• No results found

Deelconclusie veronderstelde leefbaarheid

In document Hoe leefbaar is Volewijck? (pagina 50-55)

Lisette van Boekel

7.1 Deelconclusie veronderstelde leefbaarheid

Deskresearch heeft uitgewezen dat het toch slechter is gesteld met de

veronderstelde leefbaarheid in Volewijck dan de gepercipieerde leefbaarheid doet vermoeden. Zo geeft Marije Greiner aan dat Volewijck een gezellige buurt is met veel actieve bewoners, wat ingaat op de percipieerde leefbaarheid, maar zijn de feitelijke cijfers over de wijk negatiever. Zo is volgens Coby van Berkum Volewijck uitgegroeid tot een grote wijk met een hoog percentage laagopgeleiden en relatief veel werklozen. “Bijna de helft van de beroepsbevolking is laag opgeleid en de werkloosheid is hoog”, aldus Cody. De gemeente Amsterdam heeft daarom in samenwerking met stadsdeel Noord de wijk aangewezen tot focusgebied om leefkwaliteit en de sociaaleconomische positie van de bewoners te verbeteren.

Lisette van Boekel deelt het positieve beeld over de gepercipieerde leefbaarheid en beweert dat de bewoners redelijk tevreden over Volewijck. “Uit recent onderzoek is gebleken dat bewoners de wijk een 7,1 geven.” Toch is het ook volgens Lisette slechter gesteld met de veronderstelde leefbaarheid in de wijk. Volewijck scoort het meest ongunstig als het gaat om cijfers rondom werk en inkomen. Daarnaast wonen er veel kwetsbare bewoners en er is veel psychische gezondheidsproblematiek. Ook het winkelaanbod in Volewijck ligt volgens Lisette onder het Amsterdamse gemiddelde. Het winkelgebied krijgt een van de laagste waarderingen in Amsterdam namelijk een 5,6. Dit kwam ook als kritiekpunt naar voren in het panelgesprek. Lisette denkt dat er nog een lange weg te gaan is voordat Volewijck geen Focuswijk meer is, en zegt: “Ooit komen we er wel, maar er is nog genoeg te doen. We moeten met elkaar blijven werken aan een betere toekomst en de bewoners niet in de steek laten.”

Toch gaat het volgens wijkagent Mario Hegger ook goed met Volewijck. “Het aandeel jongeren dat in Volewijck wordt verdacht van criminele activiteiten is vorig jaar voor het vijfde achtereenvolgende jaar gedaald, door verschillende projecten proberen we de inwoners op het rechte pad te krijgen en daar te houden.”

Ondanks al het positieve is Volewijck volgens Hegger wel een aandachtsgebied en moet er ook zeker flink aandacht aan gegeven blijven worden. Ook is het volgens hem hard nodig om de wijk te renoveren. “Het overgrote deel van de woningen is eigendom van woningcorporatie Ymere, die in de jaren “80 op beperkt niveau heeft gerenoveerd. De huizen zijn klein, gehorig, slecht geïsoleerd en de huren zijn daardoor erg laag. Er wonen veel grote gezinnen in de wijk en veel gezinnen wonen in te kleine huizen. Volgens officiële normen woont 27 procent te krap in de wijk.”

Na het houden van verschillende interviews, kan er worden geconcludeerd dat de veronderstelde leefbaarheid in Volewijck onvoldoende scoort. De wijk scoort slecht

op het gebied van de sociaal economische positie van de inwoners, voorzieningen in de wijk en huisvesting. Deze negatieve cijfers kunnen daarom ook als een bron voor de negatieve berichtgevingen in de media worden gezien. In de wijk zijn echter tal van projecten actief om de wijk leefbaarder te maken op verondersteld niveau, waardoor de toekomst van Volewijck er rooskleuriger uitziet.

8

Eindconclusie

In deze scriptie is onderzoek gedaan naar in hoeverre de Amsterdamse buurt Volewijck door de inwoners als leefbaar wordt beschouwd in vergelijking met het beeld dat er in de media geschetst wordt. Voorafgaand aan het onderzoek naar de mate van leefbaarheid in de wijk, is de berichtgeving in de media bestudeerd middels een inhoudsanalyse. De mate van leefbaarheid is vervolgens gemeten aan de hand van de methode van Machiel van Dorst (2005). Hiervoor is er aan zowel desk- als fieldresearch gedaan. Zo zijn er qua deskresearch verschillende bronnen gebruikt en interviews afgenomen, en vormen een enquête en een panelgesprek de basis voor fieldresearch.

Onderzoek naar de berichtgeving in de media, via een inhoudsanalyse, heeft uitgewezen dat er stelselmatig negatief over Volewijck wordt gepubliceerd. Zo werd er zelfs gesproken over een wijk waar je naartoe vertrekt als je echt nergens anders terecht kunt. Uit de analyse bleek daarmee dat een aanzienlijk gedeelte van deze negatieve berichtgeving is geframed, en er daardoor gebruik is gemaakt van negatieve mediaframing in de artikelen over Volewijck. De keuzes die de journalisten van de onderzochte artikelen hebben gemaakt bij het schrijven van de nieuwsberichten, hebben hierbij een grote invloed op de beleving van de lezer. Zo is er getracht om de lezer een zeer negatief beeld over Volewijck voor te schetsen, wat bevorderlijk werkt op de sensatie van de lezer.

Daarnaast is er onderzoek gedaan naar het begrip leefbaarheid en de mate van leefbaarheid in Volewijck. Er is in deze studie voor gekozen om de uitleg en methode van onderzoek van Van Dorst (2005) te volgen. Van Dorst splitst het begrip leefbaarheid in drie verschillende soorten van leefbaarheid: de

gepercipieerde, veronderstelde en kennelijke leefbaarheid. De kennelijke leefbaarheid is buiten beschouwing gelaten omdat het meten van het aantal gelukkige levensjaren pas achteraf te beoordelen is door het aantal gelukkige levensjaren en dit onderzoek ingaat op de huidige leefbaarheid.

De gepercipieerde leefbaarheid gaat in op de mening van de buurtbewoners over de wijk, en is onderzocht middels een enquête en een panelgesprek. Deze enquête is ingevuld door 398 inwoners uit Volewijck, en focust zich op de mening van de inwoners over hun wijk. Uit de resultaten is gebleken dat veruit de meeste inwoners het naar hun zin in de wijk en niet zouden willen verhuizen.

De deelnemers van de panelgesprekken deelden deze mening. In het onderzoek zijn twee panelgesprekken gehouden, waarbij het eerste gesprek werd gevoerd met enkel autochtone inwoners gevolgd door een gesprek met allochtone

inwoners. Het voornaamste verschil in de resultaten lag op het gebied van sociale cohesie. De autochtone deelnemers gaven namelijk aan dat zij de sociale cohesie in de wijk zeer belangrijk te vinden en zorgen daarom dat ze altijd goed contact met de buurt hebben, terwijl de allochtonen spraken van discriminatie in de wijk. Discriminatie en daarbij spanningen tussen verschillende culturele groeperingen

kunnen tot grote problemen leiden in een wijk, waardoor de sociale cohesie in de wijk toch niet optimaal blijkt te zijn. De gemeente probeert echter wel de sociale cohesie tussen verschillende culturele groepen te verbeteren door middel van de actieve projecten, waarvan het project ‘Broedstaten’ een mooi voorbeeld is. Voor de overige punten kwamen de resultaten tussen de twee groepen overeen, en waren deze dan ook over het algemeen positief. De onderzochte

gepercipieerde leefbaarheid geeft met deze resultaten een positief beeld over de wijk in vergelijking met het beeld dat de artikelen in de media doen beweren. Wel gaven de deelnemers van het panelgesprek aan dat criminaliteit ook een probleem is in de wijk. Volgens de deelnemers zou de negatieve berichtgeving in de media het gevolg kunnen zijn deze criminaliteit in de wijk.

Verder is de veronderstelde leefbaarheid in Volewijck onderzocht middels het raadplegen van verschillende bronnen en interviews met experts en deskundigen van de wijk. De veronderstelde leefbaarheid gaat in op de vraag of de omgeving voldoet aan bepaalde veronderstelde voorwaarden. De resultaten van deze vorm van leefbaarheid lagen echter niet geheel in lijn met de uitkomsten van de gepercipieerde leefbaarheid. Zo blijkt uit het bronnenonderzoek dat Volewijck de meest onveilige wijk in Noord is. Volewijck behoort tevens samen met

IJplein/Vogelbuurt tot de armste wijken van Amsterdam. Het gemiddelde huishouden in Volewijck heeft per jaar €23.600 te besteden. Deze statistieken werden ook genoemd als problemen in de wijk door de experts tijdens de interviews. Uit de interviews kwam namelijk wederom voort dat Volewijck een gezellige buurt met veel actieve bewoners is, maar er nog veel verbeterd kan en moet worden. Zo zijn de huizen klein, gehorig en slecht geïsoleerd, is er veel psychische gezondheidsproblematiek en ligt het winkelaanbod onder het Amsterdamse gemiddelde. De experts zijn er over eens dat Volewijck een aandachtsgebied is en er moet ook zeker flink aandacht aan gegeven blijven worden.

Een positief aspect aan de wijk is dat er momenteel tal van projecten actief zijn om de wijk leefbaarder te maken op verondersteld niveau. Volgens Coby van Berkum, voorzitter van de bestuurscommissie van gemeente Amsterdam Noord, zijn er namelijk verschillende projecten actief die de leefbaarheid moeten verhogen op het gebied van huisvesting tot scholing. Daarnaast stelt wijkagent Mario Hegger dat het aandeel jongeren dat in Volewijck wordt verdacht van criminele activiteiten vorig jaar voor het vijfde achtereenvolgende jaar is gedaald als gevolg van verschillende projecten.

Na field- en deskresearch te hebben gedaan naar de mate van leefbaarheid in Volewijck, valt er te concluderen dat de negatieve berichtgeving in de media vooral wordt tegengesproken door de hoge mate van gepercipieerde leefbaarheid in de wijk. De gemiddelde buurtbewoner is erg positief over Volewijck en ervaart de buurt, afgezien van enkele kritiekpunten, als zeer leefbaar. Wel blijkt discriminatie een groot probleem te zijn in de wijk, waardoor hier ook nodig actie tegen moet

worden ondernomen. Daarnaast kan het negatieve beeld dat er in de media geschetst wordt, worden onderbouwd met negatieve cijfers die betrekking hebben op de veronderstelde leefbaarheid in de wijk. Momenteel zijn er tal van projecten actief om deze problemen op te lossen en de negatieve cijfers weg te werken, waardoor de toekomstige leefbaarheid van Volewijck er positief uitziet.

9

Evaluatie

Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek zijn er enkele aanbevelingen naar voren gekomen die van pas kunnen komen bij een eventueel herhaal- of

vervolgonderzoek. Deze aanbevelingen en wensen worden in dit laatste hoofdstuk besproken.

9.1.1 Interviews

In hoofdstuk twee laat ik weten dat ik zeven interviews wil gaan houden. Helaas is dit niet gelukt. Ik heb met vijf mensen contact kunnen krijgen. Ook heb ik niet alle personen kunnen spreken die ik eerst voor ogen had, maar gelukkig heb ik hiervoor wel goede vervanging gevonden.

In document Hoe leefbaar is Volewijck? (pagina 50-55)