• No results found

Gebrek aan economische analyse

In document Einde Conflict, begin nieuw dilemma (pagina 51-54)

Hoofdstuk 4: casus Burundi

4.2 De lange termijn ontwikkelingsbenadering van DDR in Burundi

4.2.3 Gebrek aan economische analyse

Naast de problemen met de implementerende partners en de vertraging in het reïntegratieprogramma, was het problematisch dat een grondige analyse van de economische mogelijkheden in de postconflict situatie van Burundi ontbrak. Tijdens de Arusha vredesonderhandelingen heeft een comité een aantal sectoren geïdentificeerd waarin ex-strijders gereïntegreerd konden worden. Het probleem was echter dat zowel dit comité als internationale partners voorafgaand aan het DDR programma geen grondige analyse hebben gemaakt van de absorptiecapaciteiten in de Burundese economie.266

Als gevolg van de grote voorkeur voor inkomen genererende activiteiten, werd een enorm aantal kleine bedrijven in de arme postconflict situatie van Burundi geïnjecteerd. Het aanbod overtrof de vraag in grote mate en dit was zeer problematisch voor ex-strijders die moeilijk konden concurreren met bestaande handelaren. De economie van Burundi was niet in staat om bijna 30.000 ex-strijders op te nemen of om nieuwe banen te creëren. Daarnaast heeft de NCDDR werkgevers ook nooit gestimuleerd om ex-strijders aan te nemen.267

261 Pyt Douma, Jean Marie Gasana en Leontine Specker ed., „Reintegration in Burundi: Between happy Cows and lost Investments‟, The Clingendael Institute (2008), p.6

http://www.clingendael.nl/publications/2009/20090318_cru_reintegration_burundi_specker.pdf geraadpleegd op 2 juni 2010 om 10:42 uur.

262 Frederike Fuhlrott, The Reintegration of Ex-combatants: A Case Study of Burundi (2008), p.206.

263 Sara Geenen, „Former Combatants at the Crossing. How to assess the Reintegration of Former Combatants in the Security and Development Nexus? Case Study: Ruyigi (Burundi) and Kinshasa (DRC)‟, (2007), p. 8

http://www.ascleiden.nl/Pdf/DPRNPaperGeenen.pdf geraadpleegd op 6 juni 2010 om 14:53 uur.

264 Nelson Alusala, „Disarmament and the Transition in Burundi: How soon?‟, International Institute for Security Studies (2005) http://www.iss.co.za/pubs/papers/97/Paper97.htm geraadpleegd op 6 juni 2010 om 19:23 uur.

265 Frederike Fuhlrott, The Reintegration of Ex-combatants: A Case Study of Burundi (2008), p.154.

266

Pyt Douma, Jean Marie Gasana en Leontine Specker ed., „Reintegration in Burundi: Between happy Cows and lost Investments‟, The Clingendael Institute (2008), p.17

http://www.clingendael.nl/publications/2009/20090318_cru_reintegration_burundi_specker.pdf geraadpleegd op 2 juni 2010 om 10:42 uur.

In het onderzoek „Early Economic Recovery in Fragile States, Case Study Burundi: Operational Challenges‟ wordt het belang van economisch herstel als voorwaarde voor duurzame vrede en ontwikkeling onderstreept. Volgens dit onderzoek is hier in Burundi weinig aandacht aan gegeven.268 Tegelijkertijd wijzen zij er ook op hoe moeilijk het is om dit in de praktijk te bewerkstelligen. Voor de EU is het bijvoorbeeld zeer moeilijk om een lange termijn planning te maken, aangezien lidstaten alleen bijdragen kunnen doen op jaarlijkse basis en omdat lidstaten verschillende financiële jaren en programmacyclussen hebben.269

4.2.4 Frustratie onder ex-strijders en potentiële risico’s

Volgens een onderzoek van Clingendael kan geconcludeerd worden dat bijna alle ex-strijders die hebben gekozen voor inkomen generende activiteiten geëindigd zijn zoals zij gestart waren: arm en zonder sociaal-economische reïntegratie.270 In het algemeen blijkt uit verschillende bronnen dat de problemen rondom het reïntegratieprogramma tot veel frustratie hebben geleid onder ex-strijders en dat dit een potentieel gewelddadige groep heeft gecreëerd, voornamelijk in de stedelijke gebieden van Burundi.271 De reïntegratiemoeilijkheden van ex-strijders en de veiligheidsrisico‟s die hiermee gepaard gaan werden ook benadrukt in een recente Burundi SSR272 bijeenkomst in het Clingendael Instituut.273

Uit interviews met ex-strijders komt hetzelfde beeld naar voren. Tijdens deze gesprekken gaven ex-strijders aan dat zij het gebruik van geweld onder deze omstandigheden niet uitsluiten.274 In de Karuzi provincie werd zelfs geschat dat tussen de 35-50% van de ex-strijders zich mogelijk weer zou kunnen aansluiten bij vechtende fracties.275 Volgens een

268

Leontine Specker, Ivan Briscoe en Jean Marie Gasana, „Early Economic Recovery in Fragile States, Case Study Burundi: Operational Challenges‟, The Clingendael Institute (2010), p.9

http://www.clingendael.nl/publications/2010/20100100_cru_paper_lspecker_burundi.pdf geraadpleegd op 6 juni 2010 om 10:46 uur.

269

Ibid., p.21, 22.

270 Pyt Douma, Jean Marie Gasana en Leontine Specker ed., „Reintegration in Burundi: Between happy Cows and lost Investments‟, The Clingendael Institute (2008), p.26

http://www.clingendael.nl/publications/2009/20090318_cru_reintegration_burundi_specker.pdf geraadpleegd op 2 juni 2010 om 10:42 uur.

271 Ibid., p. 23.

272 Security Sector Reform.

273

Maria Derks, Niki Frencken en Sylvie More, „Seminar Report Keeping Post-conflict Peace-building on Track: The Role of Security Sector Development in the Case of Burundi‟, p.2

http://www.clingendael.nl/publications/2010/20100217_CRU_rapport_smore.pdf geraadpleegd op 14 juni 2010 om 18:31 uur.

274 Peter Uvin, „Ex-combatants in Burundi: Why they joined, why they left, how they fared‟, (2007), p. 16

http://www.mdrp.org/PDFs/MDRP_Working_Paper3.pdf geraadpleegd op 7 juni 2010 om 11:32 uur.

275 Pyt Douma, Jean Marie Gasana en Leontine Specker ed., „Reintegration in Burundi: Between happy Cows and lost Investments‟, The Clingendael Institute (2008), p.36

http://www.clingendael.nl/publications/2009/20090318_cru_reintegration_burundi_specker.pdf geraadpleegd op 2 juni 2010 om 10:42 uur.

ander onderzoek bestaat er niet zozeer een risico dat ex-strijders zelf zullen mobiliseren, maar meer een verhoogd risico dat zij onder deze omstandigheden gerekruteerd kunnen worden door rebellenbewegingen.276

Veel ex-strijders voelen zich voorgelogen door de Burundese regering vanwege het reïntegratieprogramma dat hen beloofd is.277 In ruil voor deze toezegging zijn ex-strijders akkoord gegaan met ontwapening en demobilisatie waardoor zij zich kwetsbaar hebben opgesteld en in een soort „veiligheidsdilemma‟ terecht kwamen.278

Het gevoel dat heerst onder de ex-strijders is dat zij gevochten hebben voor degenen die nu aan de macht zijn, maar er niets voor hebben teruggekregen.279

Een kanttekening die hierbij moet worden gemaakt is dat de reïntegratie van ex-strijders in het platteland iets succesvoller verliep, doordat veel van deze ex-ex-strijders terug konden keren naar hun voormalige landbouwleven en familiestructuur. Hierdoor konden zij inkomen verwerven en ontstond er een soort „natuurlijk reïntegratieproces‟.280

Daarnaast verliep de reïntegratie van ex-strijders in de veiligheidssector ook relatief succesvol.281 De grootste problemen ontstonden bij ex-strijders die moesten reïntegreren in het civiele leven, voornamelijk in de stedelijke gebieden.

4.2.5 Voormalige soldaten in de maatschappij

Zoals eerder beschreven moesten sommige soldaten het leger gedwongen verlaten.282 Wellicht veronderstelde de Burundese regering dat deze demobilisatie geen grote risico‟s met zich zou meebrengen. Op dit moment blijkt echter dat deze voormalige soldaten één van de kwetsbaarste groepen vormen. Jarenlang waren zij onderdeel van een militaire structuur die hen voorzag in al hun dagelijkse behoeften. Hierdoor hebben zij nooit ervaring opgedaan in het omgaan met moeilijkheden in het burgerleven. Dit zijn goedgetrainde soldaten die plotseling de status van onbetaalde burger kregen. Vooral deze groep heeft daarom sterk het

276 Peter Uvin, „Ex-combatants in Burundi: Why they joined, why they left, how they fared‟, (2007), p.27

http://www.mdrp.org/PDFs/MDRP_Working_Paper3.pdf geraadpleegd op 7 juni 2010 om 11:32 uur.

277 Ibid., p.16.

278

Waldemar Vrey en Henri Boshoff, „Burundi‟s DDR and the Consolidation of the Peace‟, African Security Review Volume 14, nummer 4 (2005), p.1

279 Peter Uvin, „Ex-combatants in Burundi: Why they joined, why they left, how they fared‟, (2007), p. 18

http://www.mdrp.org/PDFs/MDRP_Working_Paper3.pdf geraadpleegd op 7 juni 2010 om 11:32 uur.

280 Pyt Douma, Jean Marie Gasana en Leontine Specker ed., „Reintegration in Burundi: Between happy Cows and lost Investments‟, The Clingendael Institute (2008), p.7,8

http://www.clingendael.nl/publications/2009/20090318_cru_reintegration_burundi_specker.pdf geraadpleegd op 2 juni 2010 om 10:42 uur.

281

Ibid., p.15.

gevoel „verloren‟ te hebben als gevolg van de demobilisatie.283 Dit heeft tot veel frustratie geleid en er is een vermoeden dat sommige voormalige soldaten zich hebben aangesloten bij een rebellengroep in de Democratische Republiek Congo.284

In document Einde Conflict, begin nieuw dilemma (pagina 51-54)