• No results found

De subnormen van het emotioneel perspectief

In document De amateur argumenteert (pagina 64-68)

4. Analyse

4.2. Subnormen per perspectief bekeken

4.2.3. De subnormen van het emotioneel perspectief

Het emotioneel perspectief uit het model van Bosma (1991b) bestaat uit twee subnormen. In grafiek 4 worden de kwantitatieve gegevens uit de analyse per norm weergegeven.

61

Grafiek 4: Gebruikte subnormen uit het realistisch perspectief door amateurs op IMDB

Zoals te zien in grafiek 4, maken amateurs in zowel Arthouse filmrecensies als in Hollywoodfilm recensies, voornamelijk gebruik van ‘de norm van het effect dat de film op de kijker/criticus heeft’, bij het hanteren van het emotioneel perspectief. Volgens Van Venrooij & Schmutz (2010) zijn emotionele behoeften erg belangrijk in de populaire cultuur. In de populaire cultuur ligt de focus volgens beide wetenschappers minder op esthetiek en de symbolische waarde van de film, maar kijken recensenten juist of de combinatie van beeld en geluid emoties bij hen losmaakt. In de populaire cultuur staat de vorm van de film niet centraal. In de ‘hoge’ cultuur wordt de focus juist op de vorm van de film gelegd en wordt de film beoordeeld op de esthetiek (Bourdieu, 1984; Baumann, 2001). In de populaire cultuur richt men zich juist op de entertainmentfactor en de behoeften van het publiek (Van Venrooij & Schmutz, 2010).

Uit de analyse blijkt dat amateurs in recensies van beide typen film beschrijven wat de film in hen losmaakt. De amateurs schrijven hun recensies binnen het emotioneel perspectief dus vanuit de populaire cultuur. Hans Beerekamp ziet dan ook vaak dat amateurs veel bezig zijn “met hun eigen ei kwijt te kunnen”. In ‘de norm van het effect dat de film op de kijker/criticus heeft’, zijn amateurs ook geregeld sterk expressief. Dit is te zien in onderstaande voorbeelden.

“I am not ashamed to admit that I attended for probably ten evenings in a row the screening of this motion picture. I was alone in a big city and felt lonely too at the

24 27 12 1 0 5 10 15 20 25 30

Hollywoodfilms Arthouse films

62 time, but this film made me feel that Love, Actually is right in front of you on the Screen. Now you may call me a Fool, but this film actually does feel like a warm and fuzzy teddy bear you can hug and keep close to your heart...”

H6

“The movie constantly confuses you with its storytelling and characters. You could call this a good and positive thing but I feel that in this case it worked out unnecessarily confusing and even annoying at times.”

A7

“I found myself not caring what happened to any of the characters in the movie, and it touched me in no way whatsoever...”

A28

Wat opvalt aan H6, A7 en A28 is dat bij het oordeel gebruik wordt gemaakt van de ik-vorm. Deze voorbeelden zijn illustratief voor alle amateurrecensies waarin gebruik wordt gemaakt van het emotioneel perspectief. De amateurs stellen zichzelf op deze manier herkenbaar en subjectief op. Volgens gelouterd criticus Hans Beerekamp hoeft het woord –ik- niet geschuwd te worden door de criticus. “Dat -Ik- mag wel eens

terugkomen, zodat de lezer weet dat het een subjectief oordeel is”. Echter vindt

Beerekamp dat alleen recensenten met veel gezag, zoals professionele recensenten, zichzelf persoonlijk herkenbaar op mogen stellen. Volgens Beerekamp zijn er namelijk onvoldoende indicatoren om het persoonlijk oordeel van een amateur op IMDB serieus te nemen.

Uit de analyse blijkt dat amateurs veel gebruik maken van de ik-vorm om zichzelf herkenbaar op te stellen. Volgens Beerekamp wordt –ik- door recensenten gebruikt om te laten zien wie ze zijn. Op deze manier kunnen lezers van de recensie besluiten of ze de recensent wel of geen gezag toekennen. De NRC-criticus denkt overigens niet dat gezag verworven kan worden als mensen niet weten wie de recensent is, zoals in de user

reviews op IMDB.

Beerekamp die het woord –ik- niet schuwt, gebruikt –ik- om zich subjectief en herkenbaar op te stellen in zijn recensies. Zijn persoonlijke herkenbaarheid gebruikt hij om consumentenvoorlichting te geven. Uit de analyse blijkt dat ook de amateurs op IMDB veelvuldig consumentenvoorlichting geven door zich herkenbaar op te stellen. De amateurrecensies H6, A22 en H2 zijn hier illustratieve voorbeelden van.

“Because yes people, this movie is hilarious and extremely funny. Bill Nighy steals the show, but most of the credits must go to writer and director Richard Curtis for

63 this witty, funny and especially warm film. Once again, this film feels like a warm blanket you can wrap yourself around in and it actually feels like Christmas. Go see it when you need it...”

H6

“Anyway, i liked the movie, but its not the kind of movie you watch with friends for your pleasure. Its too slow for that.“

A22

“The scenes with Garner and Rowlands had my eyes filled with tears near the end of the movie. If romance is your thing...this is a must-see movie!“

H2

In de voorbeelden H6, A22 en H2 is te zien dat de amateurs consumentenvoorlichting geven aan zogenaamde peers. Beerekamp spreekt hierbij over consumentenvoorlichting aan gelijkgestemde mensen. Volgens Van Venrooij & Schmutz (2010, p. 406) wordt dit “user orientation” genoemd. “User orientation” wordt volgens Van Venrooij & Schmutz vaak gebruikt om de behoeften van het publiek te voorzien en aan te geven bij welke doelgroep of bij welk publiek de film het beste past. Zowel in H6,

A22 als H2 maken de amateurs in hun recensies gebruik van “user orientation”. H6 geeft

aan dat de film goed past bij mensen die behoefte hebben aan warmte. A22 geeft advies wanneer de film het beste gekeken kan worden en H2 vertelt over welke doelgroep het beste past bij de film. Volgens Beerekamp kan consumentvoorlichting handig zijn als mensen bijvoorbeeld willen weten wat een “lekkere film” is “om op zaterdagavond heen

te gaan”. Tegelijkertijd zegt de gelouterd criticus dat dit oordeel minder interessant is

dan dat van iemand die er veel verstand van heeft, zoals de professioneel recensent. In amateurrecensies van Arthouse films en amateurrecensies van Hollywoodfilms wordt op eenzelfde wijze ingespeeld op de behoeften van het publiek door “user

orientation”. Bovendien wordt in beide typen recensies gebruik gemaakt van ‘de norm

van het effect dat de film op de kijker/criticus heeft’.

In het gebruik van de tweede norm uit het emotioneel perspectief, namelijk ‘de norm van identificatie’, is daarentegen wel een groot verschil te zien tussen Arthouse filmrecensies en Hollywoodfilm recensies. In grafiek 4 is te zien dat amateurs in Arthouse filmrecensies maar één keer gebruik maken van ‘de norm van identificatie’, terwijl amateurs in Hollywoodfilm recensies twaalf keer gebruik maken van deze norm.

Identificatie met de karakters of het verhaal van de film spelen volgens Van Venrooij & Schmutz (2010) een belangrijke rol in de populaire cultuur. Het publiek kan

64

zich door identificatie betrokken voelen met de karakters en het verhaal en hierdoor het gevoel hebben zelf te participeren in de film. Beerekamp ziet dat identificatie bij niet-cinefielen sneller optreedt, wanneer de emoties van de karakters er duimendik bovenop liggen. Dit is ook te zien in onderstaande voorbeelden van recensies van Hollywoodfilms.

“Every character is different, is in an other life phase and his its own problems. It's because of this better to empathize with the characters.”

H4

“Somewhere along the way, you lose awareness of Brian's mission and start respecting Dominic's team. You want Brian to get into the group and be with the beautiful cute girl. It is about 'the family'.”

H28

Zoals te zien in H4 en H28 worden de amateurs meegesleept in het verhaal van de film. Ze voelen zich betrokken met de karakters en hebben het gevoel te participeren in de film. Volgens Beerekamp worden films die dichter bij de belevingswereld van de amateur staan hoger gewaardeerd. De rol van identificatie in de films wordt door de amateurs positief ondervonden. Volgens Van Venrooij en Schmutz (2010) komt dit voort uit de populaire cultuur. De amateurs op IMDB in Hollywoodfilm recensies maken dus gebruik van ‘de norm van identificatie’ en beschrijven deze vanuit de populaire cultuur.

In de Arthouse filmrecensies wordt juitst geen gebruik gemaakt van deze norm. Amateurs zijn volgens Beerekamp niet bekend met de tradities van acteren en het canon van films uit de ‘hoge’ cultuur, waardoor ze zich niet kunnen identificeren met personages als de emoties er niet “duimendik” bovenop liggen. Volgens Van Aart & Kersten (2016), die onderzoek deden naar online recensies over dramaseries, evalueren amateurcritici vanuit hun persoonlijke ervaringen of personages sympathiek zijn. Die benadering vanuit de persoonlijke ervaring sluit aan bij de volgende paragraaf, waar suggesties worden gedaan voor een uitbreiding van het model van Bosma.

In document De amateur argumenteert (pagina 64-68)