• No results found

5. Vrijwilligers over vrijwilliger-zijn en vrijwilligerswerk in de ouderenzorg

5.3. Gevolgen van de betekenisgeving aan vrijwilliger-zijn en vrijwilligerswerk

van de vrijwilliger. Uit verschillende uitspraken komt dit beeld naar voren. Zo omschrijft Simone een vrijwilliger als volgt: “Dat zijn al mensen die behulpzaam zijn, die een ander willen helpen. Kijk…dat zijn vrijwilligers”. Later voegt zij hieraan toe: “Een vrijwilligster is iemand die het werk van anderen een beetje verlicht”. Ze bedoelt hiermee dat vrijwilligers de verzorgers ontlasten.

De geïnterviewde vrijwilligers ontfermen zich over eenzame ouderen. Uit de uitspraken die de vrijwilligers doen over zichzelf komt naar voren dat zij bepaalde kenmerken toewijzen aan vrijwilligers die werken in de ouderenzorg. De kenmerken die zij noemen zijn bijvoorbeeld geduld, compassie en liefde waarmee het werk wordt uitgevoerd. Uit de volgende uitspraken blijken deze kenmerken en dat zij deze specifiek vinden voor het vrijwilligerswerk dat zij uitvoeren. Zo zegt Piet het belangrijk te vinden dat hij als vrijwilliger in een verzorgingshuis geduldig is met ouderen. “Maar ik heb altijd wat met oudere mensen gehad en ik kan heel goed met ze overweg. Ik heb een hoop geduld en dat heb je hier af en toe wel nodig. Jaja”. Het hebben van geduld vult Els aan met het hebben van een menselijke kant door aan te geven wat juist niet gewenst is. “Bij sommige mensen denk ik weleens jij had dit niet moeten kiezen. Je bent gewoon te zakelijk”. Uit deze uitspraken komt naar voren dat vrijwilligers het belangrijk vinden om verbonden te zijn en interesse in de

werkzaamheden te hebben.

5.3. Gevolgen van de betekenisgeving aan vrijwilliger-zijn en

vrijwilligerswerk

De betekenisgeving die de vrijwilligers verbinden aan het vrijwilliger-zijn en het vrijwilligerswerk heeft effect op de verwachtingen van de werkzaamheden. Een gevolg van de betekenisgeving is ook dat vrijwilligers een onderscheid maken tussen formeel en informeel vrijwilligerswerk. Daarnaast

37 heeft de betekenisgeving van de vrijwilligers aan het vrijwilliger-zijn als gevolg dat zij een bewuste keuze maken om vrijwilliger te worden.

Vrijwillig maar niet vrijblijvend

Els en Karen vertellen dat vrijwilligerswerk lange tijd zonder enige verplichting gedaan kon worden. Karen zegt al jaren als vrijwilliger voor de zorgorganisatie gewerkt te hebben zonder contract maar dat het nu anders is geregeld.

“Nou ze hadden altijd al een vrijwilligerslijst, maar daar heb ik eigenlijk nooit opgestaan. De laatste 10 jaar maar daarvoor eigenlijk nooit”. Het moet goed geregeld zijn. Vroeger was dat allemaal niet zo, maar ja, alle regels veranderen. Dus je moet nu echt op papier als vrijwilliger aangemeld staan”.

Beide vrijwilligers geven aan dat de verandering voor hen heeft geleid tot een verandering van hun gevoel ten opzichte van vrijwilligerswerk. Zo geeft Els aan al lange tijd een eenzame oudere te bezoeken voordat zij geregistreerd stond als vrijwilliger.

“Maar niet als officiële vrijwilligster…want het was een kennis van mijn moeder en dat is dan zo gegroeid. En als je dit dus wil dan moet je echt via de officiële weg en dus als vrijwilligster ingeschreven worden. Dan wordt je naam genoteerd en dan krijg je ook een vraag gesprekje. Wat er allemaal van je verwacht wordt”.

De reden waarom vrijwilligers een vrijwilligerscontract tekenen heeft te maken met het verzekerd zijn tijdens het helpen van bewoners zoals Karen aangeeft: “Als ik nou zeg maar met een bewoner sta en die valt en hij of zij neemt me mee in de val, dan ben ik verzekerd, of dan ga je met ze wandelen of als je haar bijvoorbeeld helpt naar het toilet en er gebeurt iets nou dan. Daar is het voor”.

De vrijwilligers ervaren met het tekenen van een contract ook een grotere verplichting. José: “Het is vrijwillig maar het is niet vrijblijvend zeg ik altijd. Dat is het zeker niet. Als je ergens

ingeroosterd staat dan moet je wel komen”. Bijna alle vrijwilligers vinden het prettig om op vaste dagen aanwezig te zijn. Op die manier kunnen ze hun tijd goed indelen. Esther zegt rekening te houden met het vrijwilligersrooster en zegt hierover het volgende: “Ik krijg dan op tijd het rooster en als ik kan dan doe ik dat gewoon. Ik ga op maandag ook geen afspraken meer maken of dat ik naar de tandarts moet of naar de dokter. Ik ben er dan gewoon. En dat gaat allemaal heel erg best”. Dina geeft ook aan het fijn te vinden om op vaste dagen aanwezig te zijn. Ook zij geeft aan dat

vrijwilligerswerk niet vrijblijvend is. Dina zegt het volgende:

“Dat vind ik erg prettig. Dan weet je waar je aan toe bent. Ik ben altijd bereid om in te vallen hoor. Maar vaste dagen zijn gewoon het lekkerst. Naja voor de rest vrijwilligerswerk is geen vrijblijvend werk vind ik hè. Je moet het gewoon doen. Ik vind als je je opgeeft dan ben je verplicht om te gaan. Ja, en niet iemand laten zitten dan”.

38 Dina wil de ouderen niet laten zitten. Zij rekenen op je en vinden het prettig om dezelfde mensen terug te zien. José zegt hierover: “Voor de bewoners sowieso. De bewoners hechten ook aan vaste mensen. Dat vinden ze heerlijk”.Een andere reden om met regelmaat te komen geeft Els:

“Vervolgens kom je een keer in de 4-5 weken dan heeft het geen zin want zijn ze al bijna weer vergeten hoe je eruit zag”. Greet zegt het niet prettig te vinden om zoveel verplichtingen te hebben wat andere vrijwilligers juist omschrijven als prettig zodat zij er rekening mee kunnen houden. Greet geeft aan ook andere bezigheden te hebben en het aantrekkelijker te vinden als het meer vrijblijvend zou zijn. Zij heeft dan ook de keuze gemaakt om iets anders te doen wat meer vrijblijvend is. Greet geeft dit aan als volgt:

“Als ik op vakantie wil dan lijkt het me sterk dat dan niet even iemand dat van mij over kan nemen. Snap je. Kijk het is gewoon. Misschien daar dan twee avonden ofzo werken en toen dacht ik nee dat ga ik niet doen. Kijk ik wilde nog wel met die mensen fietsen want dat is ook weer iets dat doe je als het mooi weer is. En dan denk je nu heb ik even tijd dat kan ik wel doen en dat is dan wel weer meer vrijblijvend. Dus wat dat aangaat”.

Er kan gesteld worden dat de verplichtingen voor de meeste vrijwilligers geen probleem zijn evenals de verantwoordelijkheid dragen waarvan zij vinden dat het onderdeel is van vrijwilligerswerk, maar dat er ook vrijwilligers zijn die door de verplichtingen kiezen voor iets anders. Alle geïnterviewde vrijwilligers zeggen in andere woorden dat zij vinden dat vrijwilligerswerk samengaat met

verplichtingen. Maar dat het tekenen van een vrijwilligerscontract hierop ook van invloed is, blijkt vooral uit het onderscheid dat de vrijwilligers maken tussen formele en informele participatie.

Formele of informele participatie?

In het interview vertellen alle respondenten over het vrijwilligerswerk waarvoor zij geregistreerd staan als zij de volgende vraag beantwoorden “Wat doet u voor vrijwilligerswerk?”. Na de vraag of zij nog meer voor mensen doen geven zij aan ook informeel vrijwilligerswerk te doen. De meeste vrijwilligers, behalve Afra, maken dit onderscheid. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de geregistreerde vrijwilligers zich beschouwen als vrijwilliger als zij ook zo benoemd worden en geregistreerd staan. Uit de uitspraken blijkt dat zij wel een vrijwilliger waren maar het niet als

officieel beschouwden. Dat er af en toe twijfel bestaat over wat vrijwilligerswerk is komt bij José naar voren die vertelt over haar verschillende activiteiten:

“Ik ben 20 jaar terug ongeveer bij de Unie van Vrijwilligers gekomen en ik heb nog jaren lang telefoondienst gedaan bij Helpende Handen. Daar kom ik nog wel als invaller. En dan heb ik nog. Ik weet niet of je dat vrijwilligerswerk noemt…in de oudercommissie veel gedaan en geholpen”.

Een reden dat vrijwilligers informeel vrijwilligerswerk niet als vrijwilligerswerk zien komt naar voren bij Greet die het als vanzelfsprekend ziet dat je voor elkaar zorgt. “Kijk als mijn buurman iets niet kan

39 dan is het toch logisch dat je dat even voor elkaar doet. Zo zit ik wel een beetje in elkaar. Ik vind als je een oudere buurman hebt dat je best eens een boodschap kun doen. Ik vind wel dat je daar open voor moet staan”.

Er kan gesteld worden dat sommige vrijwilligers een onderscheid maken met het ingeschreven staan als vrijwilliger en het daarbuiten participeren wat enkele vrijwilligers toch beschouwen als minder verplicht. Dit geldt niet voor Karen die is gevraagd om wekelijks bij een oudere op bezoek te gaan. De kinderen van de oudere dame hebben geen tijd en hebben Karen gevraagd om te kijken naar hun moeder omdat zij erg alleen is. Karen vertelt dat ze ervoor heeft gekozen om dit niet te doen omdat ze het als een te grote verplichting beschouwde. “Ze vroegen toen ook of ik vast bij iemand wilde komen. Ik zeg nou dan moet ik alle weken naar dezelfde persoon en op zich heb ik daar geen moeite mee maar dat kwam me gewoon niet uit en toen zei ik nee dat lukt me niet”. Karen zegt informele participatie vooral te beschouwen als verplichting en geeft hiervoor de volgende verklaring: “Dat is echt één op één. Dan vind ik…Nou dan voel je je echt verplicht om die dag heen te gaan. En ze rekenen er toch op en kijk dat is bij ons niet altijd mogelijk”.

Karen ziet haar vrijwilligerswerk ook als een verplichting die ze graag nakomt. Iedere week staat Karen één ochtend klaar voor een groep ouderen. Het kan echter een keer voorkomen dat het niet lukt omdat Karen het druk heeft met andere zaken. Zo is ze mantelzorger, bezoekt ze ouderen, doet ze voor anderen boodschappen, vangt ‘s middags de kleinkinderen op en loopt verschillende collectes. Ze ziet het afzeggen van vrijwilligerswerk niet als probleem en zegt hierover het volgende: “Als ik niet kan dan bel ik. Dan moeten ze het gewoon zelf doen. Ze (de coördinator) heeft gevraagd of ik het alle weken wil doen en op zich vind ik dat niet zo erg maar nou komt het er even niet van”. De vele activiteiten die Karen heeft naast haar vrijwilligerswerk nemen zoveel tijd in dat er geen tijd is voor andere activiteiten.

De vrijwilligers laten zich niet alleen leiden door hun gevoel omdat zij het belangrijk vinden om voor anderen te zorgen. Het hebben van tijd en interesse is een vereiste. Daarbij vinden de meeste vrijwilligers het belangrijk dat ze doen wat ze leuk vinden op de tijden dat het hun uitkomt. Uit de keuze van Karen om bepaalde activiteiten wel of niet te doen komt naar voren dat Karen een bewuste keuze maakt. Dit geldt voor meer vrijwilligers.

Ja ik wil, vrijwilliger zijn

De vrijwilligers voelen zich met het tekenen van het contract meer verplicht. Dit heeft invloed op de keuze om vrijwilligerswerk te gaan doen en maken daarom ook een bewuste keuze om

vrijwilligerswerk te gaan doen. Merel zegt bewust gekozen te hebben voor vrijwilligerswerk en dat anderen dat soms niet doen en daarom afspraken niet nakomen. Ze geeft aan dat je wel een keer kunt afzeggen maar wel je verantwoordelijkheid voor je keuze moet nemen. “Kijk als je afzegt

40 vanwege ziekte ofzo of dat neemt niet weg dat iemand, naja dat kan gewoon gebeuren. Maar als je afzegt voor een andere reden omdat je een handbaltoernooi hebt ofzo. Dat gaat gewoon niet”. Merel meent dat anderen afspraken niet nakomen omdat zij niet zoals zijzelf een bewuste keuze gemaakt hebben en zegt hierover het volgende:

“Ik sta bijvoorbeeld voor mijn vrijwilligerswerk. Daar heb ik toen een keuze voor gemaakt. En daar heb ik toen goed over nagedacht. En ik denk dat andere mensen die nog van alles en nog wat doen dat die een keuze maken omdat ze het leuk vinden maar het niet meer kunnen volhouden omdat ze er niet helemaal voor zijn gegaan denk ik. Dat dat het een beetje is. Ik heb dat gezien bij twee anderen. Afspraken niet nakomen en afzeggen vlak van tevoren. Dat soort dingen. Naja dan ben je naar mijn idee niet bewust bezig geweest”.

Dina heeft ook een bewuste keuze gemaakt om vrijwilligerswerk te gaan doen en verwoordt dit als volgt:

“Ik denk dat je echt bewust moet kiezen voor vrijwilligerswerk. Je moet weten wat je gaat doen. We hebben natuurlijk die oproep gehad van die Geer en Goor. Voor al die ouderen en dat er zoveel vrijwilligers bij zijn gekomen. Dan denk ik hoeveel blijven er hangen? Als jij niet goed ingewerkt wordt dan en zomaar in het diepe wordt gegooid dan, denk ik dat je ook zo vertrokken bent als je niet weet waar je aan begint”.

Merel en Dina vinden beiden betrokkenheid belangrijk. Zij zien het betrokken zijn als een verplichting en leggen andere vrijwilligers deze verplichting ook op. Net zoals de motivatie om het leuk te vinden wat de vrijwilligers als voorwaarde stellen voor hun eigen betrokkenheid verwachten zij dit ook van anderen.

De geïnterviewde vrijwilligers maken onderscheid tussen officiële en niet-officiële

vrijwilligers op basis van het ingeschreven staan als vrijwilliger. Het onderscheid tussen officiële en niet-officiële vrijwilligers is ook van belang bij het geven van betekenis aan vrijwilligerswerk. De vrijwilligers baseren hun eigen verwachtingen en die van anderen op de betekenis die zij toekennen aan het vrijwilliger-zijn en vrijwilligerswerk. De verwachtingen die zij van zichzelf hebben als

vrijwilliger stellen zij dus ook als norm voor toekomstige vrijwilligers.

41