• No results found

Evaluatie en aanbevelingen

In document Middelbare scholieren over hun geloof (pagina 49-57)

4. 1 Religie volgens scholieren

6. Evaluatie en aanbevelingen

Terugblikkend naar het onderzoek overheersen bij mij twee emoties: enthousiasme en enige mate van ontevredenheid. Enthousiasme omdat de religiositeit van de scholieren tot leven is gekomen door middel van hun persoonlijke verhalen, die me veel inzicht hebben gegeven in hun denken en doen met betrekking tot (hun) religie en religiebeleving en me zo een handreiking bieden voor het curriculum van het vak Godsdienst/Levensbeschouwing. Enige ontevredenheid omdat ik gehoopt had op een meer spectaculaire uitkomst. Het ontbreken daarvan is vermoedelijk deels te wijten aan de verschillende en steeds wijzigende, multi-interpretabele hantering van het begrip geloof en de daaraan verwante woorden als religie, godsdienst, opvatting, idee, levensbeschouwing. Of zoals een scholier zei: ‘het is toch wel een beetje iets vaags (4.37). Hierdoor is een eenduidige, scherpe analyse op voorhand onmogelijk. Een oplossing zou kunnen zijn om voorafgaande aan een kwalitatief interview een soort staalkaart met begripsduidingen te hanteren, maar dit maakt een spontaan gesprek met scholieren onmogelijk en maakt het tot een praten over taal in plaats van

geloofsbeleving.

Evaluatie onderzoeksproces

Mijn onderzoek heeft een behoorlijke vertraging opgelopen door ziekte. Aan het begin van mijn vóór de kerstvakantie geplande interviewperiode –ik had net twee interviews afgenomen- ben ik ruim drie weken uit de roulatie geweest. Hierdoor kon ik pas na de kerstvakantie nieuwe afspraken met de leerlingen maken, maar vanwege toets- en schoolexamenwerken in januari en begin februari, de voorjaarsvakantie en twee zieke leerlingen duurde de periode van interviewen uiteindelijk veel langer dan gewenst, hetgeen weer invloed had op de rest van het onderzoek.

Het was mijn wens om de interviews tijdig voor de bel af te ronden. Tijdbeheersing bleek in de praktijk van de interviews echter ingewikkeld te zijn. Omdat ik de tijd volledig wilde benutten werden we toch geregeld door de bel overvallen. Drie kwartier vind ik net te kort voor een interview, maar voor de leerlingen was deze tijdsduur lang genoeg. De interviews waren voor de meesten van hen erg intensief. Ze hadden nooit eerder zo lang over hun geloof gesproken, zeiden vrijwel alle leerlingen na afloop van het interview.

Interviewen is een kunst én een kunde (Evers: 2015). Tijdens de interviews merkte ik dat interviewen vooral een juiste balans is tussen kunst en kunde. Het voelde regelmatig alsof ik teveel aan één van beide kanten zat: het gesprek liep lekker en vlotjes, maar ik vergat mijn topiclijst of ik was zo gefocust op mijn topiclijst, waardoor het gesprek te gestuurd werd. Uiteindelijk heb ik zoveel mogelijk de leerlingen laten praten en aan de hand van wat zij zeiden het interview zijn weg laten vinden. Tien interviews is te weinig om de perfecte balans tussen kunst en kunde van het interviewen onder de knie te krijgen.

48

Evaluatie eindproduct

Hoewel de interviews in de meeste gevallen nog die zelfde week uitgetypt werden, heb ik uit tijdgebrek nagelaten om de interviews direct na het transcriberen te fragmenteren en te coderen, zoals mijn oorspronkelijke plan was. Hierdoor heb ik de kans gemist om de interviews te gebruiken voor verbetering van de latere interviews. Was dit wel gebeurd, dan hadden de interviews mogelijk meer resultaten opgeleverd. Ik heb me afgevraagd of ik de interviews toch meer gestructureerd had moeten afnemen, maar dat had dan de spontaniteit vermoedelijk recht evenredig negatief

beïnvloed, en daarmee de kwaliteit van de interviews eveneens.

Leerlingen gebruikten in de interviews woorden als geloven, vinden, denken, opvatting, idee, kijk op het leven allemaal door elkaar. Het was lastig om de betekenis daar goed van te duiden en er een overzichtelijk verhaal van te maken, niet alles kon ook aan bod komen. Daarnaast viel me tijdens het interviewen op en later opnieuw tijdens het analyseren, dat sommige uitspraken ondergebracht konden worden bij meerdere deelvragen. Inhoud, beleving en beïnvloeding zijn geen losstaande elementen, maar vormen één samenhangend geheel.

Aanbevelingen

Uit dit onderzoek blijkt dat de religiebeleving van scholieren genuanceerder is dan uit de modellen gebaseerd om bestaand kwantitatief onderzoek naar voren komt. Breder kwalitatief onderzoek naar religiebeleving wordt aanbevolen: een vervolgonderzoek met een representatieve groep scholieren op meerdere locaties in Nederland, door verschillende onderzoekers vanuit hetzelfde kader.

Daarnaast is het vanwege het geconstateerde hiaat tussen empirische indelingen uit kwantitatief onderzoek en de uitkomsten van dit kwalitatieve onderzoek aan te bevelen om bij kwantitatief onderzoek altijd een (steekproefsgewijs) kwalitatief nevenonderzoek te doen.

Uit het onderzoek blijkt dat de religiebeleving van scholieren vooral uit denken bestaat over wat zij geloven. Een ‘vijf jaar later’-onderzoek met de in dit onderzoek betrokken scholieren wordt

aanbevolen om na te gaan hoe religiebeleving van Nederlandse scholieren zich tijdens hun adolescentie ontwikkelt, door de uitkomsten van dat onderzoek te vergelijken met die van onderliggend onderzoek.

Uit dit onderzoek blijkt dat de scholieren begrippen als religie, godsdienst, geloof en spiritualiteit niet op dezelfde manier verstaan, gebruiken en soms ook niet kunnen duiden. Het verdient aanbeveling om genoemde begrippen in zowel hun taalkundige duiding als contextuele inhoud te bespreken binnen het vak Godsdienst/Levensbeschouwing.

Hoewel uit de interviews naar voren kwam dat de scholieren allen in meer of mindere mate nadenken over wat zij geloven, gaven ze aan nog niet eerder zo lang over hun geloof te hebben gesproken. Het verdient aanbeveling om binnen het vak Godsdienst/Levensbeschouwing tijd in te

49 ruimen voor dergelijke gesprekken over geloof. Een socratische gespreksvorm in kleinschalig

groepsverband zou hiervoor geschikt zijn, hoewel dit bij de huidige gemiddelde klasgrootte moeilijk realiseerbaar is.

Het verdient aanbeveling om binnen het godsdienstonderwijs op middelbare scholen doorlopend kwalitatief onderzoek te doen. Via een (open)vragenformulier bestaande uit de deelvragen van dit onderzoek kan scholieren worden gevraagd hoe zij hun religie beleven. De deelvragen kunnen ook als onderdeel van een levensvisieboek worden opgenomen. Door dit systematisch te doen kan een voortschrijdend beeld van de religiebeleving van scholieren worden verkregen. Binnen de responsgroep kunnen vervolgens scholieren gezocht worden om volledige interviews mee af te nemen, waarmee een meerwaarde voor kwantitatief onderzoek wordt gerealiseerd.

Slotwoord

Het houden van interviews en de verwerking hiervan aan de hand van gebruikte literatuur heb ik met veel plezier gedaan. Het resultaat is een reële weerslag van de interviews met de leerlingen in een naar mijn mening relevant empirisch verband. Rest mij nog de hoop uit te spreken dat deze vorm van onderzoek vervolg zal krijgen om de ontwikkeling van beleving van religie door jongeren, scholieren blijvend en breed in beeld te brengen.

50

51

Literatuurlijst

Alma, H. en J. Janssen, eds. 2000. Zin op school. Zingeving in het voortgezet onderwijs. Nijmegen:

Katholiek Studiecentrum voor Geestelijke Volksgezondheid (KSGV).

Baarda, B., M. van der Hulst en M. de Goede. Basisboek interviewen. Handleiding voor het voorbereiden en afnemen van interviews. 3e ed. 2012. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

Baarda B., E. Bakker, T. Fischer, M. Julsing, M. de Goede, V. Peters en T. van der Velden. 2013.

Basisboek kwalitatief onderzoek. Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek. 3e ed. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

Beekers, D. 2009. ‘EO-jongeren’: gelovig èn hip. http://standplaatswereld.nl/tag/religiebeleving/

(binnengehaald 16 februari 2016)

Bernts, T. en J. Berghuijs. 2016. God in Nederland. 1966-2015, 2e ed. Utrecht: Uitgeverij Ten Have.

Bekker, J. 2010. Godsdienstige veranderingen in Nederland. Verschuivingen in de binding met de kerken en de christelijke traditie. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Boer, E. de. 2006. Je bent jong en je wilt anders. 245 jongeren over wat hen bezighoudt en inspireert.

Kampen: Kok.

Borg, M., E. Borgman, M. Buitelaar, Y. Kuiper en R. Plum, eds. 2008. Handboek Religie in Nederland.

Utrecht: Uitgeverij Meinema.

Broers, A. 2012. Echt zijn. Jonge mensen over leven met aandacht. Nijmegen: Valkhof Pers.

Breur, J. Het geloof van de religieus atheïst. 2016. Trouw, 20 september.

Bruin, de G. 2011. Beleving blijft leerlingen bij. Over agelovige religieuze vorming. Narthex. Tijdschrift voor levensbeschouwing en educatie. 11 (3): 14-19.

Chong, W. en A. van der Braak, eds. 2008. Het religieuze na de religie. Filosoferen over ervaring en geloof. Kampen: Ten Have.

Clark, L. Schofield. 2003. From angels to aliens. Teenagers, the media, and the supernatural. New York: Oxford University Press.

Dijk-Groeneboer, M. van, ed. 2010. Handboek Jongeren en Religie. Katholieke, Protestantse en Islamitische jongeren in Nederland. Almere: Parthenon.

Dijk, M. C. H. van. 2011. Jongeren en religie? Narthex. Tijdschrift voor levensbeschouwing en educatie 11 (3): 51-58.

Droogers, A. 2010. Zingeving als spel. Over religie, macht en speelse spiritualiteit. Almere: Parthenon.

Droogers, A. 2011. Waarheidsclaims en religiedefinities. Een speels gedachte-experiment. Narthex.

Tijdschrift voor levensbeschouwing en educatie 11 (3): 7-13.

Duyvendak, J.W. en M. Hurenkamp, eds. 2004. Kiezen voor de kudde. Lichte gemeenschappen en de nieuwe meerderheid. Amsterdam: Van Gennep.

52

Elshof, T. De huiskerk. Een uitdaging voor gezinnen en parochies. 2010. Communio. Internationaal Katholiek Tijdschrift 35 (6): 450-464.

Elshof, T. en Kerkhoff, E. van. Geloven in ontmoeting. 2011. Narthex. Tijdschrift voor levensbeschouwing en educatie 11 (3).

Elshof, T. De religieuze generatiekloof. 2012. Narthex. Tijdschrift voor levensbeschouwing en educatie 12 (4).

Engel, M. van. 2008. Online religiebeleving jongeren is ‘booming’. http://www.wereldjournalisten.nl/

artikel/2008/02/26/online_religiebeleving_jongeren_is_booming/ (binnengehaald 8 maart 2016).

Engelbos, V., M. Hulin, S. Joos, E. Luts en S. Vergauwen. 2015. PITSTOP. Stilstaan en weer doorgaan.

Kwalitatief en kwantitatief onderzoek over jongeren en zingeving. Antwerpen: Peter Verduyckt.

https://www.jongenevanzin.be/sites/default/files/ wysiwyg/ pitstop_onderzoeksrapport_jong_

van_zin.pdf (binnengehaald 2 november 2016).

Erp, van S. 2007. Religie buiten de religie. Volzin. Magazine voor religie en samenleving 6 (12) Evers, J. 2015. Kwalitatief interviewen: kunst én kunde. 2e ed. Den Haag: LEva.

Gruijter, M. de, Smits van Waesberghe, E., Bulsink, D. en C. van Middelkoop. 2011. Jongeren en hun geloof. Geloofsbeleving van religieuze jongeren. Utrecht: Forum. http://www.forum.nl

(binnengehaald 2 november 2016).

Hacking, J. Jongeren zelfbeeld zingeving religie. z.d.

http://www.ru.nl/studentenkerk/over-ons/teksten-ter-inspiratie/studentenleven/jongeren-zelfbeeld/ (binnengehaald op 16 februari 2016) Hart, J. het. 2014. Geloven binnen en buiten verband. Godsdienstige ontwikkelingen in Nederland.

Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Heelas, P. en L. Woodhead. 2005. The Spiritual Revolution. Why Religion is Giving Way to Spirituality.

Oxford: Blackwell Publishing.

Heer, de. 2009. Entourage, esthetiek, emotie. http://www.refdag.nl/kerkplein/kernkieuws/entourage _esthetiek_emotie_1_355878 (binnengehaald op 16 februari 2016).

Hermans, C.A.M. 2001. Religie: drie rivaliserende concepten. In Participerend leren. Grondslagen van religieuze vorming in een globaliserende samenleving, 155-218. Budel: Damon.

Jungslager, F. en Maljaars, W. 2016. Kritisch denken en schrijven. Van onderzoeksvraag naar wetenschappelijke tekst. Bussum: Coutinho.

Kalsky, M. en F. Pruim. 2014. Flexibel geloven. Zingeving voorbij de grenzen van religies. Vught:

Skandalon.

Koot, D. van de. 2013. Prille geloofsopvoeding. Een kwalitatief onderzoek naar de rol van geloven in jonge protestants-christelijke gezinnen in Amsterdam. Zoetermeer: Boekencentrum Academic.

Leezenberg, M. 2007. Rede en Religie. Een verkenning. Amsterdam: Van Gennep B.V.

53 Mulder, A. en G. Noviello. 2011. Heilige plekken van jongeren. Narthex. Tijdschrift voor

levensbeschouwing en educatie 11 (3): 58-64.

Oers, J. van. 2011. Wees katholiek en noem dat ook. In gesprek met … mevrouw dr. Toke Elshof.

Schoolbestuur 31 (5): 10-11

Pearce, L. en Lundquist Denton, M. 2011. A faith of their own: stability and change in the religiosity of America’s adolescents. Oxford Scholarship Online: Oxford.

Pollefeyt, D. en E. de Boeck, eds. 2012. Tegen-woordig. Jeugd en geloofscommunicatie vandaag.

Leuven/Den Haag: Acco.

Prins, M. 2009. Niets van dat alles of juist van alles iets. Religie van jongeren en de gevolgen van individualisering. In Religie doen. Religieuze praktijken in tijden van individualisering, eds. Halen, van C., M. Prins en R. van Uden, 72-81.Tilburg: KSGV.

Pruim, F. 2014. Stiltehuis trekt seculiere jongeren. ‘Er gebeuren hier kleine wonderen’. Volzin.

Magazine voor religie en samenleving 13 (20): 12-14.

Ratheiser, M. en J. van der Stoep. 2013. Media en Religie. Den Haag: Boom LEva Uitgevers.

Reli-reeks. 2016. www.scholieren.com/blog/5793/reli-reeks-, 5747, 6301, 6202, 6004, 5888, 5939.

(binnengehaald 2 september 2016).

Roeland. J. 2007. “Geloof wordt vervangen door gevoel”. De spirituele revolutie van Paul Heelas.

Volzin. Magazine voor religie en samenleving 8 (7).

Roeland, J. 2009. Selfation. Dutch Evangelical Youth between Subjectivization and Subjection.

Amsterdam: Amsterdam University Press.

Smedes, T. 2016. God, iets of niets? De postseculiere maatschappij tussen geloof en ongeloof.

Amsterdam: Amsterdam University Press.

Smeets, W. 2007. Verleiden tot God. Jongeren inwijden in christelijke spiritualiteit. Tielt: Lannoo.

Smith, C. 2005. Soul searching. The religious and spiritual lives of American teenagers. New York:

Oxford University Press.

Vananderroye, S. 2012. Jongeren en religie. een-mens-zonder-levensbeschouwing-bestaat-niet/ ; www.stampmedia.be/2014/12/jongeren-en-religie-iedere-mens-is-fundamenteel-goed/ ; www.stampmedia.be/2014/12/jongeren-en-religie-in-geluk-en-ongeloof-geloof-ik-wel/ ; www.stampmedia.be/2014/12/jongeren-en-religie-iedereen-heeft-een-opdracht-in-het-leven/ ; www.stampmedia.be/2014/12/jongeren-en-religie-het-oergevoel-de-kerk-als-eetcafé/ ; www.stampmedia.be/2014/12/jongeren-en-religie-concentreren -op-het-hier-en-nu/ ; www.stampmedia.be/2014/12/jongeren-en-religie-god-is-geen-grote-strenge-man-die-op-een-troon-zit-en-op-ons-neerkijkt/ ; www.stampmedia.be/2014/12/jongeren-en-religie-Ik-voel-goed-als-een-soort-aanwezigheid/ ; www.stampmedia.be/2014/12/jongeren-en-religie-je-bepaalt-zelf-waar-je-wel-of-niet-in-gelooft/ (binnengehaald 16 februari 2016).

Velde, K. van der. 2011a. Flirten met God. Religiositeit zonder geloof. Utrecht: Ten Have.

54

Velde, K. van der. 2011b. Niet geloven maar flirten met God. Trouw, 9 mei. https://www.trouw.nl/

home/niet-geloven-maar-flirten-met-god~a31ecfa6/ (binnengehaald 16 februari 2016)

Zondervan, T., ed. 2008. Bricolage en Bezieling. Over jongeren, cultuur en religie, Averbode: Altiora-Averbode.

Bijlagen

1. Bevestiging afspraak interview 2. Toestemmingsformulier 3. Interviews

4. Schriftelijke enquêtevraag 5. Tien portretten

55

In document Middelbare scholieren over hun geloof (pagina 49-57)