Gedurende de looptijd van het beheerplan zal er een vrij grote hoeveelheid hout vrijkomen bij voornamelijk de private eigenaars wat een economisch belang heeft. In een groot deel van de openbare bestanden (muv het Couthof) zijn de grootschalige kappingen al gedeeltelijk achter de rug. In de homogene bestanden worden er vrij intensieve dunningen uitgevoerd, in de meer gemengde bestanden worden er hoogdunningen uitgevoerd of worden er selectief soorten ge-dund. Op vrij grote schaal wordt een actief hakhoutbeheer gevoerd met overstaanders.
Een deel van het plangebied (delen van het Couthof en een enkel bestand in De Lovie en het Bardelenbos) is gevoelig aan exploitatie door de aanwezigheid van reliëf, nattere bodems en waardevolle vegetaties. Hier wordt dan ook een nulbeheer gevoerd. In andere bestanden kan exploitatie plaatsvinden maar dient deze met de nodige randvoorwaarden (bvb. uitlieren indien nodig) te worden uitgevoerd.
4.4.1 Kapkwantum
In het plangebied wordt binnen de planperiode nogal wat kappingen uitgevoerd, namelijk:
Intensieve dunningen in de jongere bestanden met een omlooptijd van 9 jaar Selectieve dunning of onmiddellijke eindkap van Amerikaanse eik en uitheemse naaldhoutsoorten in de gemengde bestanden
Eindkap van Amerikaanse eik en homogene uitheemse naaldhoutbestanden en uitheemse naaldhoutsoorten in enkele gemengde bestanden
Creatie van bosranden
Dunning in de aanplanten met aanduiding van toekomstbomen
Hakhoutbeheer in de bosranden of bestandsgewijs actief hakhoutbeheer met over-staanders.
Het plangebied kent ook enkele park(bos)situaties die een eigen aanpak vereisen alleen al op het vlak van het beheer van uitheemse bomen en halfnatuurlijke bossituaties. Het landschaps-aspect krijgt er een vooraanstaande plaats en de wenselijkheid dan wel de noodzaak tot bo-somvorming wordt in elk geval afzonderlijk afgewogen.
Er wordt een jaarlijks kapkwantum vastgelegd, dat de gemiddelde jaarlijkse houtaanwas niet overschrijdt – behoudens enkele uitzonderingen (zie verder). De jaarlijkse aanwas verschilt naargelang de soort en in het plangebied zijn een groot aantal soorten aanwezig. Aan de hand van de oppervlakte die de verschillende boomsoorten innemen is de totale jaarlijkse volume-aanwas geschat voor het gehele bos (Tabel 4-7).
Tabel 4-7. Geschatte richtcijfers gemiddelde jaarlijkse aanwas Boomsoorten(groep) gemiddelde jaarlijkse
aanwas (m3/ha/jaar) opp. (ha) totale jaarlijkse aanwas (m3/jaar)
Beuk 5 3,26 16,3
Zomereik 5 93,59 467,95
Lork 10 0,51 5,1
populier 10 2,21 22,1
Gewone es 6 2,24 13,44
Douglasspar 15 0,81 12,15
Inheems LH 5 96,72 483,6
Zomereik+uitheems LH 6 33,19 199,14
Zomereik+inheems LH 5 38,77 193,85
Totaal 271,3 1.413,63
Op basis van de richtcijfers in Tabel 4-7 wordt de gemiddelde jaarlijkse aanwas in de bosbe-standen (incl. de recente aanplanten) van het plangebied op ongeveer 1.413 m3 of 5,21 m3/ha/jaar geschat. Deze vrij lage aanwas weerspiegelt het ontbreken van naaldhout en exoten (muv Tamme kastanje) in de boomlaag.
In het plangebied zullen er kappingen worden uitgevoerd, dit vooral onder de vorm van actieve hakhoutkappen met overstaanders en hoogdunningen maar ook selectieve eindkappen. In on-derstaande tabel zijn richtcijfers weergegeven in verband met de kappingen die tijdens de plan-periode (20 jaar) zullen worden uitgevoerd. Hieruit blijkt dat over de looptijd ongeveer 22.176 m³ hout zal worden gekapt wat een kapkwantum van 5,91 m³/ha/jaar betekent. Hiermee is het kapkwantum iets hoger dan de geschatte aanwas en dit door de geplande eindkappen van exo-ten en de aanleg van bosranden.
Tabel 4-8: Verwachte kapvolumes in het volledige plangebied
Soort kap20 Opp. (ha) geschat kapvolume
per ha totaal kapvolume (m3) creatie van bosranden 3,50 222 m3(gemiddeld
houtvolume) 777 m3
eindkap uitheemse boomsoorten 0,81 306 m3(aandeel exoten) 247,9 m3 eindkap soort + hoogdunning 19,45 84,8 m3(aandeel
exo-ten) 1.649 m3
hoogdunning 58,92 88 m3(te dunnen
aan-was) 5.185 m3
selectieve dunning 7,98 159 m3(aandeel exoten) 1.266 m3
actieve hakhoutkap 93,45
te dunnen aanwas (88m3) + afzetten
HA-laag (50 m3)
12.896,1 m3
onderhoud oude bosranden 3,09 50m3 155
totaal 187,56 22.176 m3
De verkoop van te kappen hout gebeurt zowel aan professionele exploitanten als aan particulie-ren (verkoop van kleine loten van minder dan 50m³). De kwaliteit van de producten die aan particu-lieren wordt verkocht zal vooral dienen als brandhout. Bij kappingen in enkele loofhoutbestan-den kan er een beperkt aandeel kwaliteitshout van vooral Zomereik bekomen worloofhoutbestan-den.
Bij goedkeuring van voorliggend geïntegreerd beheerplan, opgesteld volgens de Criteria duur-zaam bosbeheer, kan de procedure voor de erkenning als FSC-hout worden ingezet en kan het hout normaliter als FSC-gelabeld hout worden verkocht nadat de erkenning is goedgekeurd.
Voor de openbare bosgedeelten zal dit aangevraagd worden door ANB. Via de Bosgroep, op voorstel van de eigenaar, kunnen private bossen ook FSC-erkenning krijgen.
4.4.2 Jacht
Algemeen wordt voor Ree een gezonde populatie nagestreefd in overeenstemming met de draagkracht van het gebied. De draagkracht van het gebied wordt ingeschat volgens de impact van het grofwild op de vegetaties (verjonging boshabitat) en de verkeersongevallen. Naar aanleiding van de stijgende populatie en relevante stijging van aanrijdingen en landbouwschade kan een groter afschot buiten de domeinbossen worden toegestaan.
In de bossen in eigendom van ANB is er geen verpachting van de jacht met uitzondering van het Couthof (jachtrecht verpacht tot eind 2015).
In de meeste (grotere) private bestanden wordt gejaagd door de eigenaar of wordt verpacht aan derden (Sint-Sixtushoek, De Lovie…. Binnen de regels van de jachtwetgeving kan er bestrijding of gerichte bejaging van soorten plaatsvinden die mogelijks schade aanbrengen. In het plangebied kan dit het geval zijn voor Konijn, Everzwijn en eventueel Dam- en Edelhert die door hoge populatiedichtheden schade (bvb. bij vernielen landbouwgewassen, aanrijdingen, …) veroorzaken buiten het openbaar bos. Indien dit zou optreden, kan er onder strikte voorwaarden tijdelijk jacht worden toegelaten.
20 Hierin zijn de dunningen in de aanplanten niet verwerkt over een oppervlakte van ongeveer 48 ha.