• No results found

Demografische kenmerken en criminele voorgeschiedenis

In document Seriebrandstichters | Yvette Schoenmakers (pagina 153-156)

In de literatuur komen (serie)brandstichters naar voren als voornamelijk blanke mannen. Brandstichters zijn over het algemeen jong (bijvoorbeeld Edwards & Grace, 2006; Sapp e.a., 1996; zie hoofdstuk 2). De seriebrandstichters uit het huidige onderzoek zijn allen blanke (autochtone) mannen met een gemiddelde leeftijd van 24 jaar (mediaan 19 jaar). Bij de selectie van de steekproef zijn vrouwelijke daders uitgesloten. Dit betrof twee zaken. Hetzelfde geldt voor seriebrandstichtingen gepleegd door groepen van drie daders of meer. Het onderzoek laat zien dat de seriebrandstichters vanaf jonge leeftijd terugkomen in de antecedentenregistraties en politieregistraties. In overeenstemming met

de literatuur over brandstichters in het algemeen, stichten zij brand tijdens hun adolescentie.

9 van de 21 daders zijn first offender: zij hebben geen justitiële anteceden- ten voordat zij gaan brandstichten. Brandstichting blijkt op basis van bestaand onderzoek (bijvoorbeeld Ritchie & Huff, 1999; Soothill e.a., 2004; zie verder hoofdstuk 2) vaak deel uit te maken van een breder delictpatroon. Dit beeld wordt in het huidige onderzoek bevestigd; slechts één persoon is specialist (alleen brandstichtingantecedenten). Bij de daders met meerdere antecedenten lijkt er geen sprake te zijn van een bepaalde opbouw in het antecedentenpa- troon. Het gaat met name om verkeersdelicten (rijden onder invloed), vernie- ling, geweld tegen personen en diefstal met (in)braak, gevolgd door brand- stichting. Drie personen hebben justitiële antecedenten voor brandstichting; in de politieregistraties komen meer personen (n=8) terug inzake brandstichting. De meeste antecedenten zijn afgedaan met een transactie (boete), gevolgd door een taak- of leerstraf en (jeugd)detentie.

Ongeveer de helft van de seriebrandstichters heeft een gemiddeld tot hoog recidiverisico, onder andere als gevolg van hun alcoholgebruik. Het onderzoek illustreert tevens dat brandstichting een delict is met een lage pakkans. Uit de diverse voorbeelden blijkt dat de seriebrandstichters in sommige gevallen zeer lang hun gang kunnen blijven gaan zonder gepakt te worden en dat het erg las- tig is om de bewijslast rond te krijgen. Als gevolg van een onderschatting in de registraties en/of het wegschrijven onder vernieling is er vermoedelijk sprake van een groot dark number. Het is aannemelijk dat het aantal brandstichtingen in de door ons bestudeerde series in werkelijkheid hoger is.

Probleemachtergronden

Hoe is de jeugd van de seriebrandstichters te beschrijven wat betreft gezin en school? Hoe kenmerken zij zich wat betreft opleiding, werk en relaties? Voor zover bekend, groeien de meeste brandstichters op in gezinnen met problemen, maar er zijn ook uitzonderingen. Onder meer de afwezigheid van (een van de) de ouders (door overlijden of echtscheiding), alcoholmisbruik in het gezin en geweld worden genoemd. Kenmerkend voor een deel van de daders is hun pro- blematische schoolverloop in termen van leer- en gedragsproblemen. Vooral hun sociale isolement komt regelmatig terug in de dossiers. Als de brandstichters al aansluiting vinden bij leeftijdgenoten, dan wordt aangemerkt dat zij makkelijk (negatief) beïnvloedbaar zijn. Ook gepest worden komt terug in de casuïstiek.

Politiekunde 48| Seriebrandstichters

De meeste seriebrandstichters stromen door naar het vmbo en een aantal gaat naar het mbo. Enkelen zitten op speciaal onderwijs. Wat betreft de problemen die spelen in de levens van de daders, is het onbekend in hoeverre de problematiek exclusief geldt voor seriebrandstichters, vergeleken met andere (dader)popula- ties. Dit geldt overigens ook voor de bevindingen op de andere onderwerpen, zoals psychopathologie.

De meeste seriebrandstichters uit de onderzoeksgroep hebben op latere leef- tijd een vaste baan, enkele hebben losse baantjes en enkele ontvangen een WW- uitkering. Degenen met een baan functioneren over het algemeen goed. Van een derde is bekend dat zij (soms grote) schulden hebben. De seriebrandstichters kunnen op latere leeftijd moeilijk romantische relaties aangaan. Een gebrek aan sociale vaardigheden wordt in de literatuur benadrukt en zien ook wij duidelijk terug. De helft van de seriebrandstichters is te kenmerken als solist en/of heeft criminele contacten waardoor zij zich laten beïnvloeden.

Psychopathologie

De brandstichters hebben een intelligentieniveau dat rond het (beneden)- gemiddelde ligt. Een beperkt deel scoort lager. Eerder onderzoek onder brand- stichters in het algemeen toont aan dat psychische stoornissen in belangrijke mate verband houden met brandstichting (bijvoorbeeld Ritchie & Huff, 1999). Over psychopathologie bij seriebrandstichters is in de literatuur echter weinig bekend. Uit de bevindingen van dit onderzoek blijkt dat psychopathologie onder de seriebrandstichters wel degelijk een rol speelt. Bij bijna driekwart van de seriebrandstichters zijn stoornissen vastgesteld, waarbij psychiatrische stoornissen overheersen, in het bijzonder middelenafhankelijkheid.111De pro-

blematiek is met name internaliserend van aard. De brandstichters worden con- form de literatuur in de rapportages omschreven met termen als ‘impulsief’, ‘niet assertief’ en ‘niet empathisch’. Ook hier geldt dat niet duidelijk is in hoe- verre de psychopathologische kenmerken uniek zijn voor seriebrandstichters, vergeleken met bijvoorbeeld andere populaties delinquenten. Al bleek uit onderzoek van Labree e.a. (2010) dat brandstichters in een forensisch psychia- trische setting significant meer alcoholproblematiek kennen dan de rest van de ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

111 Met name middelenafhankelijkheid, ADHD en PDD-NOS. Daarnaast hebben enkele daders borderline of andere persoonlijk- heidsstoornissen (As-II). De meeste seriebrandstichters bij wie geen stoornissen zijn vastgesteld, zijn van jongere leeftijd (min- derjarig, achttien of negentien jaar).

populatie. In de literatuur over brandstichters in het algemeen treedt externali- serende problematiek vaker op de voorgrond (bijvoorbeeld een gedragsstoornis en een antisociale persoonlijkheidsstoornis; zie hoofdstuk 2).112Sommige

seriebrandstichters uit het huidige onderzoek lijken binnenvetters, die kampen met problemen die voor de buitenwereld grotendeels verborgen blijven. De helft van de daders heeft een hulpverleningsgeschiedenis, onder meer vanwege problematisch middelengebruik. De spanningen die zij ervaren zijn niet direct zichtbaar voor de buitenwereld. Onder invloed van middelen stichten zij brand. Achteraf bekennen zij (een deel van) de delicten. Uit het onderzoek blijkt ech- ter ook dat een deel van hen weinig invoelingsvermogen heeft jegens de slacht- offers en de impact van hun daden.

Pyromanie wordt onder brandstichters slechts in een klein aantal gevallen vastgesteld, zo blijkt uit de literatuur (bijvoorbeeld Leong, 1992; Lindberg e.a., 2005). In het huidige onderzoek werd de diagnose pyromanie bij slechts twee seriebrandstichters vastgesteld. Hierbij benadrukken we dat de seriebrandstich- ters veelal onder invloed zijn van alcohol tijdens het brandstichten. Dit sluit de diagnose van pyromanie uit. De diagnostische criteria van pyromanie, meer in het bijzonder de exclusiecriteria, sluiten per definitie een aanzienlijke groep problematische seriebrandstichters uit.

In document Seriebrandstichters | Yvette Schoenmakers (pagina 153-156)