• No results found

FttH initiatieven

In document MARKTONTWIKKELINGEN 2007-2010 (pagina 45-53)

glasvezel

dra

ger

tec

hni

ek

di

en

st

Figuur 16 dragers, technologie en diensten in breedbandinternettoegangsmarkt

De twee belangrijkste groepen aanbieders van breedbandinternettoegang (Internet Service Providers, ISPs) zijn:

1. ISPs van kabelmaatschappijen: deze markt is gesloten in de zin dat de keuze voor internet via de (TV-)kabel in de meeste gevallen één ISP behelst: per regio is er slechts één

kabelmaatschappij met meestal één eigen ISP. In het geval van een aantal kleine kabelmaatschappijen is het mogelijk om een andere ISP te kiezen;

2. ISPs op basis van DSL: dit is een open markt, omdat alle ISPs op basis van DSL (vrijwel) overal in Nederland hun dienst kunnen leveren. Er zijn meer dan honderd ISPs die hun diensten op basis van DSL leveren; er zijn echter maar een paar toonaangevende spelers met KPN-dochters in de hoofdrol (45% van de DSL-markt); de overige ISPs zijn klein en leiden een (financieel) marginaal bestaan.

De overige aanbieders zijn veelal niche-spelers. Enkele gemeentes stimuleren echter de uitrol van glasvezel (FttH) waar -toonaangevende- marktpartijen bij betrokken zijn.

De verdeling kabel-DSL is circa 40 - 60 [CBS1]. In Nederland is een relatief hoge

breedbandinternettoegangspenentratie: 52% (november 2006, [CBS1]). In de onderstaande figuur is dit weergegeven in vergelijking met andere landen van de Europese Unie.

Figuur 17 Breedbandinternettoegang in de EU

Naast de aanwezigheid van de breedbandverbinding is ook de capaciteit ervan een interessant gegeven. Een opvallende trend van bandbreedtegebruik is de toenemende belangstelling van huishoudens voor het pakket met een maximale snelheid van ongeveer 1,5Mbit/s [CBS1]: de automatisch doorgevoerde upgrades van snelheden van breedbandinternettoegangspakketten tegen dezelfde prijs door aanbieders heeft er toe geleid dat veel huishoudens overstapten naar een lager pakket (tegen lagere kosten). Hoewel de technisch haalbare maximale capaciteit van de breedbandinternetaansluiting toeneemt, neemt het marktaandeel daarvan af. Naast bovenstaande verklaring wordt deze ontwikkeling waarschijnlijk ook verklaard uit het feit dat de latere overstappers naar breedband geen "innovators" zijn. Zij gaan niet voor de maximale capaciteit maar voor een voordelig aanbod.

5.2 Externe ontwikkelingen

De externe ontwikkelingen zijn grotendeels geschetst in paragraaf 3.2. Bijzonder aandacht verdienen:

• De stimulering van glasvezel door lokale overheden [www.stedenlink.nl]: deze ontwikkeling is mede afhankelijk van regelgeving, met name de rol die gemeenten mogen nemen zonder dat er sprake is van een ongeoorloofde interventie met concurrentievervalsing als gevolg. Op de zeer lange termijn bepaalt deze ontwikkeling mede de toekomst van DSL- en kabel-infrastructuren. • Veiligheid: inmiddels is (gebrek aan) veiligheid en internet onlosmakelijk met elkaar verbonden

Marktpartijen zoals McAfee zijn daar op in gesprongen en diverse beveiligingsoplossingen zijn voorhanden. Maar wat als er een calamiteit op het gebied van veiligheid optreedt? Zeer grote onveiligheid van internetgebruik (zeer ernstig misbruik, niet snel te dichten veiligheidslekken) is te beschouwen als een alomvattende externe invloed op de consumentenmarkt voor

elektronische communicatie: het remt breed gebruik van breedbandinternettoegang (bijvoorbeeld doordat webwinkels sluiten of doordat banken stoppen met elektronisch

bankieren) en kan conventionele technologie in de telefoniemarkt en omroepmarkt stimuleren. Hoewel deze invloed niet is uit te sluiten, zal onveiligheid van internetgebruik niet als belangrijke sturende factor beschouwd worden: het leidt tot een totaal onvoorspelbare consumentenmarkt voor elektronische communicatie.

Individualisering: een ontwikkeling naar meer TVs, PCs en telefoons per huishouden stuwt de vraag naar bandbreedte op de internettoegang op.

Next Generation Networks (NGN): de NGN-ontwikkeling maakt breedbandtoegang tot dè drager voor alle telefonie-, TV- en internetdiensten.

Toegangstechnologieën: aan de techniek die ten grondslag ligt aan DSL- en

kabel-infrastructuur zijn verbeteringen mogelijk. In de DSL-technologie zijn recent ADSL2+ en SDSL aan de portfolio's van aanbieders toegevoegd en wordt de invoering van VDSL gepland; hiermee zijn voor grote delen van de Nederlandse huishoudens toegangssnelheden tot 20Mbit/s mogelijk. In de periode 2007-2010 zijn er geen nieuwe DSL-varianten te verwachten (dat wil zeggen geen nieuwe DSL technologie; in de uitrol zullen de reeds genoemde

technologieën juist toegepast worden).

Kabelinfrastructuren, die gedeeld worden door meerdere gebruikers in een straat, worden bediend door DOCSIS-standaarden:

- DOCSIS 1.1: tot 10 Mbit/s

- DOCSIS 2.0: tot 30 Mbit/s, met kwaliteitsgaranties (bijvoorbeeld voor telefonie) - DOCSIS 3.0: tot ruim 200Mbit/s (eind 2006 vastgelegd, nog in te voeren)

5.3 Marktontwikkelingen

5.3.1 Concurrentie

Vertragende groei aantal breedbandaansluitingen

Eind 2006 had (volgens CBS-cijfers) 66% van de huishoudens beschikking over internettoegang, 52% van de huishoudens heeft de beschikking heeft over een breedbandaansluiting, de overige 14% van de huishoudens gebruikt de telefoonlijn voor toegang tot het internet. De groei van breedbandinternettoegang vlakt af [TNO1, KPN3]: in periode 2003-2005 is de groei het grootst geweest, daarna lijkt verzadiging op te treden. Ruim 60% van de 1,3 miljoen huishoudens die geen internetaansluiting hebben blijkt geen interesse te hebben; gebrek aan kennis en vaardigheden speelt in ruim 10% van deze groep een rol [CBS1]. Deze vertragende groei is van belang voor de marktomvang van de breedbandinternettoegangsmarkt, en wordt bepaald door demografische gegevens (ouderen met een eigen huishouding die geen interesse in of behoefte aan internet hebben), (internet)vaardigheden, internetdienstenaanbod en prijs.

Twee infrastructuren

De markt voor breedbandinternettoegang wordt gedomineerd door twee infrastructuren: xDSL en kabel.

De xDSL-markt is een reeds gereguleerde wholesale markt met een oligopolie: KPN,

Tele2/Versatel, BBned, Orange en Tiscali (mogelijk spoedig overgenomen door KPN) leveren DSL in alle leverbare varianten: ADSL, ADSL2+, SDSL en in de toekomst VDSL(2). ISPs kunnen vrijelijk kiezen uit het aanbod van xDSL-aanbieders (met een aanzienlijke positie voor KPN: KPN levert 72% van alle DSL-verbindingen in Nederland [TNO1]).

Breedbandinternettoegang via de kabel is een gesloten markt: de infrastructuuraanbieder (de lokale kabelmaatschappij) is tevens de ISP).

In 2007-2010 zullen beide infrastructuren de belangrijkste blijven. De marktverdeling van beide infrastructuren is afhankelijk van diverse factoren als marketingkracht, prijs, betrouwbaarheid en (nieuwe) maatregelen van de toezichthouder.

Dienstenbundeling

Triple play (aanbod van zowel internet als telefonie en TV) is zeer belangrijk in de strategie van (grote) ISPs [KPMG1]. Veelal bestaat het pakket aangeboden diensten uit een basisdienst (TV voor kabel, en breedbandinternettoegang voor DSL) met opties voor extra diensten. KPN biedt, mede uit concurrentieoverwegingen, een basisdienst voor zowel telefonie als breedbandinternet

(InternetPlusBellen). De strategie achter triple play is mede ingegeven door technische mogelijkheid om op beide infrastructuren (DSL en kabel) dezelfde diensten te bieden; hierdoor is marktverbreding mogelijk voor alle ISPs (zowel DSL- als kabel-gebonden). Deze marktverbreding gaat gepaard met prijsverlagingen: het pakket is goedkoper dan de afzonderlijke delen tezamen. Bundeling is van groot belang voor afname van bandbreedte in de breedbandinternettoegangsmarkt. De

marktverdeling als gevolg van dienstenbundeling wordt bepaald door een combinatie van aanbod, exclusiviteit van het aanbod, acceptatie door consumenten, prijs en beschikbaarheid van

bandbreedte (dekking). Prijzen

Breedbandinternet op basis van snelheden tot ongeveer 4 Mbit/s is een commodity: er is veel aanbod, dat technisch geen grote verschillen vertoont. De prijsconcurrentie tussen de verschillende aanbieders voor dit type breedbandinternettoegang lijkt af te nemen: voor de veel gekozen 1,0-1,5 Mbit/s verbinding lopen de reguliere prijzen van grote partijen veelal uiteen van € 14,95 tot €19,95 voor de basistoegangsdienst zonder email, webpagina en andere diensten (Bron:

www.breedbandwinkel.nl).

De markt voor breedbandinternettoegang op basis van snelheden tot 20Mbit/s is relatief klein, maar kan sterk groeien door de vraag naar Video on Demand en IP TV. Ook deze markt zal dezelfde ontwikkeling doormaken waarbij de capaciteit toeneemt bij gelijkblijvende prijs. Oftewel waarbij de prijs per Mbit/s verder zal dalen. Als gevolg daarvan zal er ook op het onderste deel van de markt prijsdruk ontstaan wat leidt tot verdere prijsdaling.

Netwerkinnovatie

De bandbreedtevraag zal explosief stijgen als Video on Demand-diensten (zie ontwikkelingen bij aanbieders) een vlucht gaan nemen; ook de backbone-netwerken zullen in structuur wijzigen om Video on Demand mogelijk te maken. Innovatie, vertaald in de bereidheid en mogelijkheid om te investeren in netwerktechnologieën die nog niet breed beschikbaar zijn, wordt voor een groot deel bepaald door de financiële positie van aanbieders. Bij krappe marges zijn grootschalige

investeringen in backbone-netwerken wellicht niet mogelijk. Alleen uitblijvende netwerkinnovatie door aanbieders speelt een (negatieve) rol in de consumentenmarkt voor breedbandinternettoegang (m.n. groei van bandbreedte).

Glasvezel

De stimulering van FttH is al eerder beschreven; recent onderzoek van Strategy Analytics [netkwesties1] toont de beperkte omvang van de initiatieven aan: volgens Strategy Analytics gaat het in 2006 in totaal om circa 60.000 aansluitingen met een groei naar 200.000 in 2010. Het is dus weliswaar een substituut voor bestaande infrastructuren, maar glasvezel zal naar verwachting een bescheiden rol in de periode 2007-2010 spelen.

5.3.2 Afnemers

Groei in gebruik

Het aantal uren besteed aan internet neemt al jaren toe [CBS1]; het is mede een gevolg van een groeiend aanbod van diensten via internet. Het gebruik in tijd neemt toe in de periode 2007-2010. Ook de trend waarin personen in een huishouden als zender van informatie optreden (in plaats van louter consument) speelt een rol: applicaties als YouTube, Flickr en peer-to-peer applicaties (muziek en films delen via Kazaa e.d.) zijn in opmars. Deze ontwikkelingen zorgen voor een groeiende vraag naar (symmetrische) bandbreedte.

Professor Nico Baken (Universiteit van Delft, KPN) geeft al enige tijd aan dat in de huidige markt een algemeen te gebruiken bandbreedte van 50-100Mbit/s per huishouden wenselijk is: dan kunnen telefonie, distributie van TV-kanalen en (intensief) internetgebruik goed gefaciliteerd worden. Vervlechting versus vrije keuze

Zoals reeds in paragraaf 3.2.6 is aangegeven, ontstaat een dilemma in de afnemersmarkt bij vervlechting van (exclusieve) diensten en infrastructuur. De mate waarin (vervlochten triple play) pakketten worden geaccepteerd, hangt naast prijs, mede af van de vrijheid in pakket- en

contentkeuze: indien pakketten en content (m.n. TV-aanbod) beperkend zijn, zal dit de vraag naar pakketten remmen, en de vraag naar vrije keuze in IP TV en IP-telefonie aanwakkeren. Bij brede pakketten met weinig onderlinge contentverschillen zal vervlechting van (generieke) diensten en infrastructuur geen probleem zijn. De trend is vervlechting van (generieke) diensten en

infrastructuur. Prijs

In de huidige markt blijkt prijs een zeer bepalende factor. De actieve marketing van pakketten zorgt voor een grotere druk op prijzen.

Overstapgemak

Ongeveer 5% van de breedbandinternetgebruikers die overstappen, ondervindt serieuze hinder bij overstap van de ene naar de andere ISP; deze hinder varieert van dubbele rekeningen tot wekenlange onbereikbaarheid van internet vanuit thuis. Bundeling van telefonie, TV en internet zal deze overstapongemakken vergroten, vanwege het ontbreken van uniforme onderlinge procedures bij aanbieders voor overstap van bundels.

5.3.3 Leveranciers

Groei van informatievoorziening en transactiemogelijkheden via internet

TV-programma's, kranten, overheidsinstellingen, verzekeringsmaatschappijen en banken gebruiken hun webpagina's steeds meer voor het beschikbaar stellen van achtergrondinformatie en voor (beveiligde) transacties; deze instellingen stimuleren het gebruik van internet, ten koste van telefonische of fysieke kanalen (folders, balies e.d.). Rabobank stimuleert ouderen tot

internetbankieren door cursussen computergebruik en internet voor ouderen te ondersteunen, en cursussen internetbankieren voor ouderen te geven. Hoewel de overige kanalen beschikbaar zullen blijven, neemt de noodzaak voor de 1,3 miljoen huishoudens zonder internet om over een (eigen) internetaansluiting te beschikken toe: dit heeft gevolgen voor de marktomvang van

breedbandinternettoegang. Beeldmateriaal van hoge kwaliteit

Tele2/Versatel en KPN leveren ()beeldmateriaal met hoge kwaliteit: voetbalbeelden, recente TV-uitzendingen en video on demand. Kabelmaatschappijen hebben soortgelijke initiatieven op de kabel beschikbaar. De hoge bandbreedteconsumptie van dit beeldmateriaal vraagt om hoge internettoegangssnelheden (in elk geval tenminste 4 Mbit/s, maar liefst meer dan 10 Mbit/s). Het succes van deze ontwikkelingen wordt bepaald door een combinatie van aanbod, exclusiviteit van het aanbod, verkoop van HDTVs en digitale TVs, acceptatie door consumenten, prijs en

beschikbaarheid van bandbreedte (dekking).

5.3.4 Substituten

Mobiel internet en hotspots

UMTS/HSDPA (mobiel internet) is op dit moment een aanvulling in plaats van een substituut voor een vaste internetaansluiting; hetzelfde geldt voor hotspots (openbare WiFi-netwerken). Naar verwachting hebben mobiel internet en hotspots geen grote impact op vaste

consumentenaansluitingen voor internet: mobiele internetaansluitingen zijn vooral een aanvulling op vast aansluitingen vanwege (nu nog) beperkte snelheid en relatief hoge kosten.

WIMAX

Casema gaat in 2007 experimenteren met Wimax als toegangstechnologie voor breedbandinternet [persbericht www.casema.nl]. Ook Worldmax (joint venture tussen Enertel en Intel) zal in 2007 in vijf grote steden met Wimax uitrol beginnen (zie www.worldmax.nl). Naar verwachting zal de introductie van Wimax in 2007-2010 geen hoge vlucht nemen. Recent onderzoek van Strategy Analytics [netkwesties1] bevestigt dit beeld.

5.3.5 Toetreders

Investeerders

Grote investeerders en grote buitenlandse telecompartijen zijn potentiële kandidaten om Nederlandse spelers over te nemen; geruchten hierover deden in 2006 regelmatig de ronde. Overnames hebben een onbekende ontwikkelrichting voor de overgenomen partij tot gevolg: het kan financieel zowel een verschraling als een versterking van een Nederlandse aanbieder betekenen.

Doelgroepinternettoegang: zorg

De penetratie van breedbandinternettoegang bij ouderen is significant lager dan bij andere bevolkingsgroepen. Er zijn echter initiatieven in de zorgsector (o.a. KPN) die, na een periode van experimenten door thuiszorgorganisaties, voor een hoge penetratie in deze groep kunnen zorgen: thuiszorg op afstand, waarbij alarmering en video-diagnose en -bewaking een rol spelen (in de thuiszorg worden ongeveer 450.000 mensen verzorgd (zie website Ministerie van Volkshuisvesting, Welzijn en Sport)). Deze ontwikkeling, waarbij op specifieke wijze gebruik gemaakt wordt van de verbinding, kan een grote impact hebben op de penetratiegraad van breedbandinternettoegang.

5.4 Scenario's voor Breedbandinternettoegang

5.4.1 Toelichting

In deze paragraaf worden de scenario's voor de periode 2007-2010 toegelicht voor de markt breedbandinternettoegang, afgeleid uit de ontwikkelingen in hoofdstuk 3 en de voorgaande paragrafen.

De ontwikkelingen in de consumentenmarkt voor elektronische communicatie en binnen de drie beschouwde markten grijpen op elkaar in, versterken elkaar of werken elkaar tegen in de verdere vorming van de markten. In de uitwerking om tot scenario's te komen zijn de belangrijkste krachten in beeld gebracht met daarin een richting waarin de kracht werkt. Hoewel het geheel een

gecompliceerd systeem vormt (en zeker niet uitputtend is in de beschrijving van dat systeem) is er een aantal "brandpunten" aan te wijzen waar een aantal ontwikkelingen samenkomt en die zo een belangrijke richting bepaalt.

De vier resulterende scenario's zijn aangevuld met "de officiële toekomst" dat wil zeggen de algemeen heersende opvatting over de verwachte richting waarin de (deel)markt zich zal ontwikkelen. Dit betreft dus geen gepubliceerde mening van één specifieke aanbieder, analist of andere deskundige maar een algemeen beeld wat uit diverse publicaties, artikelen en meningen te destilleren valt. "De officiële toekomst" wordt dus ook bepaald door berichtgeving die ingaat op een actuele hype!

5.4.2 Scenario's

Analyse van de samenhang van de ontwikkelingen leidt tot het volgende (samenvattende) schema van ontwikkelingen.

All IP infrastructurenTwee Diensten bundeling Prijzen Pakketten versus Vrije keuze Telewerken Regelgeving Veiligheid Stimulering van glasvezel Innovatie van netwerken Overstap-gemak Individu-alisering Groei in gebruik Doelgroep: zorg Vertragende groei aansluitingen Content-providers Groei in diensten Hoge kwaliteit beeld Investeerders bepa alt be pale n bepaalt stimuleert Bie den (exc lusief) Grijp t in op stimuleert stimuleert stimuleert stimuleert stimuleert stim uleert stimuleert stimuleert Stimuleren of remmen stimuleren bepa len stimule ren stim uleert sti m ul ee rt Vraa gt om Grijpt in op stimuleert bepa alt

Figuur 18 samenhang van ontwikkelingen in de breedbandinternettoegangsmarkt

Uit Figuur 18 blijkt dat met name Groei in gebruik en Innovatie van netwerken resultanten zijn van andere ontwikkelingen. Er zijn echter drie belangrijke ontwikkelingen die het toekomstbeeld van breedbandinternettoegang bepalen (op basis van het aantal en de zwaarte van de relaties met overige ontwikkelingen):

• Dienstenbundeling • Twee infrastructuren • Regelgeving

Daarnaast blijkt veiligheid – of liever onveiligheid – een factor die de toekomst van internetgebruik volledig, maar met onzekere gevolgen, kan veranderen.

Dienstenbundeling

Het succes van dienstenbundeling, in de vorm van bijvoorbeeld triple play, is een sterk bepalende factor. Enerzijds is er de aanbodzijde, die vooral gestuurd wordt door technologische en

marketingkracht van partijen: de combinatie van NGN en IP TV samen spelen hierin een belangrijke rol, evenals de kracht van ISPs om een voor de markt geloofwaardig gebundeld portfolio neer te zetten. Anderzijds is acceptatie van dienstbundeling door de afnemers van belang: hierin spelen prijzen, aanbod en customer lock in een rol. Tenslotte is er regelgeving, die tot nu toe geënt is op de drie beschouwde markten: regulering van de markt voor dienstenbundels ontbreekt nog.

De huidige markt bevindt zich op een kantelpunt, waarbij dienstenbundeling wel de verwachte marktrichting is, maar zich nog niet ten volle heeft bewezen.

Twee infrastructuren

De huidige twee breed aanwezige fysieke infrastructuren zijn tevens sterk bepalende factoren: beide ontwikkelen zich richting Next Generation Networks en beide bieden in een aantal gevallen

vervlechting van toegang en exclusieve diensten (zoals Tele2/Versatel in 2006 met voetbal). De mate waarin beide infrastructuren succesvol zijn wordt mede bepaald door het al dan niet bieden van exclusieve diensten en de acceptatie door de markt van deze exclusiviteit.

Regelgeving

Het huidig stelsel van marktanalyses kent nog geen gebundelde markt. OPTA heeft bepaald dat er nog sprake is van afzonderlijke relevante markten voor vaste telefonie, breedbandinternettoegang en omroep. Regelgeving zal daarom wel bepalend zijn voor de uiteindelijke inrichting van de breedbandinternettoegangsmarkt, maar volgt in de nabije periode de markt.

De drie bepalende factoren leiden uiteindelijk tot twee dominante factoren: Dienstenbundeling en (Ont)vlechting infrastructuur-diensten. Op basis van deze twee dominante factoren zijn de volgende 4 scenario's mogelijk:

Scenario diagram

Open markt voor zowel infra als diensten

Niet succesvol Ont vl ech tin g in fra en di ens ten

Exclusieve pakketten met zowel infra als dienst

Op grote schaal gebruikt

Zorgeloos kiezen

In document MARKTONTWIKKELINGEN 2007-2010 (pagina 45-53)