• No results found

Wat is de voice van deze documentaire? En welke retorische middelen zet de maker in om de kijker van zijn/haar perspectief te overtuigen (d.m.v invention, arrangement en style)?

Hoofdstuk 3: Analyse Case Studies

3.4 Wat is de voice van deze documentaire? En welke retorische middelen zet de maker in om de kijker van zijn/haar perspectief te overtuigen (d.m.v invention, arrangement en style)?

De voice van Dood op verzoek, het perspectief van Nederhorst, is helder. In eerste instantie wil hij vooral het proces van begin tot eind van euthanasie in beeld brengen en welke impact dit heeft op zowel de patiënt, de nabestaanden als de arts. De toon is vooral observerend maar het perspectief van Nederhorst op de

euthanasiediscussie is duidelijk positief. Nederhorst legt de nadruk op de rol van Wilfred in het proces. We zien een empathische arts die zorgvuldig te werk gaat, de tijd neemt de tijd voor zijn patiënten en ruimte geeft voor emoties, ook bij hemzelf. Dood op verzoek gaat naast het tonen van euthanasie dan ook over de interactie en verbondenheid tussen de arts en zijn patiënten in dit proces. De boodschap van de film naarmate die vordert, is dat euthanasie een verlossing en humane dood kan zijn. Daarnaast is euthanasie ook onderdeel van het werk als arts. De impact op de arts is vaak groot, maar het is noodzakelijk om mensen ook zo te helpen. Nederhorst wil meer erkenning voor de kant van de arts. Het persoonlijke verhaal van Cees en Antoinette wordt dus ingezet om een algemener proces te laten zien en Nederhorst zijn positieve visie op euthanasie te etaleren.

Nederhorst maakt gebruik van retorische strategieën om zijn kijkers hiervan te overtuigen. Het langdurige en zorgvuldige proces rondom euthanasie probeert Nederhorst o.a. te bewijzen (invention) door alle momenten in het proces te filmen en de zorgvuldigheid van Wilfred hierin aan te tonen. Voor Cees betekent euthanasie een besparing van langer ondragelijk lijden (voor hem én zijn vrouw), een voordeel ten opzichte van andere behandelopties. Dit zijn voorbeelden van inartistic bewijs dat Nederhorst aanvoert.

Van artistic bewijs in ook sprake. De morele geloofwaardigheid (Ethos) houdt Nederhorst hoog door bij alle momenten aanwezig te zijn, ook bij de euthanasie zelf (de climax van de film). Hiermee laat hij zien dat hij geen dingen achterhoudt voor de kijker; hij/zij maakt van begin tot eind het proces mee. De

emotionele geloofwaardigheid (pathos) versterkt de positieve bewijsvoering, bijvoorbeeld door de vele close- ups waardoor de kijker het gevoel krijgt er zelf bij te zijn. De openingsscène met het ochtendritueel van alle subjecten is hier een voorbeeld van. Dit wekt sympathie op (afb. 1,2 en 3).

Hetzelfde geldt voor het interview met Wilfred en de dagboekfragmenten van Cees. Door de interviews met Wilfred snapt de kijker beter waarom hij euthanasie uitvoert. Door zijn spraakgebrek is bij Cees is de voice- over die uit zijn dagboek voorleest de enige manier waarop de kijker toegang krijgt tot zijn gedachten en emoties. De logische geloofwaardigheid (Logos) komt ook in de voice-over tot uiting. Via de

dagboekfragmenten horen we hoe erg Cees fysiek en emotioneel lijdt. Het bevestigt de beelden die de kijker ziet. De chronologische montage versterkt dit, we zien (kort) het verloop van de ziekte naarmate die erger wordt.

De structuur van het argument van Nederhorst (arrangement) wordt duidelijk in de chronologie van de documentaire. Alles wordt op volgorde, er zijn geen terugblikken of onderbrekingen in de tijd. De geloofwaardigheid wordt dus niet door de klassieke probleem-oplossing argumentatie verhoogt, maar door geen stappen over te slaan in het proces en bij de kernmomenten extra lang stil te staan. Het ritme van de film heeft invloed op het perspectief. Mieke bal noemt in haar boek Narratology ook het idee van ritme. Volgens haar heeft elk verhaal, elke film, een bepaald soort ritme en snelheid. Dit wordt bepaald door de relatie tussen de elementen waar uitgebreid en nadrukkelijk bij stilgestaan wordt en de elementen die kortstondig of niet behandeld worden (2009: 98-109). De accentpunten en de snelheid waarmee het verhaal verteld wordt, zijn een indicatie voor hoe de aandacht en focus van de film is ingedeeld en dus bepalend in het perspectief van de maker. Ook al is de aandacht ogenschijnlijk evenredig verdeeld, er is altijd een keuze gemaakt in welke tijdsmomenten wel en niet worden gepresenteerd en hoe uitgebreid. In Dood op verzoek is dit goed zichtbaar in de euthanasiescène waar uitgebreid bij stilgestaan wordt. Hierdoor beseft de kijker dat dit een belangrijk moment is en dat de maker hier een punt wil maken.

Het is duidelijk dat de verschillende strategieën door elkaar lopen. De ethos, pathos en logos komen namelijk tot uiting in style; pas dan zijn ze voor de kijker zichtbaar. Cinematografie is immers een

expressieve en retorische manier van spreken en dus medebepalend in de voice van de documentaire. Het spreekt zowel de kijker op een bepaalde manier aan, als dat het de subject(en) op een bepaalde manier neerzet. Hier gaan de volgende twee deelvragen op in.

Het perspectief van Paashuis in Slotakkoord is dat hij de moeilijkheden in de besluitvorming rondom euthanasie belicht, en hoe verschillende betrokken partijen hierin kunnen botsen. Wat is een

euthanasieverklaring waard, wanneer is iemand wel of niet meer wilsbekwaam, wie heeft uiteindelijk het laatste woord? De voice van de documentaire is vooral journalistiek onderzoekend. Door deze problematiek te belichten voegt Paashuis een nieuwe dimensie toe aan het euthanasiedebat. Een duidelijke visie op euthanasie zelf geeft hij niet, al schijnt in de documentaire wel zijn kritiek door op hoe problematisch en ingewikkeld de regelgeving van euthanasie kan zijn.

Paashuis’ journalistiek onderzoekend perspectief zien we terug in de confrontaties die Corrie heeft met het verpleeghuis over de behandeling van Bram. Paashuis lijkt een neutrale houding aan te nemen tegenover zijn subjecten, maar gaandeweg stuurt hij de kijker toch duidelijk richting sympathie voor Bram en de arts, al snappen we Corrie’s perspectief.

De voice van de documentaire komt tot uiting in een aantal retorische strategieën die Paashuis inzet. De problematiek rondom wilsbekwaamheid en euthanasie brengt hij aan het licht (invention) door de

meningen. De verschillende belangen zijn duidelijk; Corrie komt op voor haar man die een

euthanasieverklaring heeft. Zij wil daar aan vasthouden. De arts en het verpleeghuis komen op voor de patiënt nu die duidelijk aangeeft behandeld te willen worden.

Om de geloofwaardigheid van de documentaire te verhogen, gebruikt Paashuis ook verschillende argumenten (artistic proof). De ethos brengt Paashuis over door zoveel mogelijk kanten van het verhaal in beeld te brengen. Het journalistieke moraal van wederhorigheid komt goed terug, wat de zorgvuldigheid van de documentaire verhoogt. De emotionele geloofwaardigheid (pathos) versterkt het moralistische argument: Paashuis geeft ruimte aan persoonlijke gevoelens en worstelingen, het is geen koude zakelijke discussie. De kijker kan zich in ieders emoties verplaatsen, door ze bijvoorbeeld in een persoonlijke omgeving te filmen en achtergrondinformatie te geven. Hierdoor is de gecompliceerde problematiek en diens emoties goed

voelbaar. Het logische argument (Logos) is vooral hoorbaar in de voice-over van Paashuis. Deze biedt context en achtergrondinformatie die de moeilijkheden goed in kaart brengt.

Het arrangement van de documentaire legt de structuur van het argument bloot. Paashuis houdt in de montage de chronologie van de gebeurtenissen aan. Slotakkoord heeft een probleem-oplossing structuur, maar omdat het perspectief van Paashuis vooral onderzoekend is, geeft hij álle voor- en tegenargumenten de ruimte. De uitkomst is niet zozeer een oplossing of een bewijs van Paashuis’ visie, maar laat zien welk argument of partij het uiteindelijk ‘wint’. In het ritme van de documentaire (Bal 2009) zien we ook goed terug dat de focus ligt op de knelpunten, hier wordt uitgebreid bij stilgestaan. Andere gedeeltes van Brams leven (zoals de dagelijkse bezoeken) komen veel korter en oppervlakkiger aan bod.

De voice van Nachtvlinder is observerend, niet betogend. Naar mijn idee wilde Bosch in eerste instantie niet een film maken over euthanasie, maar over het afscheid van het leven. Bosch plaatst Priscilla’s verhaal niet in een groter debat of in algemeenheden. Haar verhaal is zélf het argument voor de documentaire. De euthanasie is de aanleiding, maar eigenlijk bijzaak. Er is dan ook geen sprake van kritische vragen of juist positief bewijs voor euthanasie. De lichte ondertoon van de film is dat een gekozen dood een dappere en sterke keuze is.

Om Priscilla zo ‘waarheidsgetrouw’ mogelijk te portretteren, maakt Bosch gebruik van een aantal klassieke retorische middelen. Al vanaf het begin is de kijker overtuigd van de ernst van Priscilla’s ziekte. Dat ze hard achteruit gaat, zien we in de foto- en videobeelden van een aantal jaar geleden waar ze een stuk oogt. Het contrast met Priscilla nu in bed, moe en met veel pijn, is groot. Priscilla kiest niet ‘zomaar’ voor euthanasie, dat is duidelijk.

Naast dit duidelijke inartistic en zichtbare bewijs voert Bosch ook artistic bewijs aan. Ethos komt op

meerdere momenten terug. Het moment van euthanasie wordt heel bewust niet gefilmd. De privacy staat hier boven het public’s right-to-see. Dat euthanasie niet de kern is van de film wordt hier bevestigd. Maar Bosch gaat moeilijke momenten ook niet uit de weg, zoals de begrafenis die uitgebreid in beeld wordt gebracht. De bijzonderheid van Priscilla’s verhaal wordt versterkt door de pathos. Als kijker wordt je

meegetrokken in het gevoel van het naderende afscheid en naderhand rouwt de kijker mee. Veel close-ups worden gebruikt om de kijker hierop te wijzen. Tijdens het afscheidsfeest komt het bitterzoete gevoel van feest en verdriet goed terug in de afwisseling van lach en de verdrietige momenten. Ook de interviews spelen een belangrijke rol in het overbrengen van de pathos, de kijker begrijpt Priscilla’s motivatie en keuze.

De logische geloofwaardigheid (logos) van Priscilla’s portret is vooral te zien in de verschillende kanten van Priscilla die Bosch belicht. Zowel positieve als moeilijke en ondeugende momenten komen terug.

De structuur (arrangement) van de documentaire is niet chronologisch. Bosch begint de

documentaire direct met de begrafenisscène. De afloop van de film is direct duidelijk en de toon van de film is gezet. Gedurende de film blijven de tijdslijnen door elkaar heen lopen. We volgen haar afscheid

afgewisseld met interviews. De onderbrekingen zijn bepalend in het ritme van de documentaire, het versterkt de focus op twee aspecten; het afscheid nemen en het leven.

Ook de voice van Ik laat je gaan is zoekend. Faber probeert erachter te komen wat iemand beweegt om voor de dood te kiezen. Het perspectief is duidelijk dat van iemand die oprecht in het onderwerp geinteresseerd is en de beweegredenen van Sanne zeer voorzichtig aftast. In eerste instantie hoort de kijker haar twijfels, gaandeweg wordt Faber steeds meer een voorstander en breekt ze een lans voor (zelf)euthanasie als een humane dood en mogelijk alternatief voor zelfmoord. Het is belangrijk om over de (gekozen) dood te praten en deze mensen hulp te bieden.

Ook Faber zet retorische strategieën in om de kijker van haar perspectief te overtuigen. Van inartistic bewijs is in Ik laat je gaan geen sprake; de film gaat niet letterlijk in op feiten en voor- en tegenargumenten van het euthanasiedebat. Faber gebruikt wel Inartistic proof. Hier worden verschillende technieken ingezet om het perspectief van Faber geloofwaardig te maken. Ethos probeert Faber hoog te houden door

zorgvuldig te kiezen welke momenten ze wel en niet bespreekt en filmt. Zo gaat ze nooit diep in op de gevoelens van Sanne of het moment van de euthanasie. De diepere lagen (motivaties) van de film worden

juist zichtbaar in de observerende scènes. Faber zet de

Pathos sterk neer. Door middel van de cinematografie

kruipt ze in het hoofd van Sanne. Sanne praat zelf met weinig emotie maar Faber illustreert Sanne’s gevoelens en leegte door lange statische shots, geen of weinig verlichting in de frames, en lange stiltes. Logos, de logische geloofwaardigheid zien we op weinig

momenten terug. Een voorbeeld is het moment dat we

Sanne medicijnen zien slikken. Hieruit blijkt dat Sanne

Afb. 4 Sanne's ritueel van medicijnen slikken. daadwerkelijk ziek is (afb. 4).

Ik laat je gaan past meer in de klassieke verhaalstructuur die gebruikelijk is in fictie. Het persoonlijke

verhaal van Sanne staat centraal. Dit wordt niet gebruikt om een algemener punt te maken over euthanasie, maar de nieuwsgierigheid naar Sanne’s verhaal is de motivator voor de documentaire en de reden voor een perspectief op euthanasie. Dit zien we in het ritme van de documentaire ook terug. Naast Sanne speelt ook haar vader Hubert een centrale rol. In de begin- en eindscène, de meest belangrijke scènes in een film, leest hij zijn brief voor waaruit verdriet én trots spreekt. Daarnaast zijn er meerdere scènes met vader en dochter. Hier is de focus evenredig verdeeld of zelfs meer op de vader gericht. Hij is een tweede belangrijke focus in het ritme en wordt het tweede maar net zo belangrijke thema van de film zichtbaar; de liefde tussen vader en dochter.

3.5 Hoe wordt de kijker aangesproken? (aan de hand van framing, afstand, montage, muziek, voice- over/titels, etc.)

Dood op verzoek

In het camerawerk valt de handheld manier van filmen en het volgen van de bewegingen op. Dit valt te verklaren door de improviserende manier van filmen die deze documentaire vereist. In de framing wordt er veelal op ooghoogte van de subjecten gefilmd, en een enkele keer wordt er afstand gecreëerd door via objecten te filmen (zoals een spiegel).

Nederhorst gebruikt veel close-ups met als gevolg dat de kijker zich verplaatst in de rol van Wilfred. We zien namelijk veel shots vanuit zijn perspectief. Maar door de close-ups ontstaat er ook een enorme intimiteit. De kijker zit echt ‘bovenop’ het proces (afb. 5,6,7 en 8).

Afb. 5,6,7 en 8 Diverse close-ups van Wilfred.

Opvallend in de montage is de samenkomst van het winterse weer en de sfeer van de film. Wind en regen zetten de beladen scènes metaforisch extra kracht bij. Scènes binnen beginnen ook vaak met een aantal buitenshots. De filmische overgang lijkt de realistische overgang tussen twee werelden te benadrukken. Daarnaast is de afwisseling in scènes van Wilfred’s bezoeken aan Cees en zijn andere patiënten typerend. In de lichtvoetige scènes ligt de focus op het genezen, het grootste deel van Wilfred's werk. Een groot contrast met zijn bezoeken aan Cees.

Titels en voice-overs worden informerend gebruikt. Ze bieden achtergrondinformatie en

ontwikkelingen in het ziekteproces van Cees. Het benadrukt de ernst van de situatie, maar laat de kijker zich ook nog meer in Wilfred verplaatsen, ook wij schrikken van Cees’ snelle achteruitgang. We volgen het euthanasie proces vanuit Wilfred’s perspectief. We horen de andere kant van de telefoonlijn en voelen de

stiltes die vaak aan het eind van scènes vallen. Nederhorst laat deze er bewust in omdat ze de moeilijkheid van de situatie benadrukken, ook voor de arts.

Nederhorst gebruikt muziek om de kijker in een bepaalde stemming te brengen. Deze is vaak somber. In de lichtvoetigere scènes past de muziek zich aan, wederom om het contrast te benadrukken.

Slotakkoord

De cameravoering wordt tussen handheld en statief afgewisseld. De gesprekken zijn meestal op statief gefilmd in medium shots. Paashuis pant heeft en weer tussen de gezichten met close-ups om de gezichtsuitdrukking zichtbaar te maken (Afb. 9,10 en 11).

Afb. 9,10 en 11 Typische cameravoering tijdens diverse discussies.

In de framing van de shots zet Paashuis de kijker soms op het verkeerde been. Op het moment dat er een lijkwagen bij het tehuis staat wordt de suggestie gewekt dat Bram is overleden. Totdat in het volgende shot duidelijk wordt dat de behandeling is hervat. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat Paashuis de onvoorspelbaarheid van de situatie wilt benadrukken. Opvallend is ook dat in verhouding de camera steeds meer vanuit het perspectief van Ton filmt, bijvoorbeeld als we hem een aantal keer door het tehuis volgen. Hierdoor kan de kijker zich goed in hem verplaatsen en komt hij steeds sympathieker over. Subjecten worden allen op ooghoogte gefilmd, Bram in bed eveneens.

In de montage wordt er weinig geknipt in scènes. De camera volgt in lange shots vanaf één hoek het gesprek of de handeling. Daarnaast gebruikt Paashuis de montage om vooral Ton en Corrie sterk tegenover elkaar te zetten. Als ze van mening verschillen schakelt hij snel tussen beide gezichten (van aparte

interviews) waardoor ze als tegenovergestelde partijen worden geschetst. Hun standpunten staan daarmee extra aangezet tegenover elkaar.

De titels en voice-over worden vooral informatief ingezet. Paashuis legt in de voice-over de ontwikkelingen van Bram uit, bijvoorbeeld als hij in het ziekenhuis is opgenomen. Dit wordt niet alleen gedaan om als kijker het verhaal goed te kunnen volgen, maar ook door zich makkelijker de kunnen verplaatsen in Corrie’s frustratie als afspraken niet worden nagekomen. In de eerste fase van de

documentaire volgen we het verhaal vanuit haar perspectief, later verschuift deze meer naar het perspectief van Ton. De sympathie van de kijker verschuift op dat moment ook.

Er is weinig toegevoegde muziek. De enkele keer dat het wel toegevoegd wordt, is het wat sombere muziek om iets net wat meer dramatischer neer te zetten. Op een ander moment is het passend bij de overgang tussen scènes.

Nachtvlinder

De cameravoering is niet verrassend. De interviews zijn op statief gefilmd, de rest is handheld gedraaid. Dit is logisch gezien het improviserende karakter van filmen in de laatste dagen dat Priscilla nog leefde.

Hetzelfde geldt voor de framing, ook hier lijkt niet bijzonder over nagedacht. Bijzonder is het des te meer dat de kijker bijna alles mag zien.

Wat opvalt, is dat in de eerste shots (en ook in de interviews) er veel close-ups worden gebruikt, zeker in het hospice en bij haar graf. De andere scènes bestaan veel meer uit medium en totaalshots.

In de montage krijgt de film en het verhaal vorm. Voor Nachtvlinder geldt dit zeker, aangezien de voorbereidingstijd letterlijk nihil was. Bosch kreeg Priscilla’s verhaal als tip door en een dag later was hij aan

het filmen . In die dagen heeft hij Priscilla geïnterviewd, en verder vooral geobserveerd. Verrassend is het 1

daarom niet dat de chronologie in het verhaal wordt losgelaten. Bosch opent de film met de begrafenisstoet. De toon is direct gezet en de afloop meteen duidelijk, iemand komt te overlijden. Hoe groot is dit contrast met de eindscène op het afscheidsfeest waar Priscilla nog één keer helemaal losgaat.

Door de afwisseling met interviews is het soms moeilijk te volgen wanneer we waar in het tijdspad zijn, maar zo krijgt de kijker wel meer context en achtergrondinformatie. De interviews versterken ook de observerende beelden. Zo wordt de strandwandeling onderbroken door een interview stuk met Patrick waarin hij uitlegt dat hij niet bij Priscilla kon blijven, waardoor de strandwandeling nog meer lading krijgt.

De documentaire komt wat traag op gang. Veel dingen komen vaker terug. Bosch doet dit om twee