• No results found

Concurrentie RSCG

In document Op het juiste spoor? (pagina 50-54)

Hoofdstuk 3: Business case AVEBE

5.3 Concurrentie RSCG

Porter beschrijft een aantal determinanten om de intensiteit van concurrentie in een bedrijfstak te kunnen bepalen. De voornaamste zijn: de hoeveelheid concurrenten en hun omvang en macht, groei in de bedrijfstak en uittredingsbarrières (Porter, 1979, p.142). Voor de Ontwikkelingsmaatschappij is het van belang om de functie die het RSCG vervult ten opzichte van de agrobusiness markt in relatie tot directe concurrenten te aanschouwen. Met andere woorden: het gaat erom te bepalen welke (rail)terminals net als het RSCG agrologistieke diensten aan AVEBE verlenen of dit zouden kunnen gaan verlenen. Frambach en Nijssen (1999, p.67) geven aan dat een directe concurrent een organisatie is die dezelfde doelmarkt heeft als het bedrijf dat de concurrentieanalyse uitvoert, in dit geval dus het RSCG. De logistieke behoefte van AVEBE is dus weer het perspectief van waaruit de concurrentieanalyse verricht wordt.

Uit de interviews met de medewerkers van AVEBE is gebleken dat het RSCG nog zo’n 20% van de uitgaande stromen voor AVEBE (gereed product) logistiek afhandelt.

De andere 80% wordt verricht door: - Euro Terminal Coevorden (ETC); - MCS terminal Groningen/Westerbroek; - MCS terminal Meppel;

- Teuben Transport Ter Apel.

Van bovengenoemde vier organisaties maakt AVEBE dus al gebruik, mede op basis van hun ligging en hun focus op de agro-industrie. Van Railterminal Dörpen (DUK) zou AVEBE om dezelfde redenen gebruik kunnen gaan maken. Deze terminal wordt daarom ook in de concurrentieanalyse opgenomen.

5.3.1 Euroterminal Coevorden

Ligging, grootschaligheid, multimodale vervoersoplossingen en een focus op de agrobusiness markt maken de ETC tot een belangrijke concurrent van het RSCG. De ETC vormt een onderdeel van het Europark Coevorden, een groot logistiek bedrijvenpark op de Duits-Nederlandse grens tussen Coevorden en Emlichheim dat in ontwikkeling is. Het park heeft momenteel 120 hectare beschikbaar en kan uitgebreid worden tot 350 hectare. De ETC is een openbare railterminal met een capaciteit van 2 miljoen ton per jaar, een industriehaven voor 1000 ton schepen (32 TEU) en faciliteiten voor op- en overslag van bulkgoederen en containers (www.eu-park.nl). Het Europark is geschikt voor ruimte-extensieve bedrijven (meer dan 50 hectare aaneengesloten grond is mogelijk) die voor de bedrijfsvoering erg afhankelijk zijn van goede logistieke voorzieningen (www.eu-park.nl). De belangrijkste logistieke dienstverleners op het park zijn: Nijhof-Wassink (distributiecentrum en transport voor de kunstofindustrie), Henk Hentzen (spoor- en wegtransport, warehousing en douane) en Penske Logistics (transport, logistiek, douane, Oost-Europa en railvervoer). Ontsluiting verloopt via de belangrijke verkeersaders A37 en A31, via het kanaal Coevorden-Almelo en via het spoor Bentheimer Eisenbahn. Via dit spoor heeft de ETC een directe aansluiting op de Duitse spoornetwerk en ten opzichte van het RSCG is dit een sterke troef. Bij het RSCG is namelijk sprake van een perceptie van de missing link met het Duitse spoor. De Category Buyer van AVEBE gaf dit verschil aan. De aansluiting van het RSCG op het Duitse spoor is inmiddels sterk verbeterd, echter bij AVEBE is dit nog niet bekend. AVEBE vindt de verbinding met een groeiende markt in Oost-Europa via het Duitse spoornetwerk dus erg belangrijk. Het feit dat Europark Coevorden sterk in ontwikkeling is, vormt voor het RSCG een bedreiging, want Coevorden investeert sterk in het aangaan van samenwerkingsverbanden met bedrijven en doet sterk aan marktprofilering. Europark Coevorden heeft meerdere aandeelhouders en heeft mogelijkheden tot marktverbreding. Door een sterk stijgende vraag naar containervervoer van en naar Coevorden wordt komend jaar 12,5 miljoen euro in de containerterminal geïnvesteerd. Hierdoor kan de bestaande terminal worden uitgebreid. In 2005 werden via deze terminal ongeveer 10.000 containers overgeslagen, hetgeen overeenkomt met zo’n 150.000 tot 200.000 ton. In 2010 zal de overslag naar schatting 1.000.000 ton bedragen (www.tln.nl). Vanuit de grensoverschrijdende terminal zullen er treinverbindingen zijn met 23 Europese steden, waaronder Hamburg, Ludwigshafen, Verona, Salzburg, Warschau en Boedapest. Deze verbindingen verlopen getrapt, er is een rechtstreekse verbinding met Ludwigshafen door middel van gecombineerd

vervoer. De terminal heeft verbindingen met de havens van Rotterdam en Amsterdam. Drie keer per week rijdt er een shuttletrein tussen Rotterdam en Coevorden en van daaruit naar de Europese economische centra. (www.tln.nl).

5.3.2 MCS terminal Groningen/Westerbroek

Containerterminal MCS Groningen ligt aan het begin van het Winschoterdiep, direct gelegen aan de hoofdvaarroute Lemmer-Delfzijl en wordt gebruikt voor de af- en aanvoer van zeecontainers van en naar Rotterdam en Antwerpen, waarvoor twee containerschepen worden ingezet. Door de ligging is MCS in staat om naast de Provincie Groningen ook Noordoost Duitsland te bedienen. De terminal beschikt tevens over vijftien vrachtwagens, zodat MCS Groningen zelf in staat is het gehele vervoerstraject te verzorgen. Het afgelopen jaar verwerkte de MCS terminal in Groningen ongeveer 14.000 beladen containers. Dit staat ongeveer gelijk aan 20.000 TEU. Komend jaar wordt een groei van zo'n 25% verwacht (www.holwerda.com). De terminal heeft de volgende mogelijkheden:

- Containerlijndiensten van Noord-Nederland naar Rotterdam en Antwerpen; - Voor- en natransport vanaf de terminals naar laad- en loslocaties;

- Containeropslag;

- Stalling van zeecontainers;

- Onderhoud en reparatie aan zeecontainers;

- Overslag van diverse goederen in en uit containers; - Bulkoverslag;

- 1000 m² loodsruimte.

Omdat deze terminal vanuit stedenbouwkundig oogpunt geen uitbreidingsmogelijkheden heeft, is in september 2005 MCS terminal Westerbroek geopend. De terminal ligt een stukje verderop aan het Winschoterdiep. Terminal Westerbroek wordt uitgebreid met een brugkraan. Nu wordt gebruik gemaakt van een mobiele kraan, maar deze heeft minder capaciteit. Voor de lijndienst Groningen – Rotterdam beschikt MCS nu over twee terminals (www.holwerda.com). Sinds februari 2006 is de mobiele kraan van het RSCG overgenomen door MCS Westerbroek. Het RSCG vervult nu geen bargefunctie meer, maar zou deze functie op basis van de aanwezigheid van faciliteiten nog wel kunnen vervullen. MCS kan namelijk zo’n 150 TEU overslaan vanwege een betere diepgang van het Winschoterdiep, terwijl het RSCG maar maximaal 90 TEU aankan vanwege de diepgang. In ruil voor de overname van de bargefunctie zal MCS meer gebruik gaan maken van de depotcapaciteit van het RSCG, waarbij het RSCG dus een soort pendelfunctie gaat vervullen.

5.3.3 MCS terminal Meppel

MCS verlaadt en vervoert zeecontainers. Het overgrote deel van het containertransport vindt plaats over het water met speciale containerschepen. Daarnaast biedt MCS ook de mogelijkheid om containers over de weg van en naar diverse zeehavens te transporteren. De terminal van waaruit MCS al het containertransport verzorgt, is gelegen aan het Meppelerdiep, op het industrieterrein de Oevers in Meppel. De administratie en de planning van het vervoer worden

geregeld vanuit het centrale kantoor in Drachten. Er wordt gebruik gemaakt van een portaalkraan. Voor de aanvoer van de diverse containers heeft MCS de beschikking over een wagenpark van 25 vrachtwagens. Hierdoor kan MCS snel inspelen op spoedorders en kan het gehele vervoerstraject, vanaf de bedrijfsvoordeur naar de havens in Rotterdam of Antwerpen, voor bedrijven geregeld worden. Diverse bedrijven, van kleine importbedrijven tot multinationals, laten hun containers al door MCS over het water transporteren. Bedrijven uit de staal- en chemiesector, food- en handelsbedrijven en de agrarische sector zijn al vaste gebruikers van de diensten van MCS. De containermarkt groeit dan ook sterk. De MCS terminal in Meppel beschikt over een opslaghal van circa 2000 m². Er zijn plannen om de capaciteit te vergroten naar 20.000 m². De uitvoering van deze plannen zal MCS gefaseerd gaan doorvoeren. Het afgelopen jaar verwerkte de terminal in Meppel 32.000 containers. Dit staat ongeveer gelijk aan 50.000 TEU (www.holwerda.com). De terminal heeft de volgende mogelijkheden:

- Containerlijndiensten van Noord-Nederland naar Rotterdam en Antwerpen; - Voor- en natransport vanaf de terminals naar laad- en loslocaties;

- Containeropslag;

- Opslag en distributie (op dit moment ongeveer 2.000 m², dit wordt 20.000 m²) - Stalling van zeecontainers;

- Onderhoud en reparatie aan zeecontainers;

- Overslag van diverse goederen in en uit containers.

5.3.4 Teuben Transport Ter Apel

Transportbedrijf Teuben heeft als voornaamste afzetgebied Duitsland en de Benelux. Het bedrijf vervoert onder meer de volgende producten: pallets, ijzer, hout, agrarische producten, derivaten en droge poeders. Complete lading en deellading zijn beide mogelijk. Het bedrijfsterrein van Teuben beslaat zo’n 30.000 m², waarvan 16.000 m² op- en overslagruimte. Verder heeft Teuben een eigen administratief centrum waar opslag, voorraadbeheer en orderpicking kunnen worden gecoördineerd. De loodsruimtes zijn geschikt voor allerlei derivaten. Bulkverlading, omstorten van zakken naar bigbags of omgekeerd, wikkelen, etiketteren en palletiseren zijn enkele van de activiteiten. Er kan 24 uur per dag, zeven dagen per week geladen en gelost worden, daarvoor zijn diverse faciliteiten beschikbaar (www.teuben.nl).

5.3.5 Railterminal Dörpen

De terminal te Dörpen (DUK) is een multimodaal overslagcentrum voor spoorvervoer, wegvervoer en binnenvaart. Jaarlijks wordt zo’n 600.000 ton overgeslagen. DUK heeft een directe aansluiting op het Duitse spoor. De capaciteit van het depot bedraagt op jaarbasis ruim 150.000 TEU met, indien nodig, een incidentele verdubbeling van deze capaciteit (www.duk-doerpen.de). Ook voor deze concurrent geldt dat het een gunstige ligging heeft ten opzichte van Ter Apelkanaal, grootschalige mogelijkheden en multimodale vervoersoplossingen kan bieden en zich mede richt op de agro-industrie. AVEBE maakt (nog) geen gebruik van de logistieke faciliteiten van railterminal Dörpen. Bij de aanvoer naar Dörpen is echter sprake van een gewichtsbeperking van 25 ton over de as vanwege de Duitse wetgeving. Het is dus niet aannemelijk dat AVEBE in de nabije toekomst gebruik zal gaan maken van de faciliteiten van DUK, vanwege het inefficiënte voor- en natransport.

Op basis van de beschrijving van de concurrenten kan gesteld worden dat in een relatief kleine markt veel spelers aanwezig zijn die qua omvang en positie vergelijkbaar zijn met het RSCG. MCS en ETC zijn terminals die de komende jaren sterker zullen groeien in vergelijking tot de andere spelers. Er is weinig productdifferentiatie en de prijs is een belangrijk concurrentiemiddel. Er is dus sprake van een relatief sterke intensiteit van rivaliteit.

In document Op het juiste spoor? (pagina 50-54)