• No results found

CLV S: Luisteren naar iemand (lach), allez, deftig wíllen luisteren ook, mij ertoe kunnen aanzetten van ‘weet ge, ik wil hier iets van

leren en ik ga dat nog nodig hebben’ om het zo te zeggen. Vroeger dacht ik ook van ‘les, waarom moet ik dat krijgen, allez, wiskunde, kan ik in de winkel ook wel gewoon optellen wat ik moet kunnen, en voor de rest wiskunde, waarom hebt ge dat nodig?’ Dat was ook voor mij zoiets, en…

G: Het was wat ver van uw bed. S: Ja.

G: Dat zat dinge, terwijl ge, als ge die Belgacomopleiding deed, dan wist ge waarvoor dat dat was en dan was dat voor u makkelijker?

S: Ja. Zeker, een pak makkelijker.

G: En ook om daar ’s morgens te geraken enzo?

S: Die opleiding, ’s morgens te geraken dat was ook wel wat moeilijker, aangezien ik naar een andere provincie moest rijden. G: Ja, da’s een stuk.

S: Dus daar moest ik dan ook elke morgend geraken. Ik moest er tegen 8u zijn, dus ik moest om 5u opstaan ongeveer. Vijf uur, half zes, zoiets. Ik ben er wel altijd op tijd geweest. Ik ben, ik heb geen enkele dag ook niet gemist om, dat was ook weer een heel toffe klas, alleja, de mensen waarmee ik daar heb gezeten die bel ik nu nog altijd. Dus daar spreek ik nog af en toe mee af, omdat dat zijn echt toffe mannen, daar kan ik eens iets mee gaan drinken.

G: Ah ja ja ja. Ja, ik denk dat dat dan wel goed was dat ge direct iets tof had dat erachter kwam, want anders, als ge dan zo in iets niks waart gevallen, dan wa

S: Nee, ik heb ook een paar maten die dat… helemaal niks doen, die dat… mij het voorbeeld geven van hoe dat het bijvoorbeeld niet moet. En dat wil ik ook echt nooit niet hebben.

G: En wat denkt ge dan dat het verschil is tussen u en tussen hun?

S: Eum, eum, ik heb zín in het leven, bij wijze van spreken. Ik wil… iets doen. Die mannen die zitten een hele dag achter hun computer en die doen echt, die steken niks uit, die gaan naar den dop en dat is echt het enigste wat dat die doen. Die zijn zelfs nog af en toe te lui om naar hun dop te gaan. Dus echt, die gaan halen, allez, ja, of om die kaart binnen te steken ofzo, die doen dat gewoon niet. Dus ja, da’s…

G: Ja, inderdaad, zo heb ik ook een paar mensen gesproken, zo komt ge mij helemaal niet over. En dat maakt het voor mij ook wel moeilijker om het bij u te begrijpen, van hoe het is gekomen…

S: (lacht) Ja! Ons mama zei het ook van ‘die gaat het nog moeilijk hebben, krijgen met u, want…’ G: Waar? In Belgacom?

S: Nee nee nee, hier! G: Ah (lacht)

S: Dees gesprek, die gaat het nog moeilijk krijgen met u omdat ik soms ook zelf niet weet wat ik wil, om het zo te zeggen. En dat is ook heel lastig, maar… Nu dees die Belgacom, dat doe ik zó graag, dus ik sta elke dag met plezier op om te gaan

CLVI

werken, ik doe dat echt supergraag, ik kan mensen helpen een hele dag, ik bedoel dees is eigenlijk echt voor mij iets wat ik zocht.

G: Ah ja ja.

S: Da’s (lach), ja heel raar,

G: Ja nee, er zit ergens ook dat leerkrachtaspect in dat ge zei dat ge vroeger al wou doen.

S: Ja. Die opleiding, binnenkort, zei mijn coach, als die weg ging, dat hij, allez, als ik het heel goe heb opgeleid gekregen enzo, dat hij míj zelfs als coach wou geven, omdat ik ook eigenlijk al, ik heb al voor 50 man, een zaal van 50 man die erbij zitten, in een onderaanneming van ons eigenlijk, en er zijn nog andere onderaannemingen. We gingen praten over eigenlijk eum hetgeen er nog moest veranderen in het systeem, omdat ik ook zowat een nieuwe ervan ben weet ik ook waar ik op let, wat ik vind dat nog echt veel kan veranderen eigenlijk, wat dat slimmer aangepakt kan worden. Ik moest, ik heb dat dan allemaal aan mijn coach uitgelegd van ‘hier, dat snap ik wel nog altijd niet hoe dat dat marcheert enzo’ en die, die heeft tegen mij gezegd ‘ja, oké, zeg, we zullen eens beginnen met de vergadering, we zullen het aan ene uit laten leggen die dat héél goed kan’

G: (Lach) Dan mocht gij het allemaal uitleggen.

S: Ik stond er van, voor 50 man dat ik nog niet kende, en hup zo, ja alle leeftijden ook zo! Dan voelde ik mij heel efkes niet op mijn gemak. En eum, maar na een tijd als ge weet dat die mensen er ook allemaal zitten voor het werk eigenlijk enzo G: En dat ook wel boeiend vinden om zo te horen wat dat zo’n installateur ja

S: En dat die ook zo nog wel met alles wat kunnen lachen zo, dan vond ik dat helemaal niet erg. Dan ben ik ook gewoon aan de praat geraakt met iedereen, en dan was dat ook nog wel tof.

G: Ja, ik begin het ergens toch wel te snappen. Ik denk eigenlijk, school D was tof voor u, eh, ge moest daar niks, maar dat ge daar ergens ook wel zoiets hebt van, ge zegt ‘ik wíl wel vooruit’, ge zei daarstraks toch ‘ik wíl die uitdagingen aan’. En dat dat misschien wel jammer was dat school D, allemaal leuk en ge moet er niet zoveel doen, maar dat BSO, dat theoretische deel, daar was voor u geen uitdaging meer aan. En inderdaad, ook van, als ge ‘ik spijbel’ en ge zegt ‘oké, da’s plezant’, maar om dat jaren vol te houden is dat misschien ook wel maar vrij dinge…

S: Ja, ja dat was ook nog wel tof. Ik had ook veel mensen die dat toen, allez, veel echte van mijn vrienden die dat al van school weg waren en die waren al gedaan of gestopt ofzo. Dan konden wij ook afspreken in dat park. Tijdens goei weer zeker, gewoon buiten wat liggen zonnen en uw eigen amuseren.

G: Ja, en mischien dat gij na een tijdje, allez ik weet dat niet he, want ik ga niet helemaal [onverstaanbaar], dat ge zegt van ‘nu, de [onverstaanbaar] gehad, maar ik wil nu nog iets meer dan dit’. Ik weet het niet he, herkent ge u daarin?

S: Ja ja, zeker. ‘Had ik maar beter mijn best gedaan’ denk ik ook heel vaak. Ik zit nu ook bij mijn vriendin vaak. Die heeft dan ook een zus, een veel jongeren zus, die dat er nog in eum, ook nog in het middelbaar zit nu, maar die waar ge ook aan merkt dat die geen

G: geen zin niet meer

S: geen zin niet meer heeft. En ik dram dat er dan ook altijd zo van hier in dat ik weet van zo hadden ze het tegen mij moeten zeggen. Want, allez, dat probeer ik dan ook zowat uit te leggen, eum, ge ziet dat dat ook niet veel nut heeft.

CLVII

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN