• No results found

Conclusies en aanbevelingen

In document Raamplan Voorsterbeek (pagina 49-53)

Variant 3. Combinatie Zie kaart

7 Conclusies en aanbevelingen

7.1

Conclusies

Kaderrichtlijn Water

– Het herstel van de Voorsterbeek als langzaamstromende midden- en benedenloop conform het R5 type is mogelijk als dit op stroomgebiedsniveau wordt aangepakt. Een belangrijke voorwaarde is namelijk het herstel van een natuurlijk, gedempt afvoerregime en de herstel van stroming. Het herstel hiervan moet vooral bovenstrooms van de Voorsterbeek worden gerealiseerd. De maatregelen die al zijn gepland in het kader van de droogtebestrijding in de TOPlijst-gebieden en de herinrichting van toevoerbeken vormen een goede basis voor dit herstel.

– Van de drie inrichtingsvarianten voldoet de variant 'Natuurlijk' het beste aan de natuurlijke referentie, en voldoet daarmee het beste aan de doelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water. De variant 'Inrichting huidige loop' draagt het minste bij aan de KRW-doelstellingen, omdat het afvoerregime en de stroming beperkt worden hersteld. De 'Combinatie'-variant kan worden gezien als tussenstap op weg naar realisatie van de variant 'Natuurlijk'.

Ecologische verbindingszones

– Het raamplan voorziet in ecologische verbindingszones en verbindt de Veluwe met de IJsselvallei (oost- west) en deels Natura 2000-gebieden 'Landgoederen Brummen' en Appense veld (noord-zuid). Aanbeveling is om een volledige verbinding tot de Landgoederen Brummen te realiseren door de verbindingzone door te trekken en geïsoleerde poelen in clusters van vijf à tien poelen.

– Een gecoördineerde planning van het habitatherstel enerzijds en de aanleg en inrichting van de ecologische verbindingen anderzijds is belangrijk voor het slagen van het project. De vispassage bij het gemaal

Middelbeek is pas succesvol als in de Voorsterbeek voldoende geschikt habitat voor de doelsoorten aanwezig is.

– De maatregelen uit het raamplan dragen bij aan het herstel van de Voorsterbeek op systeemniveau, maar gaan ook verder doordat ecologische verbindingszones worden gerealiseerd richting waardevolle amfibie locaties in de regio.

Overige relevante beleidsvelden

– De voorgestelde ingrepen vallen grotendeels binnen de huidige EHS.

– De voorgestelde ingrepen moeten worden getoetst op de externe werking van de nabij gelegen Natura 2000-gebieden.

– Voor de voorgestelde ingrepen dient ook een uitgebreide natuurtoets te worden verricht en een ontheffing op de Flora- en Faunawet, artikel 75a. te worden aangevraagd.

– Op hoofdlijnen zijn de effecten op het grondwater- en peilbeheer meegenomen in het opstellen van de maatregelen. Nader onderzoek en nadere detaillering van de plannen zijn nodig om een goed beeld te krijgen van de te verwachten effecten. Daarnaast is een zorgvuldige fasering en planning van de maatregelen nodig om het systeem inclusief de gebruiksfuncties mee te laten groeien naar een systeem met een natuurlijker afvoerregime.

– De variant 'Natuurlijk' is met het oog op klimaatverandering de meest robuuste variant, vanwege de goede basis in het herstel van het natuurlijke, gedempte afvoerregime.

– In traject 3 en 4 liggen de belangrijkste cultuurhistorische en archeologische waarden. In de uitwerking van het raamplan moet dit nader te worden gespecificeerd.

7.2

Aanbevelingen

– Betrek de voortgang, fasering en planning van andere projecten in het stroomgebied in de fasering en planning van de inrichtingsvarianten voor de Voorsterbeek.

– Het is van belang om een hydrologisch onderzoek op stroomgebiedsniveau te doen naar de effecten van het raamplan in samenhang met de overige projecten in het stroomgebied. Het ontwerp van inrichtings- maatregelen en de fasering hiervan kunnen geoptimaliseerd worden op basis van de resultaten van het hydrologisch onderzoek. In dit onderzoek is specifieke aandacht vereist voor:

– De kenmerken van het huidige afvoerregime, het gewenste afvoerregime en de eventuele effecten klimaatverandering in droge en natte perioden. Deze informatie is onontbeerlijk voor het inschatten van de effecten de maatregelen, waaronder de stroomsnelheden en de waterdiepten gedurende het jaar. – De effecten op de peilen in de Voorsterbeek in droge en natte perioden en de effecten op de grond-

waterpeilen, het anti-verdrogingsbeleid en de beperking van de wateroverlast.

– Bij het uitwerken van detailplannen is nader onderzoek ten behoeve van de regelgeving ten aanzien van de Natuurbeschermingswet, de Flora- en Faunawet en het verdrag van Malta nodig:

– Natuurbeschermingswet: bepalen effecten op omliggende Natura 2000-gebieden. – Flora- en Faunawet: inventarisatie aanwezigheid beschermde soorten.

Literatuur

Apeldoorn, R.C., D.A. Jonkers, F.G.W.A. Ottburg en G.W.W. Wamelink, 2010. Naar een beheerplan voor Eilandspolder-Oost als Natura2000-gebied. Van top-down invoeren naar bouwen als sociaal draagvlak? Alterra- rapport 1988. Alterra Wageningen UR, Wageningen.

Bledsoe, B.P. en C.C. Watson, 2001. Logistic analysis of channel pattern thresholds: meandering, braiding, and incising. Geomorphology 38, pp. 281-300.

Blitterswijk, van H., F.G.W.A. Ottburg en A.H.P. Stumpel, 2006. Spint de natuur garen bij de inrichting van het ENKA-terrein; inventarisatie van beschermde en bedreigde dieren op het voormalige fabrieksterrein van ENKA in de gemeente Ede en inschatting van de effecten van sanering en herinrichting. Wageningen, Alterra, Alterra- rapport 1286. 55 blz.

Dury, G.H., 1973. Magnitude-frequency analysis and channel morphology. In: M. Morisawa (ed.), Fluvial geomorphology. Allen and Unwin, London, pp. 91-121.

Hanekamp, G., 2004. Poelen en andere kleine wateren. Landschapsbeheer Nederland, Utrecht.

Hobo, N., 2006. Hydraulische effecten van verschillende inrichtingsscenario’s voor de Overijsselse Vecht; Een verkennende studie met behulp van een SOBEK-model. Rapport, Alterra, Wageningen, 85 p.

Jansen, A.J.M., 2009. Hydro-ecologische analyse van landgoed Beekzicht: EGM-vooronderzoek 2007. Bosgroep Midden Nederland, Ede.

Knighton, A.D., 1987. River channel adjustments; the downstream dimension. In: K. Richards (ed.), River channels; environment en process. Inst. of British Geographers, Special Publication 18, pp. 95-128. Kranenbarg, J. en J. Bosveld, 2009. Haalbaarheidsonderzoek koppeling Grift aan de IJssel en de verwachte effecten op de KRW score voor vis. Stichting RAVON, Nijmegen. Rapport 2009-020.

Molen, van der D.T. (red.), 2004. Referenties en concept maatlatten voor rivieren voor de kaderrichtlijn water. STOWA-rapport 2004-43. STOWA, Utrecht.

Molen, van der D.T. en R. Pot (red.), 2007. Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water. STOWA-rapport 2007-32. STOWA, Utrecht

Ottburg, F.G.W.A. en H. van Blitterswijk, 2008. Compensatievoorstel voor het verlies van leefgebied van beschermde planten en dieren op het ENKA-terrein in Ede en ecologisch protocol voor de werkzaamheden. Wageningen, Alterra, Alterra-rapport 1651. 72 blz.; 25 fig.; 26 ref.

Ottburg, F.G.W.A. en Th. de Jong, 2009. Vissen in poldersloten deel 2. Inrichting- en beheermaatregelen in polder Lakerveld en polder Zaans Rietveld ten gunste van poldervissen. Wageningen, Alterra, Alterra-rapport 1945. 63 blz.; 6 fig.; 5 tab.; 8 ref.

RAAP, 2009. Gemeente Voorst: een archeologisch bureauonderzoek met AMZ-gerelateerde adviezen ten behoeve van de herinrichting van A-watergangen. rapport nr1824.

Schröder, R.J.H., 2010. Flora- en faunaonderzoek Voorsterbeek 2009. Rapport 1001 - Ecologisch Adviesbureau Schröder, Winterswijk-Woold.

Siebelink B., 2005. Overzicht natuurlijke watertypen. STOWA-rapport 2005-08. STOWA, Utrecht.

Schaminée J.H.J. en J.A.M. Janssen (red.), 2009. Europese Natuur in Nederland. Natura 2000-gebieden van Hoog Nederland. KNNV Uitgeverij, Zeist.

Schumm, 1977. The Fluvial System. Wiley, New York.

Stiboka, 1979. Bodemkaart van Nederland Apeldoorn Blad 33 Oost en West. Stichting voor de Bodemkartering, Wageningen.

Uchelen, E., 2006. Praktisch natuurbeheer: amfibieën en reptielen. KNNV Uitgeverij, Utrecht.

Verdonschot, P., 2010. Het brede beekdal als klimaatbestendige buffer in de veranderende leefomgeving. Toepassing van het 5B-concept in Peel- en Maasvallei. Alterra, Wageningen.

In document Raamplan Voorsterbeek (pagina 49-53)