• No results found

Omgaan met weerstand

5. Analyse & Resultaten

6.3 Beantwoording hoofdvraag

Het beantwoorden van de hoofdvraag gebeurt per onderzocht democratisch concept omdat de onderlinge verschillen te groot zijn om daar aan voorbij te gaan. Allereerst wordt er gekeken of de democratische waarde terug is te zien binnen de onderzochte bewonersinitiatieven en indien aanwezig, welke democratische principes daaronder hangen. Vervolgens worden de meest voorkomende bewonerstermen genoemd. Deze subparagraaf eindigt met een algemene conclusie die voortvloeit uit de deelconclusies per democratische waarde.

Omdat het de leesbaarheid van de conclusie aantast en er veel nuances gelden voor voornamelijk de democratische principes binnen bewonersinitiatieven wordt er maar summier gesproken over hoe die

democratische principes er precies uitzien. Hiermee zou een onbevredigend gevoel kunnen ontstaan bij de lezer over het antwoord op de vraag hoe bewoners concreet invulling geven aan democratische waarden. Om deze lezers en eventueel andere geïnteresseerden tegemoet te komen is er in de bijlagen van dit onderzoek een opsomming opgenomen waarin deze democratische principes uitgebreid terugkomen. Deze opsomming, waarbij er een onderscheid wordt gemaakt tussen het bewonersperspectief en het perspectief vanuit de representatieve democratie, is terug te vinden in bijlage 8.1 Uitgewerkte aanbevelingen gemeenten en bijlage 8.2 Uitgewerkte

aanbevelingen bewonersinitiatieven. Deze opsomming kan hulp bieden bij de omgang met initiatieven aan

gemeenteraadsleden, bestuurders, ambtenaren en natuurlijk bewoners zelf.

6.3.1 Inclusiviteit

Inclusiviteit is een democratische waarde binnen bewonersinitiatieven. In alle initiatieven wordt er waarde gehecht aan het kunnen meedoen, meedenken en het betrokken zijn van zoveel mogelijk mensen uit het dorp of de wijk waarbinnen het initiatief actief is. Belangrijk om hierbij op te merken is dat de waarde die inclusiviteit vertegenwoordigt verschilt per initiatief; bij het ene initiatief vormt inclusiviteit een vertrekpunt bij de verdeling

van zeggenschap terwijl het andere initiatief inclusiviteit niet als vertrekpunt neemt maar men er wel een bepaald gewicht aan toekent.

Wat daarbij opvalt is dat de waarde die inclusiviteit vertegenwoordigt in de begin- of opstartfase minder lijkt te zijn. Bij meerdere initiatieven wordt namelijk duidelijk dat er bewust voor wordt gekozen om in het begin met een kleine niet inclusieve groep bepaalde doelstellingen te bereiken om zo de andere bewoners erbij te betrekken. Wanneer het ‘vliegwiel in beweging is’, lijkt het gemakkelijker om andere bewoners mee te nemen met het initiatief. Dit geldt ook voor de zwijgende meerderheid van de wijk of het dorp. Het is mogelijk het gericht benaderen van een beperkte al dan niet representatieve groep bewoners als een democratisch principe te zien omdat het meerdere malen binnen verschillende initiatieven wordt toegepast. Een tweede democratisch principe dat bij alle initiatieven tot op zekere hoogte is terug te zien is de flexibiliteit en bereidwilligheid om mede dorps- en wijkbewoners mee te laten doen op een wijze die past bij ofwel de tijd en moeite die men in wil steken ofwel de kennis en vaardigheden die men heeft.

Van alle onderzochte democratische concepten is er bij inclusiviteit het duidelijkst sprake van een bewonerstaal: geen enkele keer wordt de term genoemd en de overeenkomsten tussen de termen die door de verschillende initiatieven worden gebruikt is het grootst bij deze waarde. Het gaat dan om termen als ‘het mee kunnen doen’, ‘het mee kunnen denken’ en ‘het erbij betrekken’. Deze termen worden vooral gebruikt in combinatie met ‘iedereen’ en ‘samen’ of ‘gezamenlijk’. Daarbij dient opgemerkt te worden dat het per initiatief verschilt wat er wordt bedoeld met ‘iedereen’, ‘samen’ of ‘gezamenlijk’. Dit wijst in een richting waarin het mogelijk lijkt te concluderen dat inclusiviteit als in het kunnen meedoen van mensen, bewust dan wel onbewust door bewonersinitiatieven, een grens kent.

6.3.2 Zeggenschap

Gelijk inclusiviteit is het eveneens mogelijk te concluderen dat zeggenschap ook een democratische waarde is binnen bewonersinitiatieven. Bij het ene initiatief is dit zichtbaar doordat het expliciet wordt aangegeven door de respondenten en bij het andere initiatief is dit terug te zien doordat men goed heeft nagedacht over de wijze waarop wie wanneer wel of geen invloed kan of mag hebben op de besluitvorming. Bij een enkel initiatief zijn beide constateringen van toepassing.

Opmerkelijk is dat het grootste deel, dan wel een significante hoeveelheid zeggenschap bewust ‘laag in de organisatie’ wordt neergelegd. Hiermee worden de personen bedoeld in de werkgroepen, cirkels of ledengroepen die daadwerkelijk het werk zelf uitvoeren en niet de leden of het bestuur. Deze mensen krijgen veel vrijheid om zelf hun ‘verantwoordelijkheden’, ‘taken’, ‘mandaat’ of ‘beslissingsbevoegdheid’ vorm te geven. Daarbij is het noemenswaardig aan te geven dat het bij de meeste initiatieven niet uit maakt of je lid bent of niet van het initiatief. Werkgroepen en ledengroepen bestaan vaak uit leden en niet-leden van het initiatief. De grens van het kunnen meedoen, tot op zekere hoogte zichtbaar bij inclusiviteit, lijkt daarmee in mindere mate van toepassing bij zeggenschap wat in de praktijk tot gevolg heeft dat niet-leden in een werkgroep net zoveel zeggenschap zouden kunnen hebben als leden van het initiatief.

Belangrijk bij die laatste opmerking zijn de woorden ‘in een werkgroep’. Hoewel daar de meeste zeggenschap lijkt te liggen zijn er ook beslissingen die genomen worden door alleen de leden van het initiatief. Dit is vaak het

geval bij ‘grote’ beslissingen die het hele initiatief aangaan waarbij er wordt gestemd met een gewone meerderheid. Bewonersinitiatieven lijken daarbij echter, allen op een eigen manier, er wel voor te zorgen dat er een laagdrempelige manier is voor niet-leden om ook bij die beslissingen invloed uit te oefenen mochten ze dat willen.

Wat betreft de bewonerstaal bij de term zeggenschap is het goed aan te geven dat de term, in tegenstelling tot inclusiviteit, wel bekend is bij bewoners; bij vier initiatieven is het begrip genoemd door een of meerdere respondenten. Het is daarmee echter niet mogelijk meteen te concluderen dat er dan geen bewonerstaal is. ‘Zeggenschap’ komt soms namelijk maar zeer summier voorbij. Bewoners blijken een breder palet aan begrippen te hebben om zeggenschap te duiden wat het moeilijk maakt een uniforme bewonerstaal te onderscheiden. De enige term die er naast ‘zeggenschap’ echt uitspringt bij meerdere initiatieven is ‘het hebben van verantwoordelijkheid/verantwoordelijkheden’. Buiten deze term is er geen duidelijke overeenkomst te stellen omdat het ene initiatief ‘het hebben van een mandaat’ noemt en bij de andere ‘(beslissings)bevoegdheid’ naar voren komt. Een eenduidige bewonerstaal wat betreft zeggenschap lijkt daarmee niet van toepassing te zijn, een eigen democratische taal, verschillend per initiatief, daarentegen wel.

6.3.3 Verantwoording afleggen

Het afleggen van verantwoording, een democratische waarde die past onder het democratische uitgangspunt

good governance, is een democratische morele standaard die wordt toegepast binnen bewonersinitiatieven. De

onderlinge verschillen tussen de initiatieven in hoe belangrijk deze democratische waarde voor hun initiatief is, lijkt het grootst te zijn bij verantwoording afleggen. Bij het ene initiatief is het een waarde die ervoor zorgt dat het initiatief valt of staat en bij het andere initiatief noemt men het belangrijk maar niet meer dan dat.

Deze onderlinge verschillen hebben waarschijnlijk te maken met de onderliggende democratische principes. Deze democratische principes die heel specifiek per initiatief worden toegepast hebben namelijk vaak niet alleen een verantwoordende functie; ze hebben geregeld tegelijkertijd een informerende, inclusiviteit bevorderende of draagvlak creërende functie, afhankelijk van het initiatief. Wat verder opvalt aan deze principes is dat ze vaak niet voorkomen als principe binnen de representatieve democratie omdat ze zelf zijn ontwikkeld. Dit geldt niet voor de ALV die zichtbaar is binnen de meeste initiatieven al heeft die ook niet bij ieder initiatief een

verantwoordende functie.

Hoogst opmerkelijk is de constatering dat men binnen bewonersinitiatieven voornamelijk vooraf verantwoording aflegt; in bijzonder veel gevallen legt een werkgroep of het bestuur die een beslissing of besluit willen nemen, uit wat men wil gaan doen en waarom men dit wil gaan doen. Over het algemeen is het mogelijk te stellen dat de mensen die deze te nemen beslissing aanhoren, als forum zijnde, de mogelijkheid krijgen aanpassingen te doen voor deze beslissing. Dit verschilt echter per initiatief. Doordat er voornamelijk vooraf om goedkeuring wordt gevraagd en men niet achteraf wordt beoordeeld is het verantwoording afleggen daarnaast wat informeler geregeld bij bewonersinitiatieven; het is niet altijd even duidelijk wanneer aan wie verantwoording wordt afgelegd en er is vrijwel zelden sprake van een bepaalde sanctionering.

Wat voor zeggenschap geldt, geldt ook voor verantwoording afleggen als we het hebben over de bewonerstaal. Verantwoording afleggen of zich verantwoorden zijn termen die terugkomen bij een groot aantal respondenten.

Er zijn echter ook veel andere termen in gebruik die wijzen op het zich verantwoorden. De verschillen per initiatief tussen die termen zijn hierbij zeer duidelijk aanwezig; in Groningen spreekt men over toetsen en in Boekel over het omgaan met spanningen terwijl men in Beringe dan weer spreekt over terugkoppelen en men in Ysselsteyn heeft over het onderling uitleggen wat men doet en waarom men dit doet. Ondanks dat het zich verantwoorden dus wordt genoemd is het niet ondenkbaar dat er per initiatief een specifieke bewonersvariant is van verantwoording afleggen, te meer omdat het verantwoording afleggen wel degelijk gebeurt onder bewoners.

6.3.4 Omgaan met weerstand

De omgang met weerstand is een democratisch concept dat niet expliciet werd genoemd in de literatuur als democratische waarde. Echter op basis van signalen vanuit de bewonersinitiatieven zelf tijdens bijeenkomsten en input van verschillende andere bronnen was de redenering voorafgaand aan dit onderzoek dat het wel bestempeld zou kunnen worden als een democratische waarde. De uitkomsten uit het onderzoek bevestigen deze

gedachtegang; de verdeling van zeggenschap binnen een bewonersinitiatief lijkt te worden beïnvloed door de omgang met weerstand. Dit lijkt, gelijk de voorgaande deelconclusies, te verschillen per initiatief; het ene initiatief besteed er meer aandacht en tijd aan dan het andere initiatief.

Wat verder enigszins naar voren lijkt te komen is dat er door meerdere initiatieven een onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende soorten weerstand: weerstand van buiten het initiatief en weerstand afkomstig vanuit het initiatief zelf. Wanneer er wordt gekeken naar weerstand van buiten het initiatief is het mogelijk signalen op te pikken die een zekere bereidwilligheid tonen om kritiek of weerstand van buitenaf mee te nemen en er wat mee te doen. Deze bereidwilligheid gaat soms erg ver. Ook van eventuele boze medebewoners. Men geeft mensen van buiten het initiatief kans de weerstand te ventileren en past tot op zekere hoogte handelingen binnen de organisatie aan om zo de geleverde kritiek en weerstand een plek te geven binnen het initiatief. Ook wordt er melding gemaakt van het mee kunnen doen door personen of partijen die van buitenaf zorgen voor weerstand. Sommige initiatieven hebben hier democratische principes voor terwijl bij andere geen

gestructureerde aanpak is terug te zien.

Wanneer we spreken over interne weerstand dienen we een tweede onderscheid te maken. Zichtbaar wordt een vorm van weerstand die gebaseerd is op tegenspraak, de tegenstem, het tegenargument en het kritisch denken over beslissingen en besluiten. Men beschouwt deze vorm van weerstand als constructief, waardevol en belangrijk voor het initiatief. In meerdere initiatieven wordt deze waarde dan ook actief georganiseerd via democratische principes. Een term die hier nauw op aansluit en die terugkomt wanneer we democratie benaderen vanuit de representatieve democratie is checks & balances. Deze term wordt echter geen enkele maal expliciet genoemd door de respondenten.

Over een tweede vorm van weerstand is men binnen de initiatieven minder enthousiast. Het gaat dan over meningsverschillen en conflicten die volgens meerdere respondenten hun oorsprong vinden in een persoonlijke mening die (in potentie) schadelijk is of kan zijn voor de voortgang van het initiatief als geheel. Deze vorm probeert men in de meeste gevallen actief te voorkomen of ervan te leren wanneer ze zich onverhoopt toch voordoen. Dit blijkt soms hard werken. Een democratisch principe dat bij meerdere initiatieven wordt gebruikt om hier toch mee om te gaan is de op overeenstemming gerichte dialoog.

Door de brede definiëring van weerstand en het uiteenlopende palet aan termen en begrippen gebruikt door de respondenten, is het niet mogelijk een eenduidige bewonerstaal te ontwaren voor de omgang met weerstand. Wat opvalt aan al die diversiteit is dat men, wanneer men spreekt over weerstand, het vaak heeft over verschillende soorten weerstand zoals de tegenstem, tegenspraak, conflicten, ruzies en meningsverschillen maar weerstand zelf niet gebruikt als begrip. Dit geldt ook voor werkwoorden die daarbij horen en een synoniem zijn voor het omgaan zoals het dealen, gebeuren, vinden plaats en het erna handelen. Er lijkt daarmee geen eenduidige bewonerstaal te zijn maar wel kernwoorden die regelmatig worden gebruikt. Ondanks dat er net als bij zeggenschap en verantwoording afleggen ook bij het omgaan met weerstand geen sprake lijkt te zijn van een eenduidige of uniforme democratische bewonerstaal, is het wel mogelijk de conclusie te trekken dat bewoners omgang met weerstand belangrijk vinden en dit op een eigen manier tot uitdrukking brengen.

6.3.5 Slotconclusie

Al het voorgaande in deze scriptie is terug te brengen tot de volgende slotconclusie. Ten eerste, de wijze waarop er binnen bewonersinitiatieven wordt gesproken over democratische waarden gebeurt voornamelijk in een bewonerstaal. Deze taal wijkt af van de democratische taal die wordt gebezigd binnen de representatieve democratie. Dit geldt het duidelijkst voor inclusiviteit maar ook tot op zekere hoogte voor zeggenschap en verantwoording afleggen. Het omgaan met weerstand wordt ook op een specifieke manier genoemd door bewoners. Wat betreft deze laatste drie genoemde democratische waarden: de verschillen per initiatief zijn bijzonder groot waardoor het beter is om te concluderen dat er niet een eenduidige democratische bewonerstaal is maar een democratische bewonerstaal per initiatief. Met andere woorden: ieder initiatief lijkt zijn eigen democratische bewonerstaal te hebben.

Deze taal komt voort uit de wil van bewoners om rekening te houden met bepaalde democratische waarden en deze op een bepaalde manier te borgen. Deze constatering helpt bij het beantwoorden van het tweede deel van de hoofdvraag: op wat voor wijze het spreken en het invulling geven aan democratische waarden, concreet is terug te zien via democratische principes. Bewoners zijn namelijk actief bezig met democratisch handelen en vinden het belangrijk dat er invulling wordt gegeven aan bepaalde democratische waarden als inclusiviteit, zeggenschap, verantwoording afleggen en het omgaan met weerstand. Ze gebruiken daarbij uiteenlopende democratische principes die ze (grotendeels) zelf ontwikkelen en uitvinden maar lenen ook enkele principes die herkenbaar zijn binnen de representatieve democratie.

Het gaat wat ver om in deze slotconclusie de verschillende democratische principes uit te lichten; het zou zogezegd de nu al aangetaste leesbaarheid van dit onderzoek niet ten goede komen. Vandaar dat er is besloten deze principes terug te laten komen in bijlage 8.1 Uitgewerkte aanbevelingen gemeenten en bijlage 8.2

Uitgewerkte aanbevelingen bewonersinitiatieven. Hier is er voldoende ruimte om de nuances en verschillende

democratische principes op een dergelijke manier uit te leggen dat ze recht worden aangedaan.

Al met al kunnen we voorzichtig de stelling innemen dat de bril waarmee bewoners naar democratie kijken verschilt van de traditionele blik op democratie via democratische waarden en principes die gelden binnen de representatieve democratie.