• No results found

13 Appendices

13.3 Appendix III: Interviews

13.3.3 Dirkjan Bours

25 maart 2013 Concrete SCSC A7-zone Concrete SCSC Emmen Paint SCSC Hoogeveen Bitumen SCSC Hoogeveen 13.3.4 Marten Imelman 16 april 2013 Paint SCSC Smallingerland 13.3.4 Henk-Jan Falkena 24 april 2013 Paint SCSC Groningen

13.3.1 Peter Bootsma

Concrete SCSC Groningen

Introductie, uitleggen doel van de scriptie

Haast lastig te reconstrueren, het is wel in dezelfde periode ontstaan. Wij (initiatiefgroep codin, 10 mensen) hadden al het voornemen om iets te gaan doen met ketenverduurzaming, eenvoudigweg omdat je niet kan doen aan het verduurzamen van een economie als je niet naar ketens kijkt.

Toen kwam op een gegeven moment het telefoontje van Mathijs Kok, Mathijs Kok die was locatiemanager van recyclingmaatschappij Groningen, en die zegt van ja ik zit eigenlijk met wat vragen over de duurzaamheid van de betonketen in Groningen en ik begrijp dat jullie van de duurzame innovatie zijn, kunnen we daar iets mee. Ik ben bij hem langs geweest om te kijken wat voor situatie hij had, hij had een typisch ketenprobleem, namelijk van dat wat zij aan recyclingbedrijf allemaal langs zagen komen dat ze niet de gelegenheid hadden om dat terug te sturen de keten in maar dat dat allemaal werd opgekocht voor de wegenbouw, ging over betongranulaat. Dat vond ie jammer want dat betongranulaat kun je hoogwaardiger inzetten, was zijn ene opmerking en de andere was van ik blijf met gigantisch voorraden menggranulaat zitten die ook toepasbaar zijn in de wegenbouw, want dat ligt nu allemaal bij hem op het terrein. Voor hem zat dat niet goed dus hij vroeg zich af hoe dat beter kan.

Van daaraf zijn we gaan uiteindelijk gaan kijken, als je nou deze keten zou willen verduurzamen, ook op lokaal niveau, met wie moet je dat dan doen. En om die vraag te kunnen beantwoorden, hebben we eerst eens in kaart gebracht hoe ziet nou die keten eruit, wie zijn nou de partijen daarin.

Was dat dan al het concrete probleem of werd echt nog gekeken naar hoe de keten kon worden verduurzaamt?

Was eigenlijk nog het algemener, onze belangstelling was van het verduurzamen van de keten. Mathijs koks zijn belangstelling was die berg menggranulaat kwijtraken, dat ontmoette elkaar: dat waren twee dingen die bij hetzelfde uitkomen. Maar wat we dus nog niet wisten was van hoe moeten we dat gaan oplossen, en met wie moeten we dat gaan oplossen. Dat waren nog openstaande vragen, om die reden hebben we dus eerst in kaart gebracht hoe ziet die hele keten eruit.

……..

Ik heb met de gemeente Groningen toen over gehad wat zullen we hiermee doen. De gemeente zegt van wij willen wel een vooronderzoek laten uitvoeren naar het verduurzamen van de betonketen in de gemeente. En ik heb die opdracht toen uitgevoerd, en in verband met die opdracht toen dat schema samengesteld, literatuurstudie gedaan, partijen geïnterviewd/geïnventariseerd, rapport gemaakt.

Op basis van dat rapport hebben we gezegd van er is toch wel kans als we de partijen bij elkaar halen, dat we gezamenlijk iets kunnen doen aan die ketenverduurzaming. Die actie is toen genomen, gewoon partijen uitgenodigd en laten we het eens hebben over verduurzaamheid en op dat moment hadden we nog geen concpet hoe we dat moeten aanpakken als we die groep om tafel hebben, dat wisten we nog niet. Hoe dat moet, met zo’n groep te werk gaan als je dan toch een ketenoverleg wilt starten, dat hebben we geleerd samen met die groep.

Op zich hoeft dat nog niet meteen de basis te zijn dat er uitkwam dat er een soort van overleg plaats moest vinden, of was die richting al snel duidelijk?

Nee ook niet dat het een overleg van een wat langere duur zou worden, dat wisten we ook niet. We zijn eigenlijk gewoon begonnen met er ligt een probleem, een vraagstuk, we weten dat we met jullie te maken hebben, kom er bij en laten we eens kijken wat we kunnen doen. Zo’n beetje in de eerste bijeenkomst hebben we gezocht naar is er een gezamenlijke doelstelling, willen wij iets samen. En in de tweede bijeenkomst hebben we gezegd van nou we moeten het maar als volgt aanpakken. We kiezen een praktisch vraagstuk van duurzaamheid van deze keten en dus niet van de keten buiten Nederland of weet ik waar, maar gewoon binnen de gemeente Groningen, dus een lokaal duurzaamheidsvraagstuk van beton. En dan gaan we

inventariseren hier aan tafel wat wil ieder van jullie hieraan bijdragen zonder dat ie daar subsidie voor krijgt. En dat zonder subsidie dat is een ingeving geweest op het moment dat we dat zeiden. Want we zaten ook rond te kijken en realiseerden ons van we hebben geen rode cent eigenlijk. (…) Daar reageerde iedereen goed op eigenlijk en men is gaan zoeken naar kleine acties, Er werd van alles genoemd, dat hebben we allemaal netjes genoteerd, dat hebben we opgeschreven, we hebben het woordje ‘actiepakket’ er boven geplakt. Maar het heeft vervolgens toch driekwart jaar stilgelegen omdat er één actie nodig was om echt op gang te komen, dat was namelijk dat de gemeente zou overstappen van betongranulaat op menggranulaat. Want in de stad waren geen voorraden betongranulaat voor handen, we konden wel willen dat we dat zouden gaan recyclen in de bouw, maar het was er gewoon niet want het werd allemaal gebruikt in de wegenbouw. Terwijl er een alternatief lag, dus dat was de klemsituatie, zolang de gemeente niet zei van wij willen wel wat anders gaan gebruiken, stond het hele handeltje stil. Het stond al 15 jaar stil, al heel lang was dat door de recyclingbedrijf tegen de gemeente gezegd, we hebben ook wat anders voor jullie in de aanbieding dan alleen betongranulaat. Omdat we de situatie creëerden aan tafel dat de gemeente tegenover heel veel verschillende andere partijen zat, die allemaal zeiden zou je nou niet eens opschuiven, heeft de gemeente een beetje onder druk eigenlijk gezegd, dat zullen we dan maar eens gaan onderzoeken.

Maar de Gemeente zag zelf nog niet hun eigen belang om dat te gaan doen?

Nee, er zijn heel veel argumenten wel neergelegd bij de gemeente. Er is tegen hun gezegd, bijvoorbeeld van, jullie staan tamelijk alleen in jullie opstelling van het gebruik van betongranulaat voor de wegenbouw. In de rest van Nederland gebruikt iedereen wat anders, iedereen gebruikt menggranulaat behalve de gemeente Groningen, want die gebruikt betongranulaat, of nog een uitzondering. Er is ook gezegd van er is eigenlijk geen technisch bewijs dat het fout gaat als je menggranulaat gebruikt, daarover verschillen de meningen, er kwamen allerlei voorbeelden langs van problemen met wegen, dat zou dan te wijten zijn aan ….. Er werd door de gemeente nog aangedragen, als wij ander materiaal gaan gebruiken als fundatie, dan hebben we een dikkere laag nodig. En als we een dikkere laag nodig hebben, dan moeten we dieper graven, en daar liggen de kabels en de buizen. Dat zijn allemaal praktische argumenten die allemaal wel hout snijden, maar als je voor nieuwe situaties, nieuwe wegen, de gelegenheid hebt om het opnieuw te ontwerpen, dan speelt het allemaal wat minder. Uiteindelijk heeft de gemeente dus gezegd, nou vooruit, we gaan voor nieuwe asfaltwegen en dan met name de minder zwaar belaste gaan we experimenteren met menggranulaat. Dus dat was met heel wat mitsen en maren omkleed een klein stapje. Ik heb de man die dat moet uitvoeren, die besluiten, die ook deelneemt in dat ketenoverleg afgelopen week nog weer gesproken. En hij zegt, we zijn nu helemaal om hoor.

Waarom was de gemeente er tegen dan, omdat ze moesten veranderen of hadden ze echt goede bezwaren? Ze hadden op zich goede technische argumenten, betongranulaat is kwalitatief gewoon beter materiaal in de wegenbouw. Dus daar hadden ze niet ongelijk in. Maar gegeven van dat je zoveel alternatieven hebt, gegeven dat beton eigenlijk beter in de bouw kan worden hergebruikt en nog een partij andere gegevens zoals de rest van het land het ook allemaal doet, hebben ze uiteindelijk gezegd, van nou, laten we maar eens keer van gedachten veranderen. Eigenlijk illustreert dat heel aardig hoe zo’n ketenoverleg kan functioneren, want dit soort vastzittende besluitvorming kom je overal tegen, kom je in al die ketens tegen, is helemaal niks nieuws. In zo’n ketenoverleg creëer je dus een situatie waarbij met z’n allen, alle stakeholders aan tafel kan zeggen, we vinden met z’n allen dat het een beetje deze kant op moet. En dus als er één stakeholder dan een andere opvatting heeft, die komt daarmee dus duidelijk in de verleiding om mee te gaan met de rest en dat is hier ook gebeurt. En dan krijg je wel dingen in beweging.

De partijen die aan tafel zaten, hoe zijn die partijen bepaalt. Want waren dat alle relevante partijen, of iedereen die mee wou doen?

Nee. Nou in dat vooronderzoek ben ik gewoon op zoek gegaan naar wie zijn dat ongeveer, die hier in de gemeente Groningen te maken hebben daarmee. Dus dan heb je wel een lijstje van een aantal partijen. De meeste in het oog springende daarvan, de grootste ofzo, die zoek je op, daar ga je mee in gesprek en die ken je dan. Dus als je dan een vergadering gaat organiseren ga je die bellen. En als je op een gegeven moment voldoende hebt voor één vergadertafel dan hou je op met bellen. Dat is het ongeveer, vrij willekeurig komt daar een selectie tot stand van partijen die daar zitten. Waar we wel naar gekeken hebben is dat we zo goed mogelijk al de geledingen van die keten aan tafel zouden krijgen. Dat is niet helemaal gelukt overigens, want

dan de architect. Die staat het dichts bij de gebouweigenaren, dus dat is de eerste persoon aan wie je de opdracht verstrekt, de architect zet als het ware de hele keten in gang op een gegeven moment. Maar een echte gebouweigenaar hebben we niet aan tafel gehad.

En waarom niet?

Nou, omdat de betonketen is voor een gebouweigenaar een heel minimaal klein onderdeeltje van zijn bestaan. Want daar hoeft hij niet dagelijks over na te denken, voor die architect al wel. Voor de mortelcentrale is het dagelijks werk, die doen niets anders. Dus je kunt heel makkelijk mensen om tafel vragen voor wie het dagelijks werk is. En als iemand zegt ja daar het ik eens in de tien jaar mee te maken, dan denk ik daar een uurtje over na en niet langer, dan is dat niet relevant. Dus om die reden is het lastig om gebouweigenaren erbij te betrekken. Terwijl de gezamenlijke gebouweigenaren toch een belangrijke invloedsfactor zijn. Maar die invloed die materialiseert niet, het is niet zo dat de gezamenlijke gebouweigenaren nu of straks een vuist zullen maken en zullen zeggen, wij willen duurzaam beton. Zo werkt dat niet.

Dus eigenlijk iedereen die aan tafel zat, had ook een belang, anders was het moeilijk om mensen aan tafel te krijgen?

Ja ja, een zakelijk belang, een commercieel belang. Die belangen die sporen niet altijd maar überhaupt van dat je mensen met belangen aan tafel haalt, dan zegt iedereen al, oh gaat het over belangen, dan kom ik erbij. Dus het om tafel krijgen van mensen dat is eigenlijk niet zo moeilijk, dat lukt eigenlijk altijd wel. Ze om tafel houden vervolgens, dat is weer een ander verhaal. En iets gaan doen waar ze wat aan hebben, dat is ook weer een ander verhaal.

Maar om tafel krijgen is geen probleem, iedereen wil wel even kijken wat gebeurt er, wat gaan we doen. Voor de zakelijke belanghebbers lukt dat vrij goed, voor de kennissector lukt dat ook nog wel. Die hebben we overigens in die gesprekken niet fysiek aan tafel gehad, maar er zijn wel intensieve contacten mee geweest. Er zijn heel wat studenten geweest van de Hanze Hogeschool die hebben meegedraaid in dit project, er is iemand op afgestudeerd zelfs, scriptie gemaakt daarover. Wat we in die periode ook nog niet hadden, was het modelletje wat we op dit moment als standaard gebruiken, dat cirkeltje met die zes segmentjes erin, die hadden we nog niet, die is iets later bedacht. Toen zaten er bovendien eerst nog vijf in, in plaats van zes. Dat is mede dankzij Cees, dat die zesde erin gekomen is (transitie).

Hoe zijn deze vijf geledingen bepaald? Aan de hand van wie er bij het betonketenoverleg aan tafel zaten? Ja dat is eigenlijk gaandeweg ontstaan. Als je nou toch aan ketenverduurzaming wil doen, wie wil je dan aan tafel hebben. Nou in ieder geval de fysieke keten, dus in ieder geval aanbod en vraag en recycling. Dat is wel grappig overigens, in het spraakgebruik heb je het altijd over vraag en aanbod. Ketenoverleg is aanbod, vraag en recycling, dat is net andersom want je begint aan het begin van de keten, je begint bij aanbod, dan gaat het naar de vraagkant en vervolgens naar de recycling. Zo onthoud je het wel makkelijk, dat je het voor je ziet als het ware. Aanbod, vraag, recycling en aan de onderkant heb je dan kennis, overheid en transitie.

Waarom zat transitie er in eerste instantie niet bij als één van de geledingen?

Hij was er altijd al, maar hij was impliciet. Want wij zagen dat als codin en wij zagen dat als transitiepartij wij organiseerden het overleg.

Het is meer een ontwikkelende gedachte over de rol die je hebt, als je in het begin zegt we zijn hier uitsluitend voor de procesbegeleiding dan zie je jezelf niet als een stakeholder. En uiteindelijk zijn we gaan zeggen van ja maar als je nou al die transitieversnellers zoals codin, bij elkaar ziet, die hebben wel een belang met z’n allen. Die hebben op z’n minst het belang dat andere partijen naar hun luisteren. Dus je bent belanghebber, je wilt eigenlijk gewoon aan tafel zitten. Dus je hebt wel een voorzitter nodig, maar dat hoeft niet noodzakelijkerwijs die transitieclub te zijn dat kan ook net zo goed iemand uit de keten zelf zijn. Bij het betonketenoverleg is dat ook zo gegaan, de architect die er toevallig bij was, die is voorzitter. Dan heb je dus een inhoudsdeskundige van de keten zelf, iemand die het commerciële wereldje kent, snapt hoe de hazen daar lopen. Die heb je als voorzitter, dat heeft heel veel voordelen.

Maar is dat ook niet gevaarlijk, iemand die een belang heeft ook als voorzitter neer te zetten?

Nou, er is niemand zonder belang, dus eigenlijk is dat niet zo’n zwaar argument dat hij een belang heeft. Moet je ook anders benaderen denk ik, je moet gewoon kijken wie geniet het meest gezag hier aan deze tafel. Dat gezag is vaak afhankelijk van ken je de partijen. Nou dan kom je toch weer uit bij de bouwmensen in dit geval, want die kennen elkaar allemaal goed. Als daar iemand tussen zit die een natuurlijk gezag in de keten geniet, dan moet je dus eigenlijk… Ja, net als bij de voedselketen, heb je ook één, dat is de top predator die bovenaan staat, die het dicht bij de opdrachtgever staat en die dus eigenlijk de geldstromen veroorzaakt. Dan kom je bij de architect uit.

Dus je moet gewoon gebruik maken van het gezag en vertrouwen wat er al is? Ja, eigenlijk wel, precies

Hoe goed kenden de partijen in het overleg elkaar?

Nou in het begin dus amper en nauwelijks, mekaar wel eens gezien ofzo, maar gaandeweg is de verstandhouding gegroeid tussen die mensen.

En het was nog niet dat meerder partijen al vaker met elkaar..

Jawel die komen elkaar wel tegen, deden wel zaken met elkaar. Maar hadden nooit met elkaar expliciet over het onderwerp van ketenverduurzaming gesproken. Dat zijn ze voor het eerst gaan doen aan deze tafel. Wat was nou het specifieke doel toen jullie de eerste keer aan tafel gingen? Echt het verduurzamen of was het al concreter? Want het verduurzamen van de keten is een beetje vaag.

Ja dat is vaag hè, dat was eigenlijk onze doelstelling. Bijvoorbeeld de recyclingbedrijven die daar zaten, die koppelen een doelstelling van duurzaamheid altijd aan een commercieel belang. Je hebt met ondernemers te maken en ondernemers gaan geen actie ondernemen als dat niet op één of andere wijze hun onderneming helpt. Dus dat is hun eerste drijfveer, hun onderneming moet vooruit. De tweede drijfveer is de duurzaamheid, dus ze benutten eigenlijk de marge die ze hebben in hun handelen, om zo duurzaam mogelijke keuzes te maken. Zo kan je het in proportie ongeveer zien. Het is dus niet zo dat ze beginnen met duurzaamheid bedenken en bedenken wat ze er eigenlijk voor nodig hebben en tot de conclusie komen dat ze eigenlijk een activiteit moeten afstoten. Dat werkt zo niet.

Dat zie je ook wel. Iedereen weet wel dat er een noodzaak is om te verduurzamen, maar als ze er zelf niet een belang vanuit de organisatie bij hebben dan wordt het al moeilijker.

Het is ook verantwoordelijkheid, die mensen zijn directeur of die zijn bedrijfsleider, die zijn verantwoordelijk voor de omzet, die zijn verantwoordelijk voor het inkomen van heel veel gezinnen, dus vanuit verantwoordelijkheidsbesef nemen ze beslissingen die goed zijn voor de onderneming, komt altijd op de eerst plaats. Een hele nuttige reflex is dat, daarmee houden we onze onderneming en onze economie in stand. Dus die moet je ook niet gaan frustreren, je moet nooit de duurzaamheid tegenover het ondernemingsbelang gaan zetten. Dat verlies je aan de duurzaamheids kant als je dat doet.

De partijen aan tafel zagen eigenlijk allemaal wel in dat het voor hun onderneming ook een positief resultaat kon opleveren? Of was dat nog niet zo ver?

De meeste partijen maakt het geen fluit uit. Voor het milieu maakt het ook niet uit (rekentools berekenen verschil minimaal is voor de CO2 besparing. In tegenstelling tot andere materialen waar het verschil bij recycling groter is, bijvoorbeeld bitumen.

Relatief neutrale operatie voor meeste bedrijven, ze doen het omdat ze met elkaar zeggen het toewerken naar gesloten ketens moeten we met z’n allen leren. Hoort bij gesloten economie. Dat principe kennen we en we kiezen ervoor om dat te doen, het verduurzamen van een lokale keten.

Als één partij achteruit gaat heb je ene probleem. In geval betonketenoverleg was voor iedereen vooruitgang of achteruitgang minimaal. (ook banen enzo).

Dus ook kwetsbaar, als één partij niet wil wordt het moeilijk.