• No results found

CLIII S: Ja eum, ja impulsief Gewoon wakker geworden en gezegd van ‘ja, nu is het eigenlijk genoeg Ik heb er echt geen

goesting niet meer in.’

G: Oké, dat snap ik, en dan denk ik ‘ja, maar dan hebt ge toch uw mama die dat achter uw veren moet zitten, en uw papa misschien, allez,’

S: Ons mama, die was, amai, heel kwaad. Die was echt heel kwaad. Maar ik ben ook een vrij… allez, eens dat ik iets… in mijne kop haal, vrij koppig in dat opzicht, maar ik ben eigenlijk geen koppige, maar in dat opzicht dan blijkbaar toch wel. Eum, ik ben wakker geworden, ik heb gezegd ‘nee’, en ik heb ook echt ‘nee’ gedaan toen.

G: Oké. Ge hebt ‘nee’ gedaan, akkoord. Ge doet dat een dag, ge doet dat een week, maar in die dag en in die week dan denkt ge toch een beke na

S: Ja, ik was mij al gaan uitschrijven, ik was al gaan horen voor werk enzo

G: Dus ge hebt dat beslist een morgend, ‘ik stop ermee’, en dezelfde dag zijt ge u gaan uitschrijven.

S: Ja. Nee, niet diezelfde dag. Pas wanneer dat ik wist dat ik werk ging hebben ook enzo. Dus ik ben toen bij bedrijf X gaan horen enzo

G: Dat was voor dat magazijnier.

S: Ja, voor dat magazijnier. Dan ben ik eigenlijk direct aan het werk gegaan, dus. G: En ge waart al 18 toen.

S: Eum, ja ik was al 18 toen. Nog een kleiner ventje als nu. Daar op het werk zeiden ze ook van ‘zeg, moogt gij eigenljk wel werken? Hoe oud zijt gij?’ Ik zei daar ‘ik ben wel 18 he!’

G: (Lach) Ah ja, ik vind dat gek. Dus ge hebt die klik gemaakt, van ‘ik was moe’, allez ‘ik ben het moe, ik ben het beu’, maar ik vind dat zo gek dat dat geen aanleiding heeft gehad.

S: Nee.

G: Of dat er zo niemand heeft gemerkt van ‘amai, Seb, hij zit er toch met minder en minder goesting, daar zouden we toch iets aan moeten doen’.

S: Ik heb ook heel veel periodes gehad dat ik gewoon thuis bleef.

G: Ah, dus ge spijbelde ervoor wel, dinge, ja ja ja. En hoe ging dat dan, ge spijbelde, en kwam er dan iemand… met u praten of… hoe werd erop gereageerd vanuit

S: Spijbelen? Ik kon dat zo goed verbergen dat ze dat eigenlijk amper door hadden. Ik kende ook heel de klas dus ik zei van ‘schrijf mijn naam maar op’ .

G: Ah ge moest ’s morgens uw naam opschrijven.

S: ’s morgens en na de middag. Ik kwam toch ’s morgens het eerste uur wel om het zo te zeggen en dan kroop ik over de omheining, aangezien dat ik …

G: Overal over klom, eigenlijk, (lach), en terug af. Ah ja ja, dus ge zei, ge hebt lange periode dat ge spijbelde en eigenlijk hadden ze dat niet goed door. Dus uw mama niet, uw school

CLIV

S: Ja, ze hebben er ook niet iets over gemeld om het zo te zeggen, en ik ging heel de klas halen om allemaal mee te spijbelen, dus dan kwam ik aan de schoolpoort aan, ik eum een praatje met iedereen, dan vroeg ik ‘kom wie wil er mee’, allez als het goed weer was, ‘kom wie wil er mee naar het park gaan?’ Dus dat is zo’n heel park waar ge met vrienden bijeen kunt gaan zitten. Dan gingen wij daar shotten of ’t is eender welk.

G: Ah ja ja. En denkt ge dat die moment… Sorry, ik ga u eerst laten zeggen. S: Ja.

G: Die moment zo, dat ge aan het spijbelen waart, dat ge het niet meer zag zitten, denkt ge dat op die moment nog iets aan gedaan had kunnen worden? Dat ze van school uit ofzo iets hadden kunnen doen dat u toch langer op school had

gehouden?

S: Eerlijk gezegd niet echt. Ik was het zo beu eigenlijk al dat

G: Maar ge waart het beu. Waart ge school beu, kon het school iets anders doen?

S: Nee, nee eigenlijk niet, want ik was ook, ik wou gewoon mijn, mij amuseren om het zo te zeggen. Schoolperiode zeggen ze ook altijd, da’s de plezantste periode dat er is, en dat klopt ook echt. Daar zit ge ook met vrienden een hele dag bijeen, en ja.

G: Ge wou u gewoon meer amuseren. S: Ja.

G: Maar dan nog. Dan stopte gij met school, iets wat ge toch heel plezant vond, en erna zag ge uw vrienden toch veel minder?

S: Ja, een beetje een contradictie (lacht), ik weet het, maar G: Maar ge had dat zo in uw hoofd gehaald en ge wou het.

S: Ja, da’s echt raar. Ik heb daar ook al over nagedacht, maar ik snap echt nog altijd niet voorwat ik dat heb gedaan. G: Wou ge nog iets zeggen daarjuist?

S: Eum, ik weet het niet meer (lach).

G: Ja, ik probeer dat gewoon wat te snappen, ik bedoel, ik doe dat bij iedere jongere, ik probeer een beetje, stel dat ik in Seb zijn plaats zou zijn, ik zit op school, ’t is daar kei plezant, eh, en oké, ge spijbelt een keer, maar wat, hoe krijgt ge uzelf dan zo ver om te zeggen van ‘ja en nu is het echt genoeg geweest. Ja nu...’ Ik vind dat zo gek omdat ge zegt ‘ik vond dat zo plezant’. Ik heb van anderen al gehoord omdat ze zich zitten te vervelen, iedereen op hun kap zit, iemand die elke dag werd afgetuigd, allez, dat is denk ik dingen die maken dat ge ja na een tijd daar weg zijt natuurlijk. Maar dan denk ik van ‘ja, Seb die amuseert zich, he, die mag op het schoolfeest al zijn toeren komen uitsteken en iedereen vind dat tof en die vindt dat zelf ook tof’, dan denk ik van ‘ja, waarom stopt ge?’, allez.

S: Ja, geen idee. Gewoon… ik was er toen eigenlijk om het eerlijk te zeggen niet volwassen genoeg voor om echt les te krijgen. Ik ben pas later eigenlijk mij daarvoor beginnen te openzetten.

CLV

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN