Voorafgaand onderzoek
Resultaten per politicus: tabellen
Directieve taalhandeling:
vragen, bevelen, uitdagen, uitnodigen, smeken, bepleiten, uitlokken, aanraden, commanderen Persuasieve taalhandeling:
stellen, vinden, beweren, overeenstemmen, toegeven, erkennen, concluderen, voorspellen, hopen, verlangen, benieuwen, afvragen
Stap II: Vindt de overtuiging plaats via de centrale of via de perifere route?
Centrale route Perifere route
Stap III: Welke overtuigingsstrategie wordt gebruikt? Centrale route:
De auteur legt min of meer de nadruk op argumenten. De auteur gaat er vanuit dat de argumenten min of meer zorgvuldig bekeken worden door de lezer. De auteur linkt naar een uitgebreidere tekst in zijn tweet die zijn standpunt onderbouwt.
Perifere route:
De auteur maakt gebruik van vuistregels: consensusvuistregel, aantrekkelijkheid van de bron, deskundigheid van de bron, statistische evidentie, meer argumentenvuistregel, eufemismen of dysfemismen
De auteur maakt gebruik van retorische overtuiging: stereotiepen, innuendo, beladen vragen, gluipers, laagspelen, spot, hyperbool, bewijsvervangingen
De auteur linkt naar een afbeelding die bepaalde gevoelens oproept.
De auteur maakt gebruik van framing. Stap I: Het bepalen van het type taalhandeling
1 Voorafgaand onderzoek
In hoofdstuk 3 is het voorafgaande onderzoek al besproken. Het model dat is opgesteld om te dit onderzoekje uit te voeren, is hieronder te vinden.
2 Resultaten per politicus
Tamara Venrooi:
Persuasieve taalhandeling: 85%
Directieve taalhandeling: 15%
Centrale route: 20%
Perifere route: 80%
Categorie 1: 15%
Categorie 2: 31%
Categorie 3: 8%
Categorie 4: 0%
Categorie 5: 38%
Categorie 6: 8%
Diederik Samsom:
Persuasieve taalhandeling: 95%
Directieve taalhandeling: 5%
Centrale route: 35%
Perifere route: 65%
Categorie 1: 26%
Categorie 2: 29%
Categorie 3: 15%
Categorie 4: 4%
Categorie 5: 11%
Categorie 6: 15%
Eddy Van Hijum
Persuasieve taalhandeling: 95%
Directieve taalhandeling: 5%
Centrale route: 35%
Perifere route: 65%
Categorie 1: 28%
Categorie 2: 38%
Categorie 3: 3%
Categorie 4: 0%
Categorie 5: 14%
Categorie 6: 9%
Geert Wilders
Persuasieve taalhandeling: 90%
Directieve taalhandeling: 10%
Centrale route: 33%
Perifere route: 67%
Categorie 1: 26%
Categorie 2: 36%
Categorie 3: 0%
Categorie 4: 0%
Categorie 5: 38%
Categorie 6: 0%
Renske Leijten
Persuasieve taalhandeling: 90%
Directieve taalhandeling: 10%
Centrale route: 18%
Perifere route: 82%
Categorie 1: 18%
Categorie 2: 45%
Categorie 3: 0%
Categorie 4: 0%
Categorie 5: 14%
Categorie 6: 23%
Alexander Pechtold
Persuasieve taalhandeling: 70%
Directieve taalhandeling: 30%
Centrale route: 30%
Perifere route: 70%
Categorie 1: 27%
Categorie 2: 42%
Categorie 3: 15%
Categorie 4: 0%
Categorie 5: 8%
Categorie 6: 8%
Jolande Sap
Persuasieve taalhandeling: 70%
Directieve taalhandeling: 30%
Centrale route: 25%
Perifere route: 75%
Categorie 1: 18%
Categorie 2: 33%
Categorie 3: 3%
Categorie 4: 12%
Categorie 5: 27%
Categorie 6: 7%
Arie Slob
Persuasieve taalhandeling: 75%
Directieve taalhandeling: 25%
Centrale route: 14%
Perifere route: 86%
Categorie 1: 10%
Categorie 2: 46%
Categorie 3: 0%
Categorie 4: 10%
Categorie 5: 17%
Categorie 6: 17%
Gemiddeld / totale verdeling
Persuasieve taalhandeling: 84%
Directieve taalhandeling: 16%
Centrale route: 27%
Perifere route: 73%
Categorie 1: 21%
Categorie 2: 37%
Categorie 3: 5%
Categorie 4: 4%
Categorie 5: 22%
Categorie 6: 11%
3 Analyse
In dit deel van het onderzoek worden de 160 Twitterberichten van de politici geanalyseerd aan de hand van het analysemodel dat in het onderzoek terug is te vinden in paragraaf 3.2.1. We analyseren de politici van de volgende acht partijen:
1 VVD – Tamara Venrooy, nummer 10 op de lijst 2 PVDA – Diederik Samsom, nummer 1 op de lijst 3 CDA – Eddy van Hijum, nummer 9 op de lijst 4 PVV – Geert Wilders, nummer 1 op de lijst 5 SP – Renske Leijten, nummer 2 op de lijst 6 D66 – Alexander Pechtold, nummer 1 op de lijst 7 Groen Links – Jolande Sap (?), nummer 1 op de lijst 8 Christenunie – Arie Slob, nummer 1 op de lijst
De analyse zal in drie stappen verlopen. De eerste stap is het vaststellen of een tweet persuasief is of niet. Deze stap verloopt buiten de analyse om omdat we alleen persuasieve tweets behandelen. Ook hoort het vaststellen van de gebruikte taalhandeling bij deze eerste stap. De tweede stap houdt de indeling van overtuiging via de perifere of centrale route in en bij de derde stap analyseren we de gebruikte overtuigingsstrategie. Wanneer er sprake is van de centrale route, dan is er sprake van een stelling en van argumentatie om de stelling te ondersteunen. De stelling kan in de tweet zelf worden geplaatst of in de hashtag. Argumentatie kan in een hashtag staan, hoewel dit tot onduidelijke tweets zal leiden. Ook kan argumentatie in de tweet zelf of via een link gegeven worden. In de analyse wordt dit weergegeven door middel van de onderstaande codering:
ST: het standpunt staat in de tweet SH: het standpunt staat in de hashtag Si: het standpunt is impliciet
AT: de argumentatie staat in de tweet
AL: de argumentatie wordt via een link gegeven AH: de argumentatie in de hashtag
De onderstaande typen taalhandelingen zullen naar voren komen bij de analyse:
Persuasieve taalhandelingen, te herkennen aan de volgende performatieven: stellen, vinden,
beweren, overeenstemmen, toegeven, erkennen, concluderen, voorspellen, hopen, verlangen, benieuwen, afvragen (De Groot, 2011).
Directieve taalhandelingen, te herkennen aan de volgende performatieve werkwoorden: adviseren,
aanraden, oproepen, uitnodigen, vragen, verzoeken, bevelen, eisen, smeken, uitdagen (De Groot, 2011).
Ook metadiscourse wordt gebruikt om de persuasiviteit van een tweet te bewijzen. De verschillende typen metadiscourse uit hoofdstuk 2 worden hierbij aangehouden.
De analyse zal op een simpele manier worden genoteerd. De stappen worden voorzien van een nummer, namelijk 1, 2 of 3. De indeling in overtuigingscategorieën zal ook verlopen door middel van een nummer, namelijk 1 t/m 6. Hieronder worden de overtuigingscategorieën nog eens weergegeven:
Categorie 1: overtuiging via de centrale route. Hoewel uit het vooronderzoek bleek dat overtuiging via de centrale route niet veel voor lijkt te komen, dient deze overtuigingsvorm een eigen categorie te krijgen vanwege incompatibiliteit met andere typen overtuiging. De verschillende vormen van argumentatie die onderscheiden worden zijn: argumentatie op basis van regels, regelmaat, autoriteit, voorbeelden, analogie en pragmatische argumentatie Categorie 2: overtuiging door middel van beladen woorden. Zowel de eufemismen en
dysfemismen uit de retorische overtuiging als de woorden met een betekeniscomponent vanuit de vuistregels gaan over woorden die een zeker gevoel oproepen bij de hoorder. Het gaat hierbij om woorden met een positieve, neutrale of negatieve betekenis. Vanwege grote overeenkomst tussen deze drie vormen is er besloten om ze samen onder te brengen in één categorie.
Categorie 3: overtuiging met waardes. De derde categorie gaat over overtuiging door middel van waardes, al moet het woord waardes hier erg ruim worden opgevat. In dit geval heeft ‘waardes’ de betekenis van getallen, hoeveelheden, cijfers et cetera. De overtuigingsvormen die ondergebracht worden in deze categorie zijn: statistische evidentie, de meer argumentenvuistregel (20 redenen om voor ING te kiezen) en de consensusvuistregel. Bij deze laatste overtuigingsvorm gaat het om een grote groep mensen die ergens voor kiest, daarom zou jij er ook voor moeten kiezen. De waarde van deze groep mensen staat niet vast, maar de overtuiging hierbij leunt op de gedachte dat een grote groep mensen ergens voor kiest.
Categorie 4: overtuiging door middel van een kenmerk van de bron. Het gaat hierbij om twee overtuigingsvormen, namelijk overtuiging door de deskundigheid van de bron en overtuiging door de aantrekkelijkheid van de bron. De verwachting is dat deze categorie uiteindelijk niet erg vaak voorkomt, maar wel meer dan de overtuigingsvormen in de restcategorie.
Categorie 5: overtuiging door metaforen en framing. Vanwege de verwachting dat framing veel voorkomt in de te onderzoeken twitterberichten en omdat framing onvoldoende gemeen heeft met andere vormen van overtuiging, krijgt framing een eigen categorie. Metaforen en framing vertonen echter zeer grote overeenkomsten. Daarom kan een metafoor gezien worden als onderdeel van het framen of andersom. Er is namelijk bij zowel framing als bij metaforen sprake van een vergelijking tussen een doeldomein en een
referentiedomein. Daarom zijn de twee typen overtuiging samengenomen in categorie 5. Bij metaforen maken we onderscheid tussen structurele metaforen, ontologische metaforen en oriëntatie-metaforen. Bij framing maken we onderscheid tussen het framen van situaties, attributen, keuzes, acties, vraagstukken, verantwoordelijkheid en nieuws.
Categorie 6: alle overige overtuigingsvormen. De volgende vormen van persuasie komen in deze categorie voor: stereotiepen, beladen vragen, innuendo, hyperbolen, bewijsvervanging, gluipers, laagspelen, spot/horse laugh en afbeeldingen vanuit de vuistregels. Uit het vooronderzoek is gebleken dat deze vormen van overtuiging weinig voorkomen en komen daardoor terecht in de restcategorie.
Analyse Tamara Venrooy – VVD
Persuasief: te herkennen aan attrributor. Tamara refereert naar de bron van de uitspraak van Schippers. 1. Persuasieve taalhandeling: beweren
2. Perifere route 3. Categorie 2
Persuasief: te herkennen aan attudinaal adjectief. Eigenlijk staat er: ‘we mogen de solidariteit niet verder onder druk zetten’. 1. Persuasieve taalhandeling: stellen
2. - Centrale route: standpunt: er moet niet worden doorgeschoven, maar er moet worden aangepakt. Argumenten: solidariteit niet onder druk, eerlijke keuzes zorg. SH/AT
- Perifere route
3. - Centrale route, categorie 1: argumentatie op basis van een regel. Solidariteit is goed, dat moet niet onder druk gezet worden - Perifere route: categorie 5 (structurele metafoor): solidariteit is als een vat met vloeistof dat je onder druk kunt zetten, categorie 2
Persuasief: commentary. Een lezer wordt direct aangesproken.
1. Persuasieve taalhandeling: concluderen
2. - Centrale route: standpunt: zonder actie welvaartsstaat nog duurder. Argumenten hiervoor worden gegeven in de link. ST/AL 3. - Centrale route, categorie 1: pragmatische argumentatie. Als we niets doen, kost de welvaartsstaat ons steeds meer
Persuasief: er is sprake van een aankondiging, ‘kijk alleen al naar..’. 1. Directieve taalhandeling: vragen/uitdagen
2. Perifere route 3. Categorie 3
Persuasief: er is sprake van een attributor. De bron van de uitspraak is te vinden in de link. 1. Persuasieve taalhandeling: beweren
2. - Centrale route: standpunt: bij niets doen betaalt gezin helft inkomen aan zorg. Argumenten voor deze stelling worden gegeven in de link. ST/AL
3. - Centrale route, categorie 1: pragmatische argumentatie. Wanneer we niets doen, betalen we straks de helft van ons inkomen aan zorg. Nadruk op nadelen.
Persuasief: commentaries, de lezer direct aanspreken,’ @roelof_V’. 1. Persuasieve taalhandeling: stellen
2. Perifere route
3. Categorie 5, structurele metafoor: excuses is als een muur waar men zich achter kan verschuilen
Persuasief omdat: commentaries, ze spreekt CarlaWijn direct aan. 1. Persuasieve taalhandeling: stellen
2. - Centrale route: standpunt: teveel mensen vallen tussen wal en schip qua zorg. Argumenten hiervoor: er zijn teveel belangen en er is teveel bureaucratie. ST/AT
- Perifere route
3. Centrale route, categorie 1: argumentatie op basis van regelmaat. Teveel bureaucratie komt een proces niet ten goede, dit kan gezien worden als algemene kennis.
4. Perifere route: categorie 2, categorie 5, ontologische metafoor: situatie wordt vergeleken met een ruimte
Persuasief omdat: commentaries, ze spreekt CarlaWijn direct aan. 1. Persuasieve taalhandeling: stellen
2. Perifere route
3. Categorie 5, ontologische metafoor: een arts (zorg) die jou bezoekt
Persuasief omdat: commentaries, Tamara spreekt twee lezers direct aan 1. Persuasieve taalhandeling: stellen
2. Perifere route
Persuasief omdat: aanwezigheid van certainty markers. Ze brengt de statistieken als feiten naar voren. 1. Directieve taalhandeling: bepleiten
2. - Centrale route: stelling: we moeten niet doorschuiven, maar aanpakken. Argumenten: AWBZ-kosten gaan omhoog - Perifere route
3. - Centrale route, categorie 1: pragmatische argumentatie. Aanpakken heeft voordelen, AWBZ-kosten dan wellicht minder hoog. - Categorie 2, categorie 3, categorie 5, structurele metafoor: bureaucratie is als een machine, gevestigd belang is muur
Persuasief omdat: aanwezigheid van commentaries, ze spreekt Auke Klaver direct aan. 1. Persuasieve taalhandeling: stellen
2. Perifere route 3. Categorie 2
Persuasief omdat: attitude marker. Er is hier duidelijk sprake van Tamara’s eigen mening. Je kunt lezen: ‘ik vind dat makkelijk praten vanaf de zijlijn’.
1. Persuasieve taalhandeling: beweren 2. Perifere route
3. Categorie 5, structurele metaforen: regeren is als een wedstrijd, bezuinigen is als een rekening die je naar je buurman kunt doorschuiven
Persuasief omdat: er is sprake van een commentary. Tamara spreekt een lezer direct aan. 1. Persuasieve taalhandeling: stellen
2. - Centrale route: impliciet standpunt: VVD is niet voor bezuinigingen zorg. Argumenten hiervoor: haar opsomming. iS/AT - Perifere route
3. - Centrale route, categorie 1: pragmatische argumentatie. Venrooy maakt dmv voorbeelden duidelijk waarom bezuinigingen in zorg niet hoog op agenda VVD staan
- Perifere route, categorie 3
Persuasief omdat: vanwege attitude marker. Eigenlijk vindt Tamara de prioriteiten van de PVDA absurd 1. Persuasieve taalhandeling: stellen
2. - Centrale route: impliciet standpunt: prioriteiten PVDA zijn verkeerd. Argument hiervoor: door motie JSF banen op de tocht, maar PVDA heeft aandacht bij jongerencultuurkaart. iS/AT
-Perifere route
3. - Centrale route, categorie 1: argumentatie op basis van een regel. Er is sprake van een waarderingsregel. Het is geen feit dat de prioriteiten van de PVDA verkeerd zijn, maar dit vindt Tamara Venrooy of mogelijk de VVD
- Perifere route: categorie 6: laagspelen
Persuasief omdat: commentaries. Tamara geeft haar persoonlijke mening weer. 1. Persuasieve talhandeling: beweren
2. Perifere route 3. Categorie 2
Persuasief omdat: hier is het vrij lastig te benoemen. Er zou sprake kunnen zijn van een certainty marker vanwege haar stelligheid, alhoewel de markeerder zelf ontbreekt.
1.
Persuasieve taalhandeling: beweren2.
- Centrale route: impliciet standpunt: SP/PvdA/GL/PVV stemmen nooit voor werkgelegenheid. Argument: JSF ook door hun afgeschoten. iS/AL- Perifere route
3.
- Centrale route, categorie 1: argumentatie op basis van analogie. De vier partijen waren niet voor werkgelegenheid en JSF, dus stemmen ze nooit voor werkgelegenheid- Perifere route: categorie 6: hyperbool
Persuasief omdat: aanwezigheid van een attitude marker (deontisch werkwoord). Zorgsysteem ‘moet’ dienstbaar zijn..
1. Persuasieve taalhandeling: beweren 2. Perifere route
3. Categorie 5, framen van keuzes: zorgsysteem wordt vergeleken met een dienstverlener
Persuasief omdat: Er zou sprake kunnen zijn van een aankondiging, scheiden van wonen en zorg ‘betekent’ dat..
1. Persuasieve taalhandeling: beweren 2. Perifere route
3. Categorie 5, framen van keuzes: de zorgaanbieder wordt vergeleken met een persoon die bij jou te gast is
Persuasief omdat: er lijkt sprake te zijn van een sequencer. ‘Naast’ PGB… 1. Persuasieve taalhandeling: stellen
2. Perifere route 3. Categorie 2
Persuasief omdat: er lijkt sprake te zijn van een commentary, de lezer wordt namelijk direct aangesproken. De markeerder zelf ontbreekt echter.
1. Directieve taalhandeling: aanraden/ bevelen 2. Perifere route
Analyse Diederik Samsom – PVDA
Persuasieve markeerder: code glosses, commentaries 1. Persuasieve taalhandeling: stellen
2. - Centrale route: stelling: PVDA herstelt economie op lange termijn. Argumenten hiervoor: aanpassen van hypotheekrente en het effect hiervan en financiën en economie. ST/AT
- Perifere route
3. - Centrale route, categorie 1: pragmatische argumentatie. Aanpassen hypotheekrente is positief voor financiën en economie en dit is weer positief op de lange termijn voor Nederland
- Perifere route: categorie 2
Persuasieve markeerder: commentaries 1. Persuasieve taalhandeling: stellen 2. Perifere route
3. Categorie 2, categorie 3
Persuasieve merkeerder: attitude marker 1. Persuasieve taalhandeling: stellen 2. Perifere route
Persuasieve markeerder: aankondiging (in de link zal worden uitgelegd waarom PVDA niet populistisch is) 1. Persuasieve taalhandeling: beweren
2. - Centrale route: impliciet standpunt: PVDA is niet populistisch. Argumenten worden gegeven in link. iS/AL - Perifere route
3. - Centrale route, categorie 1: argumentatie op basis van voorbeelden. In de link wordt aangegeven waarom PVDA niet populistisch is
- Perifere route: categorie 2, categorie 4
Persuasieve markeerder: hedge (juist)
1. Persuasieve taalhandeling: concluderen 2. Perifere route
3. Categorie 2
Persuasieve markeerder: logical marker, alhoewel deze ontbreekt. We kunnen echter lezen: DUS beter dan CDA en D66 1. Persuasieve taalhandeling: concluderen
2. - Centrale route: argument: PVDA is beter voor economie dan CDA en D66. Argumenten hiervoor: structureel begrotingsevenwicht in 2017. ST/AT
- Perifere route
3. - Centrale route, categorie 1: argumentatie op basis van voorbeelden. PVDA heeft begrotingsevenwicht in 2017, CDA en D66 niet
Persuasieve markeerders: code glosses, personalisatie Persuasieve markeerder: commentaries
1. Persuasieve taalhandeling: beweren 2. Perifere route
3. Categorie 2
Persuasieve markeerder: certainty marker 1. Persuasieve taalhandeling: concluderen 2. Perifere route
3. Categorie 4
1. Persuasieve taalhandeling: stellen 2. Perifere route
Persuasieve markeerders: commentaries
Persuasieve markeerder: commentaries, lezer wordt direct aangesproken. Het signaalwoord zelf ontbreekt echter 1. Persuasieve taalhandeling: stellen
2. - Centrale route: stelling: PVDA loodst Nederland sterk en sociaal de crisis uit. Argumenten hiervoor: PVDA is positief voor koopkracht, financiën, zorg en onderwijs. ST/AT
- Perifere route
3. Centrale route, categorie 1: argumentatie op basis van voorbeelden. Samsom noemt vier voorbeelden waarom PVDA Nederland sterk uit de crisis leidt
- Perifere route: categorie 3, Categorie 5, framen van keuzes: PVDA als een sterke en sociale leider die Nederland naar gouden tijden brengt
1. Persuasieve taalhandeling: concluderen/vinden
2. - Centrale route: impliciet standpunt: pensioenfondsen hebben wel veel geld in Spanje zitten. Argument: 8 miljard is geen schijntje, maar veel geld. iS/AT
- Perifere route
3. - Centrale route, categorie 1: argumentatie op basis van een regel. Er is hier sprake van een waarderingsregel. Samsom en mogelijk de PVDA vinden 8 mld veel geld
- Perifere route: categorie 3
Persuasieve markeerder: attitude marker
1. Persuasieve taalhandeling: vinden/beweren 2. Perifere route
Persuasieve markeerders: aankondiging, attitude marker
Persuasieve markeerders: commentaries 1. Persuasieve taalhandeling: afvragen
2. - Centrale route: impliciet standpunt: Zuid Europa steunen is geen goed plan. Argumenten hiervoor: we maken zonder voorwaarden en garanties honderden miljarden over. iS/AT
- Perifere route
3. - Centrale route, categorie 1: argumentatie op basis van regel (waarderingsregel). Samsom laat doorschemeren dat hij uitgebreide hulp aan Zuid Europa geen goed plan vindt, vanwege ontbreken van garanties en voorwaarden
- Perifere route: categorie 6: beladen vraag
Persuasieve markeerder: commentaries, aankondiging 1. Persuasieve taalhandeling: stellen
2. Perifere route
3. Categorie 6: bewijsvervanging
1. Persuasieve taalhandeling: concluderen
2. - Centrale route: impliciet standpunt: ABN kost staat geen 30 miljard euro. Argument: de rente op de lening is lager dan de opbrengst van het dividend. ST/AT
- Perifere route
3. - Centrale route, categorie 1: argumentatie op basis van regelmaat. Het wordt als bekend verondersteld dat wanneer lening lager is dan opbrengst van dividend, dat de kosten dan nooit 30 miljard kunnen zijn
Persuasive markeerders: commentaries Persuasieve markeerder: attitude marker
1. Persuasieve taalhandeling: vinden/concluderen
2. - Centrale route: standpunt: het roer moet om. Argumenten: recept Rutte is failliet, werkloosheid bereikt 510000. ST/AT - Perifere route
3. - Centrale route, categorie 1: argumentatie op basis van een regel. Hier is dat een waarderingsregel. Samsom spreekt een negatieve waardering uit over het recept Rutte
- Perifere route, categorie 2, categorie 5, framen van keuzes: regering Rutte is een recept voor ellende
1. Persuasieve taalhandeling: concluderen/beweren 2. Perifere route
3. Categorie 5, framen van keuzes/verantwoordelijkheden: de PVDA streed en blijft strijden voor de ouderen als in een oorlog
Persuasieve markeerder: aankondiging 1. Persuasieve taalhandeling: afvragen 2. Perifere route
Persuasieve markeerders: commentaries 1. Persuasieve taalhandeling: concluderen/beweren
2. - Centrale route -> stelling: PVDA is goed voor ondernemers. Argumenten hiervoor: PVDA zorgt voor stimulans economie, opbouw welvaartsstaat, en onderwijs. ST/AT
- Perifere route
3. - Centrale route, categorie 1: argumentatie op basis van voorbeelden. Samsom noemt een aantal redenen of voorbeelden waarom PVDA goed voor ondernemers is
- Perifere route: categorie 6: bewijsvervanging
Persuasieve markeerder: commentaries 1. Directieve taalhandeling: bevelen 2. Perifere route
Persuasieve markeerder: commentaries, code glosses
Analyse Eddy van Hijum – CDA
Persuasieve merkeerder: commentaries, aankondiging, code glosses
1. Persuasieve taalhandeling: stellen/concluderen 2. Perifere route
3. Categorie 6: bewijsvervanging
1. Persuasieve taalhandeling: stellen 2. Perifere route
3. Categorie 3
Persuasieve markeerder: code glosses
1. Persuasieve taalhandeling: beweren/stellen 2. Perifere route
Persuasieve markeerder: logical markers
Persuasieve markeerders: commentaries
1. Persuasieve taalhandeling: concluderen/vinden 2. Perifere route
3. Categorie 2
Persuasieve markeerder: aankondiging, attributor 1. Directieve taalhandeling: uitnodigen/uitdagen 2. Perifere route
3. Categorie 2, categorie 5: framen van vraagstukken
1. Persuasieve taalhandeling: concluderen
2. - Centrale route: stelling: PVDA is niet socialer dan CDA. Argument hiervoor: plannen PVDA leiden tot minder banen en dus minder sociaal. ST/AT
- Perifere route
3. - Centrale route, categorie 1: argumentatie op basis van regelmaat. Er lijkt een logisch verband te bestaan tussen het aantal banen dat een partij creëert en de mate van sterkte/sociaalheid van deze partij
Persuasieve markeerder: attributors, code glosses Persuasieve markeerder: code glosses
1. Persuasieve taalhandeling: vinden
2. - Centrale route -> stelling: plannen PvdA leveren minder banen op (dan CDA). Argumenten hiervoor worden gegeven in de link (NU.nl artikel). ST/AL
3. - Centrale route, categorie 1: argumentatie op basis van autoriteit. De stelling dat voor PVDA minder banen dan CDA zorgt, wordt door CPB onderschreven.
1. Persuasieve taalhandeling: stellen
2. - Centrale route: stelling: ethiek moet terug in bancaire sector. Argument hiervoor: CDA heeft dezelfde mening. Moraal in financiële sector moet worden aangepakt. ST/AL
3. Centrale route, categorie 1: argumentatie op basis van autoriteit. Stelling van AFM-topman wordt gedeeld door CDA
Persuasieve markeerder: commentaries 1. Persuasieve taalhandeling: stellen 2. Perifere route
Persuasieve markeerder: commentaries
Persuasieve markeerder: code glosses, aankondiging 1. Persuasieve taalhandeling: stellen 2. Perifere route
3. Categorie 2
Persuasieve markeerder: commentaries 1. Persuasieve taalhandeling: stellen 2. Perifere route
3. Categorie 2, categorie 5, framen van acties: SP als een beest die werk wegjaagt, categorie 6: bewijsvervanging
1. Persuasieve taalhandeling: stellen
2. - Centrale route: stelling die van Hijum deelt: SP slecht voor koopkracht. Argumenten hiervoor worden gegeven in Nu.nl