• No results found

3.5.2 'Collaborative governance'

6.3 De Stad Amsterdam

Dit onderzoek betreft het Olympisch Stadion Terrein. Het zoeken naar balans van het gebruik van de openbare ruimte in de stad geldt ook voor andere 'nieuwe centrumgebieden' in Amsterdam.

Interessante vraag is welke bevindingen uit dit onderzoek niet locatiespecifiek zijn en een bijdrage kunnen leveren aan de leefbaarheid en levendigheid in andere delen van de stad.

Hoofdstuk 6, Conclusies en aanbevelingen 56 Vergroten centrumgebied en restrictie gebruik

De gemeente Amsterdam onderkent dat het centrumgebied te klein wordt om de drukte te

faciliteren. Het centrumgebied moet groter worden. Dit geldt niet alleen voor het verlichten van de drukte in het 'huidige' centrumgebied maar ook het voorkomen van drukte in de 'nieuwe'

centrumgebieden. Restrictieve maatregelen zoals het autoluw maken moeten ook gaan gelden voor de 'nieuwe' centrumgebieden. Voorbeelden zijn het eerder genoemde afsluiten van doorgaande routes naar het centrum zoals de Amstelveenseweg, delen van de Stadhouderskade, de

Haarlemmerhouttuinen en de Prins Hendrikkade. Ander voorbeeld is het verhogen van parkeergelden in de centrumgebieden en het faciliteren van parkeren door de aanleg van

parkeergarages buiten de Centrumgebieden, langs invalswegen en OV-knooppunten zoals in Bologna en Milaan. Dergelijke ingrijpende maatregelen kunnen vanuit de stadsdelen door de gebiedsteams en de stadsdeelsecretarissen gezamenlijk worden geadresseerd in stedelijke bestuurlijke overleggen. Themagebieden

Voor het spreiden van de drukte in de stad is het noodzakelijk dat het gebruik van de minder drukke gebieden aantrekkelijker wordt gemaakt. Een mogelijkheid is om het unieke karakter van het gebied te benadrukken en ontwikkelingen en initiatieven rond bijvoorbeeld een bepaald thema te

faciliteren. Dit moet niet leiden tot een monocultuur van voorzieningen. Het is de uitdaging om zowel de diversiteit als het unieke karakter van het gebied te waarborgen. Het Olympisch Stadion Terrein kan meer worden geprofileerd als gebied voor sport, recreatie en duurzaam vervoer. Andere voorbeelden voor een thematische profilering zijn de World of Food in Zuidoost en de Tangermarkt in Nieuw West. Het benadrukken van themagebieden kan worden opgenomen in de programmering van te ontwikkelen gebieden. Dit kan vanuit de gebiedsteams gezamenlijk bij de beleidsbepaling worden geadresseerd bij Ruimte en Duurzaamheid van de gemeente Amsterdam.

Het adresseren bij stedelijke bestuurlijke overleggen en bij de beleidsbepaling leent zich bij uitstek voor 'collaborative governance'. Organiseer met de stakeholders uit het gebied wat de gezamenlijke waarden zijn en denk samen na over wat wenselijk is voor de buurt. Zorg bij het adresseren bij stedelijke bestuurlijke overleggen en beleidsafdelingen voor een vertegenwoordiging van alle stakeholders, dus niet alleen vertegenwoordiging van gemeentelijke partijen.

Hoofdstuk 7, Reflectie/Discussie 57

7

Reflectie/Discussie

Bij de start van dit onderzoek leefde bij mij het beeld dat het Olympisch Stadion Terrein door menigeen als een saaie, doodse plek werd ervaren, dat er in de buurt weinig sociale cohesie en samenwerking was en dat de stakeholders niet betrokken zijn bij de buurt. Niets is echter minder waar gebleken. Er zijn stakeholders die het plein mooi vinden en functioneel, de cultuurhistorische waarde erkennen en de meerwaarde van het plein als plek in de stad. De samenwerking en sociale cohesie is niet altijd prominent zichtbaar maar wel veelvuldig aanwezig. Het bevindt zich op submicroniveau zoals in woonblokken of eigen initiatieven van de bewoners onderling. Hier is een schat aan informatie te vinden over de buurt en een nuance in de beleving van de buurt van de stakeholders die niet altijd in de onderzoeksgegevens van de gemeente Amsterdam, Onderzoek & Statistiek kan worden gepresenteerd. Dit bevestigt enerzijds mijn vooringenomenheid dat er geen sociale cohesie aanwezig was. Daarnaast bleken de geïnterviewden erg betrokken bij de buurt. Dit geldt zelfs voor de bezoekers die veelal een uitgesproken mening hadden over de sfeer en de functionaliteit. Wat mij verder heeft verbaasd was de enthousiaste bereidheid van de stakeholders om mij in het onderzoek verder te helpen. De geïnterviewden deelden met veel plezier hun

ervaringen in de buurt. Op basis van de interviews kan worden gesteld dat de voedingsbodem voor 'collaborative governance' op het Olympisch Stadion Terrein zeker aanwezig is maar nog wel een brug te ver.

Dit onderzoek is met name toegespitst op het Olympisch Stadion Terrein. Eerder is al genoemd dat elk 'stedelijk ontwerp' afhankelijk is van locatiespecifieke omstandigheden. Er zijn echter wel

aspecten die in een ander gebied kunnen worden toegepast, zoals de werkwijze om eigenaarschap te creëren, de rol van een gebiedseigenaar/kwartiermaker als belangrijk aanspreekpunt voor de

stakeholders om het contact waar nodig een stap verder verder te brengen en 'collaborative governance' als nieuw paradigma voor de aanpak van 'stedelijk ontwerp'.

Het werk van de kwartiermaker is in dit onderzoek beschreven als een aparte functie dan de gebiedsmakelaar. Hiervoor hoeft echter geen extra capaciteit te worden vrijgemaakt maar kan ook door de gebiedsmakelaar worden uitgevoerd. Ook dit moet locatiespecifiek worden bepaald. Ik heb mij in dit onderzoek gericht op de wijze van governance en de inrichting van de openbare ruimte. Eerder is genoemd dat programmering een belangrijke rol speelt in het gebruik van het gebied. De manier waarop de programmering op het Olympisch Stadion Terrein moet plaatsvinden moet apart worden onderzocht. De bevindingen in dit onderzoek over de governance kunnen ook op de aanpak van de programmering worden toegepast en hieraan een bijdrage leveren.

Ook dient meer onderzoek te worden gedaan naar de mogelijkheden op het eigenaarschap te vergroten en de toepassing van 'collaborative governance'. Niet alleen op het Olympisch Stadion Terrein maar voor meer gebieden in Amsterdam waar eigenaarschap moet worden bevorderd, ontwikkeld en de 'collaborative governance' een goede manier is om het 'stedelijk ontwerp' vorm te geven.

Gezien de beperkte tijd van dit onderzoek is er geen mogelijkheid geweest om nog meer mensen te interviewen of bij de geïnterviewden dieper in te gaan op hun informatie. Op basis van de interviews wordt verwacht dat er nog veel meer ideeën, wensen en meningen uit de buurt zijn op te halen die een nog betere bijdrage kunnen leveren aan het 'stedelijk ontwerp'-proces op het Olympisch Stadion Terrein. Hier dient nader onderzoek naar plaats te vinden.

Hoofdstuk 7, Reflectie/Discussie 58 In de onderzoeken is altijd aangegeven dat ik als onderzoeker werkzaam was en niet als ambtenaar. Ik kan echter niet uitsluiten dat dit wel van invloed is geweest op de uitvoering van het onderzoek. Hoe en in welke mate is door mij niet te bepalen. Het heeft mij wel in de gelegenheid gesteld om gebruik te maken van het gemeentelijk netwerk en heeft er voor gezorgd dat er veel informatie uit het verleden is verzameld.

Resumerend is dit onderzoek een testcase geweest waarbij de samenleving in een buurt met andere ogen is beschouwd. Een open onbevooroordeelde blik is belangrijk om de nuance en diepere

belevingen van een buurt beter te begrijpen en op gelijkwaardig niveau samen te werken met alle stakeholders.

LITERATUURLIJST

Baggen, P., e.a. (2000). Mogelijkheden en grenzen van de participatiepedagogiek: de ontwikkelingssamenwerking als voorbeeld. Pedagogiek, 20(4), 1-9.

Bekkers, V., (2012). Beleid in beweging. Den Haag: Boom Lemma uitgevers.

Bokhorst, M., Edelenbos, J., Koppenjan, J., Oude Vrielink, M. (2015). Burgercoöperaties. Speler of speelbal in de nieuwe verhoudingen tussen overheid, markt en samenleving, Bestuurskunde, 24(2), 3-16.

Bouwinvest (2016), Ambitiedocument Aim Higher (Versie 0.1), 2016. Amsterdam.

Browne, M. (2012). Reducing social and environmental impacts of urban freight transport: A review of some major cities", Procedia Social and Behavioral Sciences 39, 19 -33.

Bryson, J.,M. (2004). What te do when stakeholders matter, Stakeholder Identification and Analysis Techniques. Public Management Review 6(1) 21–53.

doi: 10.1080/14719030410001675722

D66 Amstelveen. (z.d.). Rumoer rond verbreed fietspad Sportas Amsterdam. Geraadpleegd op 1 november 2017, van

https://amstelveen.d66.nl/2016/03/13/rumoer-rond-verbreed-fietspad-sportas-amsterdam/ De Ridder, J., Oppenhuis, E., Van Grondelle, M., Van der Veer, A., Rappoldt, F. (2016). Drukte en leefbaarheid in de stad. Amsterdam: Rekenmaker Amsterdam.

Engbersen, R., Van der Schaar, M. en Schreuders, S. (2013). Zelforganisatie gaat niet vanzelf. Den Haag: Ministerie van Economische Zaken, Agentschap NL.

Foster, S.R. & Iaione, C. (2016), The city as a commons, Yale Law and Policy Review 34, 281-349. Geraadpleegd op 10 juli 2017, van

https://ylpr.yale.edu/sites/default/files/YLPR/foster_iaione_final_copy3.pdf Gehl, J. (2006), Cities for People. Washington: Island Press.

Gemeente Amsterdam (z.d.):

Facts about the Vondelpark. Geraadpleegd op 8 november 2017, van

https://www.amsterdam.nl/toerisme-vrije-tijd/parken/vondelpark/facts_about_the/

Stadsdeel Zuid Gebiedsanalyse Buitenveldert/Zuidas. Geraadpleegd op 1 november 2017, van https://www.ois.amsterdam.nl/pdf/2016_gebiedsanalyse_11.pdf

Gemeente Amsterdam. (z.d.). De Staat van de Stad Amsterdam VIII. Geraadpleegd op 1 november 2017, van

https://www.ois.amsterdam.nl/themas/de-staat-van-de-stad-amsterdam-viii

Gemeente Amsterdam (z.d.). De Bereikbare Binnenstad. Geraadpleegd op 1 juni 2017, van https://www.amsterdam.nl/parkeren-verkeer/bereikbaar/nota-bereikbaar/

Gemeente Amsterdam (2009), Visie Zuidas, Amsterdam: Zuidas.

Gemeente Amsterdam (2011). Structuurvisie Amsterdam 2040, Economisch sterk en duurzaam. Amsterdam: Dienst Ruimtelijke Ordening.

Gemeente Amsterdam (2015):

a. Startdocument Stad in Balans 28 mei 2015. Amsterdam: Ruimte en Duurzaamheid, team Stad in Balans.

b. Plan Amsterdam, 21(3), gemeente Amsterdam. Gemeente Amsterdam, 2016:

a. Gebiedsanalyse 2016 De Pijp/Rivierenbuurt Stadsdeel Zuid, Amsterdam, gemeente Amsterdam;

b. Gebiedsanalyse 2016 Oud-Zuid Stadsdeel Zuid, Amsterdam, gemeente Amsterdam. c. Koers 2025, Ruimte voor de stad, april 2016, gemeente Amsterdam.

Hospers, G.-J. e.a. (2015). Visies op de stad, Van Tuindorp tot smart city. Den Haag, Boom Lemma uitgevers.

Iaione, C. (2016). The CO-City: Sharing, Collaborating, Cooperating, and Commoning in the City. American Journal of Economics and Sociology, 75(2), 415-455. doi: 10.1111/ajes.12145.

InZuid. (2016, 7 december). Sporthotel naast Olympisch Stadion voltooiing Sportas. Geraadpleegd op 1 november 2017, van

http://www.inzuid.amsterdam/index.php/2016/12/07/sporthotel-naast-olympisch-stadion- voltooiing-sportas/

Jacobs, J., (2009). Dood en leven van grote Amerikaanse steden (Nederlandse vertaling), Amsterdam: Uitgeverij SUN.

Jansen, K. (2000), Grenzen aan participatie en lokale kennis: de ecologisering van pesticidengebruik als voorbeeld. Pedagogiek, 20(4), 1-14.

Koenen (1985), Nederlands Woordenboek (27e druk). Groningen: Wolters-Noordhoff.

Korsten, A.F.A. (z.d.), Werken aan een vitale stad of regio, Het vitaliseren van een stad of regio door te verbinden, conceptualiseren en inspireren in het perspectief van de langere termijn, Geraadpleegd 1 oktober 2017, van

http://www.arnokorsten.nl/PDF/Veranderen/Het%20vitaliseren%20van%20een%20stad%20of% 20regio.pdf

Leidelmeijer, Van Kamp, K, I., & Marsman, G. (2002). Leefbaarheid; Naar een begrippenkader en conceptuele inkadering (RIGO, RIVM). Rapportnummer 81330. RIVM, Bilthoven.

Leidelmeijer, K, Pinkster, F & Van der Reijden, H. (2004). Leefbaarheid van wijken.

Themapublicatie WBO 2002, in opdracht van VROM/DG Wonen, RIGO Research en Advies BV, Amsterdam.

Majoor, S., Atzema, O., Risselada, A., Spierings, A., Grin, J., Van der Heijden, E. (2016), Toekomstbestendig Evenwicht: Balanceren tussen divergerende belangen (Onderzoeksvoorstel RAAK Pro), Amsterdam.

Mehta, V. (2006). Lively Streets: exploring the relationship between built environment and social behavior (Dissertation). University of Maryland Faculty of the Graduate School, Maryland. Mitchell, R.K., Agle, B.R. & Wood, D.J. (1997). Toward a theory of stakeholder identification and salience: defining the principle of who and what really counts. The academy of management review, 22(4), 853-886.

Moore, M., Khagram, S. (2004). On Creating Public Value, What Business Might Learn from Government about Strategic Management (Working Paper No. 3). Cambridge: Harvard University John F. Kennedy School of Government.

Olympisch Stadion Amsterdam. (z.d.). Evenementenarchief. Geraadpleegd op 17 november 2017, van http://olympischstadion.nl/nl/evenementen/archief.

Ostrom, E. (1993), A Communitarian approach to local governance. National Civic Review, 1993, 226-233.

Ostrom, E. (2010). The Challenge of Self-Governance in Complex Contemporary Environments, The Journal of Speculative Philosophy, 24(4), 316-332.

Parool, 2016. Geraadpleegd 25 maart 2017, van:

a. http://www.parool.nl/amsterdam/-tovenaarsleerlingen-op-het-stadhuis-lijken-de-regie- kwijt~a4225313/

b. http://www.parool.nl/parool/nl/5/POLITIEK/article/detail/4221093/2016/01/09/ Amsterdam-gaat-toerisme-beteugelen-door-strengere-toetsing-nieuwe-hotels.dhtml Pinkster, F.M. (2016). Narratives of neighbourhood change and loss of belonging in an urban garden village. Social & Cultural Geography, 17(7), 871-891.

doi:10.1080/14649365.2016. 1139169

Ploos van Amstel, W. & Balm S. (2016). Stadslogistiek in beeld, De bevoorrading van goederen in de Oude Pijp in Amsterdam: kenmerken en kansen. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam. Rekenkamer Amsterdam (2016). Drukte en leefbaarheid in de stad. Amsterdam.

Rotmans, J. (2005). Maatschappelijke Innovatie, tussen droom en werkelijkheid staat complexiteit. Rotterdam: Erasmus Universiteit.

Rotmans, J. (2015). Verandering van tijdperk. Nederland kantelt (3e druk). 's-Hertogenbosch: Aeneas Media.

Shaftoe, H. (2008). Convivial Urban Spaces. Trowbridge: Cromwell Press.

Stadsdorp Olympia (z.d.), Geraadpleegd op 20 oktober 2017, van https://stadsdorp-olympia.nl/ Te Brömmelstroet, M. (2013). Performance of Planning Support Systems What is it, and how do we report on it?. Computers, Environment and Urban Systems 41(2013), 299–308.

Spilt, J. (2017) Positief diffuus, op weg naar public value een casestudie naar ervaren kansen en belemmeringen door het netwerk gebiedsgericht werken in De Baarsjes, Amsterdam West. (Masterthesis). Urban Managment, Hogeschool van Amsterdam, Amsterdam.

Storm, M. (2013). Stappen naar adaptieve gebiedsagenda's. Den Haag. Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Kennisinstituut voor Mobilititeitsbeleid KIM.

Van der Borg, J. van der., (2006). Towards a European Spatial Policy for Culture. (Working paper). Venice: University of Venice, Department of Economics.

Van der Borg, J., (z.d.). Toerisme en Erfgoed, Zijn er Grenzen aan Toeristische Ontwikkeling?. Geraadpleegd op 1 november 2017, van

https://arca.unive.it/retrieve/handle/10278/3661487/48738/Lessen%20XXI%20Vd%20Borg%20F inal.pdf

Van der Wilk, D. (2016). Van wie is het plein? Over de (on)toegankelijkheid van de openbare ruimte in een gentrificerende buurt te Amsterdam (Proefschrift). Maatschappij- en

Gedragswetenschappen. Universiteit van Amsterdam. Amsterdam.

Van Loon, J. (2014). Levendige elitepleinen, doodse samenleving?. Rooilijn, 47(5), 368-375. Vera Wandelt. Mahlerplein-Zuidas (z.d.). Geraadpleegd op 17 november 2017, van

https://verawandelt.wordpress.com/2016/12/04/architectuurwandelen-in- buitenveldert/mahlerplein-zuidas/

Van der Krabben en Van Melik (2015) 'Ruimtelijke ordening en de stad' in: Hospers, G.-J. e.a. (2015). Visies op de stad, Van Tuindorp tot smart city. Den Haag, Boom Lemma uitgevers, hoofdstuk 5.

Van Thiel, S. (2015). Bestuurskundig onderzoek, een methodologische inleiding, Bussum: Uitgeverij Couthino.

Verloo, N. (2011). Rethinking Maakbaarheid, van maken ‘voor’ naar maken ‘met. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam, Amsterdam Centre for Conflictstudies.

Visser, J., e.a. (2014). Home Delivery and the , Impacts on Urban Freight Transport: A Review. Procedia Social and Behavioral Sciences 125(2014), 15-27.

VROM-raad. (2009). Publieke ruimte. Naar een nieuwe balans tussen beeld, belang en beheer. Den Haag.

Whyte, W. (1980). The social life of small urban spaces. Washington, D.C.: The Conservation Foundation.

BIJLAGE 2) DATA I, blad 1