• No results found

4. Resultaten

4.1 Beschrijving van de resultaten

4.1.1 Ervaren tijdsdruk

‘Het maakt mij niet meer uit hoe het dossier eruit ziet, als het maar af is vanavond en de verklaring eruit kan’ was een zinsnede die de onderzoeker in de wandelgangen van de Big-N organisatie ter ore was gekomen alvorens er überhaupt iemand was geïnterviewd. Uit de interviews bleek ook dat er binnen de accountancy te weinig tijd beschikbaar is om alles goed vast te leggen in een controle. Zo geven zeven van de acht respondenten aan dat ze niet altijd hun werk op tijd af krijgen. Het volgende citaat kwam voort uit een interview (bijlage 3, tabel 4):

In de financiële dienstverlening is het belangrijk dat er voldoende tijd is om opdrachten kwalitatief te kunnen uitvoeren. Voor accountants, die aan veel regels moeten voldoen, geldt dit ook. Hierop aansluitend gaven de respondenten ook allemaal aan dat ze het erg belangrijk

33 vinden dat alle regels en richtlijnen die hedendaags gelden, moeten kunnen worden opgevolgd. Echter, om uiteenlopende redenen blijkt dit in de praktijk lastiger te bewerkstelligen dan in theorie. In de volgende paragraaf (§ 4.2) van dit onderzoek zullen oorzaken hiervan aan de orde komen. ‘Uiteindelijk zitten er nog steeds maar vierentwintig uur in een dag, maar worden de hoeveelheid werkzaamheden die je moet uitvoeren wel elk jaar weer uitgebreid’ zei een geïnterviewde controleleider. Het onderstaande citaat sluit aan bij de toegenomen werkhoeveelheid (bijlage 3, tabel 1):

4.1.2 Budget tijdsdruk

Zoals in hoofdstuk twee te lezen valt is tijdsdruk binnen de accountancy op te delen in twee vormen, waarvan budget tijdsdruk er één is. In de interviews gaven de respondenten aan dat er binnen de accountancy al jarenlang druk op budgetten is. Echter, zeven van de acht respondenten geven aan het budget helemaal los te kunnen laten binnen een controle en voegen daaraan toe dat een verandering heeft opgetreden ten opzichte van een aantal jaren terug. Budgetten zijn niet meer het belangrijkste binnen de controles, want het gaat om het werk, dat moet kwalitatief goed zijn. Onderstaand citaat schetst het beeld wat een manager, die reeds 19 jaar werkzaam is in de accountancybranche, heeft over budget tijdsdruk (bijlage 3, tabel 2):

34

4.1.3 Deadline tijdsdruk

Ondanks het strenge toezicht van de AFM en de impulsen vanuit regelgevers om de kwaliteit van het beroep te verbeteren, lijkt er toch vandaag de dag nog een bepaald spanningsveld te bestaan tussen de beschikbare tijd, het gedrag van accountants en mogelijke fouten in controles. Alle acht de respondenten benadrukken dat de controle en het dossier goed moeten zijn, maar als de uiteindelijke deadline nadert, geven zes van de acht accountants aan toch wel gevoelig te zijn voor die deadline. Zo gaf één van de respondenten aan op het moment dat de deadline nadert en er weinig tijd meer is, wel eens een kort bochtje te nemen in de vastlegging van de controle. Afspraak is afspraak en deadline is deadline blijkt erg belangrijk binnen kantoren in de Big-N organisatie en zijn veel gehoorde antwoorden in de interviews. Slechts twee van de acht respondenten gaven aan geen problemen te hebben met het niet halen van de deadline. Het per se willen halen van een deadline duidt niet direct op een verminderde kwaliteit van de controle, maar een controleleider gaf bijvoorbeeld wel aan dat een tekort aan tijd wel eens ten koste gaat van de vastlegging van controle-informatie. Onderstaande zinsnede van een andere controleleider sluit aan bij de gevoeligheid voor deadlines binnen de accountancy (bijlage 3, tabel 3):

4.1.4 Professioneel kritische instelling

Er bestaat bij de respondenten eenzelfde beeld ten aanzien van de controle nu ten opzichte van een x aantal jaren terug. Alle acht respondenten vinden namelijk dat de kwaliteit van de controle en de vastlegging daarvan is toegenomen de afgelopen jaren. Mede ook door een veranderde en omhoog opgeschoven norm, weten alle respondenten te vertellen dat er een kwaliteitsslag is geweest en nog steeds gaande is. Een citaat uit één van de interviews, waarin de manager terugkijkt op dossiers van drie á vier jaar geleden en deze vergelijkt met de dossiers uit 2016 (bijlage 3, tabel 6):

35

4.1.4.1 Vragende geest

Het is belangrijk voor een accountant dat hij niet blindelings vertrouwt op de verzamelde informatie, zoals beschreven staat in hoofdstuk twee. Hij moet issues die spelen binnen een controle kritisch en grondig bekijken. Vier van de acht respondenten gaven in de interviews aan dat zij issues grondig en kritisch bekijken, maar ook de helft van de respondenten gaf aan dat zij dit niet altijd (kunnen) doen. Uiteraard is het in het kader van een goede controle wel belangrijk dat accountants alle issues bij de kop pakken en daar waar een review vereist is, ook daadwerkelijk reviewen. Als zij omwille van de tijd niet alle informatie kunnen doorspitten of niet diep genoeg de materie in kunnen duiken, is het de vraag of uiteindelijk alle issues worden geraakt. Eén van de respondenten die wel aangaf alles kritisch en grondig te bekijken, zei daaropvolgend ook dat er mensen om hem/haar heen, die minder tijd hebben, een risico-inschatting maken en dan op basis daarvan meer risico-geanalyseerd door een controle heen gaan. Een controleleider, die niet voldoende tijd heeft, zegt dat het werk uiteindelijk wel gedaan wordt, maar dat het sneller gebeurt en dat het in een later stadium wordt afgetikt. Diegene vindt het vervelend dat hij/zij er niet genoeg tijd voor heeft. Een manager spreekt in het algemeen over deze situatie en zei in een interview het volgende (bijlage 3, tabel 1):

Het is in theorie ondenkbaar dat de stagiaire een deel van de controle helemaal in zijn/haar eentje doet. Maar in de praktijk blijken mensen die het werk van de stagiair moeten reviewen daar schijnbaar geen tijd voor te hebben.

36

4.1.4.2 Uitstellen oordeel

Ook een belangrijk aspect van de professioneel kritische instelling van accountants is het vermogen om een oordeel uit te kunnen stellen. Alle acht de respondenten geven aan niet zoveel moeite hiermee te hebben. Zolang je goed blijft communiceren met de klant en er nog geen zekerheid bestaat over de controle, moet je simpelweg je oordeel uitstellen en nog niet gaan aftekenen. De accountants geven aan dat er in zo’n geval vaak nog informatie moet komen van de klant, waardoor ze geen informatie hebben waarop ze kunnen steunen om een oordeel te vormen. In het volgende citaat van de controleleider verkiest hij de kwaliteit van de controle boven de relatie met de klant (bijlage 3, tabel 5):

4.1.4.3 Zoektocht naar informatie

Zoals eerder ook al aangegeven, wordt er door de toenemende regelgeving en druk vanuit de maatschappij meer werk verricht in controles en zodoende wordt er meer en beter bewijs verzameld en vastgelegd. De respondenten geven unaniem aan dat er de laatste jaren een kwaliteitsslag op dit vlak is geweest. Ook de rol van de toezichthouder, de Autoriteit Financiële Markten staat hierin centraal, zoals ook blijkt uit onderstaande uitspraak van één van de respondenten (bijlage 3, tabel 6):

Binnen de controle spelen er allerlei zaken en één daarvan is het klantcontact. Op het moment dat er controle-informatie mist, is het erg belangrijk om dit nog te verzamelen bij de klant. Alle acht respondenten onderkennen dit en geven aan dat het in sommige situaties lef en

37 daadkracht vergt om deze beoogde informatie vervolgens te verzamelen. Desondanks lijkt het de ene geïnterviewde beter af te gaan dan de andere, omdat dat soms toch een spel op glad ijs blijkt te zijn met de klant. In een interview zei een controleleider het volgende over zo’n dergelijke situatie (bijlage 3, tabel 6):