• No results found

M: Hoe? Als ge, als ge… als ik tegen u zou zeggen van ‘gij, wilt gij voor mij deze kast maken?’ en gij zijt onwetend, gij hebt geen ervaring, ik leg dat voor u uit en derna gij stelt een vraag aan mij over die kast en ik zeg ‘gij moest maar daarnet luisteren’. What the fuck. Hoe gade gij… Die zegt ‘luister heel goe’, awel wij luisteren, maar sommige mensen die zijn niet zoals u he! Gij kunt dat begrijpen, maar gij begrijpt dat niet, gij wilt dat niet begrijpen dat wij dat niet u begrijpen. Snapt ge? Ik wil dat leren, ik vraag aan u, ik stel aan u vragen, en gij wilt dat niet mij uitleggen, gij zegt ‘gij moest maar daarnet luisteren naar mij’.

G: Dus ge vindt dat, dat uw leerkrachten u eigenlijk niet genoeg moeite deden om dingen uit te leggen? M: Ja. Die moeten meer uitleggen he.

G: En daardoor waart ge ook niet genoeg gemotiveerd om bij te leren.

M: Ja, tuurlijk. Als uw leerkracht maar 1 keer wil uitleggen aan u, gij weet van uw eigen ‘ja, ik wil dat die uitlegt’. Die zegt ‘freesmachine, gij moet tegen zo veel graden frezen’… Alleja!

G: [Ik trek zo’n gezicht van ‘ik weet niet waarover je het hebt’.]

M: Alleja! Gij gaat zeggen ‘ik heb nog nooit met een freesmachine gewerkt en die vraagt aan mij ‘ga dermee werken!’’. G: Het was de aanpak van de leerkrachten dat maakte eigenlijk dat ge er ook niets voor wilde doen.

M: Nee, tuurlijk!

G: En had ge, hebt ge nog een verschil gemerkt tussen het BSO en het deeltijds? Was daar een verschil tussen? M: Deeltijds was veel beter, en leuker.

G: Ja? Hoe kwam dat?

M: Nee, daar, dat was gewoon de leerkracht zelf. Dat was leuk, grappig. Dat was gezellig met die leerkracht! Wij deden ons werk. Echt waar. Als die zei tegen ons ‘dees…’ Maar hij legde echt goed uit. Echt goed voor ons! Dus dat was, op een uur, gij werd dat gewoon. Die geeft voor u een opdracht, op dees papier, die schetst dat op bord, zo zo zo, die legt alles uit voor u, zo veel keer, en die geeft papier daar nog bij. Gij moet 1) Gij moet zo doen, 2) Gij moet zo doen, zo. Dus als gij iets niet begrijpt kan jij gewoon kijken op je papier, ik moest dees doen, ik moest dees doen, en dan verder, dan werkt gij verder. G: Dus dat was leuker als in het BSO. En waarom zijt ge dan gestopt?

M: Ik werkte. Dat was het dómste fout dat ik heb gedaan ooit. G: Hoe bedoelt ge? Ge zijt beginnen met werken.

M: En dan heb ik school gelaten.

G: Aah. En hoe is dat gekomen dat ge zijt beginnen werken?

M: Ja, ik werkte bij schoonmaak. En eum… ik heb een beetje geld gezien en ik dacht liever da’k ga werken voor geld dan dat ik naar school ga voor niks…

G: En wacht he. Ge waart beginnen met werken. Wanneer zijt ge ongeveer beginnen met werken? M: Vorig jaar.

CIV

G: Ja, en was dat toen ge in het deeltijds zat of was dat daarvoor nog? M: Nee, op deeltijds.

G: Tijdens deeltijds. Weet ge ongeveer welke maand? M: In mei, ik weet niet, zoiets.

G: Ah, op het einde van het jaar pas. M: Ja, zoiets ongeveer.

G: Dan zijt ge beginnen werken. En dat was niet, want in het deeltijds moet ge toch ook een stuk werken… maar dat was niet dat werk.

M: Nee. Uiteindelijk, ik ben gestopt met school, ik had al sowieso een C, omdat ik bekans niet naar school ging, dus eum… Maar ja, da’s dom he. Da’s dom.

G: Nu vindt ge dat dom.

M: Ja, tuurlijk. Da’s, ik raad echt iedereen aan om verder te studeren. G: En ge vindt dat dom nu…

M: Ja, ik zit nu zonder werk he. Ik zit zonder diploma he. En ik zoek werk en ik vind geen werk. Da’s het lastige eraan. Ik zit misschien half jaar zonder werk.

G: En is het een mogelijkheid om terug te gaan studeren?

M: Ja, ik zijn op school gaan vragen, maar die school zelf die wouden mij niet aannemen, omdat ik boven de 18 ben. G: Maar ja, ik weet niet hoe dat hier zit, maar in principe moet dat toch mogelijk zijn? Het school wilde u niet aannemen omdat ge niet onder de 18 zijt.

M: Ja. En ja, ook omdat ik mijn vorige school bekans elke dag niet naar school ging, op straat enzo… dermee.

G: Maar ge zijt beginnen werken. Ge dacht ‘ah, ik kan hier goed geld verdienen, waarom moet ik dan nog naar school gaan, daar heel de tijd te zitten, daar kan ik niets mee verdienen’ en dan zijt ge meer beginnen werken? Of ge zijt gewoon gestopt? M: Nee, ik werkte.

G: Hoe veel uur in de week werkte gij? M: (Geen antwoord)

G: Was dat een voltijdse? M: Ja (zucht) voltijds.

G: Ahja. Dus het was niet mogelijk om het school erbij te nemen.

M: Nee. Dermee. Ja, maar da’s ook eigenlijk de opvoeding he. Normaalgezien moeten de ouders dan zeggen van ‘gij moet studeren’…

G: En uw ouders hadden dat niet gezegd?

CV

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN