• No results found

De kerk, en de dominees die in de Kerkstraat wonen van 1778 tot 1886

Met het verhaal van de panden die de latere pastorie in de Kerkstraat vormen.

16. Fransiscus van de Kasteele, 1778- 1791, afgezet.

Franciscus van de Kasteele is geb. te Rotterdam op 16 okt.1735.

Op 3 okt.1762 wordt hij predikant te Yerseke; op 29 maart 1778 begint hij op Nieuwerkerk.

Hij neemt zijn intrek in het huis in de Kerkstraat dat door de Ambachtsvrouw is aangekocht.

Hij is ongehuwd overleden op 20 aug.1807, mogelijk in Rotterdam.

Op 21 okt.1777 lezen we: “Door de kerkeraadsleden is met eenparigheid benoemd Franciscus van de Kasteele, zeer waardige en geachte bedienaar des H. Evang. in de gemeijnte Yerseke”.

Later zullen ze nog wel eens aan deze mooie woorden hebben gedacht!

Op 29 maart 1778 doet hij zijn intrede op Nieuwerkerk.

Op 26 maart 1779 bepaalt de kerkeraad eenstemmig, dat na het houden van het H. Avondmaal door de diaken een beker vol wijn naar het huis van den predikant zal worden gebracht zoals dat voorheen door den koster pleegde te gebeuren.

In okt. en nov. 1791 vergaderen de broeders verschillende keren onder leiding van ds. van Weemen, predikant te Oosterland, omdat ds. van de Kasteele opgepakt en veroordeeld is.

Hij wordt overgegeven aan de scherprechter en wordt op 2 dec.1791 op een schavot staande voor het herenhuis van Nieuwerkerk “ten bloede gegeseld” en daarna verbannen, “zodat hij straf

137

ontvange over zijn euveldaden, die, zo zij al niet den naam van sodomie verdienen ten minste aan die grauwelijke onnatuurlijke zonde ten nauwsten verwant zijn”.

Om te zorgen dat hij niet als dominee gestraft wordt, krijgt hij op 2 dec., nog net voordat het vonnis wordt uitgevoerd, een getekende brief van het college dat er is besloten: “ hem Fr. van den Kasteele, voorheen predikant, als eerloos te deporteren, verklarende hem losgemaakt van alle banden die hem als predikant aan deze gemeente verbonden, en vervallen van alle eer en voordeel daaraan geaccordeerd. Wij willen niet nalaten hier bij te voegen dat even als wij de verregaande zonde van den delinquent met indignatie en tot ergernis vermanen en de gevolgen van zijne overtredingen alleszins rechtvaardig noemen, wij des al niet tegenstaande een innig gevoel van medelijden over zijne betreurenswaardige omstandigheden koesteren.

Ds. Van de Kasteele geeft zoveel problemen dat de kerkeraad er niet toe komt om onvolkomenheden van de andere lidmaten te bestraffen.

17. Frans van Goch, 1792- 1795.

In juli 1792 is er een aanvaarding vanFrans van Gogh, predikant te Abbenbroek, met de aantekening dat “ naast de afgesproken penningen, ook de onkosten van de beroeping zullen worden voldaan”. Frans van Goch is geboren in 1760 in den Haag.

Frans heeft gestudeerd te Utrecht, en is predikant te Abbenbroek van1783 tot 1792.

Daarvandaan komt hij naar Nieuwerkerk en is hier predikant van 1792 tot 1795. Daarna is hij predikant in Schiedam van 1795 tot 1818. Na zijn emeritaat, waartoe gezichtsverzwakking hem noopt, woont hij in Rotterdam. Franciscus overlijdt te Rotterdam op 14 mei 1824.

18. Jan Jeremias Berith, 1795- 1798.

De volgende dominee, Jan Berith (1771-1806) komt hier als kandidaat.

Al na drie jaar gaat hij naar Steenbergen en zit Nieuwerkerk zonder dominee.

In 1796 besluit de Nationale Vergadering van de Bataafse Republiek dat er vanaf nu geen bevoorrechte kerk meer is, er komt volledige vrijheid van godsdienst uitoefening.

De dominee is jong, hij noteert in 1796 dat Kornelia Hems voor de tweede keer onecht is bevallen en dat de vrouw van Marinus van den Ouden te vroeg is bevallen.

19. Cornelis van E(s)pen, 1800 – 1804.

Cornelius van Epen studeert te Leiden in 1792 en wordt predikant in 't Woud (Z-H.) in 1797.

Ruim twee jaar later vertrekt hij naar Nieuwerkerk. Op 19 januari 1800 wordt hij bevestigd.

Op 28 juni 1801 trouwt Cornelis in Leiden met Maria de Wilde, ze krijgen 12 kinderen.

In 1804 vertrekt ds. van Epen naar Vlissingen.

In deze periode worden o.a. de volgende overtredingen begaan:

15 jan. 1802 Clazina Wagenmakers heeft zich schuldig gemaakt aan overspel met een man van Rooms Katholijken godsdienst, dus heeft de kerkeraad besloten om haar te laten aanzeggen zich voor de tijd van een jaar van het gebruik van ’s Heeren H. Avondmaal te onthouden.

16 april 1802 Ariaantje Kanoo is aangezegd zich een jaar te onthouden van het Avondmaal als hebbende zich schuldig gemaakt aan de ergerlijke zonde van hoererij en overspel.

22 okt. 1802 Maria en Pieternella van der Wiele hebben zich beiden schuldig gemaakt aan hoererij en ontucht, zijnde beide van onechte kinderen bevallen.

In 1805 zal Maria een tweed onecht kind krijgen.

22 okt. 1802 Er is een gesprek geweest met Pieter van der Maas, waarin de predikant hem ernstig doch liefderijk onderhield over het moedwillig verwaarlozen van den openbare godsdienst, hetgeen tot ongelukkig gevolg had dat hij er onbeschaamd voor uit kwam in geen drie jaar naar de kerk te zijn geweest en daarenboven zo weinig angst voor de mensen, ja, voor God te hebben, dat hij verklaarde maar door te willen gaan met zondigen.

Janna van der Daf is van een onecht kind bevallen en daarom wordt ze gecensureerd.

20. Petrus van Raden, 1804 – 1807.

Petrus is 1 sep.1779 gedoopt te Kampen. In zijn antwoordt op het beroep in 1804 wijst Petrus er op dat het voor hem een vermindering van traktement zou zijn. Hierop informeert secretaris van der Stalen de vergadering dat hij zeven ponden privé zal aanvullen en zo de huishuur voor den dominee zal betalen, zodat er dan nog maar 80 gld te kort is.

138

Op zondag 1 juli wordt de gemeente bijeen geroepen en men blijkt bereid om de Twintig Zeeuwse Rijksdaalders die extra nodig zijn, te betalen.

Ds. van Raden doet op 2 sep.1804 zijn intrede, maar al binnen drie jaar, op 13 maart 1807, neemt hij een beroep aan uit Breda.. Van Raden overlijdt op 22 maart 1838.

21. Adam Cornelis Romswinkel, 1808 – 1823.

Adam is geboren in Tiel in 1779, hij trouwt met Margaretha Petronella van Hengel.

Op 15 aug. 1808 komt Romswinkel uit Eethen-Drongelen en doet zijn intrede op Nieuwerkerk.

Op 18 mei 1823 vertrekt hij naar Dordrecht. Op 17 feb.1854 overlijdt hij.

Na ruim 200 jaar praten we niet meer over gereformeerden, het zijn nu hervormden, de naam gereformeerden zal weer gebruikt worden door de afgescheidenen en de daarop volgende diverse splitsingen. In Zeeland is 78% protestant, 20 % is Rooms Katholiek en 2% is iets anders of niets.

Sinds een paar jaar is het zingen van gezangen ingevoerd in de Hervormde Kerken.

De dominee heeft een traktement van f.910,- per jaar inclusief kindergeld en huishuur Op 3 juli 1812 blijkt dat het traktement van den koster van ouds 28 gulden is geweest.

Op den 23 november 1812 is er een brief van Jan Marinusse de Jonge, de zoon van den overleden koster Marinus Maartense de Jonge, die verzoekt om betaling van twee jaar

achterstallig traktement. Om een einde te maken aan die zaak over het kosters traktement, als ook over de betaling van wijn en brood bij het Avondmaal, heeft de vergadering besloten om aan mijnheer de maire (burgemeester) een oordeel hierover te vragen.

Bij het aangeven van het overlijden van zijn vrouw in 1837 geeft Jan Marinusse de Jonge als beroep op: koster; hij is dus kennelijk zijn vader opgevolgd.

Vanaf 1816 zal koning Willem I, c.q. de rijksoverheid, in het vervolg de reglementen van de Hervormde Kerk vaststellen.

In 1817 zegt de koster die zegt ook nog recht te hebben op zes gulden boven het gewoon

traktement voor zijn dienst bij de avondkerk. En dan blijkt dat hij zelfs nog recht heeft op de niet bruikbare kaarsen. Men besluit om snel een nieuw Regelement te maken!

In 1817 zijn er ook wat problemen met Maria Overbeeke, de weduwe van Pieter Moerzaat.

Ze, heeft een ongeoorloofde verkering met zeker manspersoon (Cornelis Roos) en die verkering is openlijk bekend. Er wordt besloten dat de predikant aan Maria het ongeoorloofde en zondige van haar gedrag onder het oog zal brengen. Zij zal er over nadenken om haar leven te beteren.

In 1820 zijn er 801 inwoners, waarvan 365 ledematen.

22. Gerardus Johannes Lette, 1824-1851.

Lette wordt geboren op 2 mei 1780, hij studeert in Leiden en wordt in 1805 bevestigd in

Zoutelande. In 1807 vertrekt hij naar West-Souburg en via ’s Heer Abts- en Sinoutskerke, Cats en Biezelinge doet hij op 25 april 1824 zijn intrede op Nieuwerkerk. Hij is op 21 Okt.1807 getrouwd met G. J. van Groenewegen.

Op 26 sep. 1827 komt er een bericht van de provincie over begraafplaatsen. Omdat er op Nieuwerkerk meer dan 1000 inwoners zijn, mag er niet meer in- of rond de kerk begraven worden. Men weet de aanleg van een nieuwe begraafplaats tot 1865 te rekken!

In 1834 leidt de bemoeizucht van de overheid, het zingen van gezangen en ander ongenoegen tot de afscheidingen uit de Hervormde Kerk. (zie “De Afscheiding”).

Ds. Lette gaat naar het "Hooghe Huis", wat nu Kerkstraat 3 is.

In 1836 komen de kerkelijke goederen op naam van de kerkelijke gemeenschap te staan.

23. Luitonius Bouman, 1851-1854.

Ds. Bouman doet op 30 nov.1851 zijn intrede. Hij woont in de pastorie op A-50.

Bouman is geboren in 1824 te Utrecht, waar hij in 1896 ook overlijdt. Hij trouwt in 1854 in Oosterland met Johanna Jacoba Ermerins (1829-1866), dochter van dominee Jan Willem Ermerins. Na zijn afscheid in aug.1854 vertrekt Luitonius met zijn vrouw naar Nieuwenhoorn.

24. Cornelis van Roggen, 1855-1858.

Domineeszoon Cornelis is geboren te Kethel in 1831, hij overlijdt in Middelburg in 1885.

Cornelis trouwt in 1855 met Cornelia van Wagtendonk (1828-1860), hij hertrouwt in 1863 met de 19 jarige Ida den Uijl (1844-1924).

139

Op 12 mei 1858 wordt een proces verbaal opgemaakt tegen J. J. de Moor omdat hij ds. van Roggen belasterd heeft. De kleindochter van de Moor zou een kind gebaard hebben van de dominee. Cornelis vertrekt naar Oostzaan, zijn carrière eindigt in 1878 in Ursum, waar hij ontzet wordt wegens drankmisbruik en in het Huis van Bewaring terecht komt.

25. Hendrik Damsté, 1858-1870.

Op 7 nov.1858 doet de in 1830 geboren Damsté zijn intrede. Hij overlijdt in 1917 te Rijswijk.

Damsté trouwt met Trijntje Groeneveld. In 1870 vertrekken zij naar Kockange.

Op 4 aug. 1865 ontvangt het gemeentebestuur een mededeling van de doodgraver. Er is geen plaats meer op de begraafplaats rond de kerk, nu al moeten soms andere lijken worden verwijderd die nog niet geheel ontbonden zijn. Er komt een nieuwe begraafplaats.

26. Willem Joost Ramaker, 1871-1878

Ds. Rademaker komt uit Baarland als hij hier zijn intrede doet op 7 mei 1871. Hij blijft hier tot zijn overlijden op 8 mei 1878; hij is dan 46 jaar oud. Willem is eerst getrouwd met Jacoba Barendina Bax, die in 1867 te Zoutelande overlijdt, daarna trouwt hij met Rachel Hage.

27. August Adolf Louis Joseph Bouijer, 1881-1884

Bouyer is geboren in 1856 te Utrecht, hij doet op 8 mei 1881 zijn intrede. Op 28 dec.1883 wordt hij benoemd in Nederlands Indië waar hij in Banda en Cheribon werkt, hij vertrekt 1 feb. 1884.

Wegens zielsziekte wordt Bouijer in 1888 ontslagen en opgenomen in het krankzinnigengesticht in Utrecht. Hij wordt eervol ontslagen en gepensioneerd in 1890 en gaat naar Veldwijk bij Ermelo. Bouyer blijft tot 1931 op de lijst van emeriti staan.

1883

Op 3 april 1883 wordt de laatste persoon begraven op de begraafplaats bij de kerk, het is de weduwe van dominee G. J. Lette.