• No results found

5. Conclusie en aanbevelingen

In dit laatste hoofdstuk komt de onderzoeker terug op de doelstelling en vraagstelling van dit onderzoek en wordt de bijdrage van dit onderzoek besproken (§ 5.1). Vervolgens zullen de beperkingen van dit onderzoek worden uitgesplitst (§ 5.2) en zal worden afgesloten met een paragraaf over de aanbevelingen voor vervolgonderzoek en over aanbevelingen aan de praktijk (§ 5.3).

5.1 Conclusie

5.1.1 Doelstelling en vraagstelling

De doelstelling en bijbehorende vraagstelling (§ 1.3) van dit onderzoek was erop gericht inzicht te verkrijgen in de invloed van tijdsdruk op de professioneel kritische instelling van accountants en het effect daarvan op het voorkomen van fouten binnen controles. Het blijkt dat in periodes waarin het erg druk is voor accountants en de tijdsdruk oploopt de kwaliteit van een controle afneemt door een eveneens afnemende professioneel kritische instelling.

Uit de bevindingen van het onderzoek is naar voren gekomen dat tijdsdruk in de algemene zin van het woord een negatieve invloed heeft op de professioneel kritische instelling van accountants. Vervolgens leidt een gebrek aan deze professioneel kritische instelling tot fouten in controles (Griffith et al, 2015). Met name het kenmerk de vragende geest en in iets mindere mate de zoektocht naar informatie hebben een sterk effect op (mogelijke) fouten in controles. Deadline tijdsdruk is een belangrijke factor waardoor de professioneel kritische instelling negatief kan worden beïnvloed, terwijl ten opzichte van die deadline tijdsdruk, blijkt dat er bij budget tijdsdruk geen invloed bestaat op de professioneel kritische instelling.

5.1.2 Toegevoegde waarde

Er is al een geruime tijd interesse in het gedrag en de houding van accountants (Fatemia, Hasseldine, & Hite, 2014). Svanström (2016) geeft in recent onderzoek aan dat er reeds beperkt onderzoek is gedaan naar factoren die een negatieve invloed hebben op het gedrag van accountants. Mede hierdoor voegt dit onderzoek waarde toe, doordat er inzicht is geboden op het veranderende gedrag van accountants als de factor tijdsdruk opspeelt. Tijdsdruk blijkt namelijk een negatieve invloed te hebben op het gedrag van accountants.

54 Kelley, Margheim, & Pattison (1999) bevelen naar aanleiding van hun onderzoek aan dat vervolgonderzoek moet worden gedaan naar de verschillende effecten van zowel deadline tijdsdruk als budget tijdsdruk op het gedrag en de houding van accountants. Dit onderzoek draagt derhalve bij aan de informatievoorziening over dit specifieke gebied, aangezien blijkt dat deadline tijdsdruk een negatieve invloed heeft op het gedrag van de accountants, terwijl budget tijdsdruk geen invloed heeft op het gedrag van accountants.

Volgens Hoffman en Zimbelman (2009) kan audit kwaliteit verbetert worden door het kritisch denkvermogen van de accountant te versterken. Op die manier worden er minder fouten in audits gemaakt. Binnen dit onderzoek wordt dat bevestigd en komt naar voren dat vooral de vragende geest van de accountant en de zoektocht naar informatie hierin belangrijke kenmerken zijn om fouten in controles te kunnen voorkomen. Ook biedt het onderzoek aanknopingspunten om kwaliteit van controles te verbeteren door ervoor te zorgen dat accountants om wat voor reden dan ook geen werkstappen binnen een controle gaan overslaan of onvoldoende werkzaamheden gaan uitvoeren, omdat dit ten koste gaat van de professioneel kritische instelling en uiteindelijk van de kwaliteit van de controle.

Tot slot draagt dit onderzoek bij aan de literatuur, omdat men in de bestaande literatuur vooral onderzoek heeft gedaan naar controle kwaliteit en/of fouten in controles op organisatieniveau (Ye, Cheng & Gao, 2014), terwijl in dit onderzoek het individu centraal stond.

5.2 Beperkingen aan dit onderzoek

Binnen dit onderzoek zijn er een aantal beperkingen te onderscheiden. Ten eerste is het onderzoek uitgevoerd onder vier controleleiders en vier managers binnen een Big-N organisatie. Uiteindelijk ging het in de interviews ook wel eens over essentiële keuzes die gemaakt moesten worden binnen een controle en werd er daaropvolgend aangegeven door de respondenten dat partners en directors uiteindelijk de laatste klap op een controle geven. Hoewel de partners en directors erg gering betrokken zijn bij de daadwerkelijke controle, bleek uit respons van de participanten, zijn zij wel eindverantwoordelijk in het hele controleproces. Zij zijn echter niet gekend in dit onderzoek, maar wellicht had dat tot andere inzichten geleid.

55 Ten tweede heeft de onderzoeker geen direct onderscheid gemaakt tussen de controle op zichzelf (de uitvoering) en de vastlegging van de controle. Deze twee zaken liggen dichtbij elkaar, maar het zou kunnen zijn dat de respondent een taak van de controle wel heeft gedaan, maar dit verder niet heeft vastgelegd. Ondanks dat het werk dan niet volledig is, hoeft het niet per se direct een fout te zijn in een controle.

Ten derde heeft de onderzoeker geen onderscheid gemaakt tussen de professioneel kritische oordeelsvorming van accountants en de professioneel kritische actie (naar aanleiding van de oordeelsvorming) van accountants zoals Nelson (2009) beschrijft. Hurtt (2010) maakt dat onderscheid niet. Het zou tot nieuwe inzichten kunnen leiden, aangezien het zou kunnen dat de accountants de kritische oordeelsvorming onder de knie hebben, maar de actie die daarna zou moeten volgen niet.

Als laatste zijn de resultaten en conclusies uit dit onderzoek gebaseerd op respondenten binnen één organisatie. Dat betekent dat de resultaten niet direct te generaliseren zijn op andere organisaties.

5.3 Aanbevelingen

5.3.1 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek

In dit onderzoek is er vooral gekeken naar de invloed van tijdsdruk (te onderscheiden in budget tijdsdruk en deadline tijdsdruk) op de professioneel kritische instelling van accountants. De verwachting is dat er meer factoren aan deze professioneel kritische instelling ten grondslag liggen, zoals bijvoorbeeld de toenemende wet- en regelgeving (werkhoeveelheid) en een tekort aan personeel. Er wordt door de respondenten aangegeven dat men soms het overzicht over alle klanten niet meer kan behouden en dit lijkt ook invloed te hebben op de kwaliteit in de controles. Dat zou kunnen leiden tot nieuwe inzichten ten aanzien van kwaliteit binnen controles. Een vervolgonderzoek zou zich daarom kunnen richten op de invloed van de toenemende wet- en regelgeving en/of het aantal personeel op de professioneel kritische instelling van accountants.

Ook zou onderzoek naar invloeden op de variabele tijdsdruk de literatuur rijker maken. Er zijn reeds een aantal onderzoeken die enigerlei tijdsdruk behandelen binnen hun onderzoek, maar door welke variabelen tijdsdruk wordt beïnvloed is niets over te vinden. Het kan voor

56 organisaties waarin tijdsdruk een belangrijke rol speelt zeer waardevol zijn om ook daar met interesse naar te kijken. Een onderzoek zou zich derhalve dus kunnen richten op factoren die van invloed zijn op tijdsdruk.

Voortbordurend op dit onderzoek, kan er in een volgend onderzoek onderscheid gemaakt worden tussen de professioneel kritische oordeelsvorming en de professioneel kritische actie van accountants. In dit onderzoek zijn deze twee aspecten ‘as a package’ genomen, maar het zou ook waardevol zijn om verschillen daartussen te laten zien (indien die er zijn).

5.3.2 Aanbevelingen aan de praktijk

Een praktische aanbeveling zit hem in het feit dat de Big-N organisatie waarin dit onderzoek heeft plaatsgevonden zeer kritisch moet kijken naar het proces van het plannen en uitvoeren van een controle. Zoals blijkt, lijdt de kwaliteit van een controle onder tijdsdruk, doordat de professioneel kritische instelling van accountants naar beneden gaat. Eén van de belangrijkste kerntaken van een accountantsorganisatie is dat zij de controle volledig en kwalitatief op een goede manier afrond. Het geniet daarom de voorkeur om zeer kritisch te kijken naar het aantal uren dat accountants in een controle moeten steken en überhaupt kunnen steken.

Tot slot werd er door verschillende respondenten gezegd dat de partner- en/of directorbetrokkenheid bij controles zeer minimaal is en dat dit niet gewenst is. Zij zijn juist de mensen die ervaring meebrengen en daardoor veel waarde kunnen toevoegen binnen een controle. Desondanks ziet men ze nauwelijks bij klanten tijdens controles en het is de vraag of dat niet ten koste gaat van de kwaliteit. Het is het overwegen waard voor de Big-N organisatie om hier kritisch naar te kijken.

57