• No results found

5. Informatiebehoefte Onderdeelcommissies

5.5 De informele informatiebehoefte

In deze paragraaf wordt de informatiebehoefte van de twee onderdeelcommissies vastgesteld. Deze informele informatiebehoefte is bepaald vanuit de afgenomen enquêtes en het kwalitatieve onderzoek binnen de OC’s. Bovendien is dit vergeleken met de formele informatiebehoefte. Het eerste deel van deze paragraaf behandelt het meerjarenbeleid van het UMCG. Vervolgens wordt ingegaan op de informatiebehoefte van de sectoren.

5.5.1 Meerjarenbeleid UMCG

Het is voor beide sectoren van belang om op de hoogte te zijn van het meerjarenbeleid van de het UMCG. Want dit meerjarenbeleid zou in de sectoren moeten worden uitgewerkt. Daarom wordt hier kort op het meerjarenbeleid van het UMCG ingegaan.

De missie van het UMCG is: bouwen aan de toekomst van de gezondheid. Hierin staan oplossingen voor maatschappelijke vragen rond gezondheid en de inrichting van zorg centraal. Deze missie krijgt in de visie een drieledige invulling (meerjarenplan 2007):

Pionieren in onderzoek. Vanuit het wetenschappelijk onderzoek wezenlijk bijdragen aan nieuwe

kennis over gezondheid, preventie, ziekte en behandeling.

Kennis toetsen en delen. Nieuwe kennis toetsen en delen in de praktijk en deze op vele

manieren overdragen.

Zorgzaam voor mensen. Zorgzaam zijn voor mensen in de volle breedte: van preventie via

basiszorg naar topzorg; fysiek en geestelijk; een leven lang.

Een belangrijk speerpunt hierbij is: “Healthy Ageing” of “gezond ouder worden”. Dit krijgt zowel zijn uitwerking in onderzoek als op klinisch gebied.

Werknemers nemen bij de invulling van de missie en visie een belangrijke plaats in. In het meerjarenplan (2007) wordt vermeld dat: “Deze missie alleen kan worden waargemaakt met

voldoende goed opgeleide medewerkers. Mensen maken het UMCG en voor die mensen moet het UMCG een aantrekkelijke werkplek blijven vormen. Het vraagt ook om een leiderschapsstijl die voldoende verantwoordelijkheid en ruimte aan medewerkers laat.”

5.5.2 Informatiebehoefte van de Onderdeelcommissies

Uit het interview met de leden van sector C en E blijkt dat zij het belangrijke vinden om goed te kunnen toezien op het beleid van de sectordirectie goed te kunnen volgen. De sectordirectie geeft invulling aan het meerjarenbeleid van het UMCG. Derhalve is het voor de leden van het UMCG van belang goed over dit meerjarenbeleid geïnformeerd te worden. Dit meerjarenbeleid is volgens de UMCG Governancecode een belangrijk onderdeel van de informatie die aan de stakeholders van een UMCG moet worden verstrekt. Uit de enquêtes blijkt dat beide sectoren het belangrijk vinden om geïnformeerd te worden over:

de missie en visie van de organisatie en eventuele wijzigingen hierin.

hoe de RvB door middel van reorganisaties invulling geeft aan deze missie en visie. wijzigingen die in de CAO plaatsvinden.

Bij het beoordelen van het beleid van de sector vinden beide OC’s het belangrijk om in eerste instantie op te komen voor het belang van de werknemers. Beleid dat direct invloed heeft op de werknemers is het personeelsbeleid. Besluiten over het personeelsbeleid waarover instemmingsrecht berust worden in de regel niet door de sectordirectie genomen. Desondanks valt de uitwerking hiervan wel onder haar verantwoordelijkheid en zijn er andere besluiten op het gebied van personeelsbeleid dieeveneens onder haar verantwoordelijkheid vallen. Uit de enquêtes blijkt ook dat beide OC’s het personeelsbeleid als het belangrijkste beleid beschouwen. Personeelstevredenheid en arbeidsomstandigheden worden als belangrijkste thema’s gezien. Wat verder opvalt, is dat de leden van beide sectoren het diversiteitsbeleid een stuk minder belangrijk vinden, terwijl dit als speerpunt is aangegeven in artikel 28 WOR. Uit de interviews kwam echter al naar voren dat de OC’s hier (nog) geen invulling aan hadden gegeven. Uit de interviews met beide sectoren blijkt bovendien dat het adviesrecht een belangrijke plaats inneemt in beide sectoren. Dit adviesrecht komt vooral naar voren in het algemeen beleid van de sector. Uit de enquête blijkt dat de leden van beide sectoren de reorganisaties binnen de sector het allerbelangrijkste thema vinden. Dat is goed te verklaren, aangezien de meeste punten van het adviesrecht direct betrekking hebben op reorganisaties. Bovendien zullen de reorganisaties binnen de sector vooral plaatsvinden om tegemoet te komen aan de gevraagde bezuinigen in de zorg en om invulling te geven aan het meerjarenplan van het UMCG. Om dezelfde reden hechten beide OC’s veel belang aan de informatie over het zorgaanbod binnen de sector. Het milieubeleid van de sector wordt minder van belang geacht, hoewel het milieubeleid in artikel 28 van de WOR wel als speciale taak van een OR wordt gezien.

Zowel sector C als E zijn medische sectoren. Het kwaliteitsbeleid gaat over de wijze waarop de sector de kwaliteit van de zorg aan de patiënt waarborgt. Sector E onderscheidt zich vooral op dit gebied van de andere medische sectoren, omdat deze sector medisch-specialistische ondersteuning biedt aan andere sectoren. Desondanks zit er niet veel verschil tussen de thema’s die beide sectoren binnen dit beleid belangrijk vinden. Beide sectoren zouden vooral informatie willen ontvangen over de thema’s patiëntveiligheid en patiënttevredenheid. Daarnaast zouden zij ook graag de informatie ontvangen over de prestatie-indicatoren die door de Inspectie van de GezondheidsZorg (IGZ) en het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) zijn samengesteld.

Hoe belangrijk de andere beleidsterreinen ook zijn. Uiteindelijk mag de sector niet meer geld investeren in deze beleidsterreinen dan met de RvB is overeengekomen. Uit de enquête blijkt

dat beide OC’s het financieel beleid het minst belangrijke beleidsterrein vinden. De verklaring van de sectordirectie over de financiële resultaten wordt binnen dit beleid het meest belangrijk gevonden. Hoewel er over investeringen en financieringen adviesrecht bestaat, hechten zij hier minder waarde aan.

5.5.3 Belangrijkste thema’s vanuit interviews

Vanuit de enquête blijkt dat de leden van OC-C dit als belangrijkste beleidsthema’s zien.

 Reorganisatie (meerjarenbeleid)

Reorganisatie (Algemeen beleid) Patiëntveiligheid (kwaliteitsbeleid)

Personeelstevredenheid (personeelsbeleid) Incidenten en calamiteiten (kwaliteitsbeleid) Patiënttevredenheid (kwaliteitsbeleid)

Samenwerking/overname/verplaatsing van werkzaamheden (meerjarenbeleid) Arbeidsomstandigheden (personeelsbeleid)

Wijziging CAO (meerjarenbeleid) Informatiebeleid (algemeen beleid)

 Aanname en ontslagbeleid (personeelsbeleid)

 Bescherming persoonsgegevens (personeelsbeleid)

Vanuit de enquête blijkt dat de leden van OC-E dit als belangrijkste beleidsthema’s zien:

 Reorganisatie (meerjarenbeleid)

 Reorganisatie (algemeen beleid)

 Samenwerking/overname/verplaatsing van werkzaamheden (meerjarenbeleid)

 Personeelstevredenheid (personeelsbeleid)

 Arbeidsomstandigheden (personeelsbeleid)

 Jaargesprekken (personeelsbeleid)

 Ontwikkeling van personeel (personeelsbeleid)

 Wijziging van CAO (meerjarenbeleid)

 Aanname en ontslagbeleid (personeelsbeleid)

 Missie visie (meerjarenbeleid)

 Patiëntveiligheid (kwaliteitsbeleid)

 Patiënttevredenheid (kwaliteitsbeleid)

Hoewel dit geen kwantitatief onderzoek is kan hieruit wel worden opgemaakt dat beide sectoren voor het grootste deel dezelfde thema’s van belang achten. Deze thema’s komen voor een groot deel overeen met de formele informatiebehoefte, zoals is beschreven in paragraaf 4.3. Omdat beide sectoren graag geïnformeerd willen worden over dezelfde indicatoren kan de informatievoorziening over het strategisch beleid voor een groot deel op dezelfde manier worden opgesteld.

5.6 Conclusie

Om de informatiebehoefte van de OC’s te bepalen is in dit hoofdstuk eerst de formele informatiebehoefte in beeld gebracht. Deze is vastgesteld vanuit de WOR en de UMC Governancecode. Hieruit blijkt dat een OR over vrijwel alle beslissingen van het sociale beleid moet worden geïnformeerd. Verder is er een lijst van informatiethema’s vastgesteld die voortkomen uit het adviesrecht (artikel 25 WOR), de speciale taken van een OR (artikel 28 WOR) en de UMC Governancecode. Deze thema’s gaan over belangrijke strategische keuzes van een organisatie.

Nadat deze algemene informatiebehoefte van een OR is vastgesteld, is de informatiebehoefte van de OC’s van het UMCG in beeld gebracht. Eerst is door middel van interviews vastgesteld hoe de OC’s invulling geven aan hun taak. Hieruit blijkt dat het overleg met de sectordirectie een belangrijk onderdeel is van het takenpakket. Ook brengen beide OC’s regelmatig advies uit. Hoewel de OC niet hoeft in te stemmen met beslissingen die in de top van de organisatie worden genomen, de OR toetst dit, werken ze wel door binnen de sectoren. Daarom is informatie over het sociaal beleid van de organisatie wel belangrijk voor deze OC’s. De OC’s moeten dus voor een groot deel over dezelfde thema’s worden geïnformeerd als een OR. De OC is in de informatievoorziening voor een belangrijk deel afhankelijk van de sectordirectie. De directie bepaalt zodoende voor een belangrijk deel de agenda van de OC’s. Hoewel de OC’s ook informatie inwinnen vanuit andere bronnen is het door de afhankelijkheid van de sectordirectie niet eenvoudig het handelen van de sectordirectie te beoordelen. OC-C heeft aangegeven dat zij veel tijd investeert in de relatie met de directie. Zij hoopt hiermee te bereiken dat de directie de OC in belangrijke zaken van de sector betrekt. Volgens Goodijk (2000) zou dit ertoe moeten lijden dat het directie eerder bereid is tegemoet te komen aan de eisen van de OC.

In het laatste deel van het hoofdstuk is de informatiebehoefte van de sectoren vastgesteld. De resultaten van de enquête bevestigen het beeld dat vanuit de interviews naar voren is gekomen. Zo worden vooral de thema’s die aansluiten op het adviesrecht en instemmingsrecht door de OC-leden erg belangrijk gevonden. Het personeelsbeleid wordt bovendien als meest belangrijke beleid gezien. Uit de enquête blijkt verder dat thema’s van het kwaliteitsbeleid vooral bij OC-C hoog scoren. De reden hiervan is sector E met name andere sectoren ondersteunt. Hierdoor is zij in de regel minder direct bij de patiënt betrokken. Ook blijkt dat beide sectoren minder waarde hechten aan het financieel beleid. Zij willen vooral de verklaring van de directie horen over de budgetverschillen. Ondanks het verschil binnen het kwaliteitsbeleid worden veelal dezelfde thema’s door de OC als belangrijk ervaren. Dit biedt mogelijkheden voor het opstellen van één rapportage die in de informatiebehoefte van beide OC’s moet voorzien.