• No results found

De bedrijfsstructuur van Nieuwe Pekela en Oude Pekela in de tweede helft van

In document Waar nijverheid naast landbouw bloeit (pagina 56-60)

Hoofdstuk 3 - De beroeps- en bedrijfsstructuur in Nieuwe Pekela en Oude Pekela in

3.3 De bedrijfsstructuur van Nieuwe Pekela en Oude Pekela in de tweede helft van

Met behulp van de gemeenteverslagen wordt in dit hoofdstuk de ontwikkeling van de bedrijfsstructuur van de beide Pekela’s uiteengezet. Vanaf 1851 waren de gemeenten verplicht om een ‘verslag van den toestand’ bij te houden volgens de nieuwe gemeentewet.71 Vanaf 1854 werd er elk jaar een staat van fabrieken en ambachten gemaakt. Vanaf 1866 gebeurde dat slechts om de vijf jaar. De gemeenteverslagen geven het beste overzicht dat er is van de fabrieksnijverheid in de tweede helft van de 19e eeuw. Toch moeten er kanttekeningen bij de betrouwbaarheid van de gemeenteverslagen geplaatst worden. Zo kwam het wel eens voor dat de opgaven van voorgaande jaren klakkeloos overgenomen werden en werden zeldzame beroepen en ambachten nogal eens vergeten.72

We beginnen wederom met Nieuwe Pekela. In de tabel hieronder zijn de belangrijkste ambachten en fabrieken weergegeven over de periode 1856-1916. Ter behoud van het overzicht zijn slechts enkele bedrijfstakken apart bekeken. Dit zijn de scheepsbouw en alle aanverwante bedrijfstakken. Daarnaast zijn de overige ambachten en fabrieken ondergebracht in twee categorieën, namelijk industrie en overige.

Tabel 3.10 De ambachten en fabrieken in de gemeente Nieuwe Pekela over de periode 1856-1911, met (a) het aantal bedrijven en (w) het aantal werknemers

1856 1861 1871 1881 1891 1901 1911 Benaming a w a w a w a w a w a w a w Grofsmederijen 8 4 8 3 12 2 ? 13 ? 12 ? 15 ? 14 Scheepstimmerwerven 3 10 2 8 3 ? ? 11 - - ? 2 ? 5 Touwslagerijen 1 8 1 1 - - - - - - - - - - Zeilenmakerijen 1 7 1 6 1 ? - - - - - - - - Industrie - - - - 1 1 2 10 1 6 7 113 8 86 Overige 133 42 147 48 161 ? ? 186 ? 157 ? 279 ? 243 Totaal 146 33 159 66 178 ? ? 120 ? 175 ? 409 ? 348

Bron: Gemeenteverslagen Nieuwe Pekela, 1856-1911.

71

Ibidem, 104.

72 R.F.J. Paping, ‘De nijverheid op het Groninger platteland 1800-1860 bedrijfsstructuur en loonontwikkeling’ Economisch- en sociaal-historisch jaarboek 53 (1990) 84.

57

Onder de categorie industrie vallen alle fabrieken die voldoen aan de definitie van Jansen, waarbij er sprake is van industrialisatie als in het productieproces machines in plaats van handarbeid worden gebruikt, die worden aangedreven door motoren of stoomkracht.73 Onder de restcategorie vallen alle overige bedrijven die niet aanverwant waren aan de scheepsbouw en geen industrieel karakter hadden.

Wat valt er nu te zeggen over de ontwikkeling van de bedrijfsstructuur van Nieuwe Pekela in de tweede helft van de 19e eeuw? Ten eerste is het moeilijk om een helder beeld te krijgen, omdat de gemeenteverslagen van Nieuwe Pekela niet altijd voldoende informatie geven. Bijvoorbeeld het gemeenteverslag van 1871 geeft wel het aantal bedrijven, maar niet het aantal werknemers weer. Vanaf 1881 tot 1911 is het omgekeerde het geval. De verschillende bedrijven en het aantal mensen die werkzaam waren wordt weergegeven, maar het aantal bedrijven niet. Dit maakt het dus lastig om iets te zeggen over de ontwikkeling van de bedrijfsstructuur. Toch zijn deze gegevens niet compleet waardeloos. Voor de industrie zijn de gegevens wel compleet en geven dus een beeld wanneer de industrialisatie van de grond kwam. Vanaf de jaren ’50 tot aan de jaren ’70 veranderde de bedrijfsstructuur nauwelijks. De scheepsbouw en de aanverwante bedrijfstakken waren allen nog aanwezig, maar namen enigszins af in aantal bedrijven en werknemers. Daartegenover steeg het aantal bedrijven in de overige categorie. Vooral de kleermakerijen (20), schoenmakerijen (29), timmerwinkels (33) en bakkerijen (22) waren in 1871 sterk vertegenwoordigd in Nieuwe Pekela. Dit waren voornamelijk eenmanszaken. In 1871 zien we ook de eerste stoommachine die gebruikt werd in de gemeente bij een korenmolen. Maar of dit nu het startpunt van de industrialisatie was is discutabel, vanwege het gering aantal mensen die werkzaam waren op de molen.

De echte doorbraak van de industrie kwam pas rond 1900. Op dat moment stonden er zeven fabrieken in Nieuwe Pekela, waaronder aardappelmeel-, boter- en sigarenfabrieken die samen 61 mensen in dienst hadden. Over de overige bedrijven is weinig te zeggen, omdat de aantallen ontbreken voor 1901. Wel duidelijk is dat de scheepsbouw en de aanverwante bedrijfstakken in de loop van de tweede helft van de 19e eeuw terrein verloren. Het aantal scheepswerven nam al vanaf de jaren ’60 af, zowel in aantal werven als in het aantal werknemers. Hierdoor kregen de aanverwante

73

58

bedrijfstakken het ook zwaar te verduren. Vanaf de jaren ’70 verdween de enige touwslagerij uit het dorp en tien jaar later was ook de zeilmakerij verdwenen.

In Nieuwe Pekela zien we dus in de tweede helft van de 19e eeuw een verandering optreden in de bedrijfsstructuur. De scheepsbouw en de aanverwante bedrijfstakken verdwenen langzaam van het toneel en maakten rond 1900 plaats voor kleinschalige industrie. De grootste groep mensen was echter nog werkzaam in de overige bedrijfstakken, zoals blijkt uit het aantal mensen dat rond 1900 werkzaam was in deze categorie. Hoe verliep de ontwikkeling van de bedrijfsstructuur in Oude Pekela? Is daar een soortgelijke trend waar te nemen? In de tabel hieronder zijn de resultaten voor Oude Pekela weergegeven.

Tabel 3.11 De ambachten en fabrieken in de gemeente Oude Pekela over de periode 1856-1911, met (a) het aantal bedrijven en (w) het aantal werknemers

1856 1861 1871 1881 1891 1901 1911 Benaming a w a w a w a w a w a w a w Ankersmederijen 1 6 1 3 - - - - - - - - - - Blok- en mastmakerijen 2 7 2 4 3 ? 3 - ? 2 2 2 2 2 Grofsmederijen 11 29 10 20 7 13 ? ? ? 20 8 24 7 28 Scheepstimmerwerven 12 132 15 75 10 ? 9 26 8 26 5 29 3 39 Touwslagerijen 2 12 2 6 2 2 1 2 3 20 4 20 6 15 Zaagmolens 2 8 1 3 2 11 2 8 - - - - - - Zeilenmakerijen 1 12 1 6 2 ? 1 2 - - - - - - Industrie - - - - 1 1 3 13 4 52 5 58 10 75 Strokartonindustrie - - - - - - 1 42 5 294 8 515 8 575 Overige 191 179 265 279 177 ? 75 75 ? 206 95 228 90 250 Totaal 222 385 297 396 204 ? 95 168 ? 620 127 876 126 984

Bron: Gemeenteverslagen Oude Pekela, 1856-1911.

Aan de tabel van Oude Pekela zijn een aantal extra categorieën toegevoegd. Ten eerste de ankersmederijen en de zaagmolens. Daarnaast is er een onderscheid gemaakt tussen de strokartonindustrie en de overige industrieën. Laten we eerst kijken naar de scheepsbouw en de aanverwante bedrijfstakken. In het vorige hoofdstuk hebben we kunnen zien dat de scheepsbouw in de jaren ’50 op z’n hoogtepunt was. Vanaf de jaren ’60 zien we weinig verschil ten opzichte van de jaren daarvoor. Het aantal (anker)smederijen, blok- en zeilmakerijen en touwslagerijen bleef onveranderd en het aantal werven steeg zelfs naar 15. (Het aantal werknemers nam echter wel in rap tempo af, hier wordt verder op ingegaan in de volgende hoofdstukken.) Vanaf de

59

jaren ’70 zien we dat de ankersmederij was verdwenen en dat het aantal grofsmederijen en scheepswerven was afgenomen. Deze afname van het aantal bedrijven in deze bedrijfstak zette zich door vanaf de jaren ’80 tot aan het begin van de 20e eeuw. De zeilmakerij verdween rond 1890 en het aantal scheepswerven nam langzaam af, met een dieptepunt in 1911. Alleen de touwslagerijen en enkele scheepswerven wisten voort te bestaan.

Op het moment dat de scheepsbouw afnam in Oude Pekela kwam in de loop van de jaren ’70 de industrialisatie op. In 1881 telde de gemeente vier fabrieken, waarvan één strokartonfabriek. Samen boden deze fabrieken aan 55 mensen werk. Vanaf de jaren ’80 kwam de industrie in een stroomversnelling terecht. In 1891 stonden er negen fabrieken en in 1911 was dat aantal gestegen naar achttien. In dat zelfde jaar werkten er maar liefst 650 mensen in de industrie. Dat dit invloed had op de overige bedrijfsstructuur van Oude Pekela blijkt ook uit de tabel. In 1861 telde Oude Pekela nog 265 verschillende bedrijven, maar rond 1900, toen de (strokarton)industrie zich reeds had gevestigd, waren dit er nog slechts 95.

In de tweede helft van de 19e eeuw veranderde de bedrijfsstructuur in Oude Pekela zich drastisch. De scheepsbouw en de aanverwante bedrijfstakken verdwenen langzaam uit het straatbeeld en maakten plaats voor de opkomende (strokarton)industrie. Maar niet alleen de scheepsbouw verdween, ook de overige nijverheid verdween langzaam uit Oude Pekela. De diversiteit aan bedrijven was rond de eeuwwisseling sterk afgenomen. Oude Pekela had het karakter gekregen van een eenzijdig gespecialiseerde industriegemeente. In hoofdstuk 3.4.3 wordt er gekeken wat dit betekende voor de verzorgende functie van het dorp.

60

In document Waar nijverheid naast landbouw bloeit (pagina 56-60)