• No results found

6. Resultaten varkenskolom

6.9 Doelmatigheid van de keten (Concurrentiemonitor)

Veevoederbedrijven

Alle geïnterviewden gaven aan dat bij de inkoop van grondstoffen rekening wordt gehou- den met samenwerking met betrouwbare partijen, wat leidt tot een verkorting van de keten ('actief willen deelnemen aan kwaliteitsketens'). Dit gebeurt onder meer om crisissen zoals MPA te voorkomen. Toeleveranciers worden onder meer gecontroleerd middels 'tracking & tracing'-analyses, onderzoek, checklists en monsters per tonnen aanvoervracht. 'Tracking & tracing' (transparantie) wordt zowel door varkenshouders als de retail gevraagd. Op ter- mijn zal dit een positieve uitwerking hebben op de samenwerking met toeleveranciers. Enerzijds zullen zij zo goed mogelijk aan de eisen van de voederindustrie trachten te vol- doen waardoor de kwaliteit van de grondstoffen beter wordt gewaarborgd.

Richting varkenshouders wordt door alle veevoederpartijen een heel scala aan (speci- aal)voeders geleverd waaruit 'de klant' kan kiezen. Verder wordt veel aandacht besteed aan advies over voeders om bijvoorbeeld aan de Minas-normen te kunnen voldoen. Aangege- ven wordt dat dit financieel gezien meer kosten met zich meebrengt dan dat het winst oplevert. Het wordt gezien als een service dat leidt tot klantenbinding; het levert goodwill op. Sowieso zijn alle drie partijen voor een gedegen transparante productiewijze. De afne- mer eist enerzijds terecht, voedselveiligheid maar wil anderzijds een zo laag mogelijke prijs voor voer betalen. Een juiste balans en wederzijds vertrouwen wordt gevonden door gedegen communicatie tussen toeleverancier en afnemer.

De relaties met de retail verschillen. Een voorbeeld is het terughalen van een assorti- ment voor scharrelvarkens uit de handel omdat de vraag van de consument naar scharrelvarkens te laag was en onvoldoende werd gestimuleerd. Anderen nemen ook geen deel aan biologische productie aangezien dit als een nichemarkt wordt beschouwd. De vraag is afhankelijk van het aanbod. De partijen geven dan ook alle drie aan dat MVO van belang is maar winstgevend zijn, prioriteit heeft. Zolang de vraag naar scharrel en biolo- gisch relatief klein blijft zullen de partijen dit niet alleen actief zelf stimuleren. Eerder is al aangegeven dat hierin een grote rol voor zowel de overheid als het grootwinkelbedrijf is weggelegd. Volgens Cehave is 'Carne Superiore' een goed voorbeeld van een gesloten ke- tencyclus waarbij vaste afspraken op contractbasis zijn gemaakt tussen Cehave, varkenshouders en Dumeco over het leveren van kwaliteitsvlees.

beteren van de varkenssector De overheid zou een faciliterende rol op zich moeten nemen en de markt vrijer moeten laten.

Varkensbedrijven

Alle drie varkenshouders zijn actief bezig met ketensamenwerking. De coöperatie Heide- hoeve tracht door het neerzetten van een zelfde strategie voor alle 14 bedrijven om allereerst een goede horizontale samenwerking te verwezenlijken. Door alleen met be- trouwbare voederindustrie in zee te gaan middels een checklist wordt de keten verkort. Dit leidt tot een verbetering in 'tracking & tracing', voedselveiligheid en zo tot een gedegen kwaliteit vlees (dit sluit aan op de uitsluiting van toeleveranciers in de voederindustrie). Daarnaast worden momenteel afspraken gemaakt met overige ketenpartijen over de moge- lijkheid tot het verwaarden van een ketenproduct (Heidehoevevlees). De Milieukeurvarkenshouders hebben beiden een gesloten bedrijf wat betekent dat de keten verkort wordt doordat niet langer gesleept wordt met varkens. Leveranciers van biggen zijn zo in de keten uitgesloten. Ook zij kennen een checklist ten aanzien van toeleveranciers en werken alleen met de meest betrouwbare partijen samen. Daarnaast is Milieukeurvlees een label dat door een aantal keurslagers wordt verkocht. Met hen bestaan vaste afspraken over de prijs die wordt uitbetaald voor de varkens en de wijze waarop de dieren geselecteerd en geslacht worden. Momenteel lopen er onderhandelingen met Dumeco en de retail om eveneens Milieukeurvlees te gaan verkopen.

Milieukeurvarkenshouders streven ernaar om tegen dezelfde kostprijs te blijven pro- duceren als voorheen maar op een andere wijze dan elders binnen de sector gedaan wordt. Het voordeel wordt gegenereerd in de keten. Via transparantie van kosten en baten per schakel kan het voordeel worden uitgesmeerd over meerdere schakels (gelijke verdeling van marges). Het uitgangspunt van de gelijkblijvende kostprijs wordt ingegeven door het consumentengedrag. De consument kiest niet voor een hogere prijs wanneer hij/zij voor een in hun ogen zelfde varkenslapje minder hoeft te betalen. Emoties bij de verkoop van vlees spelen de bedrijfstak parten, stelt Verhoeven. Het is nog een uitdaging om ook dat aspect aan het product toe te voegen.

Eerder is al genoemd dat alle varkenshouders MVO aan het voldoen van de 'license to produce' verbinden. Ook zij geven aan dat regelgeving minder sturend zou moeten zijn zodat men meer vrijheid heeft om hier een eigen invulling aan te geven.

Slachterijen

Zowel Nutreco als Dumeco richten zich op vier marktsegmenten, voortkomend uit speci- fieke wensen en eisen van bepaalde consumenten, inclusief biologisch vlees. Deze concepten stimuleren de ketensamenwerking vanaf de voederindustrie tot en met de afzet van een onderscheidend product door de retail. 'tracking & tracing' krijgen door de speci- fieke productielijnen meer nadruk en kracht.

Maatregelen met betrekking tot preventie en de verwerking van ongeboren mest heb- ben geleid tot een verbetering in de samenwerking met varkenshouders. Het bespaart kosten doordat voer wordt bespaard en de voedselveiligheid van het vlees wordt beter ge- garandeerd omdat de hoeveelheid ongeboren mest beperkt wordt (het verband tussen voedselveiligheid en ongeboren mest komt hier opeens uit de lucht vallen; hoe zit dat ver- band: bijvoorbeeld kleiner darmpakket, minder kans bij verwijdering hiervan op

besmetting met salmonella?). Daarnaast is Nutreco momenteel betrokken bij een project ten behoeve van energiebesparing in de keten in samenwerking met Novem en ATO. Nutreco houdt zich al jaren bezig met een eigen milieubeleid en de nieuwste uitdaging is om hiermee door te kijken in de keten.

De overheid zou wat MVO beleid betreft ruimte moeten scheppen aan het bedrijfsle- ven om eigen maatregelen te kunnen ondernemen. De varkensvleessector is al gebonden aan diverse regels en het is lastig om extra activiteiten te ontplooien. De overheid zal zich terughoudender moeten opstellen en een faciliterende rol op zich moeten nemen zodat het ondernemerschap, het bedrijfsleven, meer eigen initiatieven kan ontplooien. Zo zou de overheid bijvoorbeeld beter rekening kunnen houden met de terugverdientijd van regelge- ving door meer tijd te gunnen om regels eigen te maken. De overheid zou niet mogen zeggen dat een nieuwe regel na drie jaar al een eigen risico is maar door het simpelweg verdubbelen van de tijd (bijvoorbeeld 6 jaar) krijgen vernieuwingen meer kans en dit werkt effectiever. Zo ook het voldoen aan voedselveiligheid. De overheid wil voedselveiligheid kunnen garanderen maar houdt hierbij geen rekening met de extra kosten voor het bedrijf die hierbij gepaard gaan. Het verwaarden van voedselveiligheid, dat wil zeggen het door- berekenen van extra kosten, gebeurt nog onvoldoende.

De Vereniging van Keurslagers

Keurslagers denken vanuit de consument verder de keten in. Dit is als het ware omgekeerd aan de gangbare denkmethode ´van zaadje tot karbonaadje´. Kwaliteit is afhankelijk van de consumentenvraag en moet voldoen aan alle eisen. Het initiatief van aanbevolen leveran- ciers, dat wil zeggen dat men een sterke voorkeur geeft om met bepaalde partijen samen te werken, ontstaan kwalitatief sterke samenwerkingsverbanden. Evenals in andere schakels wordt zo aangegeven dat ketenverkorting door het uitsluiten van onbetrouwbare samen- werkingsverbanden leidt tot een verbetering in ketensamenwerking. Daarnaast is eerder genoemd dat specifiek op het gebied van MVO, individuele ketenprojecten door (groepen) keurslagers in samenwerking met AL's worden opgepakt.

MVO aspecten zijn niet meer weg te denken in de keten. Hier geldt wel dat het be- lang van MVO voor de consument, het aanbod bepaalt ('zij vragen, wij draaien'). MVO is echter afhankelijk van de economische situatie. Wanneer consumenten meer te besteden hebben zal een bepaalde groep meer wensen en eisen. Er zullen wel altijd projecten zijn om nieuwe productmarktcombinaties te ontwikkelen. Hierbij wordt geanticipeerd op de vraag maar dit is lastig aangezien deze zeer dynamisch is. Sommige ontwikkelingen zijn dan ook te vroeg maar deze kunnen eventueel later wel op de markt worden gebracht (zie ook in de voederindustrie). Een voorbeeld van een project dat te vroeg voor de markt was is ´Het Gulle varken´. Dit zijn de risico´s van succesvol innoveren om als een bedrijf zich te kunnen onderscheiden van concurrenten. De voordelen zijn dat als een project eenmaal aanslaat, een nieuwe markt is gecreëerd met nieuwe kansen. Kwaliteit is een thema waar- mee partijen zich kunnen onderscheiden maar de verschillende schakelpartijen in alle ketenprojecten dienen een geaccepteerde standaard te hanteren. Slechts dan wordt draag- vlak onder zowel consumenten als burgers (maatschappij) gecreëerd.

Eerder is reeds genoemd dat de overheid meer aandacht zou moeten hebben voor (1) moderne, praktijkgerichte scholing aangezien huidige vormen van onderwijs als achter-

haald worden ervaren en (2) 'tracking & tracing' aangezien het huidige systeem van etiket- tering van rundvlees door slagers als ontoegankelijk en bureaucratisch wordt ervaren.