• No results found

De school, schoolmeester-voorzangers enz., 1581-ca.1960

Op 23 aug.1752 worden er uit de vele sollicitanten vier opgeroepen

Twee dagen na het opstellen van het nieuwe reglement moeten ze proeven van bekwaamheid afleggen. Ze gaan ze naar de kerk en lezen en zingen daar wat de predikant hen opgeeft. Daarop worden ze in de consistorie geroepen, en tonen hun schrijfkunst, lossen de rekensommen op en geven antwoord op de vragen in de Goddelijke waarheden van de predikant.

Uit de vier wordt daarna met eenparige stemmen Willem van Fraasse uit "Heintjeszant" gekozen.

Dit is een schoolmeester, die tuk op baantjes is. In 1754 wordt hij ook koster, hij is schepen van 1754-1762, gezworene van de polder in 1764, armmeester in 1765, adjunct inspecteur van ’s land’s zeewerken van 1765-1769. Geen wonder dat er klachten komen.

Als de kerkeraad vergadert, hoort de koster aan de deur van de consistoriekamer aanwezig te zijn, maar de meester maakt er een gewoonte van "sig dat niet aan te trekken, sodat men, sijnen dienst missende, verplicht is zelf koster te wesen", toch blijft hij twaalf jaar in functie.

Fraasse verzoekt op 1 juni 1766 aan de kerkenraad of Marinus Maertense zijn kostersambt mag waarnemen, en dat mag, Marinus wordt in jan. 1768 aangesteld als koster.

170

Op 3 juli 1767 zijn er wat klachten van het college en de predikant over de ijver en inzet van Fraasse. Ook de Classis doet onderzoek en vindt dat hij “zich zeer gebrekkig en weinig

beijverend heeft betoond”. Willem doet vrijwillig afstand en vertrekt feb. 1768 naar Bruinisse, waar hij als dijkgraaf in mei 1767 al een huis gkocht heeft, en later ook schepen zal worden.

Er komen nu aparte reglementen voor de schoolmeester, de voorzanger en de koster. Al met al een heleboel verplichtingen. Ze staan hierna beschreven, misschien komen ze ooit nog van pas!

---

Regels als schoolmeester na te komen vanaf 22 aug.1752.

Er zijn 33 regels waaraan de meester moet voldoen, we geven ze hier verkort weer.

De meester moet zich zedig en stichtelijk gedragen. De schooltijd is van 9-12 en van 1- 4.

Vanaf november moet hij ook 4 maanden lang avondschool houden.

Hij moet leren lezen, schrijven, rekenen en psalmzingen uit de Hydelbergschen Catachismus, A.B.C. boeken, Histori Davids, etc. De bekwaamste leerlingen mogen helpen met het overhoren.

Hij zal de bekwaamste leerlingen eens per week uit Gods woord laten lezen en moet dan goed opletten dat de lezers de zintekens door langer of korter ademhaling goed onderscheiden, en zorg dragen dat ze de blasende H goed laten horen of weglaten, al naar vereist is.

De leerlingen schrijven voorbeelden na, de meester zal hun pennen twee keer per dag bijsnijden.

Twee of drie keer per week worden er psalmen gezongen.

Als het koud is moeten de leerlingen brandstof meebrengen en tweemaal daags stoken.

De predikant geeft voor elke dag een gebed, eens per week geeft de dominee onderwijs in de kerk. Als bijbaan mag de meester landmeter zijn.

Hij moet de kerkklok opwinden en smeren en de klok drie maal per dag luiden.

Hij krijgt per maand 4 stuiver per leerling die het A.B.C.leert spellen en lezen, 1 schelling voor wie leert schrijven en 2 schelling voor het leren rekenen of zingen.

Voor kinderen die van de Armen leven betaalt de Kerk.

De meester krijgt 100 gulden per jaar van de Kerk en 100 gulden van de gemeente.

---

Regels en plichten ten opzichte van de openbaren godsdienst van 22 aug.1752.

1: De voorlezer zal maken des zondags tusschen het 2e en 3e geluy en in de weekelijkse avond predikatie, zo gauw het laatste geluy begint, in de kerk te zijn en zo gauw daar eenig volk is beginnen te lezen, en dat zolang, totdat de predikant in de kerk is, of, zo er een predikant preekt die de psalmen zelfs afgeeft, zolang totdat die predikant op de preekstoel is.

2: Hij zal lesen den bijbel vervolgende uyt het O.T. en de Wet des Heren voor en uyt het N.T.

ende 12 artkelen des geloofs na den middag, uytgezyt op bededagen voorberyding, op en na betragting na het H. Avondmaal, feestdagen en andere exstra gelegenheden, wanneer gepaste strofen zullen moeten gezongen worden.

3: Hij zal zo gauw hij in de kerk komt den psalm, en het psalmdeel, dat voor de predikatie gezongen zal worden voor den preekstoel, door de daartoezijnde letters aansteken (aanwijzen).

Hij zal eer hij begint het bijbelboek en het cap. uyt hetwelke dat hij lesen zal, duidelijk afzeggen en dat telkens als hij tot een volgende cap. overgaat. Even duydelijk zal hij ook den psalm en het deel afzeggen en dat twee maal herhalen.

4: Hij zal bij nodige absentie of ziekte den predikant daarvan kennis geven en niemand zijn kerkdienst laten vervullen behalve met toestemming van den predikant en nooit iemant die geen lidmaat is van de gereformeerde kerk, dit verzoek zal hij tydig aan de predikant doen.

5: In de zondagavond katichisatie zal hij antwoorden tot stigting der gemeente en om tot het onderwijs der jeugd bequamer te worden.

6: Hij zal aan de goede onderrigtingen en billike bevelen des predikant en kerkeraat zich in gehoorzaamheid onderwerpen.

---

Instructies voor de koster van 5 mei 1754.

Acht dagen geleden is mr. Willem van Frase, voorzanger en schoolmeester dezer gemeente tot koster benoemd in plaats van de overleden koster Jan de Grutter, met de volgende instructies:

171

1 Hij zal de kerkklok op den dag des Heere en andere, zo feest als biddagen, 3 maal luiden voor en na den middag, en ook bij de winteravond predicatie 2 maal, eens ’s middags om 3 uur, en even voor het aangaan van den godsdienst om 5 uur, nadat hij voor het eerste en laatste gelui aan den predikant daartoe orders zal gevraagd hebben en bekomen, hetwelk ook zal moeten

geschieden voor het eenmaal luiden bij de avond catechisatie.

2 Zal het zijn taak zijn de kerk open te doen tot den openbaren godsdienst, trouwen,

ondertrouwen, leren der kinderen en zo dikwijls als den predikant dit vordert, gelijk hij ook zal zorg dragen dat de kerk open zal zijn door het overgeven van den sleutel als daar een lijk in moet begraven worden, ook zal hij de kerk zorgvuldig sluiten.

3 Het zal zijn taak zijn als dienaar van de consistorie zijn bevelen uit den mond des predikants te ontvangen en uit te voeren.

4 Hij zal het daartoe zijnde boekje, indien er uit af te lesen zij, op den predikstoel leggen, en des avonds wanneer er geen godsdienst op die dag gehouden te worden, den bijbel op den

predikstoel ordentelijk te sluiten.

5 Hij zal het doopwater en het bekken tijdig bezorgen.

6 Het vuur voor den predikant op den predikstoel bezorgen.

7 Hij zal in de winteravondpredikatie en catechisatie in de kerk kaarsen ontsteken.

8 Als de predikant de leerlingen onderwijst zal hij vuur aanleggen en weer wegnemen.

9 Hij zal de kerk en consistorie, de kopere kerkkroon, kandelaar, zandloperhuys, blakers etc.

schoon en zuiver houden.

10 Hij zal aan de deur oppassen dat geen onordelijkheid geschiede

Voor dit alles zal zijn bezoldiging zijn vier ponden dertien schellingen, vier grooten Vlaams, en voor het luiden tot de winderavontsperd een pond Vlaams en voor het schuren van de kroon zo veel als de overleden koster getrokken heeft. Hij zal ook genieten de kolen die van het vuur in de consistorie over zijn alsmede de overgebleven einden der kaarsen in den openbare godsdienst en voorts alle voordelen die de overleden koster genoten heeft.

---

1767-1768 Jacob Gaveel, (1742-1816), die van Noordwelle komt, is de volgende

schoolmeester-voorzanger die op 1 nov.1767wordt aangesteld door E.J. van der Mandere, heer van Botland, de rentmeester Cornelis de Jonge , de predikant en de voltallige kerkeraad.

Jacob trouwt in 1768 met Pieternella Paulusse Weggeman en hertrouwt in 1782 met Neeltje van der Velde. Op 11 dec. 1768 meldt Gaveel dat hij eerstdaags naar Stolwijk gaat.

1768 M. Hokke,

Schoolmeesterszoon uit Zonnemaire, voorzanger en waarnemend kerkelijk dienaar.

Hij is er maar tijdelijk, dus worden er op 9 mei 1769 uit dertien sollicitanten drie genomineerd.

Met eenparigheid van stemmen wordt daaruit gekozen:

1769-1775 Jan Brouwer (1741-1783), die in 1764 getrouwd is met Cornelia Hendrikse Buijtendijk. Hij is schoolmeester geweest van 1763-1768 in Groote Lindt (Zwijndrecht).

Van 1768-1769 is hij schoolmeester en voorzanger te Noordwelle.

Op 28 aug.1771 koopt meester Brouwer het huis dat tegenwoordig Ring 23 is.

Na twee jaar blijkt dat de meester, die ziekelijk is, zich soms heel vreemd gedraagt.

De meester begint in 1771 een rechtszaak tegen Kaatje Andree omdat hij zich in zijn goede eer aangetast voelt, maar hij stopt de zaak na drie hoorzittingen en daarna begint de kerkeraad met een onderzoek. Er worden vier eerlijk bekend staande vrouwen gehoord:

Janna Jumelet die verklaart dat de meester op haar hoefje is geweest en klaagde over pijn, waarbij hij direct zijn onderlijf ontblootte en dat heeft zij toen schoon gemaakt.

Hanna Kik zegt dat ze thee ging zetten voor de meester die ziek bij de kachel zat, maar dat die toen zijn onderlijf en schaamte ontblootte en oneerbare bewegingen maakte, hij klaagde ook over zijn vrouw, die een afkeer had van de huwelijkse plicht ten opzichte van hem.

Kaatje Andree heeft het over aaien en liefkozingen en kwaad spreken over zijn eigen vrouw.

Adriana Bibbe is 11 jaar, zij zegt dat de meester bij haar aan huis kwam toen ze alleen thuis was,

172

In de schuur ontblootte hij zijn onderlijf en wilde dat zij hem daar betastte. Later zei de meester dat hij naar zijn kip zocht, en in de schuur moest plassen.

Een lastige zaak, de meester wordt in juni censuur aangezegd maar die wordt in augustus weer opgeheven zodat hij ook zijn kerkelijke werkzaamheden weer uit kan voeren, maar hij mag nog niet aan het avondmaal deelnemen. Op 5 jan.1772 wordt de censuur volledig opgeheven.