• No results found

Hoofdstuk 4: Collectieve herinnering en identiteit in het antinucleaire protest

4.2 De ontruiming als collectieve herinnering

De bezetting in Wyhl diende als inspiratiebron voor andere demonstraties en werd daardoor onderdeel van de collectieve identiteit binnen de antinucleaire beweging. Welke gebeurtenissen speelden nog meer een grote rol in de collectieve herinnering rondom de protesten in Wyhl, Brokdorf en Gorleben? In deze paragraaf besteed ik aandacht aan de ontruiming in Wyhl, Brokdorf en Gorleben.

a. Confrontatie in Wyhl

De eerste bezetting in Wyhl duurde van 18 tot en met 20 februari 1975. Op 23 februari 1975 werd de bouwplaats voor een tweede keer bezet, dit keer voor zo’n negen maanden.236

Gedurende die periode kwam het meerdere keren tot confrontatie tussen de aanwezige demonstranten en de regering. Karapin beargumenteert zelfs dat de bezetting dramatische confrontaties veroorzaakte met de politie en de bezetting in Wyhl daardoor veel media- aandacht kreeg.237 Kijkend naar de chronologie van het conflict in Wyhl ontbreekt in zijn

beschrijving nuance. De eerste bezetting in februari werd door de politie hard beëindigd. Zo’n 650 politieagenten ontruimden de bouwplaats en gebruikten daarbij geweld.238 Zo werden er

waterkanonnen, een helikopter, twee bewapende voertuigen en politiehonden ingezet en werden 56 demonstranten gearresteerd.239 Bij de tweede bezetting, van februari tot november,

verliep de beëindiging van de bezetting echter een stuk minder dramatisch. Er volgden onderhandelingen met de CDU-fractievoorzitter Lothar Späth in oktober 1975. Daarop besloten de burgerinitiatieven de bouwplaats zelf te verlaten. Enkel een Beobachtungsdienst bleef achter op de bouwplaats.240 Daarmee werd de bezetting de facto afgesloten, omdat het

grootste gedeelte van de bezetters niet meer aanwezig was. De protesten van de

236 Nössler en de Witt, Wyhl, 292.

237 Karapin, Protest politics in Germany, 119. 238 Rucht, Von Wyhl nach Gorleben, 85.

239 Koopmans, Democracy from Below, 171; Milder, Greening Democracy, 99-100. 240 Rucht, Von Wyhl nach Gorleben, 87.

67 burgerinitiatieven zetten zich nu op een juridisch vlak verder.241 Het is dus belangrijk om te

vermelden dat er een groot onderscheid was tussen de eerste ontruiming van de bouwplaats en beëindiging van de tweede bezetting in Wyhl. Bij de eerste ontruiming werd er excessief geweld gebruikt door de politie. Bij de tweede bezetting werd er geen politie ingezet, maar verlieten de burgerinitiatieven op eigen initiatief de bouwplaats. Daarom is er bij de tweede bezetting geen sprake van ontruiming. Daarnaast beargumenteert Engels ook dat er verder maar weinig confrontaties met de ordediensten voorkwamen.242 De eerste ontruiming was dus

het grootste conflict met de ordediensten de eerste ontruiming.

De eerste, gewelddadige ontruiming bleek een belangrijke gebeurtenis te zijn in de herinneringen van de demonstranten. Engels beweert dat de ontruiming van de bouwplaats een traumatiserend effect had op de lokale bevolking. Het was namelijk nog niet eerder tussen zo’n aanvaring gekomen tussen de politie en de demonstranten.243 Dat sluit ook aan bij Milders

argument dat de demonstranten de politie veelal zagen als “vriend en helper”.244 De acties van

de politie stuitten vooral op verontwaardiging en verbazing en vormde een centraal onderdeel in de herinnering van Wyhl. Daarop had ook de heterogeniteit van de groep invloed: de deelnemende studenten kenden de gewelddadige politiereacties al vanuit de protesten in 1968, de rurale bevolking en veel anti-atoomactivisten waren daarentegen nog niet op deze manier in aanraking gekomen met de politie.245 Het traumatiserende effect van deze politieacties blijkt

ook uit de reacties in de bundel Wyhl van Nössler en de Witt. In meerdere stukken berichtte de rurale bevolking over de politieactie. Zo schrijft Frédéric Meyer, een lokale tandarts, dat hij zich voelde alsof hij in het Derde Rijk was.246 Hij beschrijft hoe de politie de bezette bouwplaats

omsingelde: ‘Aber plötzlich wurde es ernst. Von allen Seiten kamen Truppen in Lastkraftwagen kriegsmäßig ausgerüstet und umzingelten das ganze Lager.’247 Meyer benadrukt hier het in zijn

ogen “kriegsmäßige” karakter van de politieactie. Daarnaast betoont hij meerdere keren het gewelddadige karakter van de politieactie, zo schrijft hij bijvoorbeeld:

241 Rucht, Von Wyhl nach Gorleben, 87. 242 Engels, Naturpolitik, 359.

243 Ibidem. 244 Milder, 100. 245 Ibidem.

246 Nössler en de Witt, Wyhl, 90 247 Ibidem.

68 ‘Wir wurden von einer richtigen Wasserflut übergossen. (…) In den dazwischenliegenden Pausen wurden die schützenden Nylontücher, die über unsere Köpfe gespannt waren, durch von Sadismus befallene Polizisten weggerissen.’248

Zijn wantrouwen in de politie en de Duitse staat is groot, hij maakt dan ook meerdere keren een vergelijking met het Derde Rijk, zoals bijvoorbeeld hier:

‘Dieses Vorgehen in dem Wyhler Wald gibt zu bedenken und erinnert unwillkürlich an das damals herrschende Naziregime. Auch da wurden solche Terrormethoden angewandt und der Wille der Bevölkerung mit Füßen getreten. (…) Aber Ungehorsam gegen solche Diktaturen zu üben, ist Pflicht jedes Demokraten.’249

Hieruit blijkt dat Meyer weinig vertrouwen had in de Duitse staat en de politieactie een duidelijk traumatiserende werking had. Daarnaast uit hij ook een bepaalde vorm van systeemkritiek. Door de vergelijking met het Derde Rijk wordt de Duitse staat als dictatuur neergezet en Meyer roep op om als “democraat” daartegen op te treden. Die vergelijking van de Duitse staat met het naziregime grijpt terug op het narratief van de studentenprotesten in de jaren ’60, waarbij de Bondsrepubliek vaak met het Derde Rijk vergeleken werd.

Annemarie Sacherer, vrouw van een wijnboer, geeft een bevestigend beeld bij de verklaring van Meyer. Ook zij spreekt van gewelddadige acties van de politie, zoals het gebruik van waterkanonnen, honden en excessief geweld.250 De politieacties werkten ontnuchterend,

omdat deze niet aansloten bij het beeld wat de rurale bevolking van de politie had. Sacherer schrijft onder andere:

‘Diese Erlebnisse haben mit dazu beigetragen, daß wir allen Handlungen der Regierung und ihrer Parteien kritisch und ohne Illusionen gegenüberstehen. Ich möchte sagen, Wyhl sollte für alle ein heilsamer Schock sein. Er sollte uns alle darin bestärken, uns gegen das Unrecht durchzusetzen.’251

248 Nössler en de Witt, Wyhl, 92. 249 Ibidem, 93.

250 Ibidem, 96-97. 251 Ibidem, 97.

69 Dit bevestigt onder andere het argument van Engels, dat de politieacties voor wantrouwen zorgde bij de aanwezige demonstranten.252 Sacherer beschrijft duidelijk het desillusionerende

effect van de ontruiming in Wyhl. Ook in andere verklaringen van bijvoorbeeld Hilda Vogel en Maria Köllhofer, beide huisvrouwen, komt het traumatiserende effect van de politieacties duidelijk naar voren. De aanwezige politie en hun gewelddadige ingrijpen maakten veel indruk op deze twee demonstranten.253 Bij de deelnemende studenten zette dit wantrouwen zich om

in een vijandigheid tegenover de staat, die vereenzelvigd werd met de politie.254 Een mogelijke

verklaring daarvoor was het harde optreden van de politie tegen enkel de studenten tijdens de ontruiming van Wyhl. Köllhofer verklaart:

‘Es fiel uns auf, daß hauptsächlich die Studenten unter uns mitgenommen wurden. Soviel ich weiß, war kein einziger Bauer oder Winzer unter den festgenommenem. Mich wundert, daß die Polizei sich dazu hergibt, ein so verfälschtes Bild entstehen zu lassen.’255

De aanwezige demonstranten waren niet alleen verontwaardigd over politiegeweld, maar ook over de bevooroordeelde houding van de politie, die met name studenten als doelwit hadden. De houding van de politie sloot aan bij die van de regering in Baden-Württemberg. De premier van Baden-Württemberg Hans Filbinger meende namelijk dat niet de lokale bevolking, maar nationaal georganiseerde manipulatoren achter de bezetting in Wyhl zaten. Daarbij lag zijn focus vooral op ‘radicale’ studenten.256 Het is daarom ook niet vreemd dat met name studenten

het doelwit werden van de politieacties.

Naast het hierboven aangetoonde traumatiserende effect is het mogelijk dat het politiegeweld ook als moral shock gezien kan worden. James Jasper definieert moral shock als een gebeurtenis die zoveel verontwaardiging genereert, dat men zich gedwongen voelt om actie te ondernemen.257 Het politiegeweld, maar ook de bevooroordeelde houding van de

politie tegenover studenten, stootte op veel verontwaardigheid en verscherpte het protest.

252 Engels, Naturpolitik, 362.

253 Nössler en de Witt, Wyhl, 99, 101-102. 254 Engels, Naturpolitik, 362.

255 Nössler en de Witt, Wyhl, 102 256 Milder, Greening Democracy, 99.

257 James M. Jasper en Jane D. Poulsen, ‘Recruiting Stranges and Friends: Moral Shocks and Social Networks in

70 Sacherer schrijft niet voor niets dat het politiegeweld een shock was die de demonstranten zou moeten versterken.258 Daarnaast zorgde het politiegeweld ook voor meer solidariteit binnen

de protestgroep; Köllhofer laat duidelijk haar sympathie zien voor de opgepakte studenten en is verbaasd dat haar sociale groep niet werd opgepakt.259 Het politiegeweld als moral shock is

dus vermoedelijk ook een verbindende factor op de bouwplaats.

Ook in de mainstream media neemt het narratief van gewelddadige politieacties de bovenhand. In een artikel over Wyhl in Der Spiegel van 31 maart 1975, ruim anderhalve maand na de gewelddadige ontruiming van Wyhl, wordt deze aangehaald. Volgens de auteur brachten waterkanonnen, politiehonden en arrestaties de demonstranten niet van hun a propos, omdat de demonstranten daarna de bouwplaats weer bezetten en voor hun Heimat demonstreerden.260 Het wantrouwen dat in de ooggetuigenverslagen ook een thema was,

komt in het artikel van Der Spiegel niet voor. De auteur van het artikel legt juist de nadruk op de terughoudendheid van de politie tijdens de tweede bezetting, die tijdens de bestorming van het bouwterrein door zo’n 25.000 demonstranten “niet meer te zien” waren. 261 Het

wantrouwen schemert echter wel door in een ander artikel in Der Spiegel van 14 april 1975 waarin de auteur schrijft dat een oorzaak voor de bezetting in Wyhl de “Ärger über undemokratische Planung” is.262 Die veronderstelde ondemocratische besluitvorming sluit ook

aan bij de motivatie van de burgerinitiatieven. Zo eisten de burgerinitiatieven bijvoorbeeld “meer democratie”. Ze waren namelijk ontevreden over de lokale besluitvorming bij de bouw van Wyhl. De lokale bevolking was niet betrokken bij de beslissingen over de bouw en voelde zich daardoor buitengesloten. Engels stelt dat de lokale bevolking geen fundamentele kritiek op de Bondsrepubliek uitte, maar enkel ontevreden was met het verloop van de lokale besluitvorming over Wyhl.263 Systeemkritiek op de hele democratie is hier dus uitgesloten.

b. De poging tot bezetting in Brokdorf

Zoals in de vorige paragraaf al werd aangegeven werd Wyhl een voorbeeld voor zowel de demonstranten als de lokale regering gedurende de demonstraties in Brokdorf in 1976. In Brokdorf kwam het niet tot een gewelddadige ontruiming zoals in Wyhl, maar werd de bezetting al van tevoren tegengehouden door een grote politiemacht. Om een langdurige

258 Nössler en de Witt, Wyhl, 97. 259 Ibidem, 102.

260 ‘Mer setze uns durch, weil mer recht hen’, Der Spiegel 14 (1975) 36, 39. 261 Ibidem, 41.

262 ‘Bürgerinitiativen. Ärger, Angst, Sorge’, Der Spiegel 16 (1975) 49. 263 Engels, Naturpolitik, 363-364.

71 bezetting zoals in Wyhl te voorkomen werd op last van de regering in Sleeswijk-Holstein de bouwplaats hermetisch afgezet. Dat zorgde ervoor dat de demonstranten de bouwplaats niet konden betreden.264 Net als bij de eerste ontruiming in Wyhl kwam het hier ook tot

gewelddadige conflicten tussen de politie en de demonstranten. Na een initiële betreding van het terrein, trad de politie hard op tegen de aanwezige activisten. De Bürgerinitiative

Umweltschutz Unterelbe berichtte dat er waterkanonnen werden ingezet om de bevoorrading

van de bouwplaats tegen te houden. Het opgebouwde tentenkamp zou met een bulldozer verwoest zijn. 265

De gewelddadige acties van de politie leidden tot veel ontzetting bij de demonstranten. In twee verschillende verslagen leggen de auteurs hier dan ook nadruk op. In een bericht beschrijft Hans Schmid zijn ervaringen in Brokdorf in februari 1977. In oktober 1976 werd er een poging gedaan de bouwplaats te bezetten, in februari 1977 demonstreerden activisten wederom bij de bouwplaats.266 Het verslag beschrijft onder andere de reis met activisten van

Tübingen naar Brokdorf en zijn ervaringen in Brokdorf.267 Schmid beschrijft het excessieve

geweld van de politie en noemt onder andere het de dreigende aanwezigheid van getrokken machinegeweren waar hij op stuitte bij een autocontrole.268 Hij schetst ook de aanwezigheid

van de politie op de bouwplaats:

‘(…) da die Polizeisöldner an der Brücke, feldmäßig ausgerüstet mit Plastikschildern, Schlagstöcken, Helmen, dahinter die Wasserwerfer, aus der Luft werden sie Tränengasbomben werfen, wenn der Einsatzbefehl kommt.’269

Schmid schildert daarmee de uitrusting van de politie, die uit verhouding is met de aanwezige demonstranten, die met “Transparenten und Fahnen ‘bewaffnet’” zijn.270 Ook laat hij meerdere

keren een vergelijking met Wyhl vallen.271 Dat laat de erfenis van Wyhl tijdens de protesten in

Brokdorf zien.

264 Karapin, Protest politics in Germany, 120.

265 Bürgerinitiative Umweltschutz Unterelbe, Brokdorf, 111. 266 Karapin, Protest politics in Germany, 120.

267 Schmid, Der Marsch auf Brokdorf, 4-6. 268 Ibidem, 8.

269 Schmid, Der Marsch auf Brokdorf, 28. 270 Ibidem, 26.

72 Het narratief over excessief geweld van de politie zet zich ook in een brochure van de

Bürgerinitiatieve Umwelschutz Unterelbe uit Hamburg voort. Belangrijk om te vermelden is, dat

de BUU de militante factie bij de protesten in Brokdorf vormde en met name leden uit een stedelijke omgeving had. In deze brochure deed de BUU verslag van de gebeurtenissen in Brokdorf. Er werden foto’s van de politieacties afgedrukt, bijvoorbeeld een foto waarop de politie met slagstokken en schilden te zien is. Op de achtergrond vliegt een politiehelikopter.272

Een andere foto toont het gebruik van de waterkanonnen.273 In het verslag ligt sterk de nadruk

op het excessieve geweld van de politie. Zo werden de politieacties vergeleken met een burgeroorlog.274 Net als in Wyhl nam het vertrouwen in de democratie af door deze acties. Niet

alleen in de tekst, die pas na de gebeurtenissen is geschreven, maar ook op de bouwplaats kwam dit motief naar voren. Een demonstrant hield bijvoorbeeld een spandoek vast met daarop de tekst “Demokratie oder Polizeistaat”.275 De vergelijking van de Duitse staat met een

politiestaat laat een zekere mate van systeemkritiek zien

In Pflasterstrand lag ook de nadruk op het geweld van de politie. De eerste editie van

Pflasterstrand bevat een reportage over de protesten in Brokdorf in 1976. In de inleiding van

het artikel ‘Kernkraft, Knüppel, Widerstand’ noemden de auteurs het gebruik van waterkanonnen, traangas en helikopters van de politie.276 Ook beweerden de auteurs dat er

een gigantisch staatsapparaat nodig zou zijn om kernenergie te laten werken. Kerncentrales, transport van en naar kerncentrales en de afvalverwerkingsplaatsen moesten bewaakt worden. Dat was volgens de auteurs alleen mogelijk in een politiestaat.277 Belangrijk is dat Pflasterstrand

vaak de burgerinitiatieven zelf aan het woord liet. Desalniettemin was het tijdschrift alsnog een spreekbuis van de ondogmatische linkse scene en werd het beeld van excessief politiegeweld verspreid. Ook in Der Spiegel was er aandacht voor het politiegeweld in Brokdorf, maar het tijdschrift nam een gematigder standpunt in. In Der Spiegel van 8 november 1976, een aantal dagen na de gewelddadige aanvaring tussen demonstranten en politie in Brokdorf, verscheen een lange reportage over deze gebeurtenissen. Dat ook in de mainstream media het geweld

272 Bürgerinitiative Umweltschutz Unterelbe, Brokdorf, 118. 273 Ibidem, 119.

274 Ibidem, 121. 275 Ibidem, 128.

276 ‘Kernkraft, Knüppel, Widerstand’, Pflasterstrand 1 (1976) 9. 277 ‘Kernkraft, Knüppel, Widerstand’, 12.

73 van de politie als excessief werd gezien, blijkt bijvoorbeeld uit de beschrijving “überzogene Polizeiaktion”.278

c. De ontruiming van Gorleben

In Gorleben slaagde de bezetting wel. Op 3 mei 1980 namen demonstranten de bouwplaats in. Ze richtten de Republik Freies Wendland op. Ongeveer een maand later, op 4 juni 1980, werd de bouwplaats ontruimd door de politie. In tegenstelling tot de ontruiming in Wyhl verliepen volgens Joppke deze politieacties rustig. Hij stelt dat de demonstranten gemoedelijk het terrein verlieten. Daarna werd het kamp vernield door bulldozers.279 Dat komt niet overeen met het

beeld dat Rucht in zijn boek Von Wyhl nach Gorleben schetst. Hij beschrijft het politiebataljon, dat net als in Wyhl en Brokdorf was uitgerust met onder andere waterkanonnen, helikopters en politiehonden. Gedurende de ontruiming werd volgens hem ook in Gorleben veel geweld gebruikt: demonstranten werden met knuppels geslagen, geschopt en aan hun haren van de bouwplaats gesleept.280 Desalniettemin bevestigt Rucht wel dat de demonstranten een

geweldloze houding innamen en niet ingingen op het politiegeweld.281 De houding van de

politie en die van de demonstranten was dus niet in evenwicht.

278 ‘K und K’, Der Spiegel 46 (1976) 47.

279 Joppke, Mobilizing Against Nuclear Energy, 114-115. 280 Rucht, Von Wyhl nach Gorleben, 140.

281 Ibidem, 141.

Afbeelding 12: Politieagenten slepen demonstrant weg.

in: Burckhard Kretschmann, Gorleben. Eine Fotodokumentation über die Republik Freies

74 De fotoverslagen die na Gorleben zijn uitgebracht bevestigen het beeld van Rucht. Het album van Kretschmann bevat meerdere foto’s getoond van het politiegeweld, zoals een demonstrant die aan de capuchon wordt weggesleept. In het verslag noemt de auteur een ander voorval:

‘Bereits abgeräumte Leute werden hinter den Polizeiketten erneut zusammengeschlagen. Jetzt ohne Pressebeobachtung wird ein Mann vom Freundschaftshaus geworfen, mit Knüppeln und Polizeistiefeln traktiert. Trotz Zusicherung freien Geleits wird einer von der Turmbesatzung krankenhausreif geprügelt. Alle werden festgenommen.‘282

Het is duidelijk dat het politiegeweld in de herinnering van Gorleben een grote rol speelt. Ook in het album Gorleben. Bilder von Leben und Widerstand worden foto’s van de politieacties getoond. Deze zetten een genuanceerder beeld neer, op het grootste gedeelte van de foto’s wordt er geen geweld gebruikt door de politie.283 De keuze om foto’s van de ontruiming af te

drukken, laat wel zien dat ook bij deze auteur de politieacties en de ontruiming een belangrijke gebeurtenis zijn bij het herinneren van Gorleben.

Afbeelding 13: Bord in Gorleben

in: Wolfgang Hippe, Bernhard Sanders en Alfred Schulz, Gorleben. Bilder von Leben und Widerstand (Frankfurt am Main 1979).

Afbeelding 14: Spandoek in Gorleben

in: Wolfgang Hippe, Bernhard Sanders en Alfred Schulz,

Gorleben. Bilder von Leben und Widerstand (Frankfurt

am Main 1979).

Een ander motief komt in beide albums ook naar voren. Tijdens de demonstraties in Gorleben werd de Duitse staat wederom vergeleken met een dictatuur of nazi-staat. Op een

282 Kretschmann, Gorleben, ongepagineerd.

75 foto in de bundel van Kretschmann is een bord met daarop de tekst “Unter Hitler haben die Leute auch nur ihre “Pflicht” getan … !!!!!!” te zien.284 In de bundel van Hippe is een spandoek

te zien met daarop de tekst: “Gestern Gaskammer. Morgen Atomstaat”.285 De vergelijking

tussen de Duitse staat en het nazi-verleden laat een bepaalde vorm van systeemkritiek zien. De demonstranten zijn namelijk niet tevreden met het excessieve geweld van de Duitse staat. De berichtgeving in Pflasterstrand en Der Spiegel na de ontruiming van Gorleben neemt het narratief van excessief geweld of de vergelijking met nazi-Duitsland niet over.

4.3 Conclusie

De bezettingen in Wyhl en Gorleben en de mislukte poging in Brokdorf zijn een symbool voor de antinucleaire beweging. Op welke manier werden deze gebeurtenissen een onderdeel van de collectieve herinnering? En in welke mate werd daarmee kritiek op het systeem geuit? Daarbij spelen twee gebeurtenissen een belangrijke rol: de bezetting van Wyhl en het excessieve politiegeweld.

De bezetting van Wyhl was voor de Duitse regering een voorbeeld en leermoment: om nog een bezetting te voorkomen werd in Brokdorf de bouwplaats hermetisch afgesloten. Voor de demonstranten was de bezetting van Wyhl niet alleen een voorbeeld, maar werd deze gebeurtenis ook een onderdeel van de collectieve identiteit. Wyhl veroorzaakte in die zin een soort kettingreactie van protesten en bezettingen tegen kerncentrales. Wyhl werd zo een verbindende factor bij de protesten. De demonstraties in Brokdorf en Gorleben stonden niet meer op zichzelf, maar waren een onderdeel van een groter protest tegen atoomcentrales. Ook