• No results found

Hoofdstuk 6 De BaSO-fiche in het secundair onderwijs

6.1 De Rozelaar

6.1.4 De ervaring van verandering

De invoering van de BaSO-fiche wordt door de respondenten13 als weinig vernieuwend ervaren. De enige verandering die wordt aangehaald is het sneller verlopen van de intakeprocedure. De manier waarop de BaSO-fiche geïntegreerd is in de bestaande intakeprocedure wordt beschouwd als een verandering met praktische voordelen. Het efficiënt verloop van de inschrijving aan de hand van de BaSO-fiche is met andere woorden een gewenst effect van de makers van de fiche dat ook wordt bereikt.

De BaSO-fiche werd vlot ingepast in de bestaande structuren. Dit was mogelijk omdat zowel de technische als de symbolische aspecten van de fiche aansluiten bij de reeds aanwezige culturele normen binnen de school. De school vond een goede en uitgebreide intake namelijk al belangrijk. Dit blijkt uit de uitgebreide intake die al aanwezig was voor de invoering van de BaSO-fiche. Het krijgen van informatie over leerlingen werd reeds beschouwd als een meerwaarde en de school organiseerde ook al vele initiatieven om tegemoet te komen aan de verschillende noden van het kind. In die zin sluiten de visie en praktijken van de school aan bij de visie die het artefact verspreid en de praktijken die het stimuleert. “Eigenlijk, voor ons was dat een vaststaand feit, dat was niets nieuws voor die mensen. Ik heb toen, 2 jaar geleden, 3 jaar geleden, gezegd van: ‘kijk wij zullen met een BaSO-fiche werken’. Ik heb uitgelegd wat dat betekent, hoe dat eruit zag en vooral gezegd van, voor ons verandert er niets. Want wij doen onze procedure zoals we die al jaren doen, en die blijft. Dus voor de collega’s heeft dat eigenlijk niets veranderd.” (Roger). Deze overeenstemming kan de grote mate van ervaren stabiliteit, ondanks de vernieuwing en de kleine veranderingen die de fiche met zich meebracht, mee verklaren. Deze stabiliteit wordt zowel ervaren op het vlak van hun kijk op zorg als op het vlak van de begeleiding van kinderen.

Ook culturele werkcondities kunnen de afwezigheid van de ervaring van verandering mee verklaren. De Rozelaar wordt door de respondenten namelijk beschreven als een vernieuwingsgezinde, dynamische en ambitieuze school. “Sinds vier jaar is hier een nieuwe directeur en die voert samen met ons een beetje een nieuwe wind door de school (…) Er zijn allemaal nieuwe denkgroepen en werkgroepen ontstaan om heel veel dingen anders aan te pakken.” (Roos). “Hier is heel veel dynamiek, in de organisatie is altijd wel iets te beleven. Er worden heel veel initiatieven genomen, hier is heel veel creativiteit.” (Roger). De vertrouwdheid met vernieuwingen maken de BaSO-fiche als vernieuwing minder opmerkelijk. “Voor ons was dat geen grote vernieuwing. We zijn op school wel grotere vernieuwingen

13

Slechts drie respondenten werkten op de school op het moment dat de BaSO-fiche werd ingevoerd. Dit waren Roger, Ruth en Rik.

101 gewoon. Dus dat was eigenlijk gewoon een mededeling en niet meer dan dat.” (Rita). Het gegeven dat niet elke respondent zich de invoering van de fiche bewust herinnert, geeft aan hoe weinig de verandering leefde binnen de school. “Nee, ik denk vanaf dat ik hier was werken ze daar al mee. [Achteraf bleek dat ze toen wel al werkte op de school.] (…) Nee, nee ik zou ook niet weten hoe dat anders gebeurde.” (Roos).

Verder wordt de aanleiding voor het ontstaan van de BaSO-fiche, namelijk het ontbreken van een zorgcontinuüm, niet aangehaald door de respondenten wanneer we hen vroegen naar problemen die leerlingen ervaren bij de overstap naar het secundair onderwijs. De respondenten zien de overgang eerder gepaard gaan met praktische problemen, zoals het vinden van de lokalen en het bijhebben van de juiste boeken. Dit kan verklaren waarom de respondenten de invoering van de fiche niet als noodzakelijk ervaren voor hun schoolwerking. Ze ervoeren immers geen tekort aan informatie omwille van hun reeds uitgebreide intakeprocedure. De directeur vindt de BaSO-fiche wel een goed initiatief op zich omdat andere scholen hier wel baat bij kunnen hebben. “Ik weet dat het voor andere scholen een goed iets is. Want natuurlijk, ik heb heel nauw contact en ik zie ook wat ik zie en ik hoor ook wat ik hoor. Er zijn scholen die jammer maar helaas nog altijd geen oor hebben naar zorg, dat is bijna niet te begrijpen, maar…” (Roger). Deze uitspraak legt de culturele normen binnen de school bloot en toont dat aandacht voor zorg als belangrijk wordt ervaren door de directeur. Ondanks de idee dat zij als school geen nood hadden aan deze vernieuwing heeft de directeur toch beslist om de BaSO-fiche binnen te brengen in de school. De directeur geeft aan dat hij dit enerzijds deed uit respect voor de lagere scholen die de fiches invullen. Anderzijds omwille van de verbondenheid die hij ervaart met de scholengemeenschap, waarbinnen de BaSO-fiche ontstaan is. Tot slot maakte hij deze beslissing ook uit collegialiteit met andere scholen, die deze informatie wel nodig hebben. Zowel het deel uitmaken van een organisatorisch veld, met andere scholen en een scholengemeenschap, als de opvatting dat zorg heel belangrijk is, heeft mee het handelen van de directeur en zo ook de school beïnvloed. De implementatie van vernieuwingen komt dus niet altijd voort uit enkel pedagogische overwegingen.

102