• No results found

7. Leefbaarheidsbeleid 2.0

7.4 Deeluitwerkingen

Figuur 16 Voorgestelde structuur

Figuur 16 geeft aan hoe de provincie kan gaan werken: met een netwerk in de regio waarbij een spin in het web de verbindingen legt tussen regionaal netwerk en provinciehuis. In deze paragraaf werk ik de genoemde regionale netwerken, semi-frontoffice en subsidieafdeling uit.

7.4.1 Regionale netwerken

Het scenario gaat uit van een integrale gebiedsbenadering door regionale netwerken. Niet alleen leefbaarheidsregelingen maar ook bijvoorbeeld toerisme, landbouw en arbeidsmarkt kunnen via regionale netwerken kunnen worden afgestemd en uitgevoerd. Alle regio’s zouden dus, ongeacht de beschikbare subsidieregelingen- hun eigen gebiedsagenda/ lokale ontwikkelstrategie kunnen maken, met daarin de thema’s waar zij als regio gezamenlijk aan willen werken. De definitie van het begrip leefbaarheid wordt daarbij opgerekt en ingevuld aan de hand van de visie van de betreffende regio, en sluit aan bij de leefwereld van de regio’s en burgers. De verantwoordelijkheid en het initiatief voor de samenwerking liggen daarbij duidelijk bij de regio. Via een spin in het web (zie ook de volgende subparagraaf) kunnen plannen, projecten en behoeften dan – voor zover dat nuttig en noodzakelijk wordt geacht– met de provincie worden afgestemd. Voor sommige onderwerpen is het niet nodig de provincie te betrekken, maar voor andere zaken wel. Je kunt hierbij denken aan provinciale regelgeving, subsidies op het gebied van landbouw, toerisme, landschap en dergelijke.

Het (stimuleren van het) oprichten van gebiedsnetwerken sluit aan bij de trends in de maatschappij: overheidsparticipatie, bezuinigingen van de overheid, mondigheid van de burger. Zoals besproken in het bestuurlijk kader (hoofdstuk 3) wordt deze vorm van werken ook in de adviezen van onder andere de Adviescommissies Bevolkingskrimp, -

PlattelandsParlement en – Burgerparticipatie aangeraden. Het Netwerk Platteland sluit zich hierbij aan, en geeft in een visie aan hoe de provincies hier op in kunnen spelen. Zij ziet kansen voor gebiedsorganisaties die gelegitimeerd zijn voor de rol die ze spelen: er moeten inhoudelijke knelpunten zijn in een regio waar relevante partijen samen aan willen werken. Deze gebiedsorganisaties moeten professioneel en efficiënt werken en bovendien effectief zijn en hun doelen bereiken94. Een klein punt van kritiek: de voorgestelde netwerken hebben wellicht niet in alle regio’s budget en mandaat. De resultaten die bereikt kunnen worden hangen daarom af van de inzet van de netwerkpartners en de welwillendheid van overheden om de netwerken te faciliteren en serieus te nemen.

7.4.2 Spin in het web

De spin in het web is een verbinder, een subsidieadviseur, een projectontwikkelaar, die zich richt op het ondersteunen van regionale plannen bij het verkrijgen van provinciaal

draagvlak en cofinanciering. De spin in het web heeft een beperkte rol: de regio moet het doen, de contactpersoon is er alleen om provinciale doelen en geld te verbinden aan de regionale plannen en projecten. De spin in het web kan andere provinciale medewerkers laten aanschuiven op momenten dat daar behoefte aan is. Als er bijvoorbeeld een project is wat gaat over toeristische routes kan de projectverwerver toerisme aanschuiven. De spin in het web houdt overzicht en zorgt voor een goede integrale afstemming met alle betrokken afdelingen en medewerkers.

Concreet kan deze spin gezien worden als een fulltime functie voor één persoon of twee parttime functies (een manager die strategisch afstemt, aan kan schuiven bij andere

94

regionale overlegstructuren & landelijk overleggen voert, plus een projectleider die de inhoudelijk de projecten faciliteert). Hierbij hoort per regio één goede ondersteuner. Zowel projectleider als ondersteuner zouden eventueel in dienst kunnen zijn bij één van de gemeenten, nu al of met ingang van de herindeling. De benodigde capaciteit kan uit de bestaande capaciteit worden gehaald: een projectverwerver van de afdeling ECP zou deze functie prima kunnen vervullen. Qua positionering kan de spin in het web het beste worden ondergebracht binnen de afdeling Project- en Programmamanagement, omdat het gaat over afdelingsoverstijgende zaken.

7.4.3 Semi- frontoffice

Binnen de provincie zou er dan een semi-frontoffice moeten zijn waarin contactpersonen van de diverse regelingen zitten.Deze contactpersonen adviseren over projecten die uitvoering kunnen geven aan het provinciaal beleid. Veelal zitten deze personen nu bij een beleidsafdeling. Er moet veel aandacht zijn voor afstemming tussen de afdelingen en provinciale programma’s! De (leefwereld van de) regio’s en burgers moeten het uitgangspunt zijn.

De semi-frontoffice kan virtueel worden ingericht, waarbij de betreffende personen binnen hun eigen afdeling blijven, en de samenwerking beperkt wordt tot regelmatig afstemmen en gezamenlijk gebruik van een zaaksysteem (mogelijk een soort track&trace-systeem) en subsidieregister. Ook kan de semi-frontoffice worden opgezet als nieuwe afdeling of als unit, waarbij zij een plek zou kunnen krijgen binnen de afdeling Project- en

Procesmanagement. Bij een virtuele semi-frontoffice hoeft er binnen de organisatie weinig veranderd te worden.

De omvang van de taken zou afnemen omdat een deel hiervan wordt overgenomen door de spin in het web. Deze kan door zijn/haar helicopterview een goed inzicht krijgen in de benodigde afstemming binnen het provinciehuis en deze organiseren. De semi-frontoffice kan de komende jaren als gevolg van verschillende oorzaken in capaciteit worden

afgebouwd. Ten eerste is er minder capaciteit nodig als de provincie beschikt over een subsidieloket die kan meebepalen welke subsidies het beste bij een project passen. Door efficiënter werken, meer afstemming binnen het provinciehuis en een kleinere rol van de provincie in het proces hoeven de medewerkers van de frontoffice bovendien minder werk te verrichten en en is er dus minder capaciteit nodig. Een andere oorzaak waardoor de benodigde capaciteit afneemt is het feit dat bij de gemeentelijke herindeling taken van de provincie worden overgedragen aan de gemeenten. Niet alleen leefbaarheid, maar wellicht ook bijvoorbeeld toerisme zal dan binnen het provinciehuis niet of minder worden

8. Implementatie en fasering