• No results found

CXLIX S: Van sfeer echt een super school Die leerkrachten hoe dat die tegenover de leerlingen staan ook, dat zijn eigenlijk

allemaal vrienden eigenlijk, dat is niet… Dus ge hebt er ook heel veel respect tegenover uw leerkrachten. Dat is niet zoals in school B bijvoorbeeld, daar staat ge echt voor, allez, die staat echt voor de klas gewoon voor les te geven en daar houdt het bij op. Die leerlingen kennen dat, er is ook niet echt,

G: In school B hebt ge dat niet dat de leerkrachten, ook geen ene, een beke als vriend

S: Nee, zeker niet. In school D dat was echt een school, ja ik vond dat echt een heel heel toffe school. Gewoon qua de leerkrachten die behandelen u ook niet als een klein kind om het zo te zeggen. Allez, als ge al, in school B ge zit wel in een hogere richting om het zo te zeggen, maar die behandelen u meer als van ‘ge moet dat hier leren’ in plaats van altijd eerst een klapke, zo’n beetje, ja school D was daar echt een heel goeie school in. Ik kan dat moeilijk uitleggen op de een of andere manier,

G: Ja, maar ik kan mij dat wel inbeelden dat dat meer aansluit bij wat ge wilt, omdat het wat losser zou zijn, dat ge de leerkrachten misschien bij voornaam kunt aanspreken, dat die iets vertelt over hoe bijvoorbeeld zijn weekend

S: Ja, sommige leerkrachten kon ge inderdaad ook gewoon bij hun voornaam, of ik ben een paar leerkrachten ook tijdens een festival tegengekomen, en daar komt ge die tegen en dat is zo van ‘ah manneke, joe, alles goe he zeg? We gaan een pint drinken.’ Die leerkracht dan dat dat vraagt, dus dat is zo

G: En dat is, ja, gaan die leerkrachten van school B dan nooit naar een festival?

S: Dat weet ik niet. Geen idee. Daar praat ge ook niet over in school B. In die andere school, in school D was dat wel. Daar kon ge met uw leerkracht ook nog een goed woordje over praten.

G: Vind ge dat belangrijk dat ge met uw leerkracht ook over andere dingen kunt praten? S: Ja, ik vind dat wel belangrijk eigenlijk.

G: En waarvoor is dat belangrijk?

S: Voor de sociale band eigenlijk. Dan gaat ge er meer respect voor krijgen en dan ga ge eigenlijk meer de neiging krijgen voor ernaar te luisteren.

G: Is dat zo? Krijgt ge daar meer respect door?

S: Ja, ik vind van wel persoonlijk. Allez, dat is voor mij persoonlijk he.

G: Ja, ’t is dat dat ik graag wil weten. Dus ge vindt als een leerkracht u iets vertelde over wat dat ze hebben gedaan of waar dat ze zijn geweest, dat ge dan meer

S: Ja eigenlijk wel.

G: Als ge daar meer van weet, dat ge daar meer respect voor kunt krijgen.

S: Ja, want wij hadden er ene. Ik had die een bijnaam gegeven per ongeluk. Eigenlijk gebruiken ze die nu nog altijd. ‘Worstje’, omdat dat zo wat een…

G: Gezetter is (lach)

S: Gezette was, maar dat was ook zo een hele toffe, maar nadat ik die die bijnaam had gegeven hebben ze die zo hard daarmee beginnen pesten daarmee eigenlijk, als ik daarmee in de klas zat ‘allez, mannen, komaan, doe nu is effe een beke

CL

rustig’ en na een tijd heb ik ook echt gezegd ‘fuck it, ik stop gewoon met zo wild te doen in die klas en ik ga gewoon laten zien van zie ge moet hier effe opschrijven, doen gewoon, en heel intensief in die les bezig zijn enzo’ en na een tijd merkte ge ook wel dat iedereen zowat…

G: Die volgden.

S: Ook zowat, een beetje volgen ook. En dat was dan, allez, want ik vond dat eigenlijk echt zielig voor die mens. G: Ge waart wel precies echt een leidersfiguur he.

S: Ik heb wel vaak al dat gehoord gekregen van mijn leerkrachten gewoon van ‘als gij eens rustig zijt, dan is iedereen rustig’, ‘probeert gij nu eens rustig te zijn of ik moet u buiten zetten’, maar als ze mij buiten zetten dan was ik buiten…

G: Dan waart ge nog ergens aanwezig.

S: Dan was ik nog ergens aanwezig, of dan ging ik gewoon in een andere klas meezitten. Dan ging ik naar een andere klas, ik zeg, allez, mijn broer die zat toen ook nog een tijd op school D, dan ging ik naar mijn broer zijn klas, ik zeg ‘die mens heeft mij buiten gezet he, godverdoeme, ik kom hierbij zitten’.

G: En eum, was dat in elke school even hard dat ge daar zo’n leidersfiguur opnam?

S: Nee, in school C zeker niet. Daar kende ik ook wel niemand, en die in die andere school die kenden mij ook allemaal van buiten ’t school en van op een feestje gekend te hebben enzo…

G: Ahja. En denkt ge dat dat leidersfiguur zijn een invloed heeft gespeeld op in hoe gij naar school keek en wat gij van school vond?

S: Eum

G: Niet speciaal. Het is niet dat gij dat bewust deed van, gij waart gewoon uzelf, en anderen zagen daar een leider in. S: Ja, voila, zoiets denk ik. Maar ik ben, ik ben gewoon een babbelaar. Ik kan, ik kon er ook niet aan doen, ik heb altijd AHDH gehad enzo en… niet dat ik daar iets op wou steken op die ADHD, maar ik kon gewoon nooit stilzitten, ik was altijd aan het babbelen, ik stond ook meer dan de helft van de tijd voor de klas, om het uit te leggen mee, de leerkrachten zeiden ‘kom, als ge het toch wilt uitleggen, kom dan maar vanvoor staan’ en dan moest ik mee zo uitleggen, dus.

G: En wacht he. Wat vond ge dat de beste manier was van leerkrachten om met u en uw ADHD om te gaan? S: Mij vanvoor zette he.

G: Dat vond ge

S: Ja, want dan moet ik mij wel bezighouden met die les. Dus ik moest het dan wel mee uitleggen. Dus ik moest ook zien dat ik het kende om dat uit te leggen.

G: En dat werkte bij u. S: Dat werkte zeker.

G: Dus er waren leerkrachten die zeiden: ‘Seb, we gaan het volgende week hebben over dit en dit, zorg dat ge het hebt gelezen, dan kunt ge het komen uitleggen’.

CLI

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN