• No results found

Conclusie beide panelgesprekken

In document Hoe leefbaar is Volewijck? (pagina 41-44)

Hoe tevreden bent u met uw buurt?

6.2.3 Conclusie beide panelgesprekken

Alle deelnemers van het eerste panelgesprek zijn het met elkaar eens dat Volewijck erg leefbaar is, al weten ze niet allemaal hoe ze leefbaarheid moeten omschrijven. “Gewoon dat is als je ergens goed woont volgens mij”, aldus Sandra. Volgens Bas heeft leefbaarheid te maken met de omgeving waar je in woont. Daarnaast is Abdel het meest positief over de wijk in het tweede gesprek, en vertelt dat hij met veel plezier in Volewijck woont ervan overtuigd is dat zijn wijk leefbaar is. “Dit is de beste plek om te wonen, het is hier heel levendig.” Als ik aan

Abdel vraag om de term leefbaarheid uit te leggen, zegt hij: “Dat is een plek waar je goed kan wonen.”

Volewijck is bijna bij alle deelnemers van beide groepsdiscussies erg geliefd. Zo kiest iedereen ervoor om nog niet weg te gaan uit Volewijck. Echter, Sandra denkt er aan om na haar studie weg te gaan, ze wil naar een plek waar wat minder criminaliteit is. “Ik wil gewoon wat rustiger wonen, soms zijn hier naar mijn idee te veel problemen.”, aldus Sandra. Na doorgevraagd te hebben over wat voor soort problemen zij dan bedoelt, antwoordde Sandra met een onduidelijk antwoord. Ikzelf kreeg het gevoel dat zij doelde op de aanwezigheid van veel verschillende culturen in de wijk. Farrah is één van de leden die niet met veel plezier in Volewijck woont. “Ik word in mijn straat nog niet eens aangekeken, mijn buren zijn heel asociaal en houden geen rekening met mij. Ik voel me vaak gediscrimineerd.” Farrah kon mij geen duidelijk antwoord geven toen ik aan haar vroeg hoe ze dan werd gediscrimineerd. Riciano wil juist niet weg uit Volewijck, maar is bang dat hij en zijn moeder zelf uit Volewijck weg moeten. “Deze wijk verandert totaal. De gemeente is bezig de hele wijk plat te gooien en wij zijn degene die weg moeten, zodat er plek is voor nieuwe gezinnen die meer geld hebben.”

Verder merken de deelnemers op dat Volewijck zeer slecht bekend staat en dat de media ook vrij vaak negatief over Volewijck berichten. “Als ik een stuk over de wijk lees in de krant is dat negen van de tien keer negatief geschreven”, zegt Eveline. “Dat Volewijck zo slecht bekend staat, komt door de media. Ze schrijven alleen wat de mensen willen lezen, want dat verkoopt goed”, aldus Bas. De leden van

panelgesprek twee kunnen mij vrij weinig antwoorden geven op vragen over media en Volewijck. De meeste gaven aan geen krant te lezen en niet het nieuws te kijken. Patrick snapt wel waarom de wijk zo negatief bekend staat. “Er gebeuren hier wel vaak dingen, kranten vinden het leuk om daar over te schrijven. Dat verkoopt goed en daarom staat deze wijk zo slecht bekend.”

Volewijck is vooral een hele erge fijne wijk om te wonen volgens de deelnemers van panelgesprek één. Het is er volgens de panelleden altijd gezellig en genoeg te doen. Daarnaast vinden de bewoners de sociale cohesie in de wijk zeer belangrijk en zorgen daarom dat ze altijd goed contact met de buurt hebben. Volgens de deelnemers van panelgesprek twee, is het echter moeilijk om als allochtoon in Volewijck te wonen en is het soms helemaal niet zo fijn. Farrah, Gregory en Patrick geven aan vaak last te hebben van discriminatie. Volgens Gregory worden alle buitenlanders over één kam geschoren. “Als er bijvoorbeeld weer een auto in de brand is gestoken, worden wij aangekeken. Zelfs de politie kijkt als eerst naar ons, terwijl de blanken het meestal hebben gedaan.” Patrick voelt zich thuis in

Volewijck, alleen er moet iets gedaan worden aan de kloof tussen de allochtonen en autochtonen. “Ik merk dat er veel spanningen zijn tussen ons en de

De meningen zijn verschillend als het gaat over criminaliteit. Volgens Riciano is het logisch dat er veel criminaliteit is. “Er zijn nou eenmaal veel hangjongeren hier, die vervelen zich en gaan en halen wat kattenkwaad uit. De ene keer is dat wat erger dan de andere keer.” Bets merkt op dat ze regelmatig last heeft van criminaliteit. “Elke dag kom ik wel in aanmerking met bijvoorbeeld vandalisme of zie ik de hangjongeren op het plein die nu al volop met illegaal vuurwerk bezig zijn. Niet dat ik bang voor ze ben hoor, ik ken ze goed.” Stefan komt juist bijna tot geen

criminaliteit tegen in zijn buurt. “Ik woon in een buurt waar vooral veel gezinnen en ouderen wonen, het is er heerlijk rustig.” Sandra daarentegen vindt dat er wel teveel criminaliteit is. “Er gebeuren in mijn wijk veel dingen die niet horen zoals, diefstal, brandjes etc. Het zijn geen hele grote dingen, maar ik merk dat er altijd wel iets gebeurt hier.” Angela zegt zich niet echt bezig te houden met de

criminaliteit op straat. “Het gebeurt hier waarschijnlijk net zoveel als ergens anders, alleen je hoort het hier meer.” Als ik vraag hoe dat dan kan, antwoord ze: “Gewoon dat komt door de kranten die daar veel over schrijven.”

Alle deelnemers zijn het er over eens dat ze veiligheid in de wijk een belangrijk punt vinden. “Ik ben erg blij dat mijn buurt tegenwoordig een 30-zone is geworden. Vroeger reden de auto’s hier zo hard, niemand durfde kinderen meer buiten te laten spelen. Maar dat is gelukkig voorbij”, aldus Eveline. Gizlen voelt zich altijd heel erg veilig. “Ik sta zo vaak alleen in de winkel en ik heb me nog nooit onveilig gevoeld. Ik weet zeker dat er niks gebeurt.” Volgens Stefan wordt er bij hem in de straat steeds meer gedaan aan veiligheid, maar kan het altijd beter. “Sinds vorige maand is mijn straat goed verlicht, daarvoor moesten we het doen met slechts een paar lantaarnpalen voor de hele straat. Dat was niet te doen.” Patrick vertelt dat er veel ingebroken wordt bij hem in de straat. “Sinds er zo veel inbraken zijn, wordt er veel gecontroleerd door de politie. Ze doen hun werk goed, daarom voel ik me erg veilig hier.” Gregory voelt zich heel veilig in de wijk. “Ik laat vaak mijn hond nog een keer uit in de nacht, ik voel dan heel veilig en weet dat mij niks kan gebeuren.” De deelnemers van beide gespreken zijn allemaal tevreden over de kwaliteit en nabijheid van voorzieningen zoals scholen, medische voorzieningen en OV haltes in Volewijck. Zo vindt Sandra vooral het OV goed geregeld. “De bus stopt hier voor de deur en die komt om de 10 minuten. Binnen een kwartier sta ik in het centrum van Amsterdam. We hebben hier alleen de bus, de tram of metro rijdt hier niet. Ik mis het niet hoor, de bus is prima.” Ook Farrah is blij met het OV. “Ik heb geen rijbewijs en doe alles met de bus, die rijdt hier zo veel. Als ik even naar het winkelcentrum moet, hoef ik meestal maar vijf minuten te wachten op de bus.” Over het winkelaanbod zijn de meningen nogal verdeeld. Volgens Stefan moet je voor de winkels echt naar het centrum van Amsterdam. “In de wijk kan je hooguit je boodschappen halen bij de supermarkt, meer stelt het niet voor.” Voor Bets is het winkelaanbod echter precies goed: “Ik loop elke dag een rondje door het

winkelcentrum. Het aanbod is precies goed voor mij, van de kapper tot de supermarkt. Alles heerlijk dichtbij”, aldus Bets. Riciano vindt dat de winkels in Volewijck weinig voorstellen. “Tegenwoordig komen er alleen maar van die

goedkope winkels bij, alle mooie winkels zijn weg. Ik kan hier absoluut niet scoren voor kleding.” Gizlen vindt het juist fijn dat er wat goedkopere winkels zijn

gekomen. “Nu kan ik hier heel goed slagen, vroeger waren hier alleen maar te dure winkels.”

Bovendien vond ik het houden van panelgesprekken erg nuttig doordat er in panelgesprekken de mogelijkheid is, in tegenstelling tot kwantitatief onderzoek, om door te vragen met ‘waarom’-vragen. Dit voordeel van kwalitatief onderzoek heeft daarmee zeker geleid tot een completer beeld van de mening van de

buurtbewoners. Een mooi voorbeeld daarvan is de discussie met Sandra over de problemen die zij ziet in de wijk. Met kwantitatief onderzoek was er niet de

mogelijkheid geweest om hierop door te vragen, waardoor er een minder compleet beeld geschetst kon worden over de wijk. Zoals eerder vermeld is, kunnen de resultaten van een focusgroep, bestaande uit meerdere personen, niet helemaal als betrouwbaar worden beschouwd doordat de antwoorden van een deelnemer beïnvloed kunnen worden door de aanwezigheid van andere deelnemers.

Gedurende de gesprekken was dit ook een enkele keer het geval. Zo leek het alsof Sandra het lastig vond om de problemen, die zij ziet in de wijk, uit te leggen omdat het onderwerp spanningen teweeg zou kunnen brengen.

In document Hoe leefbaar is Volewijck? (pagina 41-44)