• No results found

Hoofdstuk 6: Conclusies en aanbevelingen

6.2 Conclusie

Naar aanleiding van de aangekondigde verscherpte minimale kapitaaleisen van Basel III (BIS, 2011) is in deze scriptie onderzoek gedaan naar het verband tussen kapitaalratio’s en dividendbeleid van Europese banken. Verder is er in deze scriptie onderzoek gedaan naar de mate waarin het dividendbeleid een bijdrage kan leveren aan het oplossen van de CET 1 kapitaaltekorten bij Europese banken. De probleemstelling van het onderzoek is: ‘Is er een verband tussen de dividenduitkeringen door Europese banken en de ontwikkeling van hun kapitaalratio’s en in welke mate kan dividendbeleid de aankomende jaren bijdragen om de kapitaalratio’s te verhogen?’

Uit de resultaten blijkt dat de gemiddelde Tier 1 ratio van Europese banken in 2011 gestegen is naar 13,80% ten opzichte van 11,73% in 2008. In dezelfde periode is de gemiddelde dividenduitkering ten opzichte van de nettowinst van Europese banken gedaald van 34,07% in 2008 naar 32,76% in 2011. In een onderzoek van de Federal Reserve Bank (2012) naar de ontwikkeling van de CET 1 ratio en dividenduitkering van banken uit de Verenigde Staten in de periode begin 2009 – eind 2011, worden vergelijkbare trends gesignaleerd.

Uit de resultaten blijkt dat er in 2008 geen significant verband te onderkennen valt tussen de Tier 1 ratio en dividenduitkering. Voor 2008 kan dus niet geconcludeerd worden dat er sprake is van een verband tussen de kapitaalratio’s en de dividenduitkering van Europese banken. Deze resultaten suggereren dat Europese banken in 2008 geen rekening hielden met de hoogte van hun

57

kapitaalratio’s bij het voeren van het dividendbeleid. Dit kan onderbouwd worden met het onderzoek van Miu et al. (2010), waar bij de start van de financiële crisis in 2007 en 2008 ook geen verandering in de dividenduitkering is geconstateerd. Als oorzaak hiervoor wordt het feit dat analisten een verlaging van de dividenden negatief zouden ontvangen, omdat dit als een signaal van financiële zwakte zou worden geïnterpreteerd, aangedragen (Boldin and Leggett, 1995; Tucker, 2008). Dit signaal kan voor een bank leiden tot reputatieschade. De impact van deze vorm van signalering is onder het Basel III akkoord lager, omdat banken met te lage kapitaalbuffers geen discretionaire winstverdelingen mogen doen. Een vermindering in de dividenduitkering hoeft hierdoor geen waarschuwing van het management over de toekomstige winstgevendheid te zijn, maar kan ook een positief signaal over het herstellen van de kapitaalbuffers zijn (Miu et al., 2010).

Uit de resultaten blijkt dat er in 2011 zoals verwacht sprake is van een significant verband tussen de Tier 1 ratio en dividenduitkering. De resultaten tonen aan dat 25,55% van de dividenduitkering constant is en 0,52% bepaald wordt door de Tier 1 ratio. Voor 2011 kan geconcludeerd worden dat er sprake is van een positief verband tussen de dividenduitkering en de hoogte van de kapitaalratio’s. Op basis van de geconstateerde stijging van de gemiddelde Tier 1 ratio in 2011 ten opzichte van 2008, de afname van de gemiddelde dividenduitkering in dezelfde periode en het significante verband tussen de Tier 1 ratio en de dividenduitkering in 2011, kan geconcludeerd worden dat er een verband is tussen de dividenduitkering van Europese banken en de ontwikkeling van hun kapitaalratio´s. Een mogelijke verklaring voor dit verband is de publicatie van het Basel III document in 2010. Het bekend worden van de verhoogde minimale kapitaaleisen en kapitaalbuffers kan effect hebben gehad op het gevoerde dividendbeleid van de Europese banken in 2011. Deze verklaring is in lijn met de resultaten uit het onderzoek van Berger et al. (2008) waar wordt geconcludeerd dat banken hun kapitaalratio’s actief managen en kapitaaldoelstellingen formuleren die boven het vereiste minimum liggen. Een methode om deze doelstellingen te bereiken is door middel van het inhouden van winsten. Dit suggereert dat banken bij het doen van de dividenduitkering rekening houden met de hoogte van de kapitaalratio’s. Basel III kan dus echter effect hebben op de mate waarin de dividenduitkering van banken constant is. Dit kan leiden tot een daling van het algemene vertrouwen van investeerders die baat hebben bij een constante dividenduitkering, zoals institutionele

58

investeerders, wat kan leiden tot hogere financieringskosten in het bancaire systeem. Deze mogelijke ontwikkelingen hebben een negatief effect op de economische groei (Slovik and Cournède, 2011).

Een economische theorie die verklarende waarde heeft met betrekking tot het positieve verband tussen de dividenduitkering en kapitaalratio’s is de legitimatietheorie. Een strategie die een bank met lager dan gemiddelde kapitaalratio kan voeren is het minder uitkeren van dividend, waardoor de solvabiliteit stijgt. Met behulp van dit signaal kan een bank een poging doen om het vertrouwen in de financiële gezondheid van de bank te vergroten. Onderzoek toont namelijk aan dat dividend als percentage van de winst informatie bevat over de veiligheid en gezondheid van een bank. Ingehouden winsten geven significante informatie over de hoeveelheid toekomstig aanwezig kapitaal bij een bank (Boldin and Leggett, 1995).

Van de drie overige verklarende variabelen legal system, financiële importantie en onzekerheidsvermijding heeft alleen het legal system significante impact op het verband tussen de dividenduitkering en kapitaalratio’s. De resultaten zijn in lijn met de verwachting op basis van hypothese 2. Geconcludeerd kan worden dat banken in code law landen met een lager dan gemiddelde Tier 1 ratio in 2011 minder dividend uitkeren in 2011 dan banken met een lager dan gemiddelde Tier 1 ratio in common law landen. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat bedrijven in Angelsaksische (common law) landen meer aanspraak doen op de kapitaalmarkt, wat gemiddeld genomen leidt tot een hogere dividenduitkering (Avazian, 2006).

Bij de beantwoording van het tweede gedeelte van de probleemstelling is een duidelijke tweedeling te zien tussen banken in landen die het tekort aan CET 1 kapitaal per 31 september 2011 (EBA, 2012a) op kunnen lossen met het dividendbeleid en banken in landen waar het dividendbeleid ontoereikend is. Banken waar het dividendbeleid het grootste gedeelte van het tekort op kan lossen zijn banken uit Duitsland, Frankrijk en Noorwegen, wat in lijn is met de verwachting van het IMF (2010). Banken waar het dividendbeleid ontoereikend is zijn banken uit Spanje, Portugal en Italië. Het tekort van Deutsche Bank aan CET 1 kapitaal per 31 september 2011 bedraagt 3.239 miljoen euro. De geprognosticeerde winst in 2012 bedraagt 3.871 miljoen euro, wat ertoe leidt dat Deutsche Bank met een winstreservering van 83% het

59

tekort volledig heeft opgelost. Banco Santander heeft per 31 september een kapitaaltekort van 15.302 miljoen euro en UniCredit SPA komt 7.974 miljoen euro tekort. Als Banco Santander haar volledige winst over 2012 zou reserveren blijft er een tekort over van 7.084 euro. UniCredit SPA heeft een geprognosticeerd verlies over 2012 waardoor het CET 1 kapitaaltekort zal toenemen naar 8.771 miljoen euro. Deze banken zullen moeten zoeken naar andere mogelijkheden om te voldoen aan de kapitaaleisen van Basel III, zoals het aantrekken van kapitaal en deleveraging. Als de banken er niet in slagen om met behulp van de markt aan de CET 1 eis te voldoen is het waarschijnlijk dat nationale overheden, al dan niet financieel ondersteund met noodsteun van de eurolanden, een bijdrage moeten leveren aan de herkapitalisatie van de banken.