• No results found

Om de projectgroep richting te geven bij het schrijven van de eindrapportage, is de eerste analyse van de interviews teruggekoppeld aan de geïnterviewden. Dit is gedaan door middel van een work- shop, gehouden op 5 september 2006. Tijdens die workshop zijn 3 verschillende werkvormen gebruikt om informatie verder uit te diepen of helder te krijgen:

4. Workshopronde 1: prioriteren en motiveren. Wat zijn de belangrijkste onderwerpen, en waarom zijn die belangrijk?

5. Workshopronde 2: Lagerhuisdebatten. Wat zijn de belangrijkste tegenstellingen vanuit de inter- views en wat zijn de argumenten achter die tegenstellingen?

6. Workshopronde 3: scenario’s. Welke ontwikkelingen zijn te verwachten in de Nederlandse samenleving op het gebied van voeding en gezondheid uitgaande van drie scenario’s (lage over- heidsbemoeienis en focus op curatie, …etc [ even uitschrijven]). En wat betekent dat voor de rol van de verschillende stake-holders? Kan dus beter worden omschreven, want we zijn wel eerst gestuurd in een fictieve situatie

Toelichting workshopronde 1: prioriteren en motiveren

Uit de veelheid van onderwerpen willen we als projectteam in ons eindrapport komen tot een goede afweging ten aanzien van prioritering. Ten behoeve van die afweging willen graag meer onderliggende argumenten en een concretisering van onderzoeksvragen uit deze workshop halen. Deze ronde werd ingeleid door een voordracht waarin een overzicht werd gegeven van de onder- werpen die in de interviews aan bod zijn gekomen. Vervolgens werd aan kleine groepen de opdracht gegeven om een top vijf te maken van de belangrijkste onderwerpen. Onder belangrijk werd verstaan datgene wat in elk geval de komende 5-10 jaar moeten worden aangepakt. Hierbij diende te worden gemotiveerd:

1. Waarom het onderwerp belangrijk is (wat zijn de onderliggende argumenten)? 2. Wat zijn per onderwerp de belangrijkste concrete onderzoeksvragen?

3. Welke aanpak is vereist om tot optimale beantwoording van die onderzoeksvraag/-vragen te komen (methodologie, samenwerkingsverbanden, koppeling van werkvelden/disciplines).

Workshopronde 2 – Tegenstellingen vanuit de interviews

Uit de interviews kwamen, naast een grote hoeveelheid onderwerpen die overeenstemmen, ook een aantal tegenstellingen naar voren. Voor de analyse van de interviews is het van belang om te achterhalen wat de argumenten zijn achter die tegenstellingen. In een creatieve poging daar wat verder in te komen, is gekozen voor de vorm van een ‘Lagerhuisdebat’. Daarbij werden in drie verschillende rondes twee tegenstellingen verdedigd door experts uit het veld. De stellingen zijn daarbij extremer geformuleerd dan in de interviews naar voren kwam, met als doel het debat aan te scherpen. De stelling hoefde niet overeen te komen met de persoonlijke mening van de expert. De expert zorgt vooral voor een goede aftrap van het debat. Ook het publiek speelde een belangrijke rol; men mocht namelijk alleen de stelling van de expert verdedigen die aan hun kant stond. De gekozen stellingen waren gevormd rondom drie thema’s: voorlichting, kennis en de rol van de over- heid.

Thema ‘voorlichting’

1. Consumentenvoorlichting is zinloos. We moeten er zo snel mogelijk mee ophouden. Hans van Trijp, Wageningen UR en Unilever

2. Consumentenvoorlichting is erg belangrijk om gedragsverandering te stimuleren. Boudewijn Breedveld, Voedingscentrum

Thema ‘kennis’

1. We weten voldoende over gezonde voeding (matig eten, gevarieerd eten, daarbij voldoende bewegen). Nog meer basaal onderzoek draagt daar niet veel aan bij. Anneke van Otterloo, VU Amsterdam

2. We weten nog erg weinig van voeding, zelfs niet of groente en fruit zo gezond zijn. Meer basaal onderzoek in relatie tot (preventie van) ziekten is hard nodig. Roel Vonk, UMC Groningen.

Thema ‘rol van de overheid’

1. De overheid moet rond onderzoek naar voeding en gezondheid een regiefunctie oppakken, gebaseerd op een lange-termijn visie en een lange-termijn commitment. Bernard de Geus, nationaal regieorgaan genomics

2. De overheid moet onderzoek naar voeding en gezondheid meer vrijheid bieden. Regie klinkt mooi, maar dan lijkt het doel al van te voren vast te staan. Tiny van Boekel, Wageningen UR

Workshopronde 3: scenario’s

Het doel van deze ronde was dat de opdrachtgever (LNV-VWS) inzicht krijgt in de mogelijke rollen die de overheid de komende decennia kan vervullen (incl. beleidsmatige accenten en aandachtsge- bieden die als mogelijke ‘pijnpunten’ of ‘winstpunten’ kunnen worden benoemd).

De aanwezigen gaven gezamenlijk invulling aan bepaalde scenarioschetsen, gericht op rolverdeling en gevolgen voor maatschappij, overheid, bedrijfsleven, individu, groepen mensen en de volksge- zondheid in algemene zin. Een subjectieve beoordeling van deze gevolgen werd gedaan door de aanwezigen, gevolgd door de rol van de overheid t.a.v. stimuleren of afremmen van de positieve en negatieve gevolgen. Alle scenario’s hadden dezelfde randvoorwaarden:

- Tijdshorizon 2020

- Nederlandse focus (in Europese context, daar waar nodig diepgaander) - Gezondheid & welzijn

- Systeemafbakening cf. Food & Health Product Innovation Cycle

De ingrediënten voor de scenario’s waren gekozen op basis van de (schijnbare) tegenstellingen uit de interviews:

- Curatief/voedsel/technologisch vs. preventief/voedsel/common sense (A vs. B) - Grote vs. lage overheidsregulering en informatiestroom (C vs. D)

Uit deze ingrediënten zijn de volgende drie scenario’s gekozen: scenario 1: B + C, scenario 2: B + D en scenario 3: A + D.

In de discussie rondom elk scenario werd de deelnemers gevraagd de volgende elementen in over- weging te nemen:

- Gevolgen voor de rol van de verschillende actoren : rolverdeling (verantwoordelijkheden, taken, bevoegdheden) (de mensen krijgen een rol toebedeeld)

- gevolgen voor de maatschappij (economisch, sociaal, politiek, ethisch), zowel op individueel als (sub)populatie niveau

- gevolgen voor wetenschap, industrie, overheid en volksgezondheid

Er werden normatieve oordelen uitgesproken over diverse ontwikkelingen en gevolgen. De bijbeho- rende voordelen en nadelen werden genoteerd. Uiteindelijk werd het scenario toegespitst op de rol van de overheid in dat scenario. De centrale vraag was “wat moet/kan de overheid doen om posi- tieve ontwikkelingen te stimuleren en negatieve ontwikkelingen te remmen?”

Bijlage 6b

Workshop: terugkoppeling van analyse met