• No results found

De verzorgende en stuwende functies van Pekela

In document Waar nijverheid naast landbouw bloeit (pagina 65-70)

Hoofdstuk 3 - De beroeps- en bedrijfsstructuur in Nieuwe Pekela en Oude Pekela in

3.4 De beroepsstructuur van Nieuwe Pekela en Oude Pekela 1851-1910

3.4.3 De verzorgende en stuwende functies van Pekela

Oude Pekela kreeg aan het einde van de 19e eeuw een sterk eenzijdig industrieel karakter. Welke invloed had dit op de verzorgende en stuwende factoren in de gemeente? Een goede indicator was de aanwezigheid van de handel. In 1890 was de handel nog ruim vertegenwoordigd, in 1900 was dit al veel minder, zo blijkt uit de tabel op de volgende pagina.

66

Tabel 3.14 De beroepsstructuur van de gemeente Oude Pekela in 1890 en 1900 in percentages en de bijbehorende concentratiegetallen

Benaming 1890 1900

% Conc. getal % Conc. getal

Aardewerk, glas, kalk, diamant, etc. - - 0,11% 5

Boek- en steendrukkerij 0,19% 22 0,11% 12

Bouwbedrijven 6,30% 76 5,97% 65

Chemische nijverheid (1900: inc. Olie, vet, zeep)

0,06% 26 0,33% 51

Hout, kurk en stroverwerking 0,93% 36 0,66% 27

Kleding en reiniging 4,88% 94 4,15% 71

Leder, wasdoek, rubber 2,22% 87 1,66% 65

Winning metalen, turf, zout etc. 0,25% 23 0,39% 37

Metaalnijverheid, machines 3,15% 96 2,43% 63 Papiernijverheid 14,71% 7341 15,75% 3529 Scheepsbouw en rijtuigfabricage 2,10% 227 2,49% 171 Textiele nijverheid 1,98% 65 1,38% 44 Voedings- en genotsmiddelen 5,81% 101 7,57% 104 Landbouw 22,19% 62 27,20% 75 Handel 12,48% 134 10,83% 91 Verkeerswezen en horeca 12,05% 134 7,68% 88 Krediet- en bankwezen 0,06% 127 0,11% 29 Verzekeringswezen 0,12% 164 0,28% 104

Onderwijs Onbekend - Onbekend -

Huiselijke diensten 6,92% 61 7,85% 62

Overheid en overige maatschappelijke diensten

3,58% 44 2,71% 40

Losse werklieden - - 0,06% 3

Totale beroepsbevolking 1618 1809

Bron: Bron: J.F. Voerman, Verstedelijking en migratie in het Oost-Groningse veengebied 1800-1940 (Assen 2001) 153.

In de tabel is gebruik gemaakt van concentratiegetallen. Met behulp van de concentratiegetallen is het mogelijk om de gemeentelijke beroepsstructuur in een landelijk perspectief te plaatsen. In andere woorden, zegt het concentratiegetal iets

67

over de specialisatie in een bepaalde gemeente. Met behulp van de volgende formule wordt het concentratiegetal berekend.75

De in een gemeente aanwezige proportie van de landelijke beroepsbevolking per sector

Concentratiegetal = --- x 100 De in een gemeente aanwezige proportie van de landelijke bevolking

Wanneer het concentratiegetal 100 is, dan is er geen onderscheid met het landelijke percentage in de desbetreffende bedrijfstak. Wanneer het getal onder de 100 is, dan werken er relatief minder mensen in de desbetreffende bedrijfstak en op het moment dat het getal boven de 100 is, dan werken er relatief meer mensen in de desbetreffende bedrijfstak. Wanneer dit laatste het geval is, dan spreken we van specialisatie.

Zoals al eerder is geconcludeerd, was de strokartonindustrie sterk vertegenwoordigd in Oude Pekela. Het concentratiegetal kwam in 1890 uit op 7341 en in 1900 op 3529. Zulke hoge concentratiegetallen wijzen op een zeer sterke specialisatie. Ook de scheepsbouw kan nog worden gezien als een specialisatie, maar deze is van minder groot belang en daalde ook in concentratiegetal in de periode 1890-1900.76 Het valt op dat er relatief weinig mensen werkten in de bedrijfstakken met een verzorgende functie. Naast de handel, waren de meeste verzorgende bedrijven ondervertegenwoordigd in Oude Pekela. Deze cijfers komen overeen met de daling die was geconstateerd bij de overige beroepen in de beroepstelling in de burgerlijke stand en de daling van het aantal overige bedrijven in de bedrijfsstructuur. Aan het begin van de 19e eeuw was Oude Pekela nog een gemeente met redelijk veel variatie in de beroepsstructuur, zoals ook bleek uit de enquêtes uit 1816 en 1819 (tabel 1.4 en tabel 1.5) en het hoge percentage overige beroepen uit de beroepstelling in de burgerlijke stand. Met de komst van de industrialisatie en in het bijzonder de strokartonindustrie, werd de beroepsstructuur steeds eenzijdiger en verloor Oude Pekela grote delen van haar verzorgende functie. De gemeente draaide steeds meer om de stuwende functie van de strokartonindustrie.

In tegenstelling tot Oude Pekela, concentreerde de (strokarton)industrie zich in veel mindere mate in Nieuwe Pekela. Zoals voorheen al was geconcludeerd bleef Nieuwe

75 Pim Kooij, Groningen 1870-1914, 121.

68

Pekela een agrarische gemeente, met circa 20% van de beroepsbevolking werkzaam in de landbouw. Hoe stond de verzorgende functie van Nieuwe Pekela ten opzichte van Oude Pekela? In de tabel hieronder zijn enkele verzorgende bedrijfstakken uiteen gezet met de bijbehorende concentratiegetallen voor het jaar 1900.

Tabel 3.15 De concentratiegetallen voor enkele verzorgende bedrijfstakken in Nieuwe Pekela en Oude Pekela in 1900

Nieuwe Pekela Oude Pekela

Boek- en steendrukkerij 21 13

Kleding en reiniging 103 71

Leder, wasdoek en rubber 72 65

Handel 112 91

Krediet- en bankwezen - 29

Verzekeringswezen 48 104

Vrije beroepen 30 46

Rijksoverheid 26 15

Bron: J.F. Voerman, Verstedelijking en migratie in het Oost-Groningse veengebied 1800-1940 (Assen 2001) 153.

Het is opvallend dat de concentratiegetallen in Nieuwe Pekela over het algemeen wat hoger zijn dan in Oude Pekela. Dit wekt de indruk dat de verzorgende functies van de beide Pekela’s zich gingen concentreren langs het Pekelderhoofddiep in Nieuwe Pekela. Nieuwe Pekela nam dus de verzorgende functie op zich die langzamerhand verdween in Oude Pekela. Dit komt wederom overeen met de uitkomst van de beroepstelling in de burgerlijke stand van Nieuwe Pekela (tabel 3.8), waar een duidelijke stijging was te zien van het aantal werkzame mensen in de overige bedrijfstakken. Volgens Voerman is dit ook niet vreemd, want Nieuwe Pekela was ook meer een knooppunt dan Oude Pekela. In Nieuwe Pekela kwam namelijk het Ommelanderdiep, dat in verbinding stond met Veendam, uit in het Pekelder Hoofddiep en kruisten de tramwegen van Veendam naar Pekela en die van Winschoten naar Stadskanaal elkaar.77

Concluderend kunnen we zeggen dat in de loop van de 19e eeuw Oude Pekela delen van haar verzorgende functie verloor en dat dit in Nieuwe Pekela aan het einde van de 19e eeuw enigszins werd opgevangen. Vanaf de jaren ’70 kwam er in Oude Pekela

69

een nieuwe specialisatie op, namelijk de strokartonindustrie. Dit werd de belangrijkste stuwende factor in Oude Pekela. Nieuwe Pekela, dat veel minder geïndustrialiseerd was dan Oude Pekela, liet dan ook in deze periode iets hogere concentratiegetallen zien, wat duidde op een grotere verzorgende functie dan Oude Pekela.

Ook de bevolkingsontwikkeling verliep in de tweede helft van de 19e eeuw in beide gemeenten anders. In Nieuwe Pekela groeide de bevolking aanzienlijk minder snel dan in Oude Pekela. Ook het migratiesaldo van Nieuwe Pekela was negatiever dan dat van Oude Pekela. Dit doet vermoeden dat de strokartonindustrie een positieve invloed heeft gehad op het migratiesaldo, dat in de laatste twee decennia van de 19e eeuw minder negatief was dan voorheen. Daartegenover betekende het dat de strokartonindustrie kon putten uit genoeg arbeidskrachten dankzij het constante arbeidsoverschot dat er klaarblijkelijk was, vanwege het negatieve migratiesaldo in Oude Pekela.

In het volgende hoofdstukken komen de ontwikkelingen van de scheepvaart, de scheepsbouw en de strokartonindustrie meer aan de orde. Waarom waren de scheepsbouw en de scheepvaart zo nadrukkelijk aanwezig in beide Pekela’s in de 19e eeuw? Waarom gingen beide bedrijfstakken ten onder en waarom werd juist de strokartonindustrie de nieuwe specialisatie in Pekela?

70

In document Waar nijverheid naast landbouw bloeit (pagina 65-70)