• No results found

Hoofdstuk 1: Resultaten

1.1.1. Definitie en toepassing Lean Start-up

Tabel 1 geeft een overzicht van de verschillende kenmerken van een Lean Start-up. Wanneer getoetst werd naar de kennis omtrent de definitie Lean Start-up, kwamen veel dezelfde antwoorden terug. Kenmerken als snel (R01, R02, R03, R04, R05, R07 R10, R11, R12), markt (R01, R02, R04, R05, R06, R11, R12) , MVP (R01, R03, R04, R05, R11, R12) werden door meer dan de helft van de respondenten genoemd als belangrijke kenmerken van een Lean Start-up. De helft van de bevraagden duidden dan weer experimenteren (R02, R06, R07, R08, R10, R11), feedback (R05, R07, R08, R10, R11, R12) en testen (R01, R04, R06, R07, R10, R11) aan als kenmerken. Zelfs de grondleggers van de Lean Startup-methodologie werden even vermeld.

Tabel 1: Kenmerken van het begrip Lean Start-up

Na het definiëren van de kenmerken van een LS werd ook kort nagevraagd aan de respondenten hoe deze ‘regels’ toegepast worden in het bedrijf waar zij werkzaam zijn (Tabel 2). Opvallend is dat vijf respondenten toegaven dat ze de regels van de LS-methodologie eerder informeel dan formeel toepassen. De methode wordt veeleer gebruikt als een gids die de bedrijven naar eigen goeddunken implementeren. Zo verklaarde R05 bijvoorbeeld: “Ik weet niet of er nu nog echt

regeltjes zijn. Ik zie dat eerder als een filosofie en iedereen gaat die wat implementeren op zijn eigen manier, en dat is in grote lijnen hoe wij dat gedaan hebben bij ons”. Wanneer aan experten

in LS gevraagd werd in hoeverre zij denken dat deze regels worden toegepast in bedrijven werd dit ook beaamd. R06 verklaarde dat “Ik zie weinig bedrijven, ik zie het soms wel he, maar ik zie

weinig bedrijven die het echt heel formeel gaan toepassen”. Naast een informele toepassing van

de regels van de LS methodologie worden twee belangrijke begrippen aangehaald, namelijk het Minimum Viable Product en de Build-Measure-Learn lus. Vier respondenten gaven aan gewerkt te hebben met een MVP (R02, R04, R05, R12). Daarnaast verklaarden diezelfde vier onder hen een vorm van de BML lus te gebruiken, al dan niet aangepast aan hun eigen praktijk. Zo zei R05: “[...]

Build-Learn zeker, het Measure gedeelte hangt er ook wat vanaf wat voor soort klanten dat je zit en of het B2C is [...] Maar wij zitten in een B2B markt, met een beperkte set aan grotere klanten. Dusja wij vragen dat gewoon, wij hoeven dat niet per se te meten. We zouden dat meten kunnen noemen, maar we gaan die gewoon contacteren [...]”.

Tabel 2: Toepassing van de regels van Lean Start-ups in eigen bedrijf

1.1.2.

Minimum Viable Product

Uit de SLR (zie Deel 1) kon besloten worden dat er in de literatuur geen eenduidige consensus bestaat over de definitie van het concept Minimum Viable Product. Tabel 3 geeft weer hoe de respondenten dit begrip definieerden. Het begrip MVP wordt hoofdzakelijk geassocieerd met kenmerken als ‘testen’, ‘product’, ‘prototype’. Negen van de 12 respondenten waren het eens dat een MVP iets is dat getest of afgetoetst wordt. Dat ‘iets’ is een product volgens de helft van de bevraagden (R03, R04, R07, R11, R12). Merkwaardig genoeg definieerden slechts vijf respondenten een MVP als een echt prototype (R03, R04, R07, R11, R12). In tegenstelling tot deze vijf beweerde één respondent dat een MVP juist niet het eerste prototype is. R11 geeft namelijk aan dat een MVP gelijkstaat met een RAT (Riskiest Assumption Test): “[...] veel start-ups

denken dat dat (MVP) hun eerste prototype is, hun eerste product. En dat is eigenlijk totaal niet zo. Eigenlijk he, ik noem dat altijd RAT, R-A-T, dat zijn uw Riskiest Assumption Test, risicovolle assumptie test. Dat is voor mij een MVP”. De meningen waren verder verdeeld over andere

kenmerken van het concept Minimum Viable Product. Het feit dat het gaat om iets onvolledigs dat bijgevolg nog niet perfect is, werd aangekaart door vier respondenten (R03, R05, R06, R08). Drie respondenten zagen afwisselend ‘tastbaar’ (R04, R06, R08) als kenmerk van het begrip, gevolgd door de snelheid van de ontwikkeling (R4, R9, R10) en dat er sprake is van een minimum (R01, R02, R10). Volgens drie van de twaalf respondenten is het MVP een term die voor interpretatie vatbaar is en bijgevolg veel verschillende vormen kan aannemen. “Eigenlijk is een MVP een soort

iets dat je wat tastbaar maakt en dat kan verschillende vormen aannemen, maar die er wel voor zorgt dat een soort learning cycle, dat je uw concept kunt beginnen testen” (R06). Een MVP kan

volgens de respondenten bijvoorbeeld een flyer zijn, een sales brochure of zelfs een enquête. Hieruit kan besloten worden dat MVP ook door praktijkmensen als een complex begrip gezien wordt.

Tabel 3: Kenmerken van het begrip MVP

R05 gaf tijdens het interview aan dat een MVP volgens Eric Ries een product is waar je beschaamd over moet zijn. Hij wees er echter op dat dit geëvolueerd is: “En persoonlijk vind ik wel dat dat aan

het shiften is. Ik vind dat niet waar, omdat je u nu ook niet meer kan permitteren om gewoon een crappy product op de markt te zetten. Het is dan waarschijnlijk gewoon niet goed”. Alle

respondenten (4 van de 4) gingen ook niet akkoord toen we de vraag stelden of een MVP ook een ‘crappy’ product kan zijn. Eén respondent (R01) nuanceerde zijn antwoord echter: “En ik denk dat

het een belangrijk onderscheid om te maken is om wel degelijk iets crappy als legit gaan aan te bieden of iets crappy hebben, maar het fancy gaan voorstellen om louter de nood te gaan testen bij uw klanten”. De andere drie respondenten waren het eens over het feit dat een slecht product

geen MVP is en dat niemand een slecht product zou kopen. R12 zei hier het volgende over: “Ik

denk crappy product, niemand gaat ooit een crappy product gebruiken. Het moet gewoon al waarde brengen, en als er een aantal dingen nog totaal niet in orde zijn tot daaraan toe”.