Het volume van de nieuwe schuldvorderingen, dat van de inkomsten en het saldo dat nog moet worden teruggevorderd, vertegenwoordigen aan
zienlijke bedragen.
Het gaat hier wel om terugvorderingen van de RVA en dus niet om terugvorderingen die de uitbeta
lingsinstellingen moeten uitvoeren na de verificatie van hun betalingen door de RVA. Die terugvorde
ringen staan in hun boekhouding. Tabel 2.3.3.VII geeft de evolutie van 2015 tot 2017 van de bedragen betaald door de uitbetalingsinstellingen, die definitief werden uitgeschakeld of verworpen door de RVA na verificatie (zie punt 2.2.1.3), en waarvan de terugvordering de taak is van de uitbetalingsinstellingen. Gelet op de termijnen voor de verificatie van de betalingen, zijn de gegevens voor 2018 nog niet beschikbaar.
Tabel 2.3.3.VII
Definitief uitgeschakelde of verworpen betalingen na verificatie (bedragen in miljoen EUR)
Jaar Definitief
uitgeschakeld (C12) Definitief verworpen (C13)
2015 5,7 18,1
2016 4,5 15,1
2017 3,9 13,1
Ter herinnering, de bedragen die de RVA terugvor
dert hebben trouwens niet enkel betrekking op de werkloosheidsuitkeringen, maar ook onder andere op:
•de onderbrekingsuitkeringen in geval van loop
baanonderbreking of tijdskrediet;
•de forfaitaire compensatoire vergoedingen ver
schuldigd door werkgevers die niet hebben vol
daan aan hun verplichting om een begunstigde van werkloosheidsuitkeringen met bedrijfstoeslag (exbruggepensioneerde) geldig te vervangen;
•de federale tegemoetkoming en het bedrag van de aankoopprijs van de dienstencheque verschul
digd door de erkende dienstenchequeonderne
mingen (zie punt 2.3.3.1).
Wat de werkloosheidsuitkeringen betreft, hebben die bedragen geen betrekking op fouten van de RVA of van de uitbetalingsinstellingen. Ze hebben daar
entegen voornamelijk betrekking op volgende situ
aties:
•fout van de sociaal verzekerde;
•misbruik of fraude van de sociaal verzekerde;
•toekenning van een retroactief voordeel dat niet
cumuleerbaar is met uitkeringen;
•herberekening van de werkloosheidsuitkering van de werkloze met een bijberoep, zodra de fiscale aanslag bekend is.
De RVA registreert talrijke vastgestelde rechten in
zake terugvorderingen omdat er veel controles zijn.
De RVA voert steeds meer controleopdrachten uit op een punctuele of systematische manier, maar steeds doelgerichter. De vastgestelde evolutie is dus het gevolg van het feit dat de RVA meer en beter controleert. Dat wil bijgevolg niet zeggen dat er meer fraudegevallen of misbruiken zijn, maar dat ze meer worden gedetecteerd.
Het feit dat een deel van de vastgestelde rechten nooit kan worden ingevorderd of slechts laattijdig, ondanks alle acties om de invorderingsprocedure te optimaliseren, komt doordat de debiteur:
•vaak betalingfaciliteiten moet krijgen, waardoor de terugbetaling gespreid is over vele jaren;
•insolvabel is en, eventueel, het voorwerp uit
maakt van een insolventieprocedure (collectieve schuldenregeling, faillissement).
Er moet ook rekening worden gehouden met de geblokkeerde terugvorderingen als gevolg van be
twistingen voor de arbeidsgerechten, en ook met andere redenen.
84
Eind 2018 vertegenwoordigde het bedrag van de geblokkeerde terugvorderingen op het niveau van de werkloosheidsbureaus 54,77% van het nog door de bureaus terug te vorderen bedrag.
Grafiek 2.3.3.I
Opsplitsing tussen het bedrag van de geblokkeerde schuldvorderingen en het bedrag van de nietgeblok
keerde schuldvorderingen op het niveau van de werk
loosheidsbureaus
Geblokkeerde schuldvorderingen Nietgeblokkeerde schuldvorderingen
54,77%
45,23% 31 december 2018
Grafiek 2.3.3.II
Opsplitsing van het bedrag van de geblokkeerde schuld
vorderingen op het niveau van de werkloosheidsbureaus, afhankelijk van het motief van de blokkering
Collectieve schuldenregeling faillissement Gerechtelijk beroep
Verdwenen debiteur opzoeking adres Overleden debiteur
43,64%
29,57%
15,35%
4,04%
31 december 2018 0,86% 6,54%
Onderzoek brief
Varia (schorsing van de invordering tijdens een periode van sanctie, lopende aanvraag om kwijtschelding enz.)
Grafiek 2.3.3.III
Opsplitsing tussen het bedrag van de nietgeblokkeerde schuldvorderingen op het niveau van de werkloosheids
bureaus, afhankelijk van het al dan niet bestaan van een specifieke gebeurtenis
Terugbetalingsplan nageleefd
Effectieve inhouding op de te vervallen vergoedingen of uitkeringen (waarvan de RVA niet de debiteur is) Effectieve inhouding op de te vervallen vergoedingen of uitkeringen (waarvan de RVA niet de debiteur is) Andere (geen specifieke gebeurtenis)
36,31%
35,66%
10,91%
17,12%
31 december 2018
85
Vergoedbaarheid
2
De RVA voert ook een voorzichtig beleid wat de schrapping betreft in zijn rekeningen van oninvor
derbare schuldvorderingen. Die schuldvorderingen worden voornamelijk pas uit de rekeningen ge
schrapt in volgende situaties:
•sinds ten minste 10 jaar kon geen enkele betaling worden bekomen ondanks de stappen gezet door de RVA en vervolgens door de Administratie Niet
fiscale Invordering;
•de schuldvordering is niet invorderbaar volgens de Administratie Nietfiscale Invordering;
•de debiteur is sinds ten minste 10 jaar verdwenen;
•het faillissement van de debiteur (rechtspersoon) is afgesloten.
Aangezien de RVA er de voorkeur aan geeft om de schuldvorderingen in zijn rekeningen te houden zo
lang er een mogelijkheid tot invordering bestaat, blijven die er gedurende vele jaren staan.
Sinds 2016 houdt de registratie van de schuldvorde
ringen in de boekhouding rekening met het twijfel
achtige karakter van bepaalde schuldvorderingen en gaat ze over tot de afschrijving ervan, conform de vraag die werd geformuleerd door het Rekenhof en conform de onderrichtingen van de Commissie voor normalisatie van de boekhouding van de OISZ (zie punt 2.6.2).
Om de onverschuldigde betalingen en de terugvorde
ringen te beperken, neemt de RVA steeds meer zijn toevlucht tot de aprioricontrole in de databanken, en dat in nauwe samenwerking met de uitbetalingsinstel
lingen. De op die manier vermeden onverschuldigde betalingen zijn echter veel moeilijker te becijferen.
Ook zijn de nodige inlichtingen niet altijd beschikbaar in de externe databanken vóór de normale vervaldag van de betaling van de uitkeringen, wat aposteriori
controles noodzakelijk maakt.
In 2018 waren er 40 kruisingen van databanken. Die hadden betrekking op:
•de initiële controle vóór de opening van het recht;
•de controle vóór de maandelijkse betaling door de uitbetalingsinstellingen;
•de controle na betaling van de uitkeringen;
•de controle door matching met de databanken die ter beschikking staan van de RVA.
Het gaat onder andere om een controle van de gegevens in externe databanken met periodes van tewerkstelling als loontrekkende, de inschrijving als zelfstandige, de periodes van arbeidsongeschikt
heid, pensioenen, nationaliteit, adres, gezinssa
menstelling (rijksregister) enz. De kwaliteit van de inlichtingen opgenomen in de externe databanken is soms betrekkelijk, wat bijkomende verificaties vereist. Tot slot kunnen heel wat onregelmatigheden niet worden gedetecteerd door vergelijking van databanken.
Ten slotte gaan de beslissingen tot terugvordering meestal ook gepaard met administratieve sancties die eveneens een budgettaire impact hebben aan
gezien ze een daling van de uitgaven met zich mee
brengen.