• No results found

De innovatiebox binnen de vestigingsplaatstheorie

Hoofdstuk 5 | Onbenutte ruimte in de innovatiebox nieuwe stijl ten opzichte van OESO BEPS

5.2 De innovatiebox binnen de vestigingsplaatstheorie

Zoals aangegeven draagt de innovatiebox door een verlaging van het effectieve

vennootschapsbelastingtarief bij aan de aantrekkelijkheid van het Nederlandse vestigingsklimaat. Het vestigingsklimaat wordt echter niet alleen door de innovatiebox bepaald. Er zijn veel factoren die kunnen bijdragen aan een gunstig vestigingsklimaat. Deze factoren kunnen fiscale prikkels zijn, maar

38 ook niet-fiscale factoren spelen een rol. Zo zijn infrastructuur, het kennisniveau van de

beroepsbevolking en de stabiliteit van het overheidsbeleid belangrijke factoren die de vestigingsplaatskeuze kunnen beïnvloeden.64

5.2.1 De economische vestigingsplaatstheorie

Volgens de economische theorie van vestigingsplaatskeuze, wordt het causale mechanisme

aangedreven door verschillende determinanten van de vestigingsplaats. Deze determinanten worden beïnvloed door comparatieve voor- en nadelen. Aangezien het om een mechanisme gaat, gaat deze theorie ervan uit dat de determinanten op de lange termijn altijd invloed uitoefenen op de

vestigingsplaatskeuze. De effecten op de korte termijn worden buiten beschouwing gelaten, omdat er een vertraging in de aanpassing aan de veranderingen door de bedrijven kan optreden. Daarnaast veronderstelt de theorie dat ondernemers en consumenten rationeel handelen, uit eigen belang handelen en volledig geïnformeerd zijn over de kenmerken en prijzen van producten en het overheidsbeleid van landen.

Bedrijven wegen bij hun vestigingsplaatskeuze in de eerste plaats af of zij voor één of voor meerdere locaties kiezen. Het hebben van één locatie heeft als voordeel schaalvoordeel, doordat de vaste kosten, zoals de investeringen in vaste activa, verdeeld worden over meer producten, waardoor de vaste kosten per product lager zijn. Het nadeel van het hebben van één locatie is dat de communicatie- en

transportkosten waarschijnlijk hoger zijn dan bij ondernemingen met meerdere locaties vanwege het feit dat de producten vanuit de weinige locaties een grotere afstand naar de klanten moeten afleggen. Het omgekeerde geldt voor ondernemers die ervoor kiezen meerdere locaties te hebben. Meerdere locaties zorgen voor meer investeringskosten, maar daarentegen zullen de communicatie- en transportkosten lager zijn dan bij ondernemers met enkel één locatie.

In de tweede plaats moet de ondernemer besluiten waar hij zich gaat vestigen. Deze keuze wordt beïnvloed door de verschillen in de variabele productie- en ontwikkelingskosten tussen landen. Deze verschillen worden bepaald door de zogenaamde comparatieve voor- en nadelen van landen. De theorie van comparatieve voordelen is ontwikkeld door Ricardo (1817) en later uitgewerkt door onder andere Heckscher en Ohin (1933). De theorie richt zich vooral op de productiefactoren arbeid, kapitaal en grond. Een land specialiseert zich volgens de comparatieve voordelentheorie in het maken van producten die een sterk beroep doen op productiefactoren waar het land meer dan gemiddeld over beschikt. In die productiefactor heeft het land een zogenoemd comparatief voordeel. De

productiefactor met het comparatieve voordeel kan een land in beginsel tegen een lagere prijs leveren dan andere landen. Dit leidt ertoe dat het land producten exporteert die voortkomen uit de

productiefactor met het comparatieve voordeel. Andersom geldt dat het land producten zal importeren die samenhangen met productiefactoren waarin het land een comparatief nadeel heeft ten opzichte van andere landen. Dit mechanisme leidt volgens de theorie tot betalingsbalansevenwicht. Een

betalingsbalansevenwicht betekent dat het bedrag dat wordt geïmporteerd door een land gelijk is aan het geëxporteerde bedrag.

Hetgeen hiervoor is beschreven is gericht op de productiefactoren arbeid, kapitaal en grond. De comparatieve voordelentheorie richt zich hier in de basis op. Door de comparatieve voordelentheorie te vertalen naar productie en innovatie, zou gezegd kunnen worden dat ondernemingen die zich over het algemeen vooral richten op (relatief eenvoudige) arbeidsintensieve productie zullen kiezen voor landen met een comparatief voordeel in laag opgeleide personen. Bedrijven die zich met name bezighouden met innovatie zullen juist vooral geïnteresseerd zijn in landen met een comparatief

39 voordeel in technisch hoogopgeleid personeel. Toegepast op IP-regimes kan gesteld worden dat door een verlaging van het effectieve belastingtarief, een IP-regime ervoor zorgt dat het land aantrekkelijker wordt als vestigingsplaats voor ondernemingen. Het IP-regime is als gevolg hiervan een

vestigingsplaatsdeterminant, waarbij lage belastingtarieven vergeleken met andere landen werken als een comparatief voordeel.65

5.2.2 Bijdrage van de innovatiebox aan het Nederlandse vestigingsklimaat

De keuze voor een vestigingsplaats hangt, zoals aangegeven, af van verschillende

vestigingsplaatsfactoren, waarbij een IP-regime kan worden gezien als een comparatief voordeel. Er is weinig kwantitatief onderzoek naar de bijdrage van de innovatiebox aan het Nederlandse

vestigingsklimaat. Kwantitatief onderzoek is namelijk moeilijk te verrichten, aangezien de verschillende factoren die de vestigingsplaatskeuze beïnvloeden, lastig van elkaar zijn te onderscheiden. Kwalitatief onderzoek is daarentegen wel beschikbaar.

Dialogic heeft ten behoeve van de evaluatie van de innovatiebox tijdens een online survey onder gebruikers en niet-gebruikers van de innovatiebox gevraagd wat de drie belangrijkste determinanten zijn van comparatieve voor- en nadelen voor hun onderneming. De respondenten zijn van mening dat de belangrijkste vestigingsplaatsfactor de beschikbaarheid van kwalitatief goed personeel is. Op de tweede plaats staat de geografische ligging en op plaats drie volgen persoonlijke redenen als belangrijke vestigingsplaatsfactor. In de onderstaande figuur zijn de elf belangrijkste vestigingsplaatsfactoren weergegeven.

65 Evaluatie innovatiebox 2010-2012, Kamerstukken II 2015/16, 34302, nr. 111, p. 153-158.

40 Uit de bovenstaande figuur blijkt dat vooral onder gebruikers van de innovatiebox de factor

‘beschikbaarheid aantrekkelijke R&D en innovatiestimuleringsregelingen’, waar ook de innovatiebox onder valt, als relatief belangrijke factor wordt beschouwd. De hoogte van het effectieve tarief vennootschapsbelasting scoort onder zowel de gebruikers als de niet-gebruikers beduidend lager. Uit dezelfde online survey blijkt dat wat betreft het relatieve belang van de innovatiebox een aanzienlijke groep bedrijven ook zonder de aanwezigheid van de innovatiebox evenveel R&D en innovatie in Nederland zou verrichten als met de innovatiebox. Deze groep bestaat uit relatief veel nationaal opererende ondernemingen. Reden hiervoor is dat voor hen de vestigingsplaatskeuze minder afhankelijk is van de innovatiebox, omdat zij niet snel hun activiteiten zullen verplaatsen. Voor grotere internationaal opererende bedrijven geldt dat zij eerder hun onderneming zullen verplaatsen, waardoor de innovatiebox wat betreft het verplaatsen van R&D-activiteiten eerder een rol speelt.66

Ondanks dat er geen kwantitatief onderzoek is gedaan naar de bijdrage van de innovatiebox aan het Nederlandse vestigingsklimaat, is er wel kwantitatief onderzoek voor handen naar de invloed van een verlaagd vennootschapsbelastingtarief op de aanvraag van patenten. Verschillende onderzoeken wijzen uit dat het vennootschapsbelastingtarief belangrijk is voor de locatie van het kapitaal en de winsten van een onderneming. Uit onderzoek blijkt dat bij een daling van het

vennootschapsbelastingtarief met 1 procent er een stijging van de investeringen optreedt van 3,3 procent. Een daling van het vennootschapsbelastingtarief met 1 procent zorgt daarnaast voor een stijging in het aantal patentaanvragen van 3,5 tot 3,8 procent. Een verklaring hiervoor is dat

immateriële activa erg mobiel van aard zijn, waardoor ze makkelijk te verplaatsen zijn tussen landen. Het aantal patentaanvragen geeft echter niet altijd de juiste indicatie van hoe innovatief een land is. Patentaanvragen zeggen namelijk niets over waar de innovatie heeft plaatsgevonden en de mate waarin een patent vernieuwend is en bovendien verschilt de waarde van patenten sterk van elkaar.67