• No results found

Inventariseren lopende en recent afgeronde projecten

6.9 Effectiviteit van de zoekstrategie en kanttekeningen

Een zoektocht in de NOD databank (april 2006) met zoekwoorden relevant voor deze studie

(voeding en gezondheid, voedingsingrediënten en gezondheid, voedselkwaliteit, kwaliteit van voeding, food and health, functional foods, gedrag en voeding en gezondheid, voedselkeuzegedrag) leverde 419

titels op waarvan er op basis van inhoud 180 geselecteerd zijn.

Toelichting: “De Nederlandse Onderzoek Databank (NOD) is een openbare online databank met informatie over wetenschappelijk onderzoek, onderzoekers en onderzoekinstituten. De NOD bestrijkt alle wetenschappelijke disciplines (multidisciplinair)…“ Doel van de NOD is “het toeganke- lijk en zichtbaar maken van Nederlands publiek gefinancierd onderzoek voor doelgroepen als wetenschappers, beleidsfunctionarissen, bedrijfsleven, media, wetenschappelijke uitgeverijen, infor- matiediensten en het brede publiek op nationale, Europese en mondiale schaal en het zichtbaar en vindbaar maken van kennis van onderzoekers (experts) en onderzoeksinstituten voor bovenge- noemde doelgroepen op nationale, Europese en mondiale schaal (etalage voor wetenschappelijk onderzoek)”.

Het via de NOD verkregen overzicht bleek incompleet en niet up-to-date. In veel gevallen ontbrak informatie over b.v. de looptijd van de projecten en soms ontbraken abstracts. Daarom zijn vervol- gens de verschillende instituten benaderd met de vraag de projectenlijst te corrigeren en aan te vullen. De aanvullingen van de aangeschreven organisaties zijn in de inventarisatie verwerkt. Van de organisaties die na herhaalde oproepen niet reageerden hebben we geprobeerd zelf de informatie over lopende projecten te verzamelen door middel van een internet search.

Bij veel instellingen is een goed overzicht van de grotere thema’s/programma’s aanwezig en dat is doorgaans openbaar (b.v. via website te raadplegen). Het bleek echter moeilijk een goed en objectief vergelijkbaar overzicht te krijgen van de projecten binnen de thema’s die aan de vooraf opgestelde

randvoorwaarden voldoen. Informatie over de exacte wijze van financiering en de budgetten van de

verschillende projecten (die een indruk van de omvang van de projecten kunnen geven) bleken door- gaans niet te achterhalen. In de gevallen waar dit wel beschikbaar was, was dit soms per thema, soms per project (meerdere jaren) en soms per jaar. Dit maakt het doen van zelfs globale schat- tingen over de omvang van de projecten vrijwel onmogelijk.

Het meeste onderzoek op het vooraf gedefinieerde gebied wordt uitgevoerd bij universiteiten, DLO- instituten en andere kennisinstituten zoals TNO Kwaliteit van Leven en RIVM. Voor de BO, KB en WOT programma’s van LNV, uitgevoerd door de DLO instituten, is zeer uitgebreide (openbare) infor- matie beschikbaar met budgetten op projectniveau. Hier is echter geen zoekfunctie aan gekoppeld, wat het verzamelen van de informatie bemoeilijkt. Voor de programma’s van VWS die beheerd worden door ZonMw is informatie op projectniveau openbaar beschikbaar en ook doorzoekbaar. Ook NWO projecten en STW projecten zijn via de betreffende websites doorzoekbaar.. Voor de overige programma’s/projecten op dit gebied gefinancierd via de eerste geldstroom, tweede geld- stroom (buiten de bovengenoemde grote programma’s om) en de derde geldstroom (industrie, NGO) is nagenoeg geen openbare informatie aanwezig waaruit de benodigde gegevens kunnen worden verkregen. Voor deze informatie is uitgegaan van de informatie in NOD en de aanvullende informatie van de individuele leerstoelgroepen/capaciteitsgroepen en de individuele instituten. Hoewel het de verwachting is dat bovengenoemde instituten een goede projectadministratie bijhouden, is deze doorgaans niet openbaar en is verkrijging van de informatie afhankelijk van de welwillendheid van de contactpersonen.

6.10 Conclusies

• Het is op dit moment onmogelijk om een compleet beeld te verkrijgen van de relevante aspecten van lopende projecten op het gebied van Voeding en Gezondheid

• Voor het snel verkrijgen van een goed overzicht van publiek gefinancierde projecten, met als doel het verkrijgen van inzicht in overlap en waar mogelijke samenwerkingsverbanden voor de hand liggen, is een verbeterde (verplichte) registratie van projecten door projectuitvoerders of financiers noodzakelijk. Een geschikte structuur hiervoor biedt de NOD, hoewel instituten als TNO en RIVM het werk eerder in thema’s organiseren dan in projecten

• De opgenomen projectinformatie moet dan voldoende detailinformatie bevatten. De beschik- bare samenvattingen geven nu vaak onvoldoende informatie over onderzoeksmethoden, componenten, producten, ziekten en doelgroepen

• Het bleek niet mogelijk uit de beschikbare informatie een goed beeld te verkrijgen van de loop- tijden en budgetten van de verschillende projecten

• Op basis van de beperkte beschikbare informatie komt het beeld naar voren dat het grootste deel van de projecten op het gebied van voeding en gezondheid wordt uitgevoerd door de Universiteit Maastricht, Wageningen Universiteit, WUR-DLO, door TNO Kwaliteit van Leven en door het RIVM

• Daarbij wordt geconstateerd dat instellingen als TNO en RIVM de werkzaamheden gemakke- lijker indelen op basis van thema’s dan op basis van projecten. Dit is inherent aan het karakter van deze onderzoeksinstellingen in vergelijking met bv een universiteit

• Het voeding- en gezondheidsonderzoek is min of meer gelijk verdeeld over de verschillende typen onderzoek (epidemiologisch, humane interventie, in vivo, etc.) met een uitschieter omhoog voor de groep methoden en analyses en een uitschieter naar beneden voor gedragsin- terventies en risk-benefit analyses

• In relatief weinig projecten blijkt uit titel of abstract een duidelijke focus op specifieke compo- nenten (antioxidanten, vetzuren, ..) of producten (vis, groenten en fruit, ..)

• In relatief weinig projecten blijkt uit titel of abstract een duidelijke focus op specifieke ziekten of doelgroepen (kinderen, ouderen)

• Er wordt op projectniveau weinig samengewerkt; het aantal projecten met 6 of meer partners bedraagt 7%

• De financiering van voeding- en gezondheidsonderzoek in Nederland is zeer complex en ondoor- zichtig. Theoretisch kan een willekeurig project gefinancierd worden vanuit een aantal verschil- lende ministeries terwijl dit bij de betreffende ministeries niet bekend is

Uit deze studie blijkt dat (publieke) geldstromen richting specifieke onderwerpen binnen grotere onderzoeksthema’s bij Nederlandse kennisinstellingen vrij complex zijn. Daarnaast is specifieke informatie over individuele projecten doorgaans niet gemakkelijk te achterhalen. Het is daarom zeer moeilijk om op basis van deze studie objectieve uitspraken te doen over de totale omvang van

de huidige investeringen in voedinggerelateerde gezondheidsaspecten voor specifieke doelgroepen ( jongeren, ouderen) en de hiermee verbonden ziektebeelden.

Een betere structurering van de documentatie van het voeding- en gezondheidsonderzoek is daarom gewenst. Een verbeterde en verplichte registratie van alle publiek (mee)gefinancierde onderzoeksprojecten in een openbare databank, zoals de NOD, zou een goede oplossing bieden. Tevens dient dan de registratie voldoende detail te bevatten wat betreft inhoudelijke aspecten van het onderzoek, de looptijd, het budget op jaarbasis en de wijze van financiering. De overheid zou hiervoor een standaard format, dat compatibel is met de reguliere projectregistraties, kunnen ontwikkelen.

Lopende initiatieven op het gebied van Voeding,