Paragraaf 4. Analyse van waarderingen in literaire dagbladen en op literaire
4.4 De Nederlandse maagd
4.4.1 NRC Handelsblad Recensent: Elsbeth Etty71 Aantal alinea’s: 10 Datum: 3 september 2010 “In de nieuwe roman van Marente de Moor wordt een jonge schermster verliefd op een Tolstojaanse held”, luidt de beschrijving in de eerste alinea van deze recensie. In de veronderstelling dat het lezerspubliek weet wie Tolstoj was en op welke manier hij zijn personages vormgaf, kan de uitspraak als compliment worden opgevat.
De ondertitel van de recensie spreekt over “Russische motieven en Hermansiaanse thema’s bij Marente de Moor” en daarmee wordt de roman in zijn geheel met de kenmerken van werken van twee grote auteurs vergeleken. Een gegeven dat zonder meer als positieve waardering met betrekking tot de inhoud van de roman (subklasse 1, tweede circuit) opgevat kan worden.
In de derde alinea van de recensie wordt auteur Marente de Moor geïntroduceerd en volgt er een korte beschrijving van haar debuutroman De overtreder (2007) waarin de inhoud draait om een zoektocht naar zichzelf. Ook in De Nederlandse maagd (2010) is er sprake van een tocht, maar dan één van Maastricht naar Aken en het leven van de hoofdpersoon voorgoed zal veranderen.
In de vierde en vijfde alinea beschrijft Etty de inhoud van de roman. De 18‐jarige Janna, de hoofdpersoon van de roman, verliest in een poging om een conflict op te lossen haar maagdelijkheid: “Dat ze haar maagdelijkheid kwijt raakt is nog het minste, ingrijpender is de les dat maagdelijkheid gelijkstaat aan afzijdigheid, wat neerkomt op lafheid.” De titel van de roman staat echter niet gelijk aan Janna, maar aan het vaderland van Janna dat als laf wordt beschreven. Dan vervolgt Etty de recensie door meer te vertellen over het grote idool van Janna, de half‐Joodse schermkampioen Helene Mayer, die tijdens de Spelen van 1936 wél komt opdagen en de Hitlergroet brengt. Iets wat niet in de roman genoemd wordt, omdat “Janna dat niet kon weten”. Mayer, die net als de fictieve Janna een doktersdochter is, wordt in de roman neergezet als droomfiguur: “een schaduw van Janna met wie ze haar beste schermpartij ooit speelt.” “Er is veel in deze roman dat aan Hermans’ Donkere kamer van Damokles doet denken: het dubbelgangersmotief, het gevecht van een mens tegen zijn schaduw, collaboratie met de nazi’s en het besef dat de werkelijkheid ondenkbaar is.” Toch is de mening van Etty hierover wel verdeeld, want het
71 Elsbeth Etty, “Alleen de dood doet leven,” recensie van De Nederlandse maagd, door Marente de Moor, NRC Handelsblad, 3 september, 2010.
aantal motieven en verwijzingen naar de eerdergenoemde roman is aan de grote kant, en ook zitten de “schitterend gebeeldhouwde zinnen” soms vol van metaforiek of anachronismen, iets wat als negatieve waardering met betrekking tot de vorm van de roman (subklasse 2, tweede circuit) kan worden opgevat. Anderzijds zijn het wel diezelfde gebeeldhouwde zinnen die “de dreigende sfeer, de morele dilemma’s en woedende hartstochten” oproepen en daarmee niet alleen als negatief, maar ook als positief punt van de vorm van de roman (subklasse 2, tweede circuit) beoordeeld worden.
“Hermans revisited”, luidt het slot van de recensie en daarmee kan gesteld worden dat op een paar kleine punten na, de roman als samenhangend geheel van vorm en inhoud hoog aangeschreven wordt en het eerste circuit van waarderen daarmee een positieve waardering toegekend krijgt. 4.4.2 Trouw Recensent: Jann Ruyters72 Aantal alinea’s: 10 Datum: 18 september 2010
“Marente de Moors tweede roman, die soms doet denken aan Jane Eyre, is een wervelend boek dat getuigt van grote verbeeldingskracht”, aldus de waardering die wordt uitgesproken in de eerste alinea van deze recensie. In deze eerste alinea wordt de roman als samenhangend geheel van vorm en inhoud – “een wervelend boek” – gezien en het eerste circuit van waarderen daarmee positief gewaardeerd.
“Het nieuwe boek van Marente de Moor opent als de klassieke gothic novel: de maagd arriveert (…) De aantrekkelijke ‘kasteelheer’, Herr Egon Von Bötticher, heeft een diep litteken, een mistig verleden, veel honden. (…) hij doet in broeierigheid ook denken aan Heatcliff, of nog meer aan Jane Eyre’s mr. Rochester.” Ook in de daaropvolgende derde alinea spreekt Ruyters over een vergelijking tussen De Moor en Brontë waarbij ze De Moors hoofdpersoon Janna met Jane (Eyre) vergelijkt. Negatief waarderen doet Ruyters niet, hoewel de lezer zich af zou kunnen vragen of de nadruk op het broeierige en aantrekkelijke van de ‘kasteelheer’ en de fascinatie van de maagdelijke Janna voor deze man in de recensie de aandacht voor het boek an sich niet onder doen sneeuwen.
Ook De Moors eerder verschenen roman De overtreder (2007) wordt in deze recensie positief besproken. Ruyters schrijft hierover dat “de roman werd geprezen om zijn bonte karakters, vlijmscherpe observaties, sterke anekdotes”, waarmee ze zich positief waarderend uit over de inhoud van de roman
72 Jann Ruyters, “Op Herr Egon von Böttichers landgoed,” recensie van De Nederlandse maagd, door Marente de Moor, Trouw, 18 september 2010.
(subklasse 1, tweede circuit) en meldt in de zevende alinea van deze recensie dat dit debuut van De Moor al veel beloofde en dat met deze tweede roman (vorm en inhoud samen) die belofte is waargemaakt: “nu eens geen narcistisch wegzinken in de 21‐ste eeuw, met louter projecties om een ik‐figuur heen, maar een roman die toegang biedt tot een fascinerende wereld waar je geen weet van hebt en die toch los van de schrijver schijnt de bestaan.”
“Kan het clichématiger: de onschuldige maagd die zich verliest in een oudere man in een uniform, vraagt Janna zich ook af”, is de vraag die Ruyters in de achtste alinea van de recensie stelt, en daarmee zij niet alleen. Nu uit de beoordeling blijkt dat de roman toch wel enigszins vol clichés staat, volgt ook een minpunt uit de recensie: “De enige tekortkoming aan dit levendige, meeslepende boek is dat de weelderige entourage (karakters, motieven) zozeer de aandacht opeist dat het overkoepelende thema er wat in wegzinkt” is hetgeen Ruyters hier dan over op te merken heeft. Toch doet de uitspraak “enige tekortkoming” afbreuk aan het geheel van vorm en inhoud en lijkt de lezer hier niet te zwaar aan te moeten tillen. Zoals Ruyters vervolgens zelf opmerkt: “Maar zo’n bondige samenvatting doet ‘De Nederlandse Maagd’ onrecht. Met Marente de Moor heeft de Nederlandse literatuur een zeer originele schrijfster gewonnen, één met een schijnbaar onuitputtelijke verbeelding, die hopelijk nog veel romans zal schrijven, even wervelend als deze.” Daarmee luidt het oordeel over de roman in zijn geheel positief en wordt het eerste circuit van waarderen positief gewaardeerd. 4.4.3 Recensieweb Recensent: Carmen Meuffels73 Aantal alinea’s: 16 Datum: 19 oktober 2010
In de eerste alinea van de recensie geeft Meuffels een samenvatting van de inhoud van de roman. Zij spreekt daarbij de volgende waardering uit: “Hoewel de setting een beetje cliché is en de gebeurtenissen hier en daar neigen naar het extreme, is De Moor erin geslaagd haar nieuwe roman voortdurend spannend te houden.” Meuffels doet met haar uitspraak een positieve waardering klinken die op de inhoud van de roman betrekking heeft en daarmee op subklasse 1 van het tweede circuit van waarderen.
De daaropvolgende tweede en vierde alinea bevatten wederom een samenvatting van het verhaal en bevatten geen waarderende uitspraken. De derde en vijfde alinea vormen een geciteerde passage uit de roman.
73 Carmen Meuffels, “Liefde en degen,” recensie van De Nederlandse maagd, door Marente de Moor, Recensieweb, 19 oktober, 2010.
“Janna’s fantasie maakt Egon mooier en alle gebeurtenissen geheimzinniger”, is de waardering die in de zesde alinea wordt uitgesproken. Het betreft hierbij een positieve waardering die betrekking heeft op de inhoud van de roman (subklasse 1, tweede circuit). Ook noemt Meuffels een aspect of onderdeel van de vorm van de roman en wel de manier waarop De Moor de lezer bepaalde brieven laat lezen. Zoals Meuffels zelf zegt: “Deze brieven worden wel weergegeven, maar telkens midden in een zin afgebroken. Op die manier weet je als lezer precies even weinig als Janna, die ook nooit de kans krijgt de brieven in hun geheel te lezen.” Naast de vorm van de roman, bespreekt Meuffels hiermee ook de inhoud van de roman. Uit haar oordeel volgt dat de roman een spanningselement bevat dat wordt versterkt door het steeds niet volledig kunnen lezen van de brieven. Meuffels’ oordeel luidt positief. Dit aspect van de vorm van de roman (subklasse 2, tweede circuit) krijgt een positieve waardering toegekend.
De zevende alinea heeft betrekking op een buitenliteraire zaak of toestand en wel die van de Mensur: een schermduel waarmee studenten uit Duitsland al eeuwen hun moed en verbondenheid tonen. In deze alinea worden geen waarderende uitspraken gedaan die betrekking hebben op de vorm of inhoud van de roman.
“Met deze duels, waarbij het er niet zelden bloederig aan toegaat, voegt De Moor een thrillerachtig element toe aan haar toch al veelzijdige roman, en zorgt er zo voor dat de spanning geen moment verslapt.” Meuffels bespreekt en waardeert hier een inhoudelijk aspect of onderdeel van de roman (subklasse 1, tweede circuit) positief – het thrillerachtige element. Met de uitspraak “toch al veelzijdige roman” bespreekt Meuffels de roman als samenhangend geheel van vorm en inhoud positief, en daarmee het eerste circuit van waarderen.
“Deze verhaallijn wordt echter voortdurend onderbroken door de anderen, die zowel in omvang als in intensiteit niet voor elkaar onderdoen.” Het eerste deel van de waardering, die betrekking heeft op de inhoud van de roman (subklasse 1, tweede circuit), zou als negatief gezien kunnen worden: een voortdurende onderbreking van een verhaallijn versoepeld het lezen immers niet. In het tweede gedeelte van de waardering worden de personages besproken die Meuffels als intens beschrijft. Uit deze uitspraak volgt een positieve waardering met betrekking tot de inhoud van de roman (subklasse 1, tweede circuit). Meuffels eindigt haar oordeel met een positieve waardering, die voor de roman in zijn geheel geldt (eerste circuit van waarderen). Ze is van mening dat de roman inhoudelijk gezien op de interesses van veel soorten lezers aansluiting vindt en daarmee voor een breed lezerspubliek geschikt is.
De Nederlandse maagd biedt op die manier, heel gedoseerd, voor ieder type lezer wat wils: romantici kunnen samen met Janna fantaseren over Egon en de tweelingbroers, geschiedenisfans herbeleven door middel van de brieven delen van de Eerste
Wereldoorlog, en lezers die graag huiveren hebben genoeg bloederige duels in het vooruitzicht. 4.4.4 Recensieweb Recensent: Esther Meijer74 Aantal alinea’s: 8 Datum: 1 november 2011
In de intro van deze recensie wordt allereerst vermeld dat deze recensie is geschreven in het kader van de AKO Literatuurprijs van het jaar 2011 en loopt dan over in een samenvatting van de inhoud van het verhaal.
In de tweede alinea wordt kort de achtergrond van auteur Marente de Moor genoemd – tegenwoordig woonachtig in Zuid‐Limburg – welke aan de inhoud van het verhaal wordt gekoppeld: “Het is dan ook niet vreemd dat Janna’s verhaal zich afspeelt in deze omgeving.” Over de keuze voor het Zuid‐Limburgse Kerkrade is Meijer erg te spreken: “Is er een betere manier om de spanningen tussen het opkomende nazi‐Duitsland en het nerveuze Nederland te illustreren dan ons door Janna’s ogen Kerkrade te laten zien, dat door de grens letterlijk in tweeën wordt verdeeld?” Ze uit daarmee haar positieve waardering voor de keuze van een aspect of onderdeel – de locatie – van de inhoud van de roman welke tot subklasse 1 van het tweede circuit van waarderen gerekend kan worden.
De derde alinea heeft wederom betrekking op de inhoud van het verhaal. In dit gedeelte van de recensie wordt een overzicht gegeven van de gebeurtenissen in het verhaal die ertoe leiden dat de geladenheid steeds prominenter wordt. Omdat de inhoud van de roman in deze passage voornamelijk samenvattend wordt weergegeven, worden er geen waarderende uitspraken gedaan.
In de roman wisselt De Moor het verhaal af met (fragmenten) van deze brieven. Helaas is dit stoffige geheim lang niet zo duister als de bedoeling is en geeft het de personages niet de diepgang die ze wel nodig hebben. Waar de sfeer in het boek grimmig en onheilspellend is, doet de spanningloosheid van de plot daar afbreuk aan.
Na in alinea vier eerst kort iets te hebben gezegd over de vorm waarin het verhaal wordt weergegeven, namelijk uit fragmenten van gevonden brieven en het verhaal zelf, spreekt Meijer haar negatieve waardering uit met betrekking tot de inhoud van de roman (subklasse 1, tweede circuit). Het aspect of onderdeel ‘spanning’ ontbreekt en doet daarom afbreuk aan de sfeer van het verhaal. Ook 74 Esther Meijer, “De degens gekruist,” recensie van De Nederlandse maagd, door Marente de Moor, Recensieweb, 1 november, 2011.
het geheim dat in de roman wordt uitgewerkt, mist de nodige spanning en is niet zo duister als het had kunnen zijn en mede daardoor ontbreekt het de personages aan diepgang die zij, volgens Meijer, wel nodig zouden hebben. Ook dit onderdeel of aspect van de inhoud van de roman krijgt een negatieve waardering toegekend (subklasse 1, tweede circuit).
“De persoonlijke perikelen van Janna vormen een welkome variatie”, is daarop de reactie van Meijer. Ze doelt daarbij op Janna’s verliefdheid voor haar maître, die zal eindigen in een affaire.
Janna merkt dat ze tijdens haar verblijf op het Raeren een ontwikkeling doormaakt: bij aankomst is ze nog een meisje zonder standpunt, maar uiteindelijk merkt ze dat ze niet langer onpartijdig kan blijven.
In het bovengenoemd citaat wordt niet alleen de gedachtegang van Janna zelf beschreven: het betreft ook een inhoudelijk aspect of onderdeel van de roman waarin de ontwikkeling van het verhaal beschreven en positief gewaardeerd wordt (subklasse 1, tweede circuit van waarderen).
“’Hoe lang moet een toeschouwer blijven kijken voordat hij medeplichtig wordt?’ schrijft De Moor, en dat is waar de roman om draait op meerdere niveaus: die van Nederland en zijn positie ten opzichte van andere landen, maar ook die van het schermen: in hoeverre kan een toeschouwer zich aan medeplichtigheid onttrekken wanneer duellisten elkaar verwonden?” Wat volgt is een positieve waardering over de inhoud van de roman die betrekking heeft op uitspraken die de lezer aan het denken zetten en waarvan de eerdergenoemde quote een voorbeeld is. (subklasse 1, tweede circuit van waarderen).
In diezelfde alinea (alinea zeven) spreekt Meijer eerst een positieve waardering uit met betrekking tot de inhoud van het verhaal: “Daarnaast verrijkt De Moor haar verhaal met prachtige omschrijvingen en vergelijkingen”, waarna deze overgaat in een negatieve waardering met betrekking tot de inhoud van het verhaal: “Maar niet overal is de roman even sterk geschreven; vooral wanneer je midden in het boek zit, hobbelt het verhaal wat moeizaam voort.” De beide waarderingen zijn afkomstig uit subklasse 1 uit het tweede circuit van waarderen. De stijl, en met name het gebruik van het Limburgse dialect weet Meijer dan weer wel positief te waarderen en kent daarmee een positieve waardering toe aan een onderdeel of aspect van de vorm van de roman (subklasse 2, tweede circuit).
In de achtste alinea verwijst Meijer nogmaals naar de plot waarin het spanningselement ontbrak. Ze zegt daarover het volgende:
Hoewel de uitwerking van de plot dus niet optimaal is, zorgt de onheilspellende sfeer toch voor spanning. De gebeurtenissen, die steeds ingrijpender worden, en deze bedrukkende ambiance komen samen in een bloedstollende ontknoping die je geschokt achterlaat: De Nederlandse maagd voert je op geslaagde wijze mee naar het verleden en zet je het mes op de keel.
Hoewel de personages de nodige diepgang missen, het geheim niet duister genoeg blijkt te zijn en de spanning in de plot niet veel aanwezig is, is Meijer over de rest van de roman wel te spreken. De inhoud van de roman wordt door Meijer positief gewaardeerd (subklasse 1, tweede circuit). 4.4.5 Tzum Recensie: De Nederlandse maagd – Marente de Moor75 Aantal alinea’s: 9 Datum: 4 december 2011 Recensent: Coen Peppelenbos Een literaire prijs geeft je de mogelijkheid om boeken die je hebt laten liggen toch te gaan lezen. De onverwachte overwinning van de AKO Literatuurprijs door Marente de Moor was dan ook een aansporing om de roman De Nederlandse maagd te gaan lezen. Zou dit boek nu echt zoveel beter zijn dan Bonita Avenue van medegenomineerde Peter Buwalda?
Volgens Peppelenbos wordt literatuur pas echt interessant “als een boek speelt met je verwachtingen” en als snel blijkt dat De Nederlandse maagd dit in alle opzichten vooral niet doet. “Is me dat even fijn. Quizvraag: Zal Janna Von Bötticher een botte, onbehouwen man blijven vinden of zal ze stiekem verliefd op hem worden? Het antwoord is voorspelbaar, zoals zo’n beetje alles in De Nederlandse maagd.” Ook de verhaallijnen en karakters van de roman doen volgens Peppelenbos zeer voorspelbaar aan en kent daarom een negatieve waardering toe aan de inhoud van de roman (subklasse 1, tweede circuit van waarderen).
Ook in de vierde alinea van de recensie laat Peppelenbos doorschemeren dat de inhoud van de roman wel erg voorspelbaar te noemen is: “De tweeling bestaat uit twee vrolijke, naïeve jongens, van wie er één hopeloos verliefd wordt op Janna (quizvraag: Zal dat goed gaan of niet? Zijn de jongens op het eind van de roman nog steeds zo vrolijk en naïef?)” en is er in dat opzicht sprake van een
75 Coen Peppelenbos, “Recensie: Marente de Moor – De Nederlandse maagd,” recensie van De Nederlandse maagd, door Marente de Moor, Tzum literair weblog, 4 december, 2011, Recensie.
negatieve waardering die betrekking heeft op de inhoud van de roman (subklasse 1, tweede circuit)
Een volgend punt van kritiek betreft het zwart‐witbeeld van de nazi’s dat De Moor Von Bötticher laat uitdragen: “Welke nazi ook langskomt, de bediende Heinz of mensen van een hogere rang, zonder uitzondering worden ze beschreven als onbeschofte horken. Zo’n duidelijk zart‐witbeeld heb ik in geen jaren meer gelezen.” In deze uitspraak wordt een negatief waarderende uitspraak gedaan over een onderdeel of aspect met betrekking tot de vorm van de roman (subklasse 2, tweede circuit van waarderen), omdat deze betrekking heeft op de manier waarop De Moor een beeld van de nazi’s schetst. “Wil je de cliché‐nazi, lees dan De Nederlandse maagd”, is wat Peppelenbos de lezer als het ware aanraadt.
Hoewel De Moor de beste bedoelingen gehad lijkt te hebben door in termen van symboliek te werken, is Peppelenbos hier niet positief over te spreken: “Ook die symboliek is mij te opgelegd en te overheersend” en dat terwijl de roman feitelijk alleen maar draait om de vraag “in hoeverre je je kunt verdedigen”. Volgens Peppelenbos zitten “alle elementen voor een keurig literaire analyse” op hun plaats en maakt dit hem gedurende het leesproces “steeds kriegeliger” en ook de stijl maakt hem niet vrolijk. Zowel onderdelen als aspecten van de inhoud als van de vorm van de roman krijgen hier een negatieve waardering toegekend (subklasse 1 en 2, tweede circuit van waarderen). Hij erkent dat er ongetwijfeld lezers zullen zijn die de stijl waarin de roman geschreven is prachtig en leerzaam zullen vinden, maar komt er openlijk voor uit dat hij zich er zelf vooral erg aan stoort. Daarmee benadrukt Peppelenbos zijn