• No results found

Datamining en datamatching

In document 2018 De RVA in (pagina 100-104)

We kruisen ook databanken. Om te beginnen is er de kruising van de databanken van de RVA onder­

ling. Daarenboven worden deze databanken ook gekruist met de databanken van de andere instel­

lingen van de sociale zekerheid of databanken van andere instellingen buiten de sociale zekerheid (bv.

FOD Financiën). Zo ontdekken we aanwijzingen van uitkeringsfraude. Dit proces heet datamatching.

Het gaat om controles op een zelfstandige activi­

teit, op prestaties als werknemer, op het uitoefe­

nen van een bezoldigde activiteit, op het ontvangen van een pensioen ­ of ziekte­uitkering, op nationali­

teitsfraude, op een foutieve aangifte van een adres of gezinssamenstelling, op het niet meedelen van inkomsten van de gezinsleden, op het niet hebben betaald van onderhoudsgeld aan de ex­partner, enz.

Waar de RVA in het begin voornamelijk investeerde in kruisingen na de toekenning van het recht, nl.

een kruising “a posteriori”, hebben we in een twee­

de fase meer gegevensuitwisselingen opgestart vóór de opening van het recht en dit bij elke uitke­

ringsaanvraag. De bedoeling hiervan is de verbo­

den cumulatie met loon of andere sociale zeker­

heidsuitkeringen te stoppen aan de bron. Hetzelfde geldt voor foutieve aangiftes. Bij een a priori con­

trole zal de controle in principe plaatsvinden bij de indiening van de aanvraag of vóór de opening van het recht. Bij een a posteriori controle kan dit maandelijks gebeuren, jaarlijks of bij elke wijziging.

In totaal beschikt de RVA op heden over meer dan 40 controles waarbij men fraude tracht te detecte­

ren aan de hand van het kruisen van gegevens. Dit

101

Controle

2

betekent ook dat elke werkloze meerdere keren het voorwerp kan uitmaken van een toetsing aan inter­

ne of externe gegevens. Dit betekent ook dat jaar­

lijks tientallen miljoenen keer naar een match wordt gezocht. Dit alles enkel en alleen met het doel om onrechtmatig gebruik van het recht op werkloos­

heidsuitkeringen te detecteren.

In 2018 is de testfase van het project ‘Push’ afgelo­

pen. Met dit project werden dossiers van water ­ en energieleveranciers met een afwijkend (zeer hoog of zeer laag) water­, gas­ of elektriciteitsverbruik, via de KSZ, overgemaakt aan de RVA. Deze gege­

vens konden als één van de elementen worden ge­

bruikt om domiciliefraude op te sporen. Er vond eind 2018 een evaluatie plaats met het kabinet van de Staatssecretaris voor bestrijding van de sociale fraude en tijdens deze evaluatievergadering werd beslist om de uitwisseling een definitief karakter te geven vanaf 2019.

De afgelopen jaren heeft de RVA meer aandacht be­

steed aan internationale samenwerking. In 2018 werd dan de stap gezet naar grensoverschrijdende datamatching. Daarvoor werd in april een samen­

werkingsovereenkomst met Nederland afgesloten.

Hierbij is het de bedoeling, om via een elektronische gegevensuitwisseling na te gaan of een werkloze in België, voor dezelfde periode, in Nederland inkom­

sten uit arbeid of werkloosheid heeft ontvangen.

Tevens heeft de RVA zich in 2018 niet uitsluitend beperkt tot het matchen van data die terug te vin­

den zijn in officiële databanken, maar heeft ze ook informatie gevonden op het internet die verband hield met personen die werkloosheidsuitkeringen hebben ontvangen. Op deze manier heeft ze bv. in­

breuken kunnen vaststellen van personen die niet voldeden aan de reglementaire bepalingen om naast hun werkloosheid een nevenactiviteit te mo­

gen uitoefenen.

In sommige gevallen zoeken we ook naar statisti­

sche verbanden, patronen en relaties tussen deze gekruiste data. Zo kunnen we profielen opstellen van werkgevers, werknemers en uitkeringsgerech­

tigden die een hoger risicoprofiel op fraude heb­

ben. Dit noemen we datamining.

Uiteraard leven we zowel bij datamatching als data­

mining de principes van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), en de nationale

wetgeving met betrekking tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de privacy na.

2.4.2.3

Terreinonderzoeken

Door het nazien van stukken, datamatching en data­

mining gebeurt er reeds een eerste, grondige selec­

tie. Zo kunnen de inspecteurs hun onderzoeken op het terrein efficiënter en doelgerichter uitvoeren.

In 2018 werden 54.109 dossiers afgewerkt waar­

voor de tussenkomst van een sociaal inspecteur noodzakelijk was. Dit wil zeggen dat het nodig was gebruik te maken van bevoegdheden waarover en­

kel sociaal inspecteurs beschikken. We denken hier onder andere aan vrije toegang tot werkplaatsen en het afnemen van verhoren. Deze bevoegdheden worden opgesomd in het Sociaal Strafwetboek (SSW) van 6 juni 2010.

Deze controles gebeurden in verschillende domeinen.

•Om te beginnen komt een inspecteur vaak tussen om een administratief dossier te deblokkeren of te heractiveren. Wanneer de dienst Toelaatbaarheid of Vergoedbaarheid een dossier niet kan afwerken, omdat bepaalde stukken ont­

breken, gaat een sociaal inspecteur bijvoorbeeld bij de werkgever het ontbrekende document C4 ophalen. Zo wordt het dossier gedeblokkeerd.

De sociaal controleurs kwamen op deze manier tussen in 5.348 dossiers (4.494 in 2017).

•De dossiers uitkeringsfraude zijn ook een belang­

rijke categorie. We kunnen deze dossiers onder­

verdelen in 4 subcategorieën.

•Als een inspecteur op het terrein een situatie opmerkt die hem verdacht lijkt, beslist hij spon­

taan om een controle uit te voeren. In 2018 voerden de inspecteurs 1.194 dergelijke con­

troles uit.

•Een tweede subcategorie betreffen de aanvra­

gen tot onderzoeken op vraag van andere dien­

sten van het werkloosheidsbureau of van de arbeidsauditeur of ook op basis van klachten.

De vraag is dan de juistheid van verklaringen en/of van de voorwaarden die aanleiding geven tot de betaling van uitkeringen na te gaan. In 2018 ging het om 5.219 dergelijke onderzoeken.

102

•Er werden vorig jaar ook 3.330 terreinonder­

zoeken uitgevoerd op basis van listings met anomalieën. Het gaat hier om cumullistings (zie ook infra 2.4.3.5.), listings domicilie en verblijf in België en ook anomalieën loopbaanonder­

breking.

•Tenslotte hebben er ook 82 onderzoeken plaatsgevonden naar valse documenten. Het gaat hier om onderzoeken die voorbereid wer­

den door de cel uitkeringsfraude van de CCD of om onderzoeken naar aanleiding van verdachte documenten ingediend bij de werkloosheidsbu­

reaus.

•De controles op de tijdelijke werkloosheid zijn zowel controles bij de eerste aanvraag tijdelijke werkloosheid als onderzoeken structurele werk­

loosheid. Van structurele werkloosheid is er spra­

ke wanneer een werkgever permanent meer werknemers in dienst heeft dan er nodig zijn om een volledige tewerkstelling te waarborgen in de periode met het meeste werk. Daarnaast zijn er nog de controles op het gebruik van tijdelijke werkloosheid in de bepaalde fraudegevoelige sectoren. Tenslotte vermelden we ook nog de on­

derzoeken in verband met de schorsingsregeling bedienden. (zie ook infra punt 2.4.3.1).

De sociaal inspecteurs kwamen tussen in 8.632 dossiers (8.690 in 2017). Daarvan werden 5.812 dossiers conform afgesloten (5.802 in 2017) en werden bij 2.820 werkgeversdossiers een of meerdere inbreuken vastgesteld (2.888 in 2017).

Tabel 2.4.2.I

Aantal RVA-controleacties per activiteitensector (met inbegrip van de celacties, maar met uitzondering van de onderzoeken tijdelijke werkloosheid buiten de acties) 2018

•Tenslotte vonden er 30.304 onderzoeken plaats naar zwartwerk en sluikwerk. Met zwartwerk wordt niet aangegeven arbeid bedoeld die nor­

maal in loondienst uitgevoerd wordt. Wanneer iemand voor eigen rekening werkt zonder zich aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen, spreekt men van sluikwerk.

Deze categorie onderzoeken kunnen we verder onderverdelen als volgt:

•spontane onderzoeken zwartwerk en sluik­

werk: 3.722;

•gerichte onderzoeken op de werksituatie:

3.073;

•grootschalige, gecoördineerde onderzoeken naar aanleiding van controle­acties: 23.509.

Sommige van deze acties organiseerde de RVA­

inspecteurs zelf. De meeste acties voerden ze echter uit samen met inspecteurs van andere inspectiediensten.

Daarbij controleerden ze 12.813 werkgevers (10.087 in 2017). Voor 8.420 werkgevers (7.920 in 2017) werden geen inbreuken vastgesteld. Voor 4.393 werkgevers (3.167 in 2017) werden een of meerdere inbreuken vastgesteld. Er werden tevens 30.573 werknemers ge­

controleerd (28.031 in 2017). Voor 3.198 werknemers (2.408 in 2017) werden één of meerdere inbreuken vastgesteld, terwijl 27.375 gecontroleerde werkne­

mers (25.623 in 2017) conform waren.

Die acties werden in de grote activiteitensectoren uitge­

voerd waarvan het detail in tabel 2.4.2.I vermeld staat.

Sector Aantal werkgevers-

onderzoeken Niet-conforme

dossiers werkgever Niet-conforme dossiers werknemer

Bouw 2.440 538 742

Horeca 3.229 1.542 863

Kleinhandel/markten 1.164 430 203

Tuinbouw 363 90 98

Taxi’s 221 52 17

Schoonmaak 140 55 48

Vlees 35 9 7

Andere sectoren 5.221 1.677 1.220

Totaal 12.813 4.393 3.198

103

Controle

2

2.4.2.4

Samenwerking

Jaren ervaring heeft geleerd dat fraude alleen effi­

ciënt bestreden kan worden als verschillende dien­

sten samenwerken.

Andere inspectiediensten

Samen met de andere inspectiediensten werkte de RVA in 2018 mee aan de verdere verbetering van informaticatoepassingen zoals het elektronisch proces­verbaal (epv) en het DOLSIS­platform. In het DOLSIS­platform kunnen de controlediensten gege­

vens raadplegen uit verschillende databanken.

Verder voeren de RVA­inspecteurs vaak terreinon­

derzoeken uit samen met andere inspectiediensten.

Deze samenwerking wordt meestal gecoördineerd door de Sociale Inlichtingen­ en Opsporingsdienst (SIOD). De SIOD was eerst een louter samenwer­

kingsverband tussen verschillende inspectiedien­

sten. Momenteel is hij uitgegroeid tot een echt stra­

tegisch orgaan dat concrete strategieën uitwerkt.

In elk van de 12 gerechtelijke arrondissementen heeft de SIOD een arrondissementscel opgericht.

De voorzitter van deze arrondissementscel is de ar­

beidsauditeur. Deze cel bestaat uit vertegenwoordi­

gers van de controlediensten van de RVA, de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ), het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekering der Zelfstandigen (RSVZ) , het Rijksinstituut voor Ziekte­

en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) en het Toezicht op de Sociale Wetten (TSW). Verder zijn ook de Federale Overheidsdienst Financiën, het Parket van de Procureur des Konings en de federale politie ver­

tegenwoordigd en kunnen vertegenwoordigers van andere openbare instellingen van sociale zekerheid worden uitgenodigd. Ook de gewestelijke inspectie­

diensten die bevoegd zijn voor tewerkstelling kun­

nen deel uitmaken van de arrondissementscellen.

De arrondissementscellen organiseren gecoördi­

neerde controleacties in verschillende fraudegevoe­

lige economische sectoren. In 2018 namen de RVA­

inspecteurs deel aan 1.145 celacties (1.130 in 2017).

Tenslotte neemt de RVA ook deel aan verschillende vergaderingen/projecten samen met de andere Inspectiediensten.

Zo werden in 2018 de tweemaandelijkse vergaderin­

gen tussen RVA en de Dienst voor administratieve controle (DAC) van het RIZIV verder gezet. Deze ver­

gaderingen hebben tot doel om de gemeenschappe­

lijke aanpak en resultaten van hun samenwerking m.b.t. uitkeringsfraude te analyseren en op te volgen.

In 2018 werd, in uitvoering van het Protocol Justitie, van start gegaan met drie overlegplatformen (Platform Inspectiediensten, Platform Justitie, Elektronisch platform) waar voornamelijk concrete dossiers worden besproken die een gemeenschap­

pelijke aanpak (inspectiediensten, Justitie, politie) vergen. Ook de RVA is hierin vertegenwoordigd.

Daarnaast vindt er ad hoc overleg plaats met ande­

re partners om op een efficiënte manier te kunnen samenwerken. Dit is het geval met o.a. de RJV, de RSZ, het FSO, FAMIFED enz.

Een belangrijk project waar de RVA aan deelneemt is het Regeringsproject ‘9 werven’. Dit project heeft tot doel om de informatiedeling en samenwerking tussen de sociale inspectiediensten te harmonise­

ren en efficiënter te maken.

Nieuw voor 2018 was ook de deelname aan het

"Stroomplan" in Antwerpen. Met het "Stroomplan"

Antwerpen wordt een preventieve en repressieve aanpak van de drugsproblematiek beoogd.

Zwartwerk en sociale fraude zijn immers vaak een dekmantel voor grotere criminaliteit zoals witwas­

circuits, drugsproblematiek, terrorisme … De in­

specteurs van de RVA nemen deel aan de onderzoe­

ken die in het kader van deze doelstelling worden gevoerd en tevens aan het overleg met de betrok­

ken partners. In Brussel bestaat reeds een gelijkaar­

dig project, nl. het ‘Kanaalplan’, waar de RVA ook aan deelneemt.

Gerechtelijke instanties en politie

In 2018 maakten de RVA­inspecteurs 3.229 elektro­

nische processen­verbaal (epv) op die ze overmaak­

ten aan de arbeidsauditoraten. In 2017 waren dit er 3.348. De arbeidsauditeurs beslissen dan of ze ver­

der vervolgen dan wel of ze deze epv’s zonder ge­

volg klasseren en overmaken aan één van de dien­

sten administratieve geldboeten.

Anderzijds maakten de arbeidsauditeurs, procu­

reurs en onderzoeksrechters in 2018 3.324 kant­

schriften over aan de RVA. Een kantschrift is een

104

opdracht in het kader van een gerechtelijk onder­

zoek. Zo kan de arbeidsauditeur in het kader van zijn onderzoek bijvoorbeeld aan de RVA­inspecteur vragen een werkgever te verhoren. Het gebeurt ook dat hij bijkomende inlichtingen vraagt naar aan­

leiding van een epv dat de RVA­inspecteur hem overgemaakt heeft.

De RVA­inspectiediensten werken ook samen met de gemeentebesturen en de lokale politie. Deze sa­

menwerking gebeurt in toepassing van de omzend­

brief COL 13/17 van september 2013 van de minis­

ter van Justitie, de minister van Binnenlandse Zaken, de Staatssecretaris voor de bestrijding van de soci­

ale en fiscale fraude en het college van procureurs­

generaal bij de hoven van beroep. We gebruiken hiervoor onder meer een standaardformulier C25.8. Hiermee vraagt de RVA de politie om de ef­

fectieve hoofdverblijfplaats en de gezinssamenstel­

ling van een werkloze te controleren. Dit gebeurt wanneer er een ernstig vermoeden bestaat dat de werkloze moedwillig een foutief adres of gezinssa­

menstelling meegedeeld heeft aan de RVA of aan de gemeente en zo probeert een ­ meestal hogere

­ uitkering te bekomen. Het politieverslag wordt via de arbeidsauditeur aan de RVA bezorgd. De RVA verstuurde in 2018 232 formulieren C25.8 naar de lokale politiediensten (312 in 2017).

De CCD ontving op zijn beurt 4.653 aanvragen om informatie vanwege de politiediensten, de arbeids­

auditoraten en andere openbare diensten (4.095 in 2017). Meestal gaat het om de vraag of iemand een werkloosheidsdossier heeft, een uitkering geniet, of om vragen omtrent het laatst gekende adres of de gezinssamenstelling.

2.4.2.5

Middelen: aantal administratieve

In document 2018 De RVA in (pagina 100-104)