• No results found

Ethische keuzes van de makers, een analyse van het productieproces

Dood op verzoek

In de productiefase zijn in de consent van de subjecten aan de maker de ethische kwesties het best zichtbaar. De consent van Wilfred en Cees aan Nederhorst toets ik aan de hand van interviews.

Nederhorst vertelt op Radio 1 dat hij via de NVVE uiteindelijk met Wilfred in contact kwam. In eerste instantie weigerde hij mee te werken. Uiteindelijk ging Wilfred overstag door Nederhorst zijn

vastberadenheid. Wilfred vond voor hem toen een patiënt, namelijk Cees. Ook hij wilde in eerste instantie niet, maar na een bezoek waarin hij uitlegde dat hij niet alleen het proces wilde vastleggen maar ook de huisarts hierin wilde te portretteren, ging hij akkoord. Zijn vrouw volgde hem daarin direct (NPO Radio 1). Wilfred vertelt in zijn boek Dilemma’s van een huisarts over de documentaire. Hij bevestigt het verhaal van Nederhorst: ‘Cees had besloten mee te werken aan de documentaire om een bijdrage te kunnen leveren aan openheid rond euthanasie…Antoinette was het hierin helemaal met hem eens’ (Van Oijen: 120-121). Ook na de uitzending bleef Antoinette achter de film staan: ‘Ik vind het heel goed dat het taboe doorbroken wordt. Ziekte en dood, en dus ook euthanasie, zijn deel van de realiteit.’ (132).

Dat was voor Wilfred ook de reden om overstag te gaan, hij had aanvankelijk grote twijfels. Het doel van Wilfred om mee te werken was openheid creëren rondom euthanasie:

Ik vond het juist in dit geval van euthanasie belangrijk om te laten zien wat er aan de beslissing van euthanasie voorafgaat en hoe uiteindelijk de euthanasie verricht wordt. Ik heb het idee dat het goed is om dat hele beslissingsproces te laten zien, de communicatie met de patiënt en zijn vrouw, mijn eigen rol daarin en het kiezen van het moment. Ik wilde dit vooral laten zien om in het algemeen de sfeer van geheimzinnigheid en gefluister in achterkamertjes te vermijden (29).

Wel heeft Wilfred duidelijk de verantwoordelijkheid op zijn schouders gevoeld van de film. Naast Cees en Antoinette diende hij ook alle kijkers goed te begeleiden in het proces (131). Achteraf is Wilfred zeer te spreken over de documentaire: 'De film is een uitstekende weergave geworden van de sfeer en de wijze waarop een goede euthanasie hoort plaats te vinden (124) … Ook ben ik Maarten nog altijd dankbaar dat hij de film zo integer gemaakt heeft, zonder te vervallen in emotionele taferelen of sensatie’ (130).

Van Oijen vertelt ook hoe Nederhorst gefilmd heeft en dat hijzelf tussendoor regelmatig bij Cees en Antoinette op bezoek ging zonder camera. Naar verloop van tijd voelde iedereen zich op zijn gemak tijdens het filmen en kreeg Cees er zelfs lol in (122-123). Opvallend is dat ze van te voren niet besproken hadden wat ze allemaal zouden gaan filmen en Nederhorst pas in een later stadium vroeg hij of hij de euthanasie mocht filmen. Nederhorst zelf bevestigt dit: ‘Alles ging stapsgewijs. Zij gaven de grens aan. We registreerden de situatie zoals die was…Pas helemaal aan het einde, twee weken voor de euthanasie, heb ik het ter sprake gebracht. Natuurlijk had ik er zelf al eerder aan gedacht, maar ik wist dat Cees en Antoinette er nog niet aan toe waren (124). Nederhorst zegt dit dus uit zelfbescherming voor Cees en Antoinette te hebben gedaan, maar ik vraag mij af of dit een ethisch verantwoordelijke keuze is geweest. Toen het ter sprake kwam, vond Cees het overigens logisch dat ze dit zouden filmen. Daar komt Nederhorst goed mee weg.

Maarten zat in een gangkast en de cameraman en de geluidsvrouw filmden op hun sokken. Wilfred geeft aan dat hun aanwezigheid bijna onopgemerkt bleef: ‘Op geen enkel moment was hun aanwezigheid storend of zelf voelbaar. Pas nadat Cees overleden was, vroeg Antoinette zich af waar Maarten toch was’ (124). En ook met de kijker heeft Nederhorst rekening gehouden in de keuzes wat wel en wat niet te laten zien. Er was ruim 22 uur aan gefilmd materiaal. Pijnlijke beelden zoals Cees die verzorgd werd, zijn weggelaten (124).

De gevolgen van de documentaire waren voor Wilfred groot. Op voorhand was er wel uitgebreid gesproken over mogelijke effecten, en er zou steun aangeboden worden op het moment dat hij in de problemen zou komen. (van Berkestijn). De film stond wereldwijd in de belangstelling en zorgde voor veel commotie. In het Parool vertelt Wilfred dat hij ‘Doctor Death’ werd genoemd, als moordenaar werd

bestempeld, en sommige landen niet meer in mocht: ‘Spijt heb ik niet, maar het heeft veel gekost van mijn familie, mijn kinderen…Maar sinds die documentaire, of je nu voor bent of niet, weet je wel waarover je praat. Mensen kunnen een mening vormen op basis van feiten’ (Van der Beek).

Slotakkoord

Ik heb de ethische dilemma’s die tijdens het productieproces, zoals consent van de subjecten niet kunnen toetsen. Naast de film zelf heb ik geen aanvullende bronnen kunnen vinden die hier iets over kunnen zeggen. Ik zal mij voor de ethische keuzes van Paashuis moeten focussen op de filmtekst zelf en baseer de keuzes dus alleen op stilistische elementen in de film.

Nachtvlinder

Uit interviews met maker Bosch en de nabestaanden van Priscilla kan ik de toestemming (consent) van de subjecten toetsen. In de productie fase van de documentaire moeten er veel ethische keuzes gemaakt worden.

Het proces van consent ging in Nachtvlinder ontzettend snel. Priscilla’s verhaal werd aan Bosch getipt en hij zocht haar direct op. Hij vroeg haar of hij een documentaire over haar mocht maken. Bosch’ beweegreden voor de documentaire was de bijzonderheid dat een jong iemand kiest voor euthanasie en dat hij deze beslissing graag in beeld wilde brengen (Pen). Bovendien was Priscilla’s verhaal een sterk pleidooi voor vrijwillige euthanasie (AT5 25 juni 2013).

Priscilla ging akkoord. Ze was blij dat haar een enorme lijdensweg bespaard werd. Haar ‘tante’ Marja vult in hetzelfde interview aan: ’Ze was gek op aandacht. ze vond het prachtig. aandacht was haar vuurtje. Maar ze wilde ook laten zien dat je niet afhankelijk hoeft te zijn, dat je zelf kunt beslissen over je leven’ (bron parool). Marja benadrukt wel dat in de film niet alles te zien is. Alleen intimi weten en hebben gezien welke lijdensweg Priscilla lichamelijk en geestelijk onderging.

Ook Christel denkt dat Priscilla blij geweest zou zijn met de documentaire. Christel vertelt in de Grazia van juni 2013:

Ze heeft het nooit gezien. Ze heeft tegen Peter gezegd: doe ermee wat je wilt. Het enige wat ik hoop, is dat het iets teweegbrengt rond euthanasie en dat het taboe wordt doorbroken. Bijna

700.000 mensen hebben de documentaire gezien en we hebben duizenden reacties gehad. Dat was waar Pris op hoopte (25-26).

Bosch begon direct met filmen en volgde haar overal de laatste vijf dagen tot het moment van de euthanasie. Hij stopt als Priscilla een seintje geeft dat het genoeg is. Ik kan uit dit interview alleen niet opmaken of ze dit van te voren hadden afgesproken of niet. Je kunt je afvragen of het ethisch verantwoord is om iemand in zo’n kwetsbare situatie en laatste momenten nog te confronteren met de vraag mee te werken aan een documentaire. Aan de andere kant, er was simpelweg geen tijd om stil te staan en alle kwesties te overwegen. En het feit dat er is afgesproken tot wanneer er gefilmd mag worden is beter dan geen

afspraken. Het laat zien dat ondanks het improviserende karakter Bosch niet zomaar aan het filmen is geslagen maar bewust keuzes en afspraken heeft gemaakt.

Ik laat je gaan

Om de consent van Sanne en haar omgeving voor de film te toetsen heb ik interviews met Faber (en Sanne’s vader) teruggelezen en -geluisterd.

De vader van Sanne (Hubert) geeft in de uitzending van Pauw op 25 november 2014 aan dat hij de film ziet ‘als een eerbetoon aan zijn dochter. De film laat zien dat uit het leven stappen op een humane manier kan’. Hubert hoopt met de film enerzijds te laten zien dat iemand die dood wil en dat kan delen daar veel rust in kan vinden, en anderzijds dat zelfeuthanasie plegen mooier kan. De vader is duidelijk tevreden met de documentaire.

In een ander radio interview met Eenvandaag geeft Faber aan dat Sanne het belangrijk vond om aan te tonen dat er verschillende vormen van zelfdoding zijn. Door zelfeuthanasie verloopt dit proces rustiger omdat men het kan delen met naasten (Radio 1 Eenvandaag). Dit komt duidelijk terug in de documentaire.

Het productieproces en bijbehorende ethische dilemma’s legt Faber ook uit. In een radio interview wordt Faber naar het dilemma gevraagd van aan de ene kant een film willen maken over iemand die doodgaat, en aan de andere kant de zelfdoding wil voorkomen. Kim antwoordt: ‘Ik had veel liever gehad dat Sanne nog leefde dan dat ik nu een film heb. Dat heb ik ook constant tegen Sanne gezegd. Bij elk moment van twijfel dat je hebt wil ik dat je stopt met de film. Ze kon zich elk moment zonder reden terugtrekken uit de film en dat wij dan alle beeldmateriaal zouden verwijderen’. De maker merkt terecht op dat er dus sprake was van een soort omgekeerde quitclaim. En hier lag de macht bij Sanne in plaats van bij Faber. Hieruit blijkt dat Faber zorgvuldig omgegaan is met de mogelijke invloed en gevolgen van haar aanwezigheid en de uiteindelijke film. Het filmen van de zelfeuthanasie was niet aan de orde: ‘Het is wel in mij opgekomen maar voor mij was direct duidelijk dat ik dat niet wilde filmen om heel veel redenen. Dat stukje sterven was van haar, ik zag daar geen toegevoegde waarde in voor mijn film, en zou ik dat zelf als mens niet aankunnen denk ik’ (Met het oog op morgen Radio 1). Het belang van het subject en de film botsen hier toevallig niet, maar Faber geeft duidelijk aan dat Sanne’s gesteldheid en privacy altijd voor de documentaire gaat.

Dat Faber heel zorgvuldig te werk is gegaan met toestemming van Sanne en haar omgeving is duidelijk. In een interview met Human legt ze ook uit dat ze het belangrijk vond dat de datum van de zelfeuthanasie al vaststond voordat ze ging filmen. Ook begonnen en eindigden ze elke dag met een gesprek of Sanne wel echt dood wilde.

Faber heeft duidelijk geprobeerd te vermijden dat zij en de film invloed zou hebben op haar keuze (en uiteindelijke daad) en heeft daarom ook anderen betrokken bij de toestemming en totstandkoming van de documentaire:

Het is sowieso niet in te schatten wat ik als maker voor invloed heb op iemands leven en al helemaal niet in zo’n situatie. Dat was mijn grootste angst, dat mijn aanwezigheid invloed zou hebben.

Daardoor was het zo belangrijk dat mensen in haar omgeving, die haar al haar hele leven kenden, achter haar keuze, maar ook achter de film stonden (Olierook).