• No results found

In dit hoofdstuk worden de analyseresultaten besproken in relatie tot de hoofdvraag van dit rapport:

Op welke manier en met welke middelen onderneemt de politicus een poging om zijn

of haar lezers te overtuigen van een standpunt via een persuasief Twitterbericht?

Waar de resultaten in paragraaf 4.5 nog wat globaler van aard zijn en gericht op het onderzochte materiaal, is dit hoofdstuk vooral op de onderzoeksvraag gericht. Bij het bespreken van de onderzoeksresultaten in dit conclusiehoofdstuk wordt dus vooral rekening gehouden met hoe de politicus zijn of haar lezers probeert te overtuigen en wat dit hem of haar oplevert. Uiteindelijk levert dit een globaal beeld op over hoe een aantal typische persuasieve tweets van één van de acht onderzochte Nederlandse politici er uitzien.

In driekwart van de overtuigingspogingen grijpt de politicus terug op de perifere route. De politicus vermeldt dan alleen een standpunt. Dit standpunt gaat vaak over de eigen standpunten of acties of die van de politieke tegenstander. Met het begrip ‘eigen’ bedoelen we hier van de politicus persoonlijk of die van de eigen partij. In plaats van argumenten, worden er emotionele triggers gebruikt om het standpunt kracht bij te zetten. De meest typische manier om een lezer te overtuigen via de perifere route, maar ook als we kijken naar zowel de perifere als de centrale route, is door gebruik te maken van beladen woorden. Binnen het standpunt gebruikt de politicus dan woorden met meestal een negatieve betekenis of connotatie als de tweet over een politieke tegenstander gaat. Er wordt vaak ingespeeld op wat het effect is van een ‘slechte’ keuze of actie en wat dit voor effect heeft op de burger of het land. Wanneer de tweet over eigen acties of standpunten gaat, worden vaak woorden gebruikt met een positieve betekenis of connotatie. Woorden met een neutrale betekenis worden praktisch nooit gebruikt: politici lijken immers alleen bezig te zijn met het in diskrediet brengen van de politieke tegenstanders en het in krediet brengen van de eigen belangen. Beladen woorden gebruiken heeft voor de politicus enkele grote voordelen: men hoeft niet de moeite te nemen om te argumenteren en de politicus heeft de kans om direct een positief of negatief gevoel bij de lezer op te roepen. Overtuigen door beladen woorden te gebruiken lijkt daarmee een simpele en voor de hand liggende manier van overtuiging. De perifere route is effectief omdat het direct gevoelens of beelden bij de lezer kan oproepen. Het is dan ook niet vreemd dat politici vaak proberen een bepaald beeld in het hoofd van hun lezers op te roepen door gebruik te maken van framing en metaforen. Politici kiezen vaker voor framing dan voor metaforen. De keuzes die een politieke tegenstander maakt worden, zoals verwacht, meestal negatief geframed terwijl eigen keuzes positief belicht worden. Dit is bijna altijd ook het geval als er metaforen worden gebruikt. De politicus kiest meestal voor een structurele metafoor. De referenties bij het ‘plaatje’ dat wordt opgeroepen bij een structurele metafoor, zijn vaak algemeen bekend. Dit betekent dat er weinig moeite gedaan hoeft te worden om een effect te bereiken bij de lezers. De bekende uitspraak: ‘een foto zegt meer dan duizend woorden’, lijkt hier erg relevant. Ook bij framing is het centrale idee van de situatie bij veel mensen direct duidelijk, hoewel dit niet altijd direct bewust is. Framing is daarnaast voor de politicus aantrekkelijk om te gebruiken omdat zo vaak de nadruk gelegd wordt op het positieve van de oplossing van de schrijver en het negatieve van die van de tegenpartij. De lezer beslist dan zelf hoe aantrekkelijk het is om met het standpunt van de politicus mee te gaan.

In bijna veertig procent van de onderzochte tweets werd gebruik gemaakt van argumentatie. Omdat in een Twitterbericht meerdere typen overtuiging kunnen voorkomen, staat dit gelijk aan een kwart van alle geplaatste typen overtuiging. Ondanks de beperkingen van het medium Twitter, vinden politici het dus vaak belangrijk om hun lezers te overtuiging door middel van een onderbouwing van het standpunt. Binnen deze centrale route wordt dus niet getracht direct op de gevoelens van de lezers in te spelen. Een grote overeenkomst met tweets die gebruik maken van de perifere route, is de toon van centrale tweets. Eigen standpunten worden positief benaderd terwijl die van politieke tegenstanders negatieve aandacht krijgen. We kunnen dus stellen dat politici zich meer richten op negatieve berichtgeving dan op positieve. Heel gek is dit ook niet, want de tweets zijn geselecteerd tijdens verkiezingstijd. Twitter zal toen, wellicht meer dan anders, gebruikt zijn om stemmen te winnen. De onderzochte politici vinden het belangrijk om hun mening te geven over allerlei politieke onderwerpen. De subcategorie argumentatie op basis van een waarderingsregel wordt dan ook veelvuldig gebruikt in centrale tweets. Omdat de mening onderbouwd wordt met argumenten en de lezer de moeite heeft genomen om de tweets van de desbetreffende politicus te lezen, hoopt deze dat de lezers het standpunt zullen accepteren. De lezer heeft immers de moeite genomen om de politicus op te zoeken of deze te volgen, het ligt dan ook voor de hand dat de lezer minimaal extra interesse heeft voor de mening van de desbetreffende politicus, ten opzichte van andere politici. Pragmatische argumentatie, of argumentatie op basis van voor- en nadelen, is ook populair. Uit onderzoek is gebleken dat het richten op de negatieve gevolgen van het doen of laten van een actie effectiever is dan proberen de positieve gevolgen van het doen of laten van een actie te verkopen. Het is goed mogelijk dat politici hier niet bewust bij nadenken, maar dit fenomeen kan pragmatische argumentatie tot een effectief middel maken. In het kader van deze vaststelling is het ook niet gek dat politici zich meer richten op negativiteit dan op positiviteit.

We kunnen de centrale route niet bespreken zonder ook aandacht voor de structuur van centrale tweets te hebben. Omdat politici graag hun mening geven en deze onderbouwen met argumenten, zijn het standpunt en de argumenten meestal in de tweet zelf weergegeven. Dit heeft als voordeel dat de politicus een complete tweet aflevert waarbij het de lezer gemakkelijk wordt gemaakt om het standpunt te accepteren of niet. Wanneer een politicus niet de moeite neemt om te argumenteren of hier geen ruimte meer voor heeft, kiest deze er vaak voor om de argumentatie via een link naar een externe bron te laten verlopen. Een groot voordeel hiervan kan zijn dat de lezer de moeite neemt om de externe bron te lezen en zo wellicht sneller geneigd is om het standpunt te accepteren of door de verwijzing naar de bron niet de moeite neemt om de argumentatie door te lezen, maar alsnog het standpunt accepteert onder het mom van ‘de argumentatie is er blijkbaar, dan zal het wel zo zijn’. Soms maakt de politicus het standpunt niet direct duidelijk, bijvoorbeeld in het geval van een beschuldiging of een vraag. Het standpunt moet dan achterhaald worden door de tweet van de lezer te lezen waarop wordt gereageerd. Het voordeel hiervan kan zijn dat de lezer extra moeite moet doen om het standpunt te achterhalen en men zo wellicht sneller geneigd is om dit standpunt te accepteren.

Een vaststelling die nog het vermelden waard is, is dat politici de grote unieke feature van Twitter, namelijk hashtags, weinig gebruiken. Hashtags zijn vanuit Twitter bedoeld om het onderwerp van een tweet samen te vatten zodat berichten via de zoekfuncie makkelijk teruggezocht kunnen worden. Soms wordt een hashtag nog gebruikt om een standpunt als een soort schreeuw weer te geven, maar dan zijn ze vaak te lang en niet voor de hand liggend. Hashtags als #hypotheekrenteaftrek, #JSF of #milieu worden niet gebruikt, althans niet bij de onderzochte politici.

Wanneer hashtags op de manier gebruikt zouden worden zoals Twitter zelf bedoeld heeft, zou het bereik van de politici sterk vergroot kunnen worden. De lezers die geïnteresseerd zijn in het

onderwerp van een tweet en die hier actief op zoeken, komen zo vanzelf uit bij het bewuste bericht.

5.1 Verder onderzoek

Nadat de resultaten van het onderzoek in dit rapport besproken zijn in de vorige paragrafen, is het interessant om iets te zeggen over eventueel verder onderzoek op dit gebied. In de inleiding is al naar voren gekomen dat er weinig onderzoek is verricht over overtuiging via Twitter. Dit rapport kan dan ook gezien worden als een eerste kennismaking op dit gebied. We weten nu dat politici wel degelijk veel overtuigen via dit medium en welke overtuigingsstrategieën er voornamelijk gebruikt worden. We weten hiermee nog niet of de gebruikte strategieën wel effectief zijn. Een goed vervolgonderzoek zou dan ook kunnen ingaan op de effectiviteit van de verschillende overtuigingsstrategieën: wat werkt wel en wat werkt niet? Ook zou het interessant zijn om te onderzoeken of er verschil bestaat in overtuiging tussen verschillende social media, zoals bijvoorbeeld: Youtube, Facebook, PinInterest en Twitter. Een laatste interessant idee zou zijn om dieper op de psychologische kant van overtuiging in te gaan, bijvoorbeeld door te kijken naar waarom bepaalde politici bepaalde typen overtuiging gebruiken. Een ander terrein dat interessant is om te onderzoeken is of er verschil bestaat in gebruikte overtuigingsstrategieën tussen linkse en rechtse politici.

5.2 Beperkingen van dit onderzoek

Nu dit rapport bijna voltooid is, is het goed om stil te staan bij twee beperkingen die mijns inziens aandacht verdienen. Ten eerste wil ik het gebruik van internetbronnen aanhalen. Het onderwerp van deze scriptie is actueel en nog weinig ontgonnen. Daarom is er zeer weinig theorie voorhanden over persuasie binnen Twitter. Vrijwel alle theorie is ‘oude kennis’ toegespitst op andere media of blijft vrij algemeen. De vertaalslag naar Twitter vind ik zelf goed gelukt en was ook leuk om te doen. Echter, de theorie in het literatuurhoofdstuk wordt vrij vaak ondersteund door kleine, snelle weetjes die vaak veel toevoegen. Omdat er weinig van dit soort wetenswaardigheden in wetenschappelijke literatuur is opgenomen, ben ik uitgeweken naar internetbronnen. Een goed voorbeeld is bijvoorbeeld de waardering in geld voor Facebook of het aantal gebruikers van bepaalde diensten. Bij de selectie van deze bronnen heb ik gekeken naar de vermeende betrouwbaarheid van de bron en waar mogelijk heb ik meerdere bronnen gebruikt. Zo is de Wallstreet Journal voor mij een relatief betrouwbare internetbron en ook Wikipedia, vanwege het grote aantal moderators op de verschillende artikelen. Ik snap echter goed dat een wetenschappelijk artikel betrouwbaarder is dan een internetbron, vandaar dat ik dit ook aanhaal als zwakte. Wellicht speelt dit probleem echter over twintig jaar niet meer.

De tweede beperking van dit rapport is het niet onderzoeken van de plaats van het standpunt in perifere tweets, zoals dit bij centrale tweets wel het geval is. Het is mij op dit moment nog niet duidelijk wat het toevoegen hiervan voor meerwaarde biedt bij de analyse van de perifere tweets omdat het eigenlijk draait om de perifere overtuigingsstrategieën. Bij centrale tweets is het belang evident omdat het iets zegt over de structuur van argumentatie binnen de beperkingen van een tweet. Voor de volledigheid was het echter goed geweest om de plaats van het standpunt toch op te nemen binnen de perifere tweets.

6 Literatuurlijst