• No results found

3. Bestemming onbekend

3.5 De geschiedenis tot leven gebracht

Eerdergenoemde herbestemmingen hebben bijna elk een overwegend economisch doel. De andere, ruimtelijke, projecten dienen vooral het landschappelijk karakter te behouden en eveneens bij te dragen aan recreatie rondom Groot-Amsterdam. Een restaurant of resort trekt een breder en groter publiek dan een militair-historisch museum. Het uitdragen van de cultuurhistorische betekenis is daarbij niet vanzelfsprekend. In de uitvoeringsprogramma’s van het Stellingbureau behoort dit niet tot de speerpunten. Het vergroten van publieke toegankelijkheid wel. Daarom zijn er langer plannen om drie bezoekerscentra te realiseren binnen de Stelling. Het eerste bezoekerscentrum is in 2011 afgerond op Forteiland Pampus. Het is niet verwonderlijk dat die juist hier is gevestigd. Het fort was al langer de meest bezochte van de Stelling, met zo’n 35.000 bezoekers per jaar.0 Plannen voor andere bezoekerscentra lopen minder vlot. Geplande centra in Fort aan de Nekkerweg en Fort bij Vijfhuizen kwamen er uiteindelijk niet. Hier werden daarentegen, respectievelijk, een resort en een

kunstcentrum gevestigd. Er zijn twee andere forten aangewezen voor nieuwe bezoekerscentra, namelijk Fort bij Krommeniedijk in het noordelijke deel van de Stelling en Fort Benoorden Spaarndam

0 Cultuurcompagnie Noord-Holland, Stellingkoerier, 7.

in het westelijk randgebied. Het is belangrijk dat in alle deelgebieden tenminste één zo een plek komt, vandaar dat juist deze forten zijn gekozen. Beiden hebben leeggestaan sinds de jaren zestig, waardoor deze hiervoor beschikbaar waren.0

Forteiland Pampus is herontwikkeld tot de zogenaamde Pampus Xperience, een interactieve museumtour door het fort waarin naast het aanbod van ‘droge’ informatieve teksten vooral

veelvuldig gebruik is gemaakt van multimedia en spelelementen. De tentoonstelling kent een sterke nadruk op de praktische kant van het fort. De bezoeker, en vooral het kind, wordt uitgedaagd dagelijkse bezigheden van soldaten na te bootsen. Zo zijn er simulatoren van kanonnen,

vroegmoderne communicatiemiddelen en andere militaire machines. (zie afbeelding 14) Daarnaast ligt in de teksten van de expositie sterk de nadruk op het leven in het fort en wordt er op speelse wijze de oorsprong van het eiland Pampus uitgelegd in een communicatieve ruimte met film en geluid. Tijdens mijn bezoek aan het eiland in het najaar van 2014 werd de tentoonstelling matig onderhouden. Meerdere spelmodules waren defect of niet in werking. Ik raakte daarnaast snel verdwaald door een gebrek aan aanwijzing in het donkere doolhof. De geboden informatie was daarentegen vrij omvangrijk. De bezoeker wordt ingelicht over de geschiedenis van het eiland, de werking van het fort en van de Stelling van Amsterdam en over het leven van de soldaten. Een heel vertrek was ingericht over de Stelling als Werelderfgoed. De tentoonstelling is sterk gericht op kinderen, maar ook militaire geschiedenisliefhebbers worden in hun behoeftes voorzien door informerende teksten over de zuidelijk booglamp bijvoorbeeld. De combinatie van lezen en beleven maakt de Xperience voor jong en oud boeiend. Die combinatie wil het Noord-Hollands

programmabureau ook in de andere toekomstige bezoekerscentra terug zien komen. Op het gebied van overzicht en onderhoud valt er nu nog veel te winnen.

Het geplande bezoekerscentrum bij Fort Krommeniedijk staat meer in het teken van de natuur. Dit is niet verwonderlijk aangezien Landschap Noord-Holland eigenaar van het fort is. Het zou een beleving moeten worden van zowel natuur, landschap en cultuur. In die zin respecteert het idee verschillende betekenissen die door belanghebbenden zijn gegeven aan de forten. Twee geplande aspecten zijn het waard te benoemen. Allereerst de beoogde samenwerking met het Amsterdam Museum. De twee instellingen zouden samenwerken op het gebied van informatievoorziening, onderlinge verwijzing en routevorming. 0 Het is niet de eerste keer dat het Amsterdam Museum buiten zijn muren treedt. Eerder was er het Amsterdam STRAATmuseum, in samenwerking met

0 Pampus is nu gerealiseerd en dus ook te analyseren, voor de andere bezoekerscentrum zijn het slechts de plannen die hieronder aan bod zullen komen.

0 Landschap Noord-Holland, Derde bezoekerscentrum Stelling van Amsterdam: in Fort bij Krommeniedijk (Heilo z.j.) 5-7.

winkeliers uit Amsterdam-Oost.0 Met een dergelijk project probeert het museum delen van (Groot)- Amsterdam aan het museum te koppelen. Dit is net zo goed een manier om de Amsterdamse connectie met het Werelderfgoed te tonen. ‘Haal Amsterdam de Stelling in en de Stelling naar Amsterdam!’, aldus Landschap Noord-Holland.

Vooral ook interessant is het jaarlijks inundatie evenement dat de stichting organiseert. Het verdedigingsprincipe achter de Stelling van Amsterdam wordt hier gedemonstreerd door een deel van de polder bij Krommeniedijk onder water te zetten. Op die manier wordt ‘dit deel van de geschiedenis van de Stelling op Fort bij Krommeniedijk letterlijk tot leven’ gebracht. 0 Het begrip inundatie interesseert weinig mensen, maar door het op zo een spectaculaire wijze te demonsteren, kan het alsnog een groot publiek bereiken. Daarnaast is de zogenoemde Wet militaire inundatiën uit 1896 gek genoeg nog steeds van kracht. De kans dat Nederland (per land) aangevallen is misschien klein, de wet maakt het evenement wel actueel. Het zegt ook iets over de Nederlandse

afhankelijkheid van het water.0 Nergens anders kan dit gerealiseerd worden zonder dat andere belangen botsen. Bij het Fort benoorden Spaarndam werd er ook gesproken over een jaarlijkse inundatie, maar hier werd luidkeels tegen geprotesteerd omdat dit schade zou aanrichten aan de schansen die in het inundatiegebied liggen.0

Het Fort benoorden Spaarndam wordt eveneens ontwikkeld tot bezoekerscentrum.

Recreatieschap Spaarnwoude is erfpachter van het fort en streeft recreatieve doelen na. Het complex zal onderdeel uit moeten gaan maken van een ‘recreatieve cluster’ in combinatie met attracties in de buurt. Naast het fort ligt het zogeheten Munitiebos, een complex aangelegd in de jaren vijftig van de vorige eeuw als opslagplaats voor munitie. Het munitiebos is echter geen beschermd monument. Hier is een recreatiepark gepland, waardoor het complex grotendeels zal worden ontdaan van de aangelegde bebossing en loodsen. Een enkele loods zal worden opgeknapt en een nieuwe

bestemming krijgen. 0 Het bezoekerscentrum in Spaarndam zal ook op een interactieve manier de geschiedenis van de Stelling aan de bezoeker kenbaar moeten maken. Bijzonder interessant zijn de schilderingen in het fort die zijn aangebracht door aldaar gelegerde Nederlandse en Duitse soldaten. Die laatste hadden tijdens de Tweede Wereldoorlog nog kort het fort in gebruik gehad. (zie

afbeelding 15)

0 Website Amsterdam Museum; beschikbaar op:http://www.amsterdammuseum.nl/13092003-amsterdams- historisch-straatmuseum, geraadpleegd op 5-12-14.

0 Landschap Noord-Holland, Derde bezoekerscentrum Stelling van Amsterdam,12. 0 Ministerie van Justititie, ‘Wet militaire inundatiën’ Website Overheid; beschikbaar op:

http://wetten.overheid.nl/BWBR0001863/geldigheidsdatum_03-04-2010, geraadpleegd op 5-2-2015. 0 M. Omvlee aan het woord in de video : Recreatieschap Spaarnwoude, ‘Positie Spaarndam: De visie van het recreatieschap Spaarnwoude’ (2009); beschikbaar op: https://www.youtube.com/watch?v=83vskhn5WhY, geraadpleegd op 7-12-14.

Tot nu toe wordt alleen op Forteiland Pampus op uitgebreide wijze de cultuurhistorische betekenis van de Stelling van Amsterdam tentoongesteld. Pampus wordt relatief veel bezocht, maar is tegelijkertijd niet gemakkelijk te bereiken. Vandaar dat de geplande bezoekerscentra een toevoeging kunnen zijn op de educatieve mogelijkheden binnen de Stelling. Daarnaast is Pampus redelijk uniek doordat het een eiland is. De Stelling zelf is daar niet zichtbaar, terwijl Fort bij Krommeniedijk

bijvoorbeeld een uitgewezen plek is om het groene karakter van de Stelling waar te nemen. Het open karakter van het landschap eromheen maakt het ook nog eens bijna mogelijk de eerstvolgende forten te zien liggen. Mogelijkheden om de cultuurhistorische betekenis aan te tonen zijn er welzeker. Die betekenis moet niet alleen gezocht worden in het militair-technische aspect, omdat die waarschijnlijk slechts een select gezelschap zal interesseren. Door bijvoorbeeld meer aandacht aan het leven van de soldaten te schenken, bereikt de tentoonstellingsmaker misschien een groter publiek.

Met het internet kan makkelijker een groot publiek bereikt worden. Stichting Oneindig Noord-Holland, een project van provincie Noord-Holland, ‘gelooft erin dat cultureel erfgoed toegankelijk moet zijn voor iedereen.’0 De stichting probeert verhalen en activiteiten rondom cultureel erfgoed in Noord-Holland aan elkaar te koppelen. De redactie heeft voor bijna elk fort van de Stelling een apart verhaal geschreven, waarin geschiedenis en huidig gebruik worden betrokken. Verschillende elementen zoals persoonlijke verhalen over het fort en belevenissen van

gemobiliseerde soldaten worden in de artikelen meegenomen. Hierdoor spreken de verhalen, die ieder niet langer dan een pagina zijn, meer tot de verbeelding. Het gaat voorbij aan enkel droge historisch stof, zoals veelal wel op de website van programmabureau Stelling van Amsterdam wordt aangeboden.

3.6 (Inter)nationaal onbekend

Naast kansen op het gebied van inhoudelijke en praktische samenwerking, kan er nog veel gedaan worden op het gebied van marketing. In het tweede hoofdstuk lazen we dat een deel van het marketingbeleid van het Stellingbureau was gericht op bestaande toeristische netwerken zoals dat van VVV. Wanneer we die grotere toeristische netwerken in en rondom Amsterdam onder de loep nemen, wordt er weinig toeristische informatie geboden over de Stelling en haar forten. De grotere touroperators van de hoofdstad bieden op een enkele na geen tours aan. De grotere

toeristenbureaus van Amsterdam hebben zich voornamelijk op buitenlandse toeristen gericht. ‘Tours & Tickets’, ‘I Amsterdam’, ‘Holland International’ & ‘Lindbergh’ zijn enkele van deze gevestigde touroperators. Deze bieden ieder wel excursies aan naar ‘the countryside’0, naar plekken als

0 Website Oneindig Noord-Holland; beschikbaar op: http://onh.nl/nl-NL/over-onh, geraadpleegd op 27-1-2015. 0 Brochures bekeken van verschillende touroperators in Amsterdam, waaronder: Lindbergh, Excursions &

Volendam en Marken of zelfs naar het Muiderslot. De Stelling kent in deze tours geen plek. Wanneer je vanuit Amsterdam op excursie gaat naar Volendam, rijd je praktisch langs het Fort bij Edam, dat nota bene is opengesteld voor publiek. Een bezoek aan het Muiderslot is al helemaal prachtig te combineren met een boottocht naar Pampus, of een bezoek aan meerdere stellingsonderdelen in Muiden of Weesp.

Internationale reisgidsen over Nederland en Amsterdam bieden in de meeste gevallen eveneens geen informatie over de forten. De gerenommeerde reisgids Lonely Planet bijvoorbeeld wijdt slechts drie zinnen aan de Stelling, namelijk bezoekersinformatie voor Pampus inclusief wat algemene informatie over de Stelling.0 ‘DK Eyewitness Travel’ heeft een vergelijkbaar stukje geschreven over Pampus, aangevuld met wat informatie over het ‘small war museum’ in Fort Veldhuis.0 Andere ‘bekende’ reisgidsen zoals Marco Polo, Timeout of Bonechi reppen niet over de Stelling. Er is zodoende voor het programmabureau nog veel te behalen op dit gebied. Op dit

moment is er al een hoop te beleven binnen de Stelling, maar voor (internationale) toeristen wordt er weinig reclame gemaakt. Ze worden geleid door gemaakte beelden. ‘These images may influence the knowledge, attitude and behavior of target groups.’0 Aldus Tine Béneker, werkzaam aan de faculteit van sociale geografie van de Universiteit van Utrecht. Het is echter nog maar de vraag in hoeverre de Stelling in het beeld past wat toeristen hebben van Nederland. De forten worden niet interessant genoeg geacht door touroperators.

Hoe zit dat dan met Nederlandse toeristen? Op de nationale VVV-website is de informatie over de verdedigingslinie ook marginaal. Het bureau noemt een enkele wandel- en fietsroute en biedt er vervolgens geen informatie over aan. De downloadlink naar een Stelling I-Tour 360 werkt niet.0 Er lijkt weinig terecht te zijn gekomen van het plan door het provinciaal programmabureau om

bestaande toeristische netwerken te gebruiken. De gebiedsprogramma’s zwijgen over plannen en projecten die mislukt zijn. Toch kunnen we hier stellen dat er op het gebied van marketing nog veel te winnen valt. De geboden informatie op www.noord-holland.com, de website van Toerisme Noord- Holland, is al niet veel beter. Wanneer de zoekterm ‘Stelling+van+Amsterdam’ wordt gebruikt, is eind 2014 ‘Stellingmaand 2012’ het eerste zoekresultaat, gevolgd door de resultaten die ook op VVV.nl naar boven kwamen. Regionaal toebehoren van de Stelling kan versterkt worden door het aanbod te vergroten. De verbinding van de Stelling met de leefomgeving is op dat gebied ook relevant.

0 R. Ver Berkmoes en K. Zimmerman, Lonely Planet: The Netherlands (Londen 2013) 173. 0 R. Pascoe en C. Catlin, Eyewitness travel: The Netherlands (Londen 2014) 188, 190.

0 T. Béneker, ‘Images of the Netherlands: representing the country’, in: B. van Gorp, M. Hoff & J. Renes (red.),

Dutch Windows, cultural geographical essays on the Netherlands (Utrecht 2003) 81.

0 Website VVV; beschikbaar op: http://www.vvv.nl/detail/Stelling+van+Amsterdam+ITour+Purmerend? item=0d9a9d32-32e0-403d-9871-4c99f25de24c, geraadpleegd op 1-12-2014.

Om beter in beeld te krijgen voor wie de Stelling interessant is, kan onderzoek naar doelgroepen behulpzaam zijn. Het profiel van de bezoekers van de Stelling van Amsterdam werd in 2007 onderzocht door de provincie. De ondervraagden van het onderzoek waren onderverdeeld naar leeftijd en geslacht. Eveneens is er gevraagd naar interesses van de proefpersonen. Op die manier zijn er verschillen op te merken in de groepen. Door deze verschillen te analyseren zijn er doelgroepen te definiëren. Het is de vraag in hoeverre het projectbureau iets gedaan heeft met de resultaten van het onderzoek. In beide uitvoeringprogramma’s die volgden op de meting, wordt ‘de doelgroep’ slechts eenmaal genoemd. Over de nulmeting is niets terug te lezen. In 2007 brachten de Provinciale Staten van Noord-Holland een strategisch uitvoeringsprogramma marketing en promotie uit. Tussen dit uitvoeringsprogramma en het uiteindelijke beleid van de Stelling van Amsterdam treedt discrepantie op. Allereerst heeft Toerisme Noord-Holland weldegelijk onderzoek verricht naar doelgroepen voor recreatieve attracties in Noord-Holland.0 Het Stellingbureau lijkt hier niets mee te hebben gedaan. In het overkoepelend marketingprogramma van Noord-Holland wordt het belang van internet eveneens onderschreven. De websites van Toerisme Noord-Holland en VVV worden als belangrijke

marketinginstrumenten geacht door de provincie. Hierboven was te lezen dat er echter weinig op deze websites wordt gedaan met de Stelling. 0 Methodes en ideeën lijken dus aanwezig te zijn binnen het provinciehuis, maar worden nog niet genoeg opgepakt door de vertegenwoordigers van de forten.

Een erfgoedsite is in zekere zin ook een product dat wordt aangeboden, een cultuurproduct waaraan meerdere betekenissen worden gegeven. De waarde die de toerist aan een site toekent, wordt sterk bepaald door de informatie die erover bestaat. Met een sterk communicatief apparaat, wordt deze informatie geboden. In dat licht bezien is het begrijpelijk dat marketing als speerpunt is toegevoegd in 2009. Zodra die bekendheid er is, is het echter niet vanzelfsprekend dat men ook daadwerkelijk een bezoek brengt aan de forten. De ‘universele waarden’ worden niet standaard door iedereen zo ervaren. Het publiek, oftewel de ontvangende en ‘belevende’ kant van het erfgoed, is geen homogeen en statisch fenomeen. Anders gezegd, er zijn verschillende doelgroepen met verschil in interesses. De aanbieders van het erfgoed hebben dus rekening met deze doelgroepen te houden. De initiële doelgroep van de forten is eigenlijk maar klein. Het zijn de ‘fortengekken’ die puur en alleen zijn geïnteresseerd in de militaire geschiedenis van de Stelling. In die zin is het nog

begrijpelijker dat de cultuurhistorische significantie van het geheel niet bij iedereen even hoog in het vaandel staat. Daarnaast verklaart het ook waarom de Stelling van Amsterdam bij toeristenbureaus weinig aandacht krijgt. De vorige paragraaf toonde echter aan dat de cultuurhistorische betekenis

0 Provincie Noord-Holland, Strategisch uitvoeringsprogramma Marketing en Promotie 2007-2010, 29. 0 Ibidem, 39.

niet alleen gaat over militairhistorische aspecten. Het argument dat militaire geschiedenis niet populair is, is voor het verhaal van de Stelling dan ook niet afdoende.