongerenmonitor 2010).

In 2015 wordt door de GGD weer gemeten op de betreffende doelstellingen. Voor 2014 is het dus niet mogelijk een toetsbare norm te formuleren.

Zoals aangegeven nu geen meetgegevens beschikbaar.

Streefdoel/indicator

Afname alcoholgebruik onder jongeren. Jongeren beginnen later met het drinken van alcohol, drinken minder vaak en minder vaak grote hoeveelheden.

1. In 2015 is de groep jongeren van 12-15 die alcohol drinkt maximaal 12%

2. In 2015 is de omvang van de groep 16-23 jaren die alcohol drinkt maximaal 80%.

3. In 2015 is de gemiddelde leeftijd waarop wordt begonnen met drinken gestegen naar 15,5 jaar of ouder.

4. In 2015 is de groep 12-24 jarigen die regelmatig grote hoeveelheden drinkt maximaal 15%

5. In 2015 is het percentage ouders dat het goed vindt of er niets van zegt dat hun kind drinkt maximaal 27%.

Nulsituatie Norm voor 2014 Wat is in 2014 gerealiseerd

1. Omvang van de groep 12-15 jarigen die alcohol drinkt is 14% (2011).

2. Omvang van de groep 16-23 jarigen die alcohol drinkt is 88% (2011).

3. Gemiddelde startleeftijd waarop voor het eerst alcohol wordt gedronken is 14,7 jaar (2011).

4. Omvang van de groep 12-24 jarigen die regelmatig grote hoeveelheden drinkt is 17% (2011).

In 2015 wordt door de GGD weer gemeten op de betreffende doelstellingen. Voor 2014 is het dus niet mogelijk een toetsbare norm te formuleren.

Zoals aangegeven nu geen meetgegevens beschikbaar.

Streefdoel/indicator

Er is een sport- en beweegaanbod voor inwoners van Zwolle, met of zonder beperking en ongeacht de leeftijd.

1. Zwolse inwoners bewegen meer

2. Maximaal 8% van de kinderen van 0-12 jaar is inactief of matig actief in 2014;

3. in 2015 voldoet minimaal 66% van de 12-15 jarigen aan de beweegnorm;

4. In 2015 voldoet minimaal 60% van de volwassenen aan de beweegnorm;

5. Op 18 scholen kunnen kinderen binnen en buiten schooltijd sporten.

Nulsituatie Norm voor 2014 Wat is in 2014 gerealiseerd

1. 10% (2010) van de kinderen van 0-12

jaar is inactief of matig actief. Maximaal 8% van de kinderen van 0-12 jaar

is in 2014 inactief of matig actief. Zoals aangegeven nu geen meetgegevens beschikbaar.

2. 66% (2011) van de 12-15 jarigen voldoet aan de beweegnorm.

3.

In 2015 wordt door de GGD weer gemeten op de betreffende doelstellingen. Voor 2014 is het dus niet mogelijk een toetsbare norm te formuleren.

4. In 2009 voldoet 59% van de volwassenen aan de beweegnorm.

5. Er zijn 17 scholen (2012) waar de jeugd binnen en buiten schooltijd dagelijks kan sporten.

In 2014 kan op minimaal 18 scholen dagelijks binnen en buiten schooltijd worden gesport.

Toelichting

Ten aanzien van preventief ouderengezondheidsbeleid wordt in 2014 geanalyseerd in hoeverre het preventieaanbod en de basiszorg beantwoorden aan de maatschappelijke opgave in de wijk.

Relaties met andere programma’s

Jeugd en alcohol heeft een relatie met het verslavingsbeleid alsmede toezicht en handhaving. Dit onderwerp wordt echter primair vanuit het gezondheidsbeleid vorm gegeven. Bevorderen van bewegen heeft een relatie met het begrotingsprogramma Sport.

Maatschappelijke ondersteuning en Zorg algemeen Doelstellingen/maatschappelijke effecten

Het vergroten van de maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid van Zwolse burgers en het (daarmee) voorkomen van sociaal isolement.

Streefdoel/indicator

1. De schaalscore voor maatschappelijke (sociale) participatie van Zwolse inwoners is in jaar 2016 gestegen ten opzichte van het jaar 2012 (bron: Buurt voor buurtonderzoek)

2. De schaalscore voor sociaal isolement van Zwolse inwoners van 15 jaar en ouder is in het jaar 2016 gedaald ten opzichte van jaar 2012 (bron: Buurt voor Buurtonderzoek)

Nulsituatie Norm voor 2014 Wat is in 2014 gerealiseerd

1. De schaalscore voor maatschappelijke (sociale) participatie van Zwolse inwoners van 15 jaar en ouder is in 2012, 5,0.

De schaalscore voor maatschappelijke (sociale) participatie van Zwolse inwoners is in jaar 2014 gestegen ten opzichte van het jaar 2012.

De schaalscore voor maatschappelijke (sociale) participatie van Zwolse inwoners in 2014 (5,0) is gelijk gebleven ten opzichte van het jaar 2012.

2. De schaalscore voor sociaal isolement van Zwolse inwoners van 15 jaar en ouder is in 2012, 1½.

De schaalscore voor sociaal isolement van Zwolse inwoners van 15 jaar en ouder is in het jaar 2014 gedaald ten opzichte van jaar 2012

De schaalscore sociaal isolement van Zwolse inwoners van 15 jaar en ouder bedraagt in 2014 1,4.

Relaties met andere programma’s

Het programmeren van woonzorgvoorzieningen (huisvesting bijzondere doelgroepen) heeft een relatie met programma 1 . De transformatie jeugdzorg heeft een relatie met de doorontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin en passend onderwijs, programma 7.

Informatie, advies en cliëntondersteuning (prestatieveld 3 Wmo) Doelstellingen/maatschappelijke effecten

Doelstelling: Geven van informatie, advies en cliëntondersteuning aan inwoners over ondersteuningsmogelijkheden ten behoeve van de versterking van de regie van de cliënt.

Maatschappelijk effect: Regieversterking en waar nodig toeleiding naar voorzieningenaanbod om zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie te bevorderen of in stand te houden.

Streefdoel/indicator

1. Het aantal keren dat de pagina’s van het Wmo loket op de gemeentelijke website worden bekeken is toegenomen in 2014 ten opzichte van 2012.

2. Het aantal contacten van de sociaal raadslieden is in 2014 minimaal 4.300.

3. In 2014 is het aantal behandelde hulp- en adviesvragen van ouderen minimaal 206.

Nulsituatie Norm voor 2014 Wat is in 2014 gerealiseerd

1. In 2012 zijn de pagina’s van het Wmo loket op de gemeentelijke website 23.415 keer bekeken.

Het aantal keren dat de pagina’s van het Wmo loket op de gemeentelijke website worden bekeken is toegenomen in 2014 (ten opzichte van 2012)

Als gevolg van de introductie van een nieuwe website zijn voor deze indicator in 2014 geen betrouwbare gegevens beschikbaar.

2. Het aantal contacten van de sociaal

raadslieden is in 2012: 4.889 Het aantal contacten van de sociaal

raadslieden is minimaal 4.300. Gerealiseerd: het aantal contacten van de sociaal raadslieden bedraagt 4.672.

3. In 2012 zijn in totaal 206 hulp- en

adviesvragen van ouderen behandeld. In 2014 is het aantal behandelde hulp- en

adviesvragen van ouderen minimaal 206. Gerealiseerd: het aantal behandelde hulp- en adviesvragen van ouderen bedraagt 249.

Ondersteunen van mantelzorgers (prestatieveld 4b Wmo) Doelstellingen/maatschappelijke effecten

Bieden van adequate ondersteuning en bevorderen van de participatie van mantelzorgers en voorkomen van overbelasting.

Streefdoel/indicator

1. Het aantal mantelzorgers dat zich (over)belast voelt is in 2014 met 2% afgenomen ten opzichte van 2009 (bron; Buurt voor Buurtonderzoek)

2. Het aantal mantelzorgers dat bekend is met het steunpunt Mantelzorg is met 5% toegenomen in 2014 ten opzichte van 2009 (bron: Buurt voor Buurtonderzoek).

Nulsituatie Norm voor 2014 Wat is in 2014 gerealiseerd

1. 34 % van de mantelzorgers voelt zich tamelijk zwaar (26 %) tot zwaar overbelast (2 %).

Het percentage mantelzorgers dat zich tamelijk zwaar tot zwaar overbelast voelt is gedaald met 2 %.

Uit de specifieke onderzoeken onder mantelzorgers die in 2012 en 2014 zijn afgenomen is op een iets andere manier gemeten. Het aantal mantelzorgers dat te zwaar belast of zelfs overbelast is bedraagt 9 en 5 %.

2. 49 % van de mantelzorgers is bekend

met het steunpunt Mantelzorg. Het percentage mantelzorgers dat bekend is met het steunpunt Mantelzorg is gestegen met 5% in 2014 ten opzichte van 2009.

Uit het onderzoek dat in 2014 is gehouden blijkt dat 65 % van de mantelzorgers weet dat zij ondersteuning kunnen vragen. 62 % van hen weet ook hoe zij die ondersteuning kunnen regelen.

Relaties met andere programma’s

Het ondersteunen van mantelzorgers heeft onder meer een relatie met de aanpak van huiselijk geweld. Binnen het plan van aanpak ouderenmishandeing vormen mantelzorgers en zorgvrijwilligers een aparte doelgroep.

Bevorderen participatie mensen met een beperking of chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem (prestatieveld 5 Wmo)

Doelstellingen/maatschappelijke effecten

Het verhogen van de deelname aan de Zwolse samenleving en het vergroten van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem.

Streefdoel/indicator

1. De schaalscore voor maatschappelijke (sociale) participatie van Zwolse inwoners met een beperking of een chronische ziekte van 15 jaar en ouder is in jaar 2016 gestegen ten opzichte van het jaar 2012 (bron: Buurt voor buurtonderzoek).

2. De schaalscore voor sociaal isolement van Zwolse inwoners van 15 jaar en ouder met een beperking of een chronische ziekte is in het jaar 2016 gedaald ten opzichte van jaar 2012 (bron: Buurt voor Buurtonderzoek).

Nulsituatie Norm voor 2014 Wat is in 2014 gerealiseerd

1. De schaalscore voor maatschappelijke (sociale) participatie van Zwolse inwoners van 15 jaar en ouder met een beperking of een chronische ziekte is in 2012, 4,6.

De schaalscore voor maatschappelijke (sociale) participatie van Zwolse inwoners met een beperking of een chronische ziekte is in jaar 2014 gestegen ten opzichte van het jaar 2012.

De schaalscore voor maatschappelijke participatie van alle Zwolse inwoners is in 2014: 4,4

2. De schaalscore voor sociaal isolement van Zwolse inwoners van 15 jaar en ouder met een beperking of een chronische ziekte is in 2012, 2,2

De schaalscore voor sociaal isolement van Zwolse inwoners van 15 jaar en ouder met een beperking of een chronische ziekte is in het jaar 2014 gedaald ten opzichte van jaar 2012.

De schaalscore voor sociaal isolement van alle Zwolse inwoners is in 2014: 2,2

Streefdoel/indicator

1. In 2014 vindt de intake bij minimaal 75% van de aanmeldingen plaats binnen 3 weken.

2. In 2014 start 100% van alle hulpverlening als het gaat om algemeen maatschappelijk werk binnen 4 weken na de intake.

3. In 2014 wordt bij 100% van de internethulpvragen binnen 3 werkdagen gereageerd door het algemeen maatschappelijk werk.

Nulsituatie Norm voor 2014 Wat is in 2014 gerealiseerd

In 2012:

1. Intake binnen 3 weken na aanmelding:

80%.

In 2014:

Intake binnen 3 weken na aanmelding:

minimaal 75%.

Gerealiseerd.

2. Start hulpverlening binnen 4 weken na

intake 65%. Start hulpverlening binnen 4 weken na

intake: 100%. Gerealiseerd.

3. Start hulpverlening binnen 4 weken na intake 65%.

Reactie bij internethulpverlening binnen 3 werkdagen: 100%.

Gerealiseerd.

Relaties met andere programma’s

Het bevorderen van participatie van mensen met beperkingen heeft een relatie met de begrotingsonderdelen werk en participatie Toelichting

De wijziging in scaalscores ten aanzien van de participatie en sociaal isolement zijn te klein om daar conclusies aan te kunnen verbinden.

Individuele voorzieningen voor mensen met een beperking of een chronisch psychische probleem of een psychosociaal probleem (prestatieveld 6 Wmo)

Doelstellingen/maatschappelijke effecten

Het ondersteunen van inwoners met een beperking of met een chronisch-psychisch of een psychisch-sociaal probleem bij het behouden of vergroten van hun maatschappelijke participatie. De ondersteuning bestaat uit het in aansluiting op de eigen mogelijkheden, de mogelijkheden van het sociaal netwerk en de algemene en collectieve voorzieningen in Zwolle, bieden van individuele voorzieningen zodat inwoners in staat zijn:

 Een huishouden te voeren.

 Zich te verplaatsen in en om de woning.

 Zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel.

 Medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan.

Streefdoel/indicator

1. Het percentage cliënten die gebruik maken van voorzieningen Wmo en die aangeven dat deze ondersteuning een bijdrage levert aan het langer zelfstandig wonen stijgt of blijft gelijk in 2014 ten opzichte van 2012.

2. Het percentage cliënten die gebruik maken van voorzieningen Wmo en die aangeven dat deze ondersteuning een bijdrage levert aan het kunnen blijven meedoen aan de maatschappij stijgt of blijft gelijk in 2014 ten opzichte van 2012.

Nulsituatie Norm voor 2014 Wat is in 2014 gerealiseerd

1. In 2012 zijn met ingang van 1 oktober

175 keukentafelgesprekken gevoerd. Het aantal keukentafelgesprekken neemt toe en er wordt inzicht geboden in de opbouw van het brede arrangement.

In 2014 zijn 1.246 keukentafel gesprekken gevoerd.

In 2014 is geïnvesteerd in de bouw van een informatiesysteem waarin inzicht kan worden geboden in de opbouw van het arrangement. Dit systeem is in 2015 in gebruik genomen.

2. Van de cliënten die gebruik maken van

individuele voorzieningen Wmo in 2012 geeft 83% aan dat deze ondersteuning een bijdrage levert aan het langer zelfstandig wonen

Van de cliënten die gebruik maken van individuele voorzieningen Wmo geeft minimaal 83% aan dat deze ondersteuning een bijdrage levert aan het langer zelfstandig wonen.

Van de cliënten die gebruik maken van individuele voorzieningen Wmo geeft 87% aan dat deze ondersteuning een bijdrage levert aan het langer zelfstandig wonen.

3. Van de cliënten die gebruik maken van individuele voorzieningen Wmo in 2012 geeft 80% geeft aan dat de

ondersteuning een bijdrage levert aan het kunnen blijven meedoen aan de maatschappij.

Van de cliënten die gebruik maken van individuele voorzieningen Wmo geeft minimaal 80% aan dat de ondersteuning een bijdrage levert aan het kunnen blijven meedoen aan de maatschappij

Van de cliënten die gebruik maken van individuele voorzieningen Wmo geeft minimaal 75% aan dat de ondersteuning een bijdrage levert aan het kunnen blijven meedoen aan de maatschappij.

We constateren dat de Wmo-voorzieningen voor de oudere leeftijdsgroepen (ouder dan 65 jaar) vooral bijdragen aan het langer

zelfstandig wonen en dat een kleiner deel de betekenis hiervan ziet voor het kunnen blijven meedoen aan de maatschappij.

Bij de jongere leeftijdsgroepen (van 17 tot en met 34 jaar) lijkt het beeld gespiegeld. De Wmo-voorzieningen zijn van geringere betekenis voor het zelfstandig kunnen blijven wonen, maar hebben wel een grotere betekenis voor het kunnen blijven meedoen aan de maatschappij.

Streefdoel/indicator

1. In 2014 is het percentage van de aanvragen voor hulp bij het huishouden dat binnen 8 weken is afgerond, gestegen of gelijk gebleven.

2. In 2014 is het percentage van de aanvragen voor rolstoelen en vervoersvoorzieningen dat binnen 8 weken is afgerond, gestegen of gelijk gebleven.

3. In 2014 is het percentage van de aanvragen voor woonvoorzieningen dat binnen 8 weken is afgerond, gestegen of gelijk gebleven.

4. In 2014 is het percentage van de aanvragen voor de gehandicaptenparkeerkaart (GPK) dat binnen 8 weken is afgerond, gestegen of gelijk gebleven.

Nulsituatie Norm voor 2014 Wat is in 2014 gerealiseerd

1. 88% van de aanvragen voor hulp bij het huishouden is binnen 8 weken afgerond.

Minimaal 88% van de aanvragen voor hulp bij het huishouden is binnen 8 weken afgerond.

In 2014 is 98% van de aanvragen voor hulp bij het huishouden binnen 8 weken afgerond.

2. 85% van de aanvragen voor rolstoelen en vervoersvoorzieningen zijn binnen 8 weken afgerond.

Minimaal 85% van de aanvragen voor rolstoelen en vervoersvoorzieningen zijn binnen 8 weken afgerond.

In 2014 is 77% van de aanvragen voor rolstoelen en vervoersvoorzieningen binnen 8 weken afgerond.

3. 85% van de aanvragen voor een woonvoorziening is binnen 12 weken afgerond.

Minimaal 85% van de aanvragen voor een woonvoorziening is binnen 12 weken afgerond.

In 2014 is 60% van de aanvragen voor een woonvoorzieningen binnen 12 weken afgerond.

4. 97% van de aanvragen voor een gehandicaptenparkeerkaart (GPK) is binnen 8 weken afgerond.

Minimaal 97% van de aanvragen voor een gehandicaptenparkeerkaart (GPK) is binnen 8 weken afgerond.

In 2014 is 89% van de aanvragen voor een gehandicaptenparkeerkaart (GPK) binnen 8 weken afgerond.

Toelichting: In 2014 is er sprake geweest van een administratieve achterstand. Dit wil zeggen dat op voorhand voorzieningen geleverd zijn met toestemming van de cliënt. Cliënten hadden wel al de beschikking over de voorziening of het hulpmiddel maar het afsluiten van het werkproces en de registratie daarvan heeft vertraagd plaatsgevonden.

Maatschappelijke Opvang (prestatieveld 7a Wmo) en Openbare geestelijke gezondheidszorg (prestatieveld 8 Wmo) Doelstellingen/maatschappelijke effecten

Beperken van noodzaak tot gebruik van maatschappelijke opvang. Indien noodzakelijk opvang en ondersteuning bieden gericht op door- en uitstroom, alsmede het vergroten van participatie en zelfredzaamheid. Daarnaast wordt ingezet op het beperken van overlast door dak- en thuislozen.

Streefdoel/indicator

In 2014 zitten alle dak- en thuislozen die bekend zijn bji de centrale toegang, in traject gericht op een stabiele mix van huisvesting, dagbesteding zorg- en hulpverlening waarbij het hoogst haalbare niveau van de cliënt als uitgangspunt wordt gehanteerd.

Nulsituatie Norm voor 2014 Wat is in 2014 gerealiseerd

Alle dak- en thuislozen, bekend bij de centrale toegang, worden na screening in een traject geplaatst, of doorverwezen naar elders (andere regio, andere hulpverlening).

Ook in 2014 zitten alle dak- en thuislozen die bekend zijn bij de centrale toegang, in een traject.

Gerealiseerd.

Streefdoel/indicator

In 2014 is voor tenminste 60% van de daklozen bekend bij de centrale toegang dagbesteding gerealiseerd.

Nulsituatie Norm voor 2014 Wat is in 2014 gerealiseerd

In 2013 heeft 39 % van de dak- en thuislozen structurele dagbesteding. Een ander deel heeft wel vormen van dagbesteding, maar niet structureel.

In 2014 is voor ten minste 60% van de dak-

en thuislozen dagbesteding gerealiseerd. Gerealiseerd (95%). Alle dak- en thuislozen

en thuislozen dagbesteding gerealiseerd. Gerealiseerd (95%). Alle dak- en thuislozen

In document dverleden Zwolle (pagina 130-144)