• No results found

Behalve een paar, mogelijk foute, conclusies, staat er niet veel nieuws in, het meeste is door anderen al uitgezocht of behandeld, het is tenslotte al een oude kerk!

Er is ijverig gezocht in de archieven en er is dankbaar gebruik gemaakt van de boeken en artikelen van de Vos, F. A. van Lieburg, ds. Westerhof,

G. J. Lepoeter, S. B. Flikweert, J. Wiebrens, ds. J. Overbeeke, het internet, enz.

Ca. 1957, kort na de restauratie.

De Sint Johanniskerk met zijn pastoors tot 1574.

Al in 1233 is er sprake van een nieuwe kerk (nova ecclesia) gewijd aan St. Joannis die aan Oudmunster behoort. Het dorp zelf bestaat dan mogelijk al een eeuw of langer, maar van die eerste bewoners is niet veel bekend. Ze gingen waarschijnlijk ter kerke naar wat in 1233 de oude kerk werd genoemd, die plaats kreeg dus de naam Ouderkercke.

124

De St. Johanniskerk die tegenwoordig op Nieuwerkerk staat, is in feite alleen het koor met een stuk transept van de van 1475 tot 1509 gebouwde of vernieuwde kerk, want in 1576 brandt die kerk voor een groot gedeelte af en wordt aan de westkant van een nieuwe gevel voorzien.

De Kollegiale Kerk van Nieuwerkerk is in de Katholieke tijd gewijd aan St. Johannes de

Evangelist, een vicarie van St. Antonius, met altaren van het H. Kruis, St. Barbara, St. Nicolaas, St. Jan de Dooper, de H. Maagd, en St. Michiel. Er is een pastoor en een onderpastoor.

Ds.Westerhof heeft het vage vermoeden dat er in de 12e of 13e eeuw, dus vóór 1233, al een kerk of kapel gestaan heeft, iets noordelijker dan de tegenwoordige. Dit vermoeden is gebaseerd op het feit dat half in de 20e eeuw enkele honderden meters ten noorden van de kerk restanten van een begraafplaatsje gevonden zijn. De destijds bij de technische dienst werkende Dirk Haak weet te vertellen dat bij het graven van de fundaties voor de huizen die nu de Wethouder van

Klinkenstraat 1, 3, en 5 vormen, resten gevonden zijn van een, mogelijk gegraven, soort gebogen lopende gracht of put. Er worden daar dan menselijke schedels en beenderen van paarden

aangetroffen. De menselijke botten zijn door de grafdelver Jan Folmer verzameld en herbegraven. Jammer genoeg is verder niets onderzocht.

Architect Lepoeter denkt dat op de huidige plaats van de kerk ook de oorspronkelijke stond, vooral omdat het schip lager en dus ouder was dan het koor. (zie de tekening die ca. 1620 gemaakt is van de situatie van 1576).

Dat verschil in hoogte kan ook komen doordat Anna van Bourgondië die vanaf 1475 tot haar dood gewerkt heeft aan vernieuwing en vergroting van de kerk en de toren om die tot

kapittelkerk te laten verheffen, niet klaar gekomen is en dat het schip daardoor lager blijft, tot het in 1576 door de soldaten van Mondragon, in brand gestoken wordt.

1233

Tot 1233 is er steeds sprake geweest van “Duijvelandt” in de oude kerkstukken, met een kerk die op het latere Ouwerkerk stond. Net na 1200, begint men met de bouw van een kerk op

Nieuwerkerk gewijd aan St. Johannes en behorende aan het kapittel van Oudmunster in Utrecht.

Uit 1233 is er een Latijnse brief van Hendrik 1, aartsbisschop van Keulen en de prebenden der monniken van Oud-Munster te Utrecht met enige kerken in Zeeland.

In deze brief staat o.a.:”Ecclesias in Selandia, vedelicet in Duvelant, antique et nova” wat betekent: “Kerken in Zeeland te weten in Duiveland, oud- en nieuw (of: de oude en de nieuwe).

1325

Op 11 mei 1325 splitst bisschop Jan III van Utrecht de cure der nieuwe kerk in Duveland in 2 delen, omdat de inkomsten voldoende zijn om 2 priesters te onderhouden.

1340

De bewindvoerders van de parochie van Nieuwerkerk, Claes Kervingh van Reijmerswale en Claes van Cruijninghen, verzoeken het kapittel van S. Salvador om deze kerk aan de heer Pieter Wissenzoon (pastoor) te geven. (Regesta 1299 Hannonensia)

In de tweede helft van de 14e eeuw wordt er een dochterkerk gesticht op Oosterland die ook behoort aan het kapittel van Oudmunster in Utrecht.

---

Bedienaars van de Parochie Nieuwerkerk (Duiveland).

Vóór de hervorming is de kerk van Nieuwerkerk een collegiale kerk met een pastoor en een onderpastoor. Een aantekening vermeldt dat, één van de onderpastoors, zich De bisschop van Utrecht (die uit hoofde van zijn stoelrecht twee delen inkomsten uit de kerk krijgt) ontheft Anthonij Jansse, ondanks betoond berouw, toch uit zijn ambt. Hij heeft zich niet gehouden aan het celibaat waarin hij hoort te leven, en toch kinderen verwekt.

De heer P. M. Grijpink heeft uit middeleeuwse rekeningen van de Utrechtse Dom een overzicht gemaakt van de daarin voorkomende altaren en de bedienaars per plaats, dus ook die van

125

Nieuwerkerk, en aan hem danken we de volgende namen. De beschrijvingen zijn in het Latijn;

De vertaling is welwillend gedaan door een oud-Nieuwerkerker, ds. Jan Overbeeke.

Het is een vrij saaie opsomming die U ook over mag slaan, maar het hoort hier wel bij.

1456-1464

Johannis Petri, in Nieuwerkerk in het midden van Duiveland, na Henricus Johannis.

Aanstelling van de heer Nicolai Balduini aan de kerk van Nieuwerkerk in Duiveland Na afstand (door) Henricus Johannis, en zal geven aan Henricus Poortier 7 scuta, hetgeen betaald is op de dag van St. Remigius (dat is 1 oktober).

(Een scutum (betekent: schild), is een gouden Franse munt, meervoud scuta. Sstuf is de afkorting van stuverum. Ons woord stuiver is van stuverum afgeleid.)

1484-85 Aanstelling van magister Johannis Sturman vertegenwoordiger van/bij het andere deel van de kerkparochie gesitueerd te Nieuwerkerk, het laatst bezet en vacant, door de dood van de heer Nicolai Baldewini . ult. poss. 16 flor. Ren. courant (geld). 12 stuf. maakt 12 scut. 2 stuf. Gedaan op 10 Juni.

1485-86 Aanstelling van de heer Anthonius Neel vertegenwoordiger bij het andere deel van de kerkparochie, gesitueerd te Nieuwerkerk, door de dood van de heer Nicolaas Baldwini.

Vleming. En voldaan volgens het geschrevene van de heer Aartsdiaken samen met een zegel, 3 scuta 22 stuf. Gedaan op maandag na St Gallus (dat is 16 oktober.)

1494-95 Aanstelling van de heer Johannis Hugonis vacant door de dood van de heer Anthonius die Neele. Hij heeft betaald 10 scuta. Gedaan op tweede Pinksterdag.

1517-18 Beroeping van magister Petrus Godefridus aan het capittel van St Anthonius in N.kerk, vacant door de dood van Petrus Petrusse.

1523-24 Beroeping van magister Nicolaas Jacobusse Zoetermann van Zierikzee door de parochie van St. Johannis, vacant door de dood van de heer Cornelius Corneliusse.

1532-33 Verlof om te getuigen voor Baldewino, decaan te Nieuwerkerk.

1538-39 Verlof om te getuigen voor de heer Leonardus Adriaanse, kanunnik te N.kerk.

1541-42 Verlof om te getuigen voor de heer Anselmo Wilhelmi kanunnik te N.kerk.

Verlof om te getuigen voor de heer Everardo Judoci, kanunnik te N.kerk.

1570-71 Verlof om te getuigen voor de heer Jacobi de la Dycke kanunnik te N.kerk.

ALTAAR VAN ST KRUIS, BARBARAE ET NICOLAI 1405-06 Aanstelling van Gerardus Spronc aan het kapittel van St Kruis in N.kerk.

1419-20 Aanstelling van Johannis Godefridi aan het kapittel van St Kruis Aanstelling van Egidii Symonis, aan het kapittel van St Kruis.

Aanstelling van Johannis Petri Pistons aan het kapittel van St Kruis.

Aanstelling van Johannis de Weerhusen aan het kapittel van St Kruis.

1452-53 Aanstelling van Arnoldus Dreischor in N.kerk na de dood van Egidii Petri.

1478-79 Uiteenzetting van het goddelijke recht ten behoeve van de heer Reynerus Targardi aan het kapittel van het hoge altaar van St Kruis, na de dood van de heer Henricus Johannis.

1482-83 Aanstelling Jacobus Henricus aan St Kruis, na de dood van Cornelus Baldewinusse.

1484-85 Aanstelling van Baldewinus Anthonisse, na de dood van Nicolaas Baldewinusse.

1489-90 Aanstelling van magister Jacobus, zoon van Johannis aan de vicarie van St. Kruis, vacant door de dood van Johannis Johannisse.

1490-91 Aanstelling van Johannis, zoon van Johannes Vrouwenzoon aan het kapittel St.

Kruis in N.kerk, vacant door de dood van Johannis Nicolaasse.

1497-98 Aanstelling van magister Cornelis, zoon van Jacobus Cozijnse, aan het kapittel St.

Kruis en St. Barbara in N. kerk, vacant door de dood van Johannis Cornelisse.

Aanstelling van magister Jacobus, zoon van Johannis Missas, priester aan het kapittel St Kruis in N.kerk, vacant door de dood van Petrus, zoon van Sturmannus Johannis.

Aanstelling van Cornelis, zoon van Symonis aan het kapittel van het altaar van St Kruis, vacant door de dood van de heer Johannis Vrouwerszoon.

1502-15 Aanstelling van Hillecop, zoon van Egidius Baldewinusse aan het altaar van St Barbara in N.kerk, vacant door de dood van Egidius, zoon van Jacobus, 2 scuta.

126

1505-16 Aanstelling van Olardus Cornelisse, geestelijke van het diocees Utrecht, aan de vicarie van St. Kruis en St, Nicolaas, vacant door de dood van Baldewinus Jacobusse.

Aangestelling van Petrus Leonardusse geestelijke van het diocees Utrecht, aan het kapittel van St Nicolaas in N.kerk, vacant door de dood van Baldewinus Jacobusse, 4 scuta.

1509-10 Aanstelling van Johannis Sturmannusse, geestelijke van het diocees Utrecht aan het kapittel van St Kruis, vacant door de dood van magister Oirt, zoon van Johannis, 4 scuta.

1518-19 Aanstelling van Florentius, zoon van Cornelis aan de vicarie van het altaar St Kruis, N.kerk, vacant na de dood van Petrus (verm.) Leonardusse 2 scuta, 12 stuf.

1541-42 Aanstelling van de eerzame Cornelis Adriaanse Smy aan de vicarie van het altaar St Kruis in N.kerk, vacant door de dood van de vroegere heer Baldewinus Cornelisse. 4 scuta.

1547-48 Beroep en aanstelling van de eerzame jongeman Hugo Leonardusse.

1563-64 Aanstelling van de heer Johannis Leonardusse aan de vicarie van St. Kruis in de kerk van Nijenkercke, vacant door omstandigheden van Hugo Leonardusse, laatste bezitter ervan.

1567-68 Beroep van de heer Jacobus de Ledycke, kanoniek priester van het diocees Kamerijk, aan de vicarie van het altaar St Nicolaas en N.kerk, vacant door de dood van Franciscus

Nicolaasse laatste bezitter ervan. De aanstelling is gratis.

ALTAAR VAN JOHANNIS BAPTISTAE.

1419-20 Aangesteld Kervingi Wirtlemanni aan het kapittel van St Johan de Doper te Nwk.

1445-46 Aanstelling van Wilhelmus Johannis aan het kapittel St Johannis in N.kerk, 2 scuta.

1482-83 Aanstelling van Anthonius Egidiusse geestelijke aan het kapittel van het altaar van St Johannis de Doper in N.kerk, vacant door de dood van priester Lambertus Wilhelmusse.

1487-88 Beroepen Johannis Egidiusse aan altaar van het kapittel St Johannis de Doper.

1515-16 Aanstelling van de heer Petrus Cornelisse aan het kapittel van St Johannis in de parochie N.kerk , vacant door omstandigheden van magister Theodrici Tommae.

1538-39 Aanstelling van Halingo Cornelisse aan de vicarie van St Johannis de Doper in N.kerk, vacant uit vrije wil van de heer Livinus Johannisse.

1546-47 Aanstelling van Franciscus Nicolaasse geestelijke van het diocees Utrecht aan de vicarie van het kapittel van St. Johannis de Doper in Duiveland.

1551-52 Aanstelling van Frederikus Jobse geestelijke van het diocees Utrecht aan de vicarie van St Johannis. Vacant uit vrije wil door de heer Halingus Cornelisse de laatste bezitter.

ALTAAR VAN DE HEILIGE MAAGD MARIA.

1405-06 In het ambt aangesteld Wilhelmus Johannisse aan de vicarie in N.kerk.

In het ambt aangesteld Johannis Clementis aan de vicarie in N.kerk.

1409-10 Johannis Henrici aan het kapittel van de heilige Maria in N.kerk.

zonder bezwaar Johannis Petrusse aan het kapittel van de heilige Maria in N.kerk.

1475-76

Aangesteld Leonardus zoon van Johannis Hugonis aan het kapittel van St Maria vacant door de dood van Johannis Hugonis, 1 scutum 28 stuf.

Aanstelling Petri, zoon van Cornelis aan het kapittel van St Maria in N.kerk, Vacant door de dood van Laurentii Speernagel. 2 scuta.

1479-80

Aanstelling Johannis Petrusse, geestelijke aan het kapittel St Maria gesitueerd in de kerk van Johannis de Evangelist in N.kerk, vacant door de dood van Johannis Hendrikse Vos.

1484-85

Aanstelling van Cornelis Coloni aan het altaar van de Maagd St Maria in N.kerk.

Vacant door de dood van Petrus Danckerdse, 2 scuta 2 stuf.

1521-22

Beroeping van magister Cornelis Anthonisse de Scepper aan de vicarie van de Maagd St Maria in de parochie van N.kerk. vacant door de dood van Petrus van der Werve.

1522-28

127

Uiteenzetting van het goddelijk recht ter zake Cornelius de zoon van Anthonisse Sceppers aan de vicarie St Maria in N.kerk. In de marge: Wellicht in beide kerken en altaren van de Maagd Maria door dezelfde priester bediend, d.w.z in Nieuwerkerk en in Oosterland.

1525-26

Beroeping van Adrianus zoon van Cornelius Hugonisse aan het kapittel van de Maagd St Maria. Vacant door de dood van de vroegere magister Golini Corneliusse.

1560-61

Beroeping en aanstelling van magister Petrus Cornelisse Bule, priester aan de vicarie van de Maagd St Maria in N.kerk, vacant door de dood van de heer Laurentius Levinusse.

1563-64

Beroeping en aanstelling van Dignus Johannisse aan de vicarie van het altaar van de Maagd St Maria in N.kerk, vacant door de dood van de heer Petrus Cornelisse Bule.

ALTAAR VAN DE HEILIGE MICHAELIS EN BARBARA.

1484-85

Aanstelling van magister Johannis Sturman vertegenwoordiger van/bij het andere deel van de kerkparochie te Nieuwerkerk, vacant door de dood van de heer Nicolai Baldewini.

1485-86

Aanstelling van de heer Egidius Jacobusse aan de vicarie van St. Michaelis in N.kerk, vacant door de dood van Clewardus Jacobusse de laatste bezitter ervan. 2 scuta.

1494-95

Aanstelling van de heer Johannis Cornelisse aan het kapittel van St Micahelis en St Barbara in N.kerk, vacant door de dood van de heer Johannis Symonis. 2 scuta 20 stuf.

1505-06

Beroep voor de heer Clewardus Judocusse aan de vicarie van het eeuwige altaar van St.

Michaelis en de maagd St. Barbara in N.kerk, vacant door de dood van Cornelis Cobbingen.

1512-13

Aanstelling van Johannis, zoon van Hendrik aan het kapittel van het altaar van de maagd St Barbara, in de parochie van de kerk St. Johannis de Evangelist van N.kerk, vacant door de ontheffing/ontslag van Hillecop, zoon van Egidius.

1515-16 Aanstelling van Jemannus (verm. Jewannus), zoon van Jacobus aan de vicarie van St Barbara in N.kerk, vacant na Johan Hendrikse.

1518-19

Beroeping van de heer Baldewinus Cornelisse, in de volksmond genoemd van der Gobbingen, aan het kapittel gesitueerd in N.kerk, vacant door de dood van Clewardus Judocusse.1523-24 Aanstelling van Baldewinus, zoon van Egidius aan het (eerste) kapittel St Barbara in N.kerk, vacant door de dood van Jemanus of Jewannus Jacobusse. 2 scuta 13 stuf.