• No results found

Omgaan met weerstand

5. Analyse & Resultaten

5.2 Ecodorp Boekel

In een omgeving die wordt gekenmerkt door voornamelijk intensieve veehouderij zijn een aantal mensen bezig met het ontwikkelen van een circulaire wijk waar men op een duurzame wijze wil gaan voorzien in de

levensbehoeften. Het is de bedoeling om middels dit ecodorp oplossingen aan te dragen voor

klimaatverandering, milieuvervuiling en uitputting van hulpbronnen. Dit alles dient in samenwerking te gebeuren met de directe leefomgeving (Ecodorp Boekel, 2017).

Ecodorp Boekel is een wooninitiatief dat ruim acht jaar geleden is gestart en waarin momenteel een twintigtal bewoners woonachtig zijn in een tijdelijk onderkomen. Gezamenlijk hebben zij zich georganiseerd in een coöperatie en zijn ze op het moment bezig met het vinden van voldoende financiering voor de realisatie van de eerste groep permanente woningen. Hierbij werken ze samen met verschillende partners waaronder publieke organen (gemeente, provincie, waterschap en verschillende ministeries) maar ook met ondernemingen uit de private sector zoals leveranciers van bouwmaterialen en bedrijven die willen experimenteren met bepaalde nieuwe duurzame producten en systemen.

Ecodorpen an sich zijn geen bijzonder nieuw fenomeen: in Duitsland, Oostenrijk en Spanje bestaan ecodorpen van voor de eeuwwisseling. Wat Ecodorp Boekel daarentegen behoorlijk uniek maakt is dat het van de verschillende regelgevende en handhavende instanties toestemming heeft gekregen om een uitzondering op de regel te zijn. Zo krijgen de bewoners van het ecodorp bijvoorbeeld de mogelijkheid om te bouwen met niet- gecertificeerde bouwmaterialen. Ecodorp Boekel geniet daarnaast een relatief grote bekendheid doordat het net als Dorpencoöperatie Klooster&Buren onderwerp is geweest van de tv-serie ‘We Doen Het Zelf Wel’ van omroep HUMAN. Mede hierdoor gaat er op veel departementen van meerdere ministeries, op afdelingen van de provincie Noord-Brabant en een groot aantal gemeenten, een belletje rinkelen bij de naam Ecodorp Boekel. De bewoners van Ecodorp Boekel zitten en leven bijna letterlijk op elkaars lippen; ze delen vrijwel alles en moeten dan ook gezamenlijk tot belangrijke beslissingen en grote besluiten komen over het nieuwe dorp dat ze willen gaan bouwen. Deze beslissingen hebben een directe invloed op het leven van de bewoners wat de case bijzonder interessant maakt vanuit democratisch oogpunt. Het is echter de vraag of we hier mogen spreken van een democratisch oogpunt: men hanteert namelijk tot ieders tevredenheid een besluitvormingsprocedure die holarchie wordt genoemd waardoor men niet “terug wil naar democratie” (persoonlijke communicatie G, 2017). In onderstaande beschrijving valt te lezen of ze doen aan inclusiviteit, zeggenschap, verantwoording afleggen en omgaan met weerstand en, in het geval dat ze eraan doen, hoe ze het precies doen.

5.2.1 Inclusiviteit

De term inclusiviteit blijkt ook in Oost-Brabant onbekend te zijn onder de respondenten; de term wordt wederom geen enkele keer gebezigd. Desalniettemin vindt men inclusiviteit belangrijk en wel omdat “we voor holarchie

hebben gekozen als besluitvormingsprocedure... dus dat vraagt dat je als gehele organisatie gevraagd wordt om mee te denken over een project”. Daarnaast geeft dezelfde respondent aan dat men het belangrijk vindt binnen

het initiatief dat “iedereen aan het woord komt” en “dat iedereen gehoord wordt... dat iedereen mee kan

denken” (persoonlijke communicatie G, 2017). Een andere respondent geeft aan dat “meedoen” een van de drie

of zijn mening geven” en “in het ecodorp heb je eigenlijk iedereen nodig” (persoonlijke communicatie H, 2017).

Inclusiviteit lijkt daarmee een democratische waarde binnen Ecodorp Boekel, een waarde die wel verschillende namen draagt.

Het is belangrijk dat we vanaf dit moment een onderscheid gaan maken tussen verschillende soorten inclusiviteit wat eigenlijk een beetje paradoxaal en misschien zelfs wel tegenstrijdig is. Er is vooralsnog bij inclusiviteit alleen gekeken naar en gesproken over of het mogelijk was voor mensen om in algemene zin mee te doen. Er is nog geen echt onderscheid gemaakt tussen het meedoen van mensen die je als ‘binnen het initiatief’ zou kunnen bestempelen en mensen waarvan je zou zeggen dat ze behoren tot de groep ‘buiten het initiatief’.

Bij Ecodorp Boekel lijkt dat onderscheid belangrijk te zijn. Belangrijker dan bij Dorpencoöperatie

Klooster&Buren en de initiatieven die nog zullen volgen omdat er een duidelijker onderscheid tussen deze twee groepen wordt gemaakt door de mensen van het initiatief zelf. Zo is er een procedure “om ervoor te zorgen dat

de mensen die bij ons zijn echt dezelfde visie hebben en het ook echt aankunnen, fysiek en mentaal”

(persoonlijke communicatie H, 2017). Deze procedure bevat bijvoorbeeld het “poortwachtersgesprek” (persoonlijke communicatie G & H, 2017). Naast dit voorbeeld zullen er nog meerdere voorbeelden volgen die laten zien dat er in Boekel een significanter onderscheid wordt gemaakt tussen binnen of buiten het initiatief in vergelijking met andere initiatieven.

De respondenten benadrukken hierbij dat ze geen sekte of commune zijn maar het wel belangrijk vinden dat de bewoners eenzelfde visie hebben omdat ze bijna alles wat ze hebben met elkaar delen en zo nauw met elkaar samenleven. Deze voorselectie van mensen met eenzelfde visie heeft naar alle waarschijnlijk invloed op niet alleen inclusiviteit maar ook op de andere democratische concepten. Dit gezegd hebbende gaan we eerst kijken naar inclusiviteit binnen het initiatief dat we vanaf nu interne inclusiviteit zullen noemen.

Alle genoemde quotes in de eerste alinea van deze subparagraaf geven de waarde weer die wordt gehecht aan het meedoen van de bewoners Ecodorp Boekel. In zesentwintig van de 36 gevallen waarin er middels termen en passages wordt gerefereerd aan inclusiviteit, wordt er gesproken over interne inclusiviteit en de overige tien gevallen over externe inclusiviteit. Binnen het initiatief hebben ze verschillende manieren om ervoor te zorgen dat iedereen mee kan doen. Dit gebeurt op een gestructureerde wijze waardoor het veel weg heeft van een democratisch principe. Zo vraagt men tijdens de vele vergaderingen, bijeenkomsten en overlegmomenten die bestaan uit verschillende rondes, iedereen “een voor een zodat je niet alleen extraverte... maar ook zodat

introverte mensen aan het woord komen. Dus een voor een stel je die vraag zodat iedereen ook een reactie kan geven en ieders reactie is ook belangrijk” (persoonlijke communicatie G, 2017).

Dat inclusiviteit van belang is blijkt ook uit de uitzondering die voor één iemand wordt gemaakt. De volgende quote geeft aan dat er sprake is van een zekere mate van flexibiliteit om zo het inclusieve karakter van het initiatief te vergroten:

We hebben iemand hier die getrouwd is met een persoon en die heel veel toegevoegde waarde heeft en die hier heel graag is maar hij is erachter gekomen dat hij het groepsgebeuren eigenlijk niet zo leuk vindt. Die probeert eigenlijk bij het groepsgebeuren zo weinig mogelijk aanwezig te zijn. Die is niet bij de ALV’s, die is er eigenlijk bijna niet bij. Dat is best lastig

want die is vaak niet op de hoogte en hij luistert niet zo goed dus dat zijn wel uitdagingen voor de hele groep... Maar het is gewoon zoals het is. Ik bedoel, hij helpt mee en hij doet mee dus daar is niets mis mee (persoonlijke communicatie H, 2017).

Een tweede structurele manier om mensen binnen het initiatief mee te laten doen is door net als in Klooster&Buren een onderverdeling te maken in het takenpakket. Dit lijkt een open deur en dat is het

waarschijnlijk deels ook maar wat opvalt binnen Ecodorp Boekel is dat men wederom bijzonder flexibel is met het voornaamste doel iedereen mee te kunnen laten doen. Dit zie je bijvoorbeeld terug in de (sub)cirkels (een soort van werkgroepen) of rollen die zo worden opgesteld dat “je mensen hebt die dat leuk vinden om te doen

want je als je een taak hebt die je leuk vindt om te doen, dan levert dat jouw energie op in plaats van dat het jouw energie kost” (persoonlijke communicatie G, 2017). Dit is soms wel moeilijk blijkt als een belangrijke

(sub)cirkel onderbezet is maar dit betekent niet dat het initiatief als geheel of een meerderheid van de bewoners op wat voor manier dan ook andere bewoners dwingt om in die onderbezette (sub)cirkel te gaan.

Wat minder flexibel is de constatering dat men meedoen zo belangrijk lijkt te vinden dat een bepaalde mate van participeren en meedoen verplicht is. Zo wordt duidelijk dat bewoners van het ecodorp tenminste twee dagen in de week moeten meehelpen met de bouw van Ecodorp Boekel. Dit geldt voor mensen die woonachtig zijn in het dorp maar ook aspirant-leden zijn. We komen hier in 5.2.4 op terug. Dit gezegd hebbende is het goed om eens te gaan kijken naar inclusiviteit gericht op personen en partijen die niet woonachtig zijn in het dorp. Met andere woorden: externe inclusiviteit.

Uit de interviews zijn een aantal signalen te halen dat er ook tot op zekere hoogte waarde wordt gehecht aan het meedoen van ‘buitenstaanders’. Zo organiseren ze binnen het initiatief elke maand een koffietafel voor de Boekelse omgeving en een infomiddag voor mensen die geïnteresseerd zijn in het ecodorp. Op beide middagen krijgen alle aanwezigen de mogelijkheid om hun stem te laten horen over het ecodorp. Daarnaast wordt duidelijk dat men binnen Ecodorp Boekel openstaat voor allerlei samenwerkingen en het experimenteren met personen en organisaties “zoals waterschappen, Brabant Water, provincies en overheden, ministeries... We werken ook heel

veel samen met andere netwerken die bezig zijn met duurzaamheid of met water, of met energie” (persoonlijke

communicatie G, 2017). Ook de mogelijkheid voor vrijwilligers om tijdelijk in het ecodorp te wonen en mee te helpen aan het bouwen van de toekomstige woningen en omgeving is een voorbeeld van hoe mensen buiten het initiatief mee kunnen doen in Boekel.

Tot op zekere hoogte is wel een zinsnede uit de eerste zin van de vorige alinea die een bepaalde waarde vertegenwoordigt. Er is weliswaar veel ruimte om op verschillende manieren mee te doen aan het Ecodorp Boekel maar meedoen lijkt wat anders te zijn dan ‘echt’ meedoen. Met andere woorden: inclusiviteit lijkt geen eenduidig begrip te zijn. Vandaar dat ook het verschil tussen interne en externe inclusiviteit is gemaakt. We zien namelijk een aantal verschillen tussen het wel of niet woonachtig zijn in het dorp. Zo zijn, op een klein aantal uitzonderingen na, alleen mensen die woonachtig zijn in het ecodorp en aspirant-leden aanwezig bij de dorpscirkel en de algemene ledenvergadering (ALV). Het is wel zo dat mensen en samenwerkende partijen die niet woonachtig in het dorp zijn via de verschillende (sub)cirkels indirect hun stem, belang en mening kunnen laten horen tijdens deze bijeenkomsten. Echter “het wegnemen van spanningen” en “het houden van sharings”, zeer belangrijke onderdelen van het onderling met elkaar omgaan in het ecodorp waar we later op terug zullen

komen (zie 5.2.4), zijn voorbeelden waarbij alleen leden en aspirant-leden van het ecodorp betrokken worden (persoonlijke communicatie G & H, 2017).

Daarop voortbordurend en interessant om kort nog even aan te geven: er is een kleine opmerking die impliceert dat er misschien ook nog een onderscheid gemaakt kan worden binnen externe inclusiviteit. Op de vraag of iedereen uit de gemeente zou moeten kunnen meedoen is er tijdens het interview gezegd dat: “Nou ja, wij vinden

de buurt om ons heen, die vinden wij belangrijk. Maar iemand die helemaal aan de kant van Boekel woont...”

(persoonlijke communicatie H, 2017). Het is een te kleine aanwijzing om iets te kunnen zeggen over een verschil in mate van meedoen tussen mensen die niet woonachtig zijn in het dorp.

Nu is het niet moeilijk voor te stellen waarom ze binnen Ecodorp Boekel een onderscheid maken in verschillende vormen van meedoen aan het initiatief: met je directe buren en de mensen waar je zo’n

verregaande uitdaging mee aangaat als het zelf bouwen van een nieuwe duurzame wijk, lijkt het erop dat je niet iedereen en alles continu mee kunt laten doen. In onderstaande tabel is een korte samenvatting te vinden van wat er in 5.2.1 is beschreven.

Tabel 8: Inclusiviteit bij Ecodorp Boekel

Inclusiviteit Bewonerstaal

Democratische waarde: - Interne inclusiviteit:

1. Iedereen wordt gevraagd voor een reactie/mening 2. Iedereen wordt betrokken en kan meedoen/meedenken - Externe inclusiviteit:

1. Iedereen kan meedoen

2. Met open armen staan naar vrijwilligers en andere mensen die willen bijdragen

Democratisch principe: - Interne inclusiviteit:

1. Tijdens bijeenkomsten en vergaderingen zijn er regels die ervoor zorgen dat iedereen zijn mening kan geven, mee kan denken en wordt betrokken

2. Men stemt de taakverdeling binnen het ecodorp deels af op de wensen en vaardigheden van de bewoners

- Externe inclusiviteit:

1. Door op een gestructureerde wijze presentaties en

bijeenkomsten te organiseren voor mensen en partijen buiten het initiatief (buurt/geïnteresseerden/omgeving)

2. Door zelf ook actief samenwerking te zoeken en het creëren van mogelijkheden om mee te doen voor vrijwilligers en geïnteresseerde(n)

Democratisch gedrag: - Interne inclusiviteit:

1. Dat iedereen zijn mening kan geven tijdens vergaderingen en cirkelbijeenkomsten als men dat nodig acht

2. Het creëren van rollen en verantwoordelijkheden zodat andere bewoners die kunnen vervullen

- Externe inclusiviteit:

1. Als partner gezamenlijk met de gemeenschap als geheel of onderdelen (cirkels) daarvan experimenteren en bouwen aan de gemeenschap

5.2.2 Zeggenschap

Als de netto gesproken tijd tijdens het interview een graadmeter zou zijn voor het beoordelen van in hoeverre er waarde wordt gehecht aan een democratisch concept, dan zou het concept zeggenschap behoorlijke wat waarde moeten vertegenwoordigen binnen Ecodorp Boekel. Reden hiervoor is dat ze binnen het initiatief een

organisatievorm en besluitvormingsprocedure hanteren, holarchie genaamd, waar veel over gesproken is. Het is goed daar even wat aandacht aan te besteden voordat we dieper ingaan op het waarden- en principeniveau. Zoals viel terug te lezen in het inleidende stuk wordt holarchie benaderd binnen Ecodorp Boekel als een vorm van samenleven waardoor men niet, en er wordt geparafraseerd, meer terug zou willen naar democratie. Deze benadering zou betekenen dat holarchie een bestuursvorm is en we niet langer zouden moeten spreken over democratische concepten maar over holarchische concepten. Het is echter niet wenselijk om hier een

fundamentele discussie te gaan voeren over wanneer wat nu precies een bestuursvorm is voordat we door kunnen gaan met het behandelen van de democratische dan wel holarchische concepten. Om die reden zal holarchie hier bestempeld worden als een organisatievorm en niet als een compleet losstaande bestuursvorm.

Holarchie is afkomstig van de organisatiestructuur holacratie dat in verschillende bedrijven wordt gebruikt. De bewoners van het Ecodorp Boekel hebben die organisatiestructuur aangepast naar een eigen organisatievorm en manier van besluitvorming die past binnen het eigen initiatief en hebben het om die reden daarom dan ook een andere naam gegeven (Ecodorp Boekel, 2017). Hoe het precies werkt zal uit de volgende alinea’s blijken waarbij we draad oppakken hoe de bewoners het democratische concept zeggenschap noemen.

In tegenstelling tot Klooster&Buren, en wellicht veroorzaakt door holarchie, wordt de term zeggenschap geen enkele keer genoemd tijdens de interviews afgenomen in het ecodorp. Andere verwante woorden die men zou verwachten bij een onderwerp als zeggenschap waaronder beslissen/beslissingen, gezag, autoriteit, macht, bevoegdheid, stem(men) en recht worden evenmin niet of nauwelijks gebruikt. Een term die daarentegen wel veelvuldig wordt gebruikt en ons iets lijkt te vertellen over zeggenschap is “verantwoordelijk(heid)” (persoonlijke communicatie G & H, 2017). Dit blijkt uit de volgende quote van respondent H (persoonlijke communicatie, 2017) die stelt dat “je normaal een voorzitter hebt met waanzinnig veel macht: die is inhoudelijk

op de hoogte en die houdt de spelregels in de gaten en wat ze nu gedaan hebben is dat ze die verantwoordelijk verdelen”.

In zijn totaliteit komt verantwoordelijk(heid/heden) 31 keer terug (vierentwintig keer bij respondent G; zeven keer bij respondent H) waarbij gezegd moet worden dat het meestal maar niet altijd lijkt te gaan over de zeggenschap van een cirkel of van een of meerdere bewoners van het ecodorp. Een goed voorbeeld van een passage waarin verantwoordelijkheid gelijkt staat aan zeggenschap volgt in de volgende quote:

Ja, je maakt allemaal kleinere groepen; het zijn een soort van werkgroepen of afdelingen zou je het in een bedrijf noemen. Wij noemen dat cirkels. En die cirkels hebben ook een doel en dat doe moet ondersteunend zijn aan het hoofddoel van de organisatie. En die cirkels hebben allemaal verantwoordelijkheden. En we leggen die verantwoordelijkheid zo laag mogelijk in de organisatie en dat betekent dus dat die cirkels vrij zelfstandig besluiten nemen omdat zij verantwoordelijk voor die besluiten (persoonlijke communicatie G, 2017).

Wetende dat verantwoordelijk(heid/heden) gelijk staat aan zeggenschap is het goed om aan te geven dat men bewust en op doordachte wijze de verantwoordelijkheid “laag” in de organisatie lijkt leggen wat een overeenkomst lijkt te zijn met Klooster&Buren. Doordacht omdat men niet alleen goed heeft nagedacht over welke (sub)cirkels er dienen te zijn maar ook over welke rollen, taken en verantwoordelijkheden men heeft binnen zo’n cirkel. Zo wordt de “macht” binnen zo’n cirkel verdeeld door gezamenlijk te bepalen wie “de lead

link” (kartrekker), “de rep link” (vertegenwoordiger), “de secretaris en “de facilitator” (spelleider) is

(persoonlijke communicatie G & H, 2017). De eerste twee hebben een inhoudelijke rol en de overige twee zijn er voornamelijk voor het proces. Het gaat te ver om alle regels uit te leggen maar belangrijk is om te begrijpen dat binnen Ecodorp Boekel de (sub)cirkels en individuen veel zeggenschap hebben over de invulling van hun eigen taken en verantwoordelijkheden.

Nog zo’n voorbeeld van dergelijke verdeling van invloed is dat iemand alleen bezwaar kan hebben op een oplossing voor iemands spanning (dit begrip wordt later uitgelegd; het is voldoende om dit nu te beschouwen als een probleem) wanneer:

... het slecht is voor de groep (cirkel) of voor de hele organisatie (ecodorp) als dat voorstel doorgaat. Als je zegt: ‘Ik heb een beter idee’, dan mag dat niet. Je mag wel een beter idee hebben maar het gaat om de spanning van die persoon. Vanuit zijn verantwoordelijkheid voor zijn taken voor de gehele organisatie heeft die een spanning en die moet opgelost worden

(persoonlijke communicatie G, 2017).

Wat hier wordt beschreven is dat tijdens een bewonersbijeenkomst, wanneer iemand een probleem ervaart, dat zowel andere dorpsbewoners als diegene zelf met een oplossing voor die spanning mogen komen. Niet heel spannend voor zover. Ook niet wanneer duidelijk wordt dat iemand een oplossing mag kiezen die het beste voor hem of haar uitpakt in het verhelpen van de spanning. Het wordt interessant zodra helder is dat diegene die een spanning ervaart, een oplossing kan kiezen waar de rest van de cirkel of de rest van het dorp het niet mee eens is. In theorie is het namelijk mogelijk dat diegene niet de oplossing kiest die beter is voor het gehele dorp, ook al wordt dat zo gezien door een grote meerderheid van de cirkel of het dorp. Zo lang de oplossing voor de spanning

niet de cirkel of het dorp in het geheel schaadt is er geen mogelijkheid tot bezwaar. Ook niet als de gekozen oplossing minder ‘opbrengt’ voor alle bewoners van het dorp dan andere voorgestelde oplossingen. Dit betekent in de praktijk dat een individu behoorlijk wat zeggenschap heeft. Nu is het natuurlijk ook belangrijk wat men verstaat onder schaden maar in de praktijk zou bovenstaande situatie voor kunnen komen.