• No results found

Totaal aantal items over Márcia en Gláucio op televisie

6.5 Incident zet politieke coalitiespelers onder druk

6.5.2 De toekomst van het asiel en uitzetbeleid

De roep om verandering van het asiel- en uitzetbeleid is niks nieuws en keert telkens weer terug. Gerd Leers (minister Immigratie- en Asielzaken ten tijde van Mauro) vertelt in een reportage van EénVandaag dat het ‘een

afschuweljike, afgrijselijke situatie is voor elke bewindspersoon, maar in de eerste plaats voor het gezin.” Bovendien vertelt hij dat wat hem betreft, naast dat kinderpardon, ook een heldere lijn moet worden afgesproken als het gaat om de stop van procedures. “We hebben het altijd maar voor ons

uitgeschoven, vanwege de politieke druk. We konden, wilden of durfden geen beslissing te nemen. Maar op een gegeven moment komt dat zo keihard op je terug. De mensen zijn dan inmiddels tien, vijftien of twintig jaar hier. Dan is het bijna niet meer met goed fatsoen uit te leggen dat je ze terug stuurt.” (EénVandaag 1-9-2015).

Oud-voorzitter Hans Gualthérie van Weezel van de Commissie

Integraal Toezicht Terugkeer Vreemdelingen (CITT) oordeelde in 2014 al hard over het Nederlandse uitzetbeleid. Volgens hem werd dit beleid gefrustreerd door activisten en ook de pardonregelingen zorgden ervoor dat mensen niet

weggingen. In de zeven jaar dat het CITT werkzaam was (2007-2014), kwam de commissie tot het oordeel dat bij de huidige stand van zaken het effectief uitzetten van vreemdelingen mede door alle waarborgen, rechtsregels en rechtshulp een schier onmogelijke opgave is geworden. Een hard oordeel, waar vervolgens niets mee werd gedaan. Een woordvoerder van het ministerie van Veiligheid en Justitie kan geen antwoord geven op de vraag wat voor maatregelen zijn genomen naar aanleiding van de CITT-

bevindingen. Ze kan enkel een verwijzing geven naar de voornemens die toenmalig staatssecretaris Teeven had naar aanleiding van het rapport (Telegraaf 1-9-2015).

Het CITT werd opgeheven en ging over in de Inspectie van Veiligheid en Justitie. Deze nieuwe dienst heeft nog niks van zich laten horen over de effectiviteit van het uitzetbeleid. Het enige wat op de agenda stond in Den Haag, is een rapport van de ombudsman dat op 1 september uit zou komen over het uitzetbeleid. Echter, die instantie controleert niet de effectiviteit, maar onderzoekt of er bijvoorbeeld geen schrijnende situaties ontstaan. Kringen rondom het kabinet kennen de conclusies van de ombudsman al en maken zich geen zorgen.

Desalniettemin zegt men in de politiek van links tot rechts dat de

procedures sneller moeten om asielzoekers eerder duidelijkheid te geven. De roep om nog meer coulance is aanwezig bij de oppositie. PvdA-Kamerlid en woordvoerder asielbeleid Attje Kuiken verklaart ook dat anders dit soort schrijnende gevallen ontstaan. Fractievoorzitter Alexander Pechtold (D66) vertelt in talkshow Pauw dat hij het ook altijd moeilijk vindt om op individuele gevallen in te gaan. “Er zitten rafelranden aan ons asielbeleid en het heeft maar een beperkte maakbaarheid. We hebben eens in de zoveel tijd een pardon en dat is eigenlijk het resultaat van onze eigen wet- en regelgeving, die nou altijd maar weer uitzonderingen heeft.” (Pauw 31-8-2015). SGP-leider Kees van der Staaij waarschuwt ook voor de rol van emotie in het debat: “De mate van publiciteit die mensen krijgen, moeten geen rol spelen. Als de vluchtelingen een gezicht krijgen, gun je iedereen een plekje. Het is lastig de moed te hebben ‘nee’ te zeggen. Toch moeten we dat soms doen.” (AD 5-9- 2015).

Het CDA en de VVD zeggen dat dit soort mensen sneller uitgezet moeten worden en dat valse hoop bieden alleen maar slecht uitpakt voor betrokkenen. Dit pleidooi herhalen ze echter niet als het om individuele gevallen gaat, maar ook in het algemeen wilden ze niet reageren op de zaak van Márcia en Gláucio.

Zowel uit de rechterhoek als uit de linkerhoek komt de conclusie dat mensen misschien maar beter eerder uitgezet kunnen worden in plaats van dat hen hier hoop geboden wordt. SP-Kamerlid Gesthuizen hoopt dat asieladvocaten hebben geleerd van het verleden en vreemdelingen niet rechtszaak na rechtszaak laten aanspannen. CU-Kamerlid Voordewind is van mening dat als Márcia en Gláucio uitgezet hadden moeten worden, dit dan veel eerder had moeten gebeuren. Dit betekent niet dat de mogelijkheden om in beroep te gaan ingeperkt moeten worden, aldus SP, PvdA en CU

7.

Conclusie

In deze scriptie werd onderzocht hoe de burgers, de media en de politiek met elkaar interacteren ten tijde van een mediahype, in dit geval de casus van Márcia en Gláucio. Deze drie kunnen opgevat worden als een systeem, met elk zijn eigen werking. De focus ging voornamelijk uit naar de verhoudingen tussen elk van deze systemen onderling en wat daaruit geconcludeerd kan worden. De factoren en actoren die daarbij betrokken waren, maakten ook een groot deel uit van de analyse.

De onderzoeksvraag is voornamelijk interessant omdat uit de

geschiedenis blijkt dat Márcia en Gláucio niet de eersten zijn die veel media- aandacht kregen. Enkele decennia zijn bepaalde asielzoekers uitgebreid in het nieuws gekomen om aandacht te vragen voor de situatie waarin zij verkeerden. In 2015 stond voornamelijk de zaak rondom Márcia en Gláucio centraal. Desalniettemin blijkt hieruit dat het geen nieuw verschijnsel is. Vrijwel ieder jaar is er sprake van het zogenaamde schrijnend geval, hetzij op het gebied van vreemdelingen, maar bijvoorbeeld ook bij

euthanasiepatiënten.

Het vermeende succes van media-aandacht biedt inzicht in de werking van de systemen, zoals de selectiemechanisme van de media en de factoren die hierbij van invloed zijn. Met dit onderzoek heb ik geprobeerd bij te dragen aan meer verantwoorde journalistieke keuzes over het in de media brengen van individuele vreemdelingen. Aan de hand van deze scriptie kan een beter inzicht verschaft worden over het functioneren van de media in combinatie met de politiek en de burgers. Op het eerste gezicht leken de keuzes van mediaorganisaties willekeurig als het gaat om het onder de aandacht brengen van bepaalde vreemdelingen.

Om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, heb ik allereerst een reconstructie gemaakt van de berichtgeving die was verschenen over Márcia en Gláucio. Ik heb hierbij gebruik gemaakt van alle krantenartikelen, uit zowel regionale als landelijke kranten. Bovendien heb ik de televisie-items die over de broer en zus waren gemaakt, meegenomen in de analyse. Ten slotte heb ik de rol van de burger geanalyseerd aan de hand van

georganiseerde acties, uitlatingen in de media en op sociale media. De framing van artikelen en de actoren in de berichtgeving, zijn van groot belang geweest.

Framing: grote nadruk op human interest

De berichtgeving over Márcia en Gláucio begon al jaren voor de mediahype in augustus 2015. Deze berichtgeving kwam vanuit de lokale en regionale media. Dit is ook in overeenstemming met eerder onderzoek dat is uitgevoerd naar casus vergelijkbaar met die van Márcia en Gláucio. Het nieuwsverloop over individuele vreemdelingen begint over het algemeen bij regionale media die dichtbij de mensen staat, waarna het later pas de landelijke media bereikt. Dit hangt samen met de manier waarop er verslag wordt gedaan.

De lokale en regionale media hebben vooral de nadruk op het human interest frame. Dit heeft vooral te maken met het feit dat individuele

vreemdelingen deel uitmaken van de gemeenschap waarover de regionale media verslag doet. Het menselijke karakter komt daardoor sterk naar voren in de berichtgeving. De landelijke media besluiten pas te berichten over de kwestie als de zaak een politiek element krijgt door de roep van de SP om asielkinderen los te koppelen van hun ouders. Dit neemt echter niet weg dat ook in de landelijke berichtgeving alsnog een sterkere nadruk ligt op het human interestframe, zeker op het hoogtepunt. Pas nadat de storm is gaan liggen, neemt het bestuurlijk frame de overhand en worden de politieke consequenties aan de kaak gesteld.

Actoren in de berichtgeving

Naast de framing van de nieuwsberichten rondom Márcia en Gláucio, heb ik ook de rol van de actoren geanalyseerd. Welke rol speelden zij in het discours van de berichtgeving over Márcia en Gláucio? De voornaamste actoren waren de familie Ventura Tiago, politici, individuele burgers en belangenorganisaties.

Márcia en Gláucio hebben zich in de media veel uitgelaten over hun situatie. Zij waren bereid de pers te woord te staan en hen uit te leggen onder welke omstandigheden zij in Nederland wonen. Zo werden zij ook beide

gevolgd op hun school en Gláucio ook op zijn voetbalclub. Er lag een grote nadruk op de privésfeer. Vader Luciano heeft zich zo nu en dan uitgelaten over de situatie, dit in tegenstelling tot moeder Filomena. Zij komt enkel in de aflevering ‘Bikkels’ voor van de VPRO. Wat opvalt is dat Gláucio over het algemeen meer media-aandacht krijgt. De petitie die was opgezet door directe betrokkenen en de hashtag die in het leven was geroepen, droegen als titel: Gláucio moet bijven. De verklaring hiervoor ligt in het feit dat hij gezien wordt als Nederlandse jongen, aangezien hij hier is geboren en getogen en Angola niet eens kent.

De belangenorganisatie Defence for Children speelde voornamelijk een rol ten tijde van het WK Kinderpardon waar onder andere aandacht werd gevraagd voor de situatie van Márcia en Gláucio, maar bovenal tijdens de mediahype. De organisatie was niet de aanstichter van de eerste

berichtgeving over Márcia en Gláucio, zij reageerden erop. Op het moment dat de familie in het uitzetcentrum in Zeist zat, deed de organisatie de woordvoering voor de familie. Over het algemeen zegt de organisatie dat zij alleen pro-actief de media opzoeken als zij aandacht willen vragen voor een groter probleem. In het geval van Márcia en Gláucio ging het om de levens van de kinderen, maar ook om de levens van honderden andere kinderen die hetzelfde lot ten deel zou kunnen vallen. Zij zagen deze zaak als kans om het Kinderpardon te herzien en aan te passen. De protestactie was zowel voor Márcia en Gláucio als de andere kinderen bedoeld, om een signaal af te geven.

De lokale politici zijn vooral aanwezig in de beginfase van de

nieuwsgolf. Meerdere burgemeesters hebben zich uitgesproken over Márcia en Gláucio, zeker ook vanwege het feit dat de familie in meerdere gemeenten heeft gewoond. Bovendien had een overgrote meerderheid van de

Nederlandse burgemeesters de petitie ondertekend die pleitte voor een verbreding van het Kinderpardon. De organisator van deze petitie,

burgemeester Ostendorp uit Bunnik, was ook aanwezig bij de protestactie van Defence for Children in Zeist. Dit laat zien dat de lokale politici niet alleen reageren op wat er eerder is verschenen in de media, maar dat zij ook zelf de media opzoeken om aandacht te vragen voor de situatie.

De agendasettende rol van de landelijke politici bleek haast niet aanwezig. Met name de PvdA, GroenLinks en SP hebben achter de schermen gelobbyd voor Márcia en Gláucio, maar hiermee hebben ze niet de media opgezocht. Pas op het moment dat de zaak al groot in het nieuws was, spraken zij zich publiekelijk uit. Staatssecretaris Klaas Dijkhoff daarentegen heeft zich stil gehouden in de media.

De meest opvallende rol is weggelegd voor de betrokken burgers vanaf het moment dat Márcia en Gláucio in de media komen. De aandacht voor deze familie begon omdat directe betrokkenen de noodklok luidden voor hun situatie. De benefietwedstrijd die was georganiseerd vanuit de voetbalclub van Gláucio, de stille protesten door de schoolgemeenschap, de acties om asielzoekerscentra te behouden, en ten slotte ook de petitie die was gestart door ouders van teamgenoten van Gláucio. Al deze acties vormden voor regionale media de aanleiding om over Márcia en Gláucio te berichten. Wat nog ontbreekt in deze scriptie, is de vraag waarom sommige asielzoekers wel en andere asielzoekers niet de steun van burgers krijgen. Dit zou een

interessant onderwerp kunnen zijn voor eventueel vervolgonderzoek. In dat geval zou het ook handig zijn meerdere casus te onderzoeken, in

tegenstelling tot de ene casus die in deze scriptie aan de orde is gekomen. Daarnaast heb ik mij in mijn onderzoek uitsluitend gebaseerd op

mediabronnen. Om een nog completer beeld te geven over een specifieke casus, kan het interessant zijn om interviews te houden met actoren, mediaorganisaties en journalisten.

Systeembenadering

Uit de analyse van Márcia en Gláucio blijkt dat er veel factoren bij komen kijken waarom nu uitgerekend hun verhaal het nieuws haalt. Het heeft te maken met een politiek element, de bijdrage van belangenorganisaties, maar bovenal de invloed van betrokken burgers. Op het moment dat de burgers van zich lieten horen, werd dat allereerst opgepikt door de lokale en regionale media. Zij maken een selectie op basis van wat er leeft in de gemeenschap. Als de bal eenmaal ging rollen, bereikte het verhaal de landelijke politiek en ook de landelijke pers.

Als een proces als deze op gang komt, voelt iedereen zich gedwongen om het spel mee te spelen en zijn bijdrage te leveren. Dit geldt ook voor de media en de journalistiek. Zij voelen zich genoodzaakt om over het verhaal van Márcia en Gláucio te berichten, aangezien de zaak in grote mate speelt in de samenleving. Desalniettemin hebben de media al een les kunnen trekken uit het verleden en hebben meerdere mediaorganisaties zich uitgesproken over ‘schrijnende gevallen’ als deze. Ook in het geval van Márcia en Gláucio verschijnen na afloop van de hype meerdere kritische stukken in kranten over de media-aandacht. Deze kritische stukken zijn niet alleen van lezers, maar juist ook van krantenredacties zelf. Ze zijn het er eigenlijk niet mee eens dat ieder jaar opnieuw individuele gevallen zoveel media-aandacht genereren waardoor het bestaande beleid ter discussie wordt gesteld. Toch gaan de redacties mee in de heersende framing van het verhaal en bieden zij geen tegengeluid. Pas na de mediahype doen zij een kritische evaluatie, maar het zou een stuk interessanter als deze bekritisering gedurende de mediahype plaats zou vinden.

Iedere keer opnieuw is er sprake van kritiek en wordt er gezocht naar een oplossing om nieuwsberichtgeving als deze in de toekomst te voorkomen, zodat iedere asielzoeker de kans krijgt op een eerlijk proces. De grote mate van media-aandacht wordt gezien als redmiddel om uiteindelijk toch die felbegeerde verblijfsvergunning te krijgen.

De burgers reageren vanuit het eerste gevoel en voelen zich betrokken bij de familie. Zij zien de schrijnende situatie van dichtbij en komen in opstand tegen het beleid. Op het moment dat de aandacht zo hoog is voor een

specifieke familie, in dit geval voor de familie Ventura Tiago, voelt de politiek zich gedwongen zich te mengen in het debat. Deze politieke inmenging is voor de media weer reden om daarover te berichten, waardoor er sprake is van een vicieuze cirkel waar zowel de politiek als de media zich eigenlijk aan willen onttrekken, maar dit niet blijken te kunnen.

Als alle systemen op deze manier te werk blijven gaan, moet iedere keer het beleid een gezicht krijgen voordat er pas actie ondernomen wordt. Het wringt dat de normale bestuurlijke logica die democratisch is vastgelegd, wordt doorbroken en doorkruist door individuele gevallen. Laat de media zich niet te

veel opjagen door het zielige geval? De geschiedenis leert dat berichtgeving als deze scoort en dat zulke verhalen meerdere dagen voor nieuws zullen zorgen. Het is daarom voor media een makkelijke en haast onoverkomelijke keus om over individuele gevallen te berichten, zeker als deze gevallen het politieke beleid aan de kaak stellen. Tegelijkertijd is er sprake van een grote mate van willekeur en selectiviteit die worden gestuurd door

belangenorganisaties. Andere, soortgelijke verhalen als die van Márcia en Gláucio krijgen niet dezelfde aandacht en dus ontstaat er ongelijkheid.

Het roept de vraag op of de journalistieke keuzes verantwoord zijn. Aan de ene kant registreert de journalistiek wat er speelt in de samenleving, maar aan de andere kant heeft de journalistiek ook als taak een

onderzoekende rol te vervullen waarin zelf op zoek wordt gegaan naar misstanden in de samenleving die onderbelicht blijven. De eerste zijde wordt vooral vervuld door de regionale media, die registreren wat er in de nabije samenleving gebeurt. De verspreiding van die verhalen op nationaal niveau wordt uitgevoerd door de landelijke media.

Op het laatstgenoemde punt, zou zeker een ontwikkeling moeten plaats vinden. Het merendeel van de nieuwsorganisaties bericht over asielzoekers die al onder de aandacht van betrokken burgers en regionale media waren. Ook in het geval van Márcia en Gláucio, werd er direct na hun mediahype aandacht gevraagd voor andere asielzoekers die dreigden

uitgezet te worden. Voor hen waren ook acties opgezet, maar deze personen verdwenen naar de achtergrond vanwege de aandacht voor Márcia en

Gláucio. De journalistiek zou vaker zelf op zoek moeten gaan naar verhalen die eventuele misstanden aan de kaak zou stellen. Media zouden niet afhankelijk moeten zijn van nieuws dat goed zal scoren en waar meerdere dagen over bericht kan worden.

Bibliografie

Akkermans, Adinda en Sabine de Jong. Het verschil tussen Mauro en Ahmad. Waarom sommige vreemdelingen groot in het nieuws komen en andere niet. Masterscriptie. Universiteit van Amsterdam: Amsterdam, 2012. Awater, Femke. Van schrijnend verhaal naar mediaschandaal. Analyse over

‘het schrijnende geval’ in de media, naar aanleiding van het

mediaschandaal rondom Brandon van Ingen. Masterscriptie. Universiteit van Amsterdam: Amsterdam, 2015.

Benson, Rodney. Shaping immigration news: A French-American comparison. Cambridge: Cambridge University Press, 2013.

Beyer, Audun, en Tine Ustad Figenschou. "Human-Interest Fatigue: Audience Evaluations of a Massive Emotional Story." International Journal of

Communication 8 (2014): 1944-1963.

Boydstun, Amber E. Making the news: Politics, the media, and agenda

setting. Chicago: University of Chicago Press, 2013.

Brants, Kees. "Risico's, schandalen en publiciteit: de nieuwswaardigheid van een falende overheid." Proces 87.2 (2008): 47-54.

Chong, Dennis, en James N. Druckman. "Framing theory." Annual Review of

Political Science 10 (2007): 103-126.

De Vreese, Claes H. “News framing: Theory and typology.” Information

design journal+ document design 13.1 (2005): 51-62.

Elchardus, Mark. De dramademocratie. Tielt: Lannoo Uitgeverij, 2002. Entman, Robert M. "Framing: Toward clarification of a fractured paradigm."

Journal of communication 43.4 (1993): 51-58.

Gamson, William A., en Andre Modigliani. “Media discourse and public

opinion on nuclear power: A constructionist approach.” American journal of

sociology (1989): 1-37.

Gamson, William A., en Kathryn E. Lasch. “The political culture of social welfare policy.” Evaluating the Welfare State: Social and Political

Perspectives. Eds. S.E. Spiro en E. Yuchtman-Yaar. New York: Academic Press, 1983.

Hepp, Andreas, Stig Hjarvard, en Knut Lundby. “Mediatization: theorizing the interplay between media, culture and society.” Media, Culture & Society 37.2 (2015): 314-324.

Hjarvard, Stig. “The mediatization of religion: A theory of the media as agents of religious change.” Northern Lights: Film & Media Studies Yearbook 6.1 (2008): 9-26.

Lilleker, Darren G. Key concepts in political communication. Londen: Sage, 2006.

Lloyd, John. What the media do to our politics. Londen: Constable &