Dit onderzoek streeft ernaar een bijdrage te leveren aan de stadsgeografische discussie omtrent tactieken van stadsouders om het leven in de stad te combineren met hun ideeën over een goede jeugd. Aan de hand van een single case study zijn de ervaringen van stadsouders en stadskinderen onderzocht. Het betreft een eerste exploratie van een nog weinig onderzochte tactiek; de volkstuin. Er is gericht onderzocht hoe de volkstuin past in het dagelijkse leven van stadsouders- en kinderen, hoe de tuin wordt gebruikt en wat de betekenis van de volkstuin voor de twee groepen is.
Beperkingen
Dit onderzoek betreft een eerste exploratie naar de volkstuin als tactiek van stadsouders vanuit één specifieke casus. Het is mogelijk dat nader onderzoek naar andere volkstuinen, met een andere bevolkingssamenstelling, kan leiden tot afwijkende resultaten. Statistische generalisatie over alle volkstuinen waar stadsgezinnen een tuin hebben is daarom niet mogelijk. Hiernaast zijn er, zoals reeds beschreven onder Methoden, enkele problemen ondervonden omtrent de respons. De resultaten van de stadskinderen zouden meer solide zijn wanneer ook de resultaten van de interviews met kinderen onder zeven jaar bruikbaar zouden zijn.
Hoofdvraag
‘Wat is de betekenis van de volkstuin in de ideeën, van ouders en kinderen, over een goede jeugd in Amsterdam?’
Uit de resultaten van de verschillende kwalitatieve methoden blijkt dat recreëren op de volkstuin het leven van alle onderzochte ouders en bijna alle kinderen aangenamer maakt. Het onderzoek heeft aangetoond dat de volkstuin voorziet in de behoefte naar een groene, veilige en sociale omgeving voor een groep van creatievelingen met kinderen, die dichtbij de stad willen of moeten blijven wonen. Het leven op de tuin sluit daarmee op verschillende fronten aan met ideeën die ouders hebben over een goede jeugd. Dit overtuigt ouders ervan dat dit een goede tactiek is om om te gaan met de drukker wordende stad en die binnen hun budget past. Ouders waarderen de aanwezigheid van een groene en natuurlijke omgeving in eerste instantie als belangrijkste element voor een goede jeugd. Uit de omvangrijke hoeveelheid voorbeelden en het enthousiasme over de zelfstandige bewegingsvrijheid op de tuin blijkt echter dat voor zowel kinderen als ouders dit het element is wat in feite het meest wordt gewaardeerd.
Resultaten & literatuur
De belangrijkste resultaten van dit onderzoek komen sterk overeen met de resultaten van verschillende andere wetenschappelijke onderzoeken naar worstelingen van stadsouders, de goede jeugd en tactieken. Het onderzoek vult daarmee de opening in de kennis over de volkstuin als tactiek voor stadsouders met ideeën over een goede kindertijd in een groene omgeving.
De ouders hechten groot belang aan verschillende eigenschappen van de volkstuin; dat het een rustige, veilige en pure omgeving is waar het leven simpel is en waar ze onderdeel uitmaken van een hechte gemeenschap. Ze omschrijven de volkstuin als een plek dichtbij de natuur, waar je kunt ontsnappen aan de drukte van de stad. Deze eigenschappen komen sterk overeen met de omschrijving die verschillende auteurs geven van de rurale idylle, het romantische idee over een serene landelijke omgeving waar het leven beter is dan in de stad (Short, 1991; Valentine, 1997b; Goodenough et al., 2015). Hoewel de volkstuin objectief gezien, vanwege haar ligging nabij de stad
52
en drukke verkeersaders, niet als een rurale omgeving bestempeld kan worden, doen ouders dit toch. Dit betekent dat het romantische idee van een plek soms sterker is dan de werkelijkheid.
Wat verder uit dit onderzoek naar voren kwam is de ervaring van ouders en kinderen dat het speelplezier in de stad, het speelplezier op de volkstuin niet kan evenaren. Goodenough et al. (2015) en Karsten & Felder (2015) beschrijven in hun onderzoeken ook de worsteling van stadsgezinnen met fantasieloze, door volwassenen bedachte speelplekken waar spelen een georganiseerde activiteit is. In het onderzoek beschrijven Goodenough et al. (2015) ook dat ouders zich in de stad sneller zorgen maken dat hun kinderen andere mensen lastig vallen. Hierdoor krijgen kinderen er minder ruimte om te spelen. De volkstuin voorziet juist in de mogelijkheid van ongeorganiseerde activiteiten. Ouders hoeven zich er niet bezwaard te voelen wanneer kinderen rennen en lawaai maken. Bovendien biedt de natuur een oneindige inspiratiebron voor kinderen om in te spelen. Verder wordt de volkstuin als veilig ervaren door de aanwezigheid van sociale controle en het ontbreken van verkeer. Deze resultaten verklaren de positieve betekenis van de volkstuin op stadsouders en -kinderen, welke ook door de literatuur wordt onderbouwd. Valentine (1997a) stelt in haar onderzoek dat gebieden met een hechte gemeenschap, en daarmee sociale controle, ouders het gevoel geven dat zij hun kinderen kunnen vrijlaten. Deze drie elementen zorgen ervoor dat kinderen niet beperkt worden in hun bewegingsvrijheid, wat zowel ouders als kinderen erg waarderen. Doordat kinderen zich zelfstandig kunnen bewegen op de tuin, ontwikkelen ze verschillende belangrijke vaardigheden en krijgen ouders een kans om zelf te ontspannen. Ook in het onderzoek van Karsten en Felder (2015) komt naar voren dat het meer ontspannen is voor ouders wanneer ze hun kinderen hun gang kunnen laten gaan.
Uit de resultaten blijkt ook dat ouders hun kinderen een jeugd willen bieden in een zelfde soort omgeving als waarin zij zelf zijn opgegroeid. Deze ideeën over wat een goede plek is voor een kind om op te groeien, worden veelal gevormd door de ervaringen van de ouders zelf. Het onderzoek van Mazanti (2005) vindt een zelfde soort verklaring voor de ontwikkeling van verlangens van ouders om hun kinderen een zelfde soort ervaring te geven als die zij zelf hebben gehad. Een laatste resultaat dat uit dit onderzoek naar voren kwam was dat ouders de minder ideale immanente eigenschappen van de volkstuin, zoals de ligging naast de snelweg en onder een drukke vliegroute, nauwelijks opmerken. Ouders betogen dat de volkstuin een groene plek is, waar zij en hun kinderen rust en vrijheid ervaren en het gevoel hebben ver weg van de stad te zijn. Haldrup (2004) geeft in zijn onderzoek een voorbeeld waarbij gunstige eigenschappen, zoals dicht bij de zee of het bos, ondergeschikt zijn aan de capaciteit een veilige haven te bieden voor gezinnen bij het uitzoeken van een locatie voor een tweede huis. Het is plausibel dat op Ons Lustoord een andere vorm van Haldrup’s theorie plaatsvindt. Hier lijken juist de hinderlijke eigenschappen van de locatie ondergeschikt te zijn aan haar competentie een veilige haven te zijn.
Beleidsadvies
Uit dit onderzoek blijkt dat de volkstuin een positieve betekenis heeft voor zowel stadskinderen als stadsouders. Het zijn in een groene omgeving met een gemoedelijke sfeer en waar vrij bewogen kan worden maakt het leven van gezinnen in de drukke stad dragelijk. De toenemende stedelijke bevolking zorgt echter voor een groeiende druk op de ruimte (van volkstuinen), waardoor onder andere Ons Lustoord in de nabije toekomst plaats moet gaan maken voor 4500 nieuwe woningen (Gemeente Ouder-Amstel, z.j.a). In 2020 zal één van de naburige volkstuinen van Ons Lustoord de poorten moeten sluiten voor het grootschalig woningbouwproject De Nieuwe Kern (Gemeente Ouder-Amstel, z.j.b). De overige volkstuinen, waaronder Ons Lustoord, zullen op de korte termijn daarna volgen. Dat een tactiek van stadsgezinnen wordt weggenomen in een tijd van suburbanisatie
53
is een slechte zaak voor zowel de gezinnen als voor de stad. Gezinnen zijn immers belangrijk voor de leefbaarheid en de duurzaamheid van een stad. Het is daarom van belang volkstuinen een prominente plek te (blijven) geven in de stedelijke omgeving.
Een oplossing voor een soortgelijk probleem is gevonden voor Ons Buiten, een volkstuin in Utrecht. In gesprek tussen de gemeente en de volkstuin is er een tussenweg bedacht. Hierdoor heeft de volkstuin niet plaats hoeven maken voor een nieuwbouwwijk, maar zijn de volkstuinen als groenvoorziening geïntegreerd in de wijk. De tuinen zijn voor iedereen toegankelijk en ze zijn uitgebreid met openbare, educatieve voorzieningen als schoolwerktuinen en een kinderboerderij (Gemeente Amsterdam, 2004). Hierdoor is het draagvlak van de volkstuin vergroot en kunnen ook externe groepen van de voordelen van een volkstuin genieten. Deze oplossing zal het probleem voor Ons Lustoord niet volledig oplossen, omdat er onvoldoende ruimte is voor het aantal benodigde nieuwe woningen. Mogelijk kan dit wel een inspiratie zijn om te zoeken naar creatieve oplossingen waarbij volkstuinen worden behouden en ruimte vrijkomt voor nieuwe woningen.
Vervolgonderzoek
De eerder beschreven limitaties van dit onderzoek nodigen uit tot vervolgonderzoek omtrent de gestelde hoofdvraag. Zo zou er gekeken moeten worden naar andere onderzoeksmethoden om ook de beleving van jongere kinderen te analyseren. Daarnaast kan dit onderzoek als eerste exploratie als een beginsel dienen voor verder onderzoek naar de betekenis van volkstuinen voor stadsgezinnen. Een uitgebreider onderzoek, wat meerdere volkstuinen onderzoekt, kan een breder inzicht geven in deze tot nu toe weinig onderzochte tactiek. Verder heeft dit onderzoek zich enkel gericht op een casus in Amsterdam. Volgend onderzoek naar stadsgezinnen met een volkstuin zou daarom ook andere stedelijke gebieden moeten betrekken. Bijvoorbeeld in gebieden waar creatief wordt omgegaan met volkstuinen in de context van groeiende steden, zoals Ons Buiten in Utrecht. Het debat omtrent gezinnen in een drukker wordende stad wordt immers ook op nationaal schaalniveau gevoerd. Verder werden op Ons Lustoord enkel gezinnen gevonden die nagenoeg tot dezelfde sociaaleconomische achtergrond behoren. Een onderzoek met respondenten met verschillende sociaaleconomische achtergronden zal ook een breder inzicht geven in wat de volkstuin betekent voor verschillende bevolkingsgroepen.
54
Literatuur
Aitken, S. & Ginsberg, S. (1988) Children's characterization of place, Yearbook of the Association of Pacific Coast Geographers 50, p.67-84.
Barcus, H. R. (2004) Urban-rural migration in the USA: an analysis of residential satisfaction, Regional Studies, 38(6), p.643–657.
Barker, J, & Weller, S. (2003a) “Is it fun?” developing children centred research methods, International Journal of Sociology and Social Policy, Vol. 23 Issue: 1/2, p.33-58.
Barker, J. & S. Weller (2003b) “Never Work with Children?”: The Geography of Methodological Issues in Research with Children. Qualitative Research 3(2): 207–27.
Boterman, W. R., Karsten, L., Musterd, S. (2010) Gentrifiers Settling Down? Patterns and Trends of
Residential Location of Middle-Class Families in Amsterdam.Housing Studies, Vol.25(5), p.693-714.
de Bruyn, E. H., & Cillessen, A. H. N. (2008) Leisure activity preferences and perceived popularity in
early adolescence, Journal of Leisure Research, 40(3), p.442–457.
Van der Burgt, D., & Gustafson, K. (2013) ‘Doing Time’ and ’Creating Space’: A Case Study of
Children’s Outdoor Play and Institutionalized Leisure in an Urban Family, Children, Youth and
Environment 23: p.24–42.
Bryman, A. (2012). Social research methods. 4th Edition, Oxford university press.
Cele, S. (2008) Communicating Place, Methods of Understanding Children’s Experience of Place, Children's Geographies, Vol.6(1), p.110-112.
De Certeau, M. (1984) The Practice of Everyday Life, Berkeley: University of California Press.
Christensen, P., James, A. & Jenks, C. (2000) Home and Movement: Children Constructing ‘Family
Time’, in Holloway, S. & Valentine, G. (eds) Children’s Geographies: Playing, Living, Learning,
Routledge, London, p.139-155.
Demant Klinker, C., Schipperijn, L., Kerr, J., Ersball, A. & Troelsen, J. (2014) Context-specific outdoor
time and physical activity among school-children across gender and age: using acclerometers and GPS to advance methods, Frontiers in Public Health Online Research.
Duany, A., Plater-Zyberk, E. & Speck, J. (2000) Suburban Nation, New York: North Point Press.
Elsley, S. (2004) Children’s Experience of Public Space. Children and Society 18(2): 155–64. Gittins, D. (1998) The Child in Question, Basingstoke: Macmillan.
Goodenough, A., Waite, S. & Bartlett, J. (2015) Families in the forest: guilt trips, bonding moments
55
Haldrup, M. (2004) Laid-Back Mobilities: Second-Home Holidays in Time and Space, Tourism Geographies, 6:4, p.434-454.
Hart, R. (1979) Children's Experience of Place, Irvington, New York.
Harrison, J., MacGibbon, L. & Morton, M. (2001) Regimes of Trustworthiness in Qualitative Research:
the Rigors of Reciprocity, Qualitative Inquiry, Vol. 7, No. 3, p.323-345.
Heath, T. (2001) Revitalizing cities, attitudes towards city-centre living in the United Kingdom, Journal of Planning Education and Research, 20(4), p.464–475.
Hill, M., Laybourn, A. & Borland, M. (1996) Engaging with Primary-aged Children about their
emotions and well-being: methodological considerations, Children and Society, Vol. 10, p.129-44.
Holloway, S., & Pimlott-Wilson, H. (2014) Enriching Children, Institutionalizing Childhood?
Geographies of Play, Extracurricular Activities, and Parenting in England, Annals of the Association of
American Geographers 104: p.613–627.
Howley, P. (2010) Sustainability versus Liveability: An Exploration of Central city housing satisfaction. International journal of housing policy, Vol.10(2), p.173-189.
Imrie, R. & Raco, M. (2003) Urban renaissance? New Labour Community and urban policy, Bristol: Policy Press.
Karsten, L. (2003) Family gentrifiers: challenging the city as a place simultaneously to build a career
and to raise children, Urban Studies, 40, p.2573–2584.
Karsten, L. (2007) Housing as a way of life: Towards an understanding of middle-class families’
preference for an urban residential location, Housing Studies, 22(1), p.83–98.
Karsten, L., & Felder, N. (2015) Parents and children consuming the city: geographies of family
outings across class, Annals of Leisure Research 18(2), pp. 205-218.
Lilius, J. (2014) Is There Room for Families in the Inner City: Life-stage Blenders Challenging Planning. Housing Studies 29 (6): p.843–861.
Matthews, H., Taylor, M., Sherwood, K., Tucker, F. & Limb, M. (2000) Growing-Up in the Countryside:
Children and the Rural Idyll, Journal of Rural Studies 16 (2): p.141–153.
Mauthner, M. (1997) Methodological Aspects of Collecting Data from Children: Lessons from three
research projects, Children and Society, Vol. 11, p.16-28.
Mayall, B. (2001) Understanding Childhoods: A London Study, in Alanen, L. & Mayall, B. (2001)
Conceptualising Child-Adult Relations, Routledge, London, p.114-128.
Mazanti, B. (2005) Sense of community in a modern world. Paper presented at the ENHR conference Reykjavik, 29 June–3 July.
56
Milne, S. (2009) Moving into an through the public world: Children’s perspectives on their encounters
with adults, Mobilities 4:1 p. 103-118
Moore, R. (1986) Childhood's Domain: Place and Play in Child Development. Croom Helm, London.
Muscroft, S. (1999) Children’s Rights: Reality or Rhetoric?: The UN Convention on the Rights of the
Child: The First Ten Years, The International Save the Children Alliance, London.
Parker, J. G. & Asher, S. R. (1993) Friendship and friendship quality in middle childhood: links with
peer group acceptance and feelings of loneliness and social dissatisfaction. Development Psychology,
29(4), p.611–621.
Pink, S. (2001) More Visualising, more methodologies: On video, reflexivity and qualitative research, The Sociological Review, Vol. 49, No. 4, p.586-599.
Prazen, A., Wolfinger, N. H., Cahill, C. & Kowaleski-Jones, L. (2011) Joint physical custody and
neighborhood friendships in middle childhood, Sociological Inquiry, 81(2), p.247–259.
Salvas, M. C., Vitaro, F., Brendgen, M., Lacourse, E., Boivin, M., & Tremblay, R. E. (2011) Interplay
between friends’ aggression and friendship quality in the development of child aggression during early school years, Social Development, 20(4), p.645–663.
Schänzel, H., Carr, N. (2016) Special issue on children, families and leisure. Annals of Leisure Research, Vol 19(4), p.281-385.
Short, J. (1991) Imagined Country: Society, Culture and Environment. Routledge, London.
Smith, F. & Barker, J. (1999) Learning to Listen: Involving Children in the Development of Out of
School Care, Youth and Policy, Vol. 63, No. 1, p.38-46.
Sutton, L. (2008) The state of play: Disadvantage, play and children’s well-being, Social Policy & Society 7 (4) pp 537 - 549
Unsworth, R. (2007) City living and sustainable development: the experience of a UK regional city, Town planning review, 78(6), p.725–747.
Valentine, G. (1997a) ‘Oh Yes I Can.’ ‘Oh No You Can’t’: Children and Parents Understandings of Kids’
Competence. Antipode 29 (1): p.65–89.
Valentine, G. (1997b) A safe place to grow up? Parenting, perceptions of children's safety and the
rural idyll, Journal of Rural Studies, 13 (2), p.137- 148.
Valentine G. (1999) Being Seen and Heard? The Ethical Complexities of Working with Children and
Young People at Home and at School, Ethics, Place and Environment Vol. 2, No. 2, p.141-155.
57
Vestergaard Mikkelsen, M. & Blichfeldt, B. (2015) ‘We have not Seen the Kids for Hours’: The Case of
Family Holidays and Free-range Children. Annals of Leisure Research 18 (2): p.252–271.
Vincent, C. & Ball, S. (2007) ‘Making Up’ the Middle-class Child: Families Activities and Class
Dispositions, Sociology 4: p.1061–1077.
Ward, C. (1978) The Child in the City. Architectural Press, London.
Wilmes, J. & Andresen, S. (2014) What does “Good Childhood” in a Comparative Perspective Mean?
An Explorative Comparison of Child Well-Being in Nepal and Germany. Child Indicators Research, Vol:
8(1), p.33–47.
World Vision Deutschland e.V. (2013). Kinder in Deutschland 2013. 3. World Vision Kinderstudie. Weinheim: Beltz.
Yin, R. (2013). Case study research: Design and methods. Sage publications.
Websites
Boterman, W.R. in Het Parool (2017) Gezinnen met jonge kinderen verlaten Amsterdam.
(Geraadpleegd op 21 februari 2018 via https://www.parool.nl/amsterdam/gezinnen-met-jonge- kinderen-verlaten-amsterdam~a4506453/)
CBS (2017a) Amsterdam groeit, vooral door migratie. (Geraadpleegd op 4 februari 2018 via https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2017/45/amsterdam-groeit-vooral-door-migratie)
CBS (2017b) Veel jonge gezinnen verlaten de grote stad. (Geraadpleegd op 21 februari 2018 via https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2017/45/veel-jonge-gezinnen-verlaten-de-grote-stad)
De Bond van Volkstuiners (z.j.a) Kaart van de volkstuinparken. (Geraadpleegd op 5 februari 2018 via https://www.bondvanvolkstuinders.nl/volkstuinen/kaart-volkstuinparken)
De Bond van Volkstuiners (z.j.b) Een volkstuin....groen waar je wat mee mag doen!!!! (Geraadpleegd op 2 maart 2018 via https://www.bondvanvolkstuinders.nl/)
Gemeente Amsterdam (2004) Van volkstuincomplex naar tuinpark. (Geraadpleegd op 7 juni 2018 via https://www.bondvanvolkstuinders.nl/bestanden/Ontwerpverkenningen.pdf)
Gemeente Ouder-Amstel (z.j.a) De Nieuwe Kern. (Geraadpleegd op 7 juni 2018 via https://www.ouder-amstel.nl/projecten/publicatie/de-nieuwe-kern)
Gemeente Ouder-Amstel (z.j.b) Veel Gestelde Vragen DNK. (Geraadpleegd op 7 juni 2018 via https://www.ouder-amstel.nl/projecten/publicatie/veel-gestelde-vragen-en-antwoorden-dnk)
Google Maps (z.j.) Google My Maps, (Geraadpleegd op 10 mei 2018 via https://www.google.com/maps/d/u/0/)
Het Parool (2017) Gezinnen met jonge kinderen verlaten Amsterdam. (Geraadpleegd op 21 februari 2018 via https://www.parool.nl/amsterdam/gezinnen-met-jonge-kinderen-verlaten-
58 amsterdam~a4506453/)
Metro Holland (2014) Jonge gezinnen en single vrouwen willen volkstuin. (Geraadpleegd op 6 maart 2018 via http://www.pressreader.com/netherlands/metro-holland-
amsterdam/20140707/281870116541609)
NOS (2017) De grote steden groeien flink, met Amsterdam als uitschieter. (Geraadpleegd op 4 februari 2018 via https://nos.nl/artikel/2206173-de-grote-steden-groeien-flink-met-amsterdam-als- uitschieter.html)
NRC (2016) Proseccotuinders. (Geraadpleegd op 6 maart 2018 via
https://www.nrc.nl/nieuws/2016/06/23/proseccotuinders-2884654-a1506789)
NRC (2017) Volkstuinen in Amsterdam. (Geraadpleegd op 4 februari 2018 via
https://www.nrc.nl/nieuws/2017/09/02/expositie-volkstuinen-in-amsterdam-11348143-a1571728)
Nul20 (2017) Amsterdam: extra woningbouw in De Nieuwe Kern Ouder-Amstel. (Geraadpleegd op 4 februari 2018 via https://www.nul20.nl/amsterdam-extra-woningbouw-nieuwe-kern-ouder-amstel)
Oneindig Noord Holland (2017) Met een volkstuin zit je in Amsterdam, maar je merkt het niet. (Geraadpleegd op 4 februari 2018 via https://onh.nl/verhaal/met-een-volkstuin-zit-je-in-amsterdam- maar-je-merkt-het-niet)
Ons Lustoord (z.j.) Contact, (Geraadpleegd op 2 juni, 2018 via http://www.onslustoord.nl/)
Openstreetmap (z.j.) Openstreetmap. (Geraadpleegd op 2 maart 2018 via
https://www.openstreetmap.org/search?query=duivendrecht#map=14/52.3215/4.9323)
Rijksoverheid (z.j.) Wat is het verschil tussen biologisch en juridisch ouderschap? (Geraadpleegd op 6 februari 2018 via https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ouderlijk-gezag/vraag-en-
antwoord/biologisch-juridisch-ouderschap)
Stemwijzer Amsterdam (2018) Vraag 12: Volkstuinparken. (Geraadpleegd op 4 maart 2018 via https://amsterdam.stemwijzer.nl/#statements:volkstuinparken:11330:opinions)
Trouw (2011) Op de wachtlijst voor een volkstuin. (Geraadpleegd op 6 maart 2018 via https://www.trouw.nl/home/op-de-wachtlijst-voor-een-volkstuin~adaa0ce4/)
Verenigde Naties (1989) Verdrag inzake de Rechten van het Kind. (Geraadpleegd op 5 februari 2018 via
https://www.kinderrechtencommissariaat.be/sites/default/files/bestanden/kinderrechtenverdrag_n ederlandse_vertaling.pdf)
Overheid.nl (2016) Kennisgeving ontwerpwijzigingsbesluit van het Luchthavenindelingbesluit
Schiphol vanwege externe veiligheid en geluid. (Geraadpleegd op 29 mei 2018 via
59
Bijlagen
Een groot deel van de onderstaande methoden zijn tot stand gekomen met de hulp van eerdere onderzoeken van Lia Karsten.
1. Itemlijsten
1.1 Itemlijst Ouders
Introductie onderzoek en achtergrond informatie over de meewerkende gezinnen
Elk interview met een nieuw gezin zal op de volgende manier beginnen:
Naam geïnterviewde: Email adres:
Tel. Nr:
Datum interview:
1. Introductie
Wat fijn dat ik u mag interviewen.
Dit onderzoek gaat over gezinnen in Amsterdam die beschikken over een volkstuin. In dit onderzoek zal er gefocust worden op wat de volkstuin betekend voor ouders en kinderen in de verhalen (ideeën en idealen) over een goede kindertijd in een groene omgeving en de realiteit van wonen in een drukke stad zoals Amsterdam.
U zal in het onderzoek volledig geanonimiseerd worden.