• No results found

Operationele hypotheses

3.3 Data verzameling

Voor de toetsing van de afhankelijke variabele, democratische verandering, heb ik de Egyptische grondwetten uit 1971 en 2012 als bron gehanteerd. Aangezien ik de Arabische taal niet machtig ben en formele Engelse vertalingen moest hebben heb ik beide grondwetten aangevraagd en toegestuurd gekregen van Ahmed, docent Politicologie aan een universiteit in Caïro.9 Tijdens de toetsing van de grondwetten heb ik tevens gebruik gemaakt van secundaire bronnen over de constituties als extra controle om geen voorbarige conclusies te trekken op basis van mijn individuele interpretatie van een bepaald wetsartikel.

Bij de toetsing van de onafhankelijke variabelen, afkomstig uit de theorie van het Arabisch exceptionalisme en in het bijzonder de theorie van Diamond (2010), ben ik geconfronteerd met het feit dat de periode voor het afzetten van Mubarak ruimschoots wetenschappelijk is onderzocht, maar dat de periode rondom de val van Mubarak niet breed wetenschappelijk is onderzocht en bovendien onderdeel is van een nog lopend proces. In het eerste geval heb ik mij hoofdzakelijk gericht op academische bronnen, maar in het tweede geval werd ik genoodzaakt om grotendeels Egyptische of internationale (Nederlands- of Engelstalige) krantenartikelen, documenten van relevante organisaties/instituties en statements van betrokken actoren in de media te gebruiken. Het nadeel hiervan was dat ik soms een keuze moest maken tussen verschillende bronnen, die soms ook tegenstrijdige zaken

9

Dit is een gefingeerde naam, zie Kader 3.1. Veiligheidsoverwegingen.

Ivo Roodbergen (0506451) – Masterthesis Politicologie 2012-2013 – 8 februari 2014 Pagina 41

Egypte & democratische verandering, getoetst aan de grondwet

(2012) en het Arabisch exceptionalisme

stelden. Waar een gegeven fundamenteel was voor het onderzoek en ik stuitte op tegenstrijdige berichten, benoemde ik ze allemaal; waar een gegeven niet essentieel was voor het beantwoorden van mijn hoofdvraag en er bestonden tegenstrijdige berichten over, nam ik het onderwerp niet mee in de analyse.

Wat betreft de verklaring voor eventuele verandering in de grondwet en/of de politieke context als gevolg van de Arabische Lente heb ik naast het gebruik van bovenstaande genoemde bestaande bronnen ook nieuwe data gebruikt. In de maand juli 2013 ben ik voor drie weken naar Caïro, Egypte afgereisd om daar Egyptenaren zelf te interviewen over hun visie op de grondwet (2012) en de politieke context. Ik heb daar diepte-interviews gehouden met onderstaande vijf personen10:

 Hossam, rechter en in die hoedanigheid in de eerste fase betrokken bij het opstellen van de grondwet (2012).

 Ahmed, docent Politicologie aan een universiteit in Caïro.

 “Big Pharaoh”, een bekende Egyptische (anonieme) internetblogger en actief sinds 2004.

 Mohamed, activist binnen oppositiebeweging Tamarud11

en lid van de Al-Dostor (vertaald: De Grondwet) partij.12

 Fatima, student Islamitische filosofie en filosofie aan een universiteit in Caïro.

De interviews zijn bedoeld om een context te bieden voor de documentanalyse, om de waarde en beperking van de analyse van de grondwet aan te vullen. Wanneer uit de documentanalyse blijkt dat iets slecht is, maar uit een quote van een geïnterviewde blijkt dat iets goed is, of andersom, dan betekent dit niet dat één van de twee bevindingen ‘fout’ is. Het laat zien dat een uitkomst verschillende interpretaties tot gevolg kan hebben. Dat gegeven is niet nieuw,

10 Voor de vragen die ik de geïnterviewden stelde, zie Appendix I.

11 De beweging die meer dan 22 miljoen handtekeningen verzamelde tegen ex-president Morsi en daarmee

stuwende kracht achter het massale protest op 30 juni 2012 dat tot het afzetten van Morsi op 3 juli 2012 leidde.

12 De op 28 april 2012 door Mohammad ElBaradei opgerichte partij met als doel om de principes en doelen van

de initiële protesten uit 2011 te beschermen en te promoten.

Kader 3.1 Veiligheidsoverwegingen

Een belangrijke kanttekening bij bovenstaande vijf geïnterviewden is het feit dat alle namen om

veiligheidsredenen gefingeerd zijn. Ik heb overwogen helemaal af te zien van het noemen van namen, functies en instanties maar daarmee doe ik de verhalen van de geïnterviewden en Egypte en mijn thesis te kort.

Ivo Roodbergen (0506451) – Masterthesis Politicologie 2012-2013 – 8 februari 2014 Pagina 42

Egypte & democratische verandering, getoetst aan de grondwet

(2012) en het Arabisch exceptionalisme

maar wel iets dat ik in brede zin mis binnen de media en literatuur wanneer de Arabische Lente, dan wel Arabische Winter, besproken wordt. In deze thesis is de uitkomst van de documentanalyse echter leidend en dienen de interviews uitsluitend ter aanvulling of discussie – dit omdat de documentanalyse in vergelijking met de interviews meer informatie heeft opgeleverd.

Een kanttekening bij mijn interviews en verblijf in Caïro, Egypte is dat ik overwegend Egyptenaren heb gesproken die tegenstanders van de afgezette president Morsi zijn en geen Egyptenaren die achter president Morsi staan. Vanwege beperkte tijd en middelen en de turbulente situatie in Egypte is dat laatste mij tot twee keer toe niet gelukt. Een gepland bezoek in Egypte aan het Rabaa-plein, het plein waar aanhangers van Morsi sinds het afzetten van hun president op 3 juli 2013 een sit-in protest hielden, ging niet door omdat mijn tolk (“Big Pharao”) op het laatste moment had afgezegd nadat in de media werd bericht dat het plein zou worden ontruimd door de politie. Terug in Nederland stond een Skype-afspraak met Husain Ibrahim, ondervoorzitter van het Moslimbroederschap in het parlement en tevens lid van de grondwettelijke vergadering, gepland, maar door verdere escalatie van het conflict waardoor de interim-regering op 14 augustus 2013 voor een maand de noodtoestand afkondigde, is ook die poging mislukt.

Egypte & democratische verandering, getoetst aan de grondwet

(2012) en het Arabisch exceptionalisme