• No results found

Eigenlijk geen. Eigenlijk lees ik niet echt

In document Middelbare scholieren over hun geloof (pagina 78-183)

Lesuur/tijd:

2.24 Eigenlijk geen. Eigenlijk lees ik niet echt

Dat kan ook natuurlijk, ik herken het bij mijn twee zonen. Die lezen ook geen boek. Je kijkt zeker wel op internet dan? Je bent van de iPad-generatie, toch!

Ja, ik kijk heel veel op YouTube, of ik speel ook veel

Pokemon-go. Dat vind ik ook heel leuk om te doen. Dus als ik vrije tijd heb, ga ik gewoon even naar Veere om Pokemons te vangen. Of ik kijk op internet naar leuke video’s. Daar kan je zo uren mee bezig zijn

77 Zoek jij ook wel eens informatie

over dingen als godsdienst en geloof op internet?

Nee, niet dat ik er echt naar op zoek ben. Daar heb ik ook niet zo ’n behoefte aan of zo.

Kom je het wel toevallig tegen en ga je het dan lezen?

Nee, ook niet, nee, dat ben ik eigenlijk nog nooit tegengekomen.

Dus via internet heb je geen contact met mensen, jongeren over geloofszaken?

2.25 Nee, maar vroeger moest ik wel naar de catechisatie samen met mijn broer en mijn zus. Daar ging je dan met een paar kinderen op een leuke wijze ook leren over het geloof. Of leuk, als ik niet had gehoeven dan was ik er niet naar toegegaan, mar ik vond het ook niet heel erg.

Heb je daar nog vrienden, contacten aan over gehouden?

Nee, eigenlijk niet. Wel dat je gewoon kinderen ervan kent en ik zeg er ook wel gewoon hoi tegen, maar ben er geen vrienden mee, en ik ga er ook niet naar toe.

Het zijn kennissen. Je vrienden ken je van school of…

Ja of van sport en van school.

Op school krijg je het vak

Godsdienst/Levensbeschouwing.

Heeft dit invloed op je gedachten over geloof of hoe dingen in elkaar zitten?

Nee, niet echt. (over invloed van vak GD/LB op eigen geloof)

Jouw idee over godsdienst, geloof, god dat je nu hebt, heb je dat altijd al gehad of ben je ook echt gelovig geweest?

2.26 Nee, daarvoor, vroeger had ik er niet echt een gedachte over, niet echt een mening erover, maar ik ben wel steeds meer aan het denken ja eigenlijk, geloof ik er nou eigenlijk in en ik denk niet dat ik, ja, dat is dus niet zo. Maar daarvoor was het niet dat ik er niet echt in geloofde, maar toen had ik er nog niet echt een mening over, toen dacht ik er nog minder over na dan nu.

Dus nu denk je er meer over na dan vroeger. Jij bent een domineeszoon, en daar heb ik dan het idee van dat zij het geloof in God en Jezus met de paplepel hebben ingegoten?

Maar dat lijkt dus niet zo bij jou.

Heb jij vroeger nooit gedacht dat God bestond en Jezus?

2.27 Nee, eigenlijk niet. Nee, ja, vroeger lazen mijn ouders nog wel uit de Bijbel bij het eten, dan lazen ze een verhaaltje voor uit de Kinderbijbel of zo, maar ze hebben me er wel gewoon vrij in gelaten, het is niet dat ze het er echt in hebben gestampt of zo. En daarom ben ik ook naar een christelijke school gegaan. Dus ja, ze vinden het wel belangrijk, maar het is niet dat ik het echt moet geloven of zo.

Het moet uit jezelf komen, ze hebben je er gewoon kennis

Ja.

78

mee laten maken, met het christelijk geloof.

Nu zijn er in de wereld

verschillende godsdiensten. Hoe kijk jij daar tegenaan, tegen die verscheidenheid?

2.28 Nee, ja, dat maakt me eigenlijk niet echt uit, wat anderen geloven. Als zij denken dat het zo is, dan moeten zij dat geloven, alleen,… het zijn gewoon verschillen, want niet iedereen kan hetzelfde geloven, niet iedereen denkt hetzelfde, iedereen denkt anders, dus dan vind ik niet dat het ene goed is en het andere niet, want het is gewoon een invulling van het niet-weten. En je kan het allemaal anders invullen.

Ja.. Je leeft natuurlijk allemaal verspreid over de wereld en elk volk bedenkt het een beetje anders en het wordt

doorverteld en zo en dan verandert het weer een beetje en zo ontstaan er dan verschillende verhalen die dan wel een beetje op elkaar lijken, maar … toch weer iets anders zijn.

En wat is dan die overeenkomst voor jou tussen die

godsdiensten?

Nou, … dat God bestaat…..ja, of, ik weet eigenlijk niet echt of er een overeenkomst is, nee, dat weet ik eigenlijk niet… nee, dat zou ik niet weten.

Heb jij mensen in je leven die een inspiratie voor jou zijn?

2.29 Nee, ik heb niet echt een persoon waarvan ik denk, wow zo zou ik ook willen zijn. Nee. Maar er zijn natuurlijk wel mensen die belangrijk voor me zijn, zoals mijn ouders, die zijn echt belangrijk voor me. En daarvan heb ik ook wel onbewust denk ik dingen overgenomen en belangrijk gevonden, dus ik denk dat zij wel gewoon mijn voorbeeld zijn.

En wat denk je dat je van je ouders over hebt genomen, welke waarden?

2.30 Dat je gewoon goed moet zijn voor je medemens en dat je, dat je je best moet doen. En als je je best doet, maakt het niet uit wat het resultaat dan is. Je moet gewoon je best doen, je kan niet meer doen dan je best.

Omkijken naar anderen en je best doen. Waarom moet je je best doen, waarom is dat belangrijk voor je?

Dat is denk ik ook weer een beetje onbewust gegaan. Mijn ouders hebben niet gezegd je moet je best doen, maar ze weten dat ik altijd wel goed mijn huiswerk maak, dus.

Sommige ouders zeggen misschien ja ga je nu dat doen, terwijl zij zeggen nooit heb je je huiswerk al af, zij weten wel dat ik dat gewoon doe. Dus onbewust heb ik geleerd dat het belangrijk is.

Maar waarom doe jíj je best, waarom vind jíj dat belangrijk?

En waarom vind je goed doen voor anderen ook belangrijk?

Nou, zij geven mij ook vaak complimenten en zo. En dat doe ik dan bij andere mensen. En daar worden zij dan weer blij van, en dan is iedereen eigenlijk blij. Dat is toch eigenlijk de bedoeling. En dat vind ik zelf ook weer leuk, dus….

79 interview 3: Job, dinsdag 17 januari 2017, 3e lesuur, 10.20 – 11.10 uur, in lokaal 109

interviewer fragment geïnterviewde

Mensen gebruiken vaak verschillende woorden als ze het over geloven hebben, zoals geloof, godsdienst, religie en spiritualiteit. Als jij deze zou moeten omschrijven, wat zou je dan zeggen?

3.1 Bij geloof hoef je niet per se in een God te geloven, want je kan in van alles geloven. Bij godsdienst geloof je wel in God, je hebt dan een godsdienst, ja, want anders zou het geen godsdienst heten. En religie is dan weer hetzelfde als godsdienst, maar dan een ander woord. En bij spiritualiteit is het volgens mij zo, dat je gelooft in andere dingen dan God, zoals bijvoorbeeld meditatie.

Kun jij iets zeggen over wat jij gelooft?

3.2 Nou, ik geloof niet in een God, dus ik geloof niet in een soort van hogere mens, ik zie geen man voor me, maar wel dat, ik geloof wel dat er iets is, waardoor wij hier zijn, of waarom wij bestaan. Dat wel, maar ik heb geen idee wat dat iets is, omdat er ja, er zijn zoveel vragen die niet simpel beantwoord kunnen worden met God.

Je gelooft niet in God? Nee, niet echt dus.

Heb je dat meegekregen van je ouders?

3.3 Ja, nou, mijn vader is dus dominee. En die is dus christelijk. Volgens mij hebben mijn ouders elkaar ook ontmoet in de kerk. Dus mijn moeder gelooft ook in wat mijn vader gelooft. En daarom gaan we ook altijd, ja meestal, gaan we mee naar de kerk.

Maar soms lukt dat niet. Dan moet ik huiswerk maken, dus ja, meestal gaat mijn moeder ook wel naar de kerk van mijn vader. En daar geloven ze wel hetzelfde.

En waar is je vader dominee? In de protestantse kerk in Veere. Daar wonen we ook.

Jouw ouders kennen elkaar van de kerk, zeg je, en gaan ook naar de kerk. Merken jullie thuis veel van hun geloof, van het geloof van je ouders?

Nou, we bidden meestal voor het eten en we danken. En mijn vader, je merkt natuurlijk er sowieso veel van dat hij dominee is, want hij heeft een eigen werkkamer, thuis en daar staan ook allemaal dingen, een kaars of zo en spullen die hij nodig heeft bij zijn werk, boeken.

En dat doet je dan denken aan geloven, die spullen van je vader in de werkruimte?

Ja.

Jullie bidden en danken, je gaat mee naar de kerk. Kun je

Ja, dat is wel zo, ja, we zijn wel opgevoed met het geloof.

80

zeggen dat je godsdienstig bent opgevoed?

Is het ook jouw geloof? 3.4 Ja, ik denk het wel. Het is een beetje moeilijk, want het gaat me zeg maar wel om de moeite die ik er voor moet doen. Als mijn vader heel erg anders naar toe moet, ga ik liever niet mee, maar als het in Veere is, dan vind ik het op zich wel leuk.

Hij preekt ook op andere plaatsen?

Ja soms, heel soms, maar hij is vaste predikant in Veere en Gapinge en dan vind ik het wel goed, op zich, om mee te gaan.

En als hij verder weg moet gaan, dan heb je zoiets van de groeten ermee?

Ja, eigenlijk wel.

Je zegt dat je het wel leuk vindt, maar hoe bedoel je dat?

Vind je het leuk om je vader te horen of is het iets anders?

3.5 Ik denk dat het meer is, dat ik het leuk vind wat mijn vader vertelt en hoe hij het vertelt, dan dat ik dat ook echt geloof.

En wat vind je dan leuk aan wat je vader zegt?

Ja, ik vind het altijd wel knap hoe hij achter die verhalen een betekenis kan vinden. Dat vind ik altijd wel mooi.

Doet het wat met je, zo een verhaal?

Nou, niet echt. Ik vind het wel mooi, maar het is niet dat ik het dan geloof. Ik vind het gewoon, ik vind het meer iets van, ik vind het interessant, maar het is niet dat ik het geloof.

Wat bedoel je dan precies, met dat je het niet gelooft?

Nou, ja, de verhalen, over God …

Jouw vader is dominee, zei je en hij gelooft in God. Heb jij een idee hoe hij God voor zich ziet?

3.6 Ja, nee, ik weet eigenlijk niet hoe hij dat voor zich ziet. Hij gelooft wel in God, maar het is wel lastig om te weten of ze dat als een echte persoon zien of, want ja dat weet ik eigenlijk niet zo goed.

Want daar hebben jullie het thuis niet over?

3.7 Jawel, maar meer ook over of je de Bijbel letterlijk moet nemen of dat alle verhalen waar zijn gebeurd.

Dat heeft hij wel eens gezegd, dat je niet alles letterlijk moet nemen, maar ook naar de betekenis moet kijken wat dat verhaal heeft. Maar wat ze eigenlijk als God echt voor zich zien, daar heb ik eigenlijk geen idee van.

81 En hoe is dat bij jezelf? 3.8 Ik geloof niet dat echt een persoon de aarde

gemaakt heeft. Ik heb meer het idee, dat we gewoon dankbaar moeten zijn, en dat dat ook, ja dat dat een soort God is. Dat we dankbaar mogen zijn, dat we hier leven. Ja, niet echt een persoon die ons heeft neergezet en..

Geen man in de hemel? Nee, dat niet…

Maar het begrip God zegt je wel wat…?...

Ja, dat is wel het lastige, ja, daar ben ik eigenlijk nog niet echt uit.

Wat vind je er lastig aan, kun je dat onder woorden brengen?

Het is wel zo, dat de meeste mensen zien bij God een persoon voor zich. En daarom is het wel lastig om juist het woord God te gebruiken….

Het woord God is al te veel ingekleurd?

Ja. Je zou eigenlijk ter plekke een nieuwe naam moeten bedenken, maar dat is wel lastig.

Gebruik jij het woord God wel in je eigen dagelijkse leven?

Nee, eigenlijk niet. Nee, want ik geloof niet in God, ..nee, ik denk niet dat ik kan zeggen dat ik letterlijk in God geloof.

Maar je had het wel over dankbaarheid. Wat bedoel je daarmee?

3.9 Ja, dat ik hier zo mag leven en dat ik naar school mag en gewoon een leuk gezin hebt, en familie…, en vrienden.

Dankbaar zijn, je bent meestal iemand dankbaar. Hoe zit dat bij jou, als je zegt dat je dankbaar bent. Je bent

dankbaar voor je leven, zeg je.

Wie ben je dan dankbaar?

Dat is lastig. Wie moet je dan dankbaar zijn. Ja, ik weet ook niet hoe dat zal zijn, ik weet niet hoe dat zou zijn als ik niet hier zou leven, dat ik naar school mag en zo. Dat ik een heel ander leven zou hebben, hoe ik dan dankbaar zou kunnen zijn.

En wat bedoel je dan met een ander leven? Hier op aarde of..

Ja, hier op aarde, maar dan veel slechter dan nu, dat je niet naar school kan, of dat je geen eten hebt, honger, of dat je in een land met oorlog woont. Dat zou je dan dankbaar kunnen zijn. Dat vind ik ook wel lastig, want als er dan een God is, waarom zijn er dan toch zoveel mensen die het zo slecht hebben.

Daarom weet ik ook niet of ik in God moet geloven.

Oké, dus je zegt er kan geen God bestaan als er zoveel ongeluk in de wereld bestaat.

Ja, dat kan eigenlijk niet, hij zou er dan toch iets aan moeten doen, denk ik.

82

Je kan niet in God geloven, maar je denkt wel over God na.

3.10 Ja.

Doe je dat vaak? Nou, nee, af en toe, niet dat ik er elke dag of zo aan denk.

Je bent opgegroeid met het idee van God. Had je vroeger wel het idee, dat er een God was?

3.11 Ja, ik denk het wel. Maar toen dacht ik er veel minder over na, maar ja, toen had ik wel veel meer een beeld van God voor me als persoon. Ik nam het gewoon aan van mijn ouders.

En wanneer is dat veranderd, dat beeld van God?

3.12 Ja, dat weet ik eigenlijk niet, wanneer er een omslagpunt is gekomen. Ik werd ouder, ik weet het niet, ik ging er meer over nadenken. En nu, ja, ik geloof wel dat er iets is, ja, maar ik vind het lastig om God te noemen.

Kun je iets over dat iets zeggen?

Nou, ja, ..ik geloof.. wel dat er iets goed is. En dat kan je misschien god noemen. Dat er iets is, dat niet als je dood gaat, dat in een keer al je gedachten en zo weg zijn. Ja, ik geloof niet dat je gedachten dan helemaal weg zijn, dat je dan niet meer bestaat. Ik geloof misschien wel dat er toch nog iets van een hemel is of zo.

En heb je daar beelden bij, of ideeën?

3.13 Ik geloof misschien wel dat er toch nog iets van een hemel is of zo.

Nee, eigenlijk niet. Meer van die standaardbeelden die je altijd op plaatjes ziet en zo, dan dat ik dat zelf heb bedacht.

Maar het is wel goed of beter? Ja, het is er niet slecht.

Houdt dat ook in, dat je dan ook familie terugziet?

Ja, ik geloof wel dat je dan ook weer andere mensen ziet, maar ik geloof ook weer niet, dat dan iedereen die hier nog wel leeft, dat je die dan niet meer kan zien.

Ja, leg eens uit? Mensen die nu overleden zijn, die ik ken, ik geloof dat die dan weer kan zien, maar het is niet zo, dat je, ik geloof niet dat ik dan alleen nog maar die mensen kan zien, die overleden zijn. Dat je wel ook nog de mensen die hier op aarde leven, dat ik die ook nog kan zien. Stel ik overlijdt eerder dan mijn broer of zo, dan kan ik die nog wel zien.

83 Dus je blijft je familie gewoon

zien na je dood..

Ja.

of hoe stel je je dat voor? Nou, gewoon, alsof je in een soort helikopter bent, een soort helicopterview.

Je hebt dan meer overzicht, bedoel je dat?

Ja, ik denk dat je dan meer kan zien, dat je meer ziet dan als je hier op aarde bent

En waarom denk je dat? 3.14 ….ja, nou, je gaat niet voor niets dood. Dat is misschien ook wel de reden, dat sommige mensen het slecht hebben. Of ja niet, dat sommige mensen het slecht hebben, maar dat sommige mensen overlijden. Dat ze het wel beter krijgen. Dat ze zeg maar ongeluk krijgen, maar dat ze het daarom misschien wel beter horen te krijgen, na de dood.

Dus eigenlijk is er overal een reden voor, bijv. als mensen vroegtijdig komen te

overlijden, maar die reden, …

Ja, die wordt wel gevonden, na de dood.

En wat heeft dat dan te maken met die helikopterview na de dood?

Nou, dat je het zelf ook begrijpt, dat je het snapt waarom iets is.

En waarom hebben we dat inzicht dan niet ook nu al?

Dat zou ik eigenlijk niet weten…

Na de dood hebben we dat inzicht wel, zeg je. Heeft dat inzicht iets met God te maken?

3.15 Ik denk dat er wel iets is, dat allemaal wel, ja uiteindelijk wel goed is.

Er is iets wat goed is.

Uiteindelijk, bedoel je daarmee hierna of ..

Nee, dat is denk ik nu ook al wel.

En wat is dat goede dan voor jou?

Er zijn altijd wel goede mensen, goede bedoelingen, ja daar hou ik me dan meer aan vast, dan aan slechte dingen.

Waarom? 3.16 Er zijn altijd wel goede mensen, goede bedoelingen, ja daar hou ik me dan meer aan vast, dan aan slechte dingen.

84

Ja waarom, ik denk dat goed altijd leuker is om aan te denken.

Maar is het ook beter om je aan vast te houden?

Ja, dat idee heb ik wel.

Heeft het te maken met God? Nee, dat denk ik niet, ik denk dat we dankbaar

Heeft het te maken met God? Nee, dat denk ik niet, ik denk dat we dankbaar

In document Middelbare scholieren over hun geloof (pagina 78-183)